8WEEKLY

Mortal Kombat 5: Deadly Alliance

Artikel: Mortal Kombat 5: Deadly Alliance

Mortal Kombat is niet zomaar een spelletje. Zelden heeft een spel zo vaak en zo veel stof doen opwaaien. Het zou onze kinderen blijvend beschadigen en gewelddadig gedrag beïnvloeden. Dat veel ouders zich zorgen maakten over de spelletjes spelende jeugd was begin jaren negentig niets nieuws, maar nu had men een maatschappelijk aanvaardbaar argument om videogames actief te bestrijden. Tevergeefs, want ondanks (of juist door) al die negatieve aandacht werd Mortal Kombat een kassucces. Na ruim 5 jaar wachten kan ik eindelijk het nieuwste deel uit de serie spelen.

~

Oud en nieuw

Voor iedereen die nog nooit een spelletje Mortal Kombat heeft gespeeld, kijk hier even voor de geschiedenis en achtergronden van dit spel. Dat scheelt deze recensent alweer een hele alinea. Mortal Kombat is een one to one beat ‘m up. In dit deel staat naast een flink aantal bekende karakters ook een nieuwe garde vechters te trappelen om door de fans ontdekt te worden. Toch blijven Sub Zero en Scorpion mijn grote favorieten: old friends never die…

Liu Kang dood?

~

Shang Tsung besluit wederom een poging te doen om de aarde te veroveren. Samen met Quan Chi sluit hij een dodelijk verbond (titelverklaring… check!) en werpt hij de huidige keizer van Outworld van de troon. Maar zijn grootste victorie moet dan nog komen: het eindelijk absorberen van de ziel van Liu Kang, de goedaardige huidige Mortal Kombat-kampioen. Door een laffe gezamenlijke aanval slagen Tsung en Quan Chin in hun opzet. Voor iemand die al ruim tien jaar Mortal Kombat speelt is de sterfscene van Liu Kang best even een indrukwekkend moment, zeker als het hier alleen nog om een begindemo gaat.

Trainen

Mortal Kombat D.A. kent enkele spelvormen. Natuurlijk is er de gewone Arcade modus waarin je gewoon een aantal anderen moet verslaan om het uiteindelijk tegen de grote boze eindbazen te mogen opnemen. Deze is redelijk pittig, dus daar kan men beter eerst oefenen in de practice en conquest modes. In de laatstgenoemde modus leer je de basisbewegingen van het spel, en kan je je vervolgens specialiseren in een karakter. Dit is absoluut geen overbodige luxe, want elk karakter bezit drie unieke vechtstijlen met elk hun eigen speciale bewegingen. Door slim tussen de stijlen heen en weer te springen kan je bijna ongekende combo’s tevoorschijn toveren. Dit geeft Mortal Kombat een diepgang die eenvoudige button bashers effectief weet uit te schakelen.

Controle

Het pick-up-and-playgehalte van Mortal Kombat is door de verschillende stijlen relatief. Iedereen kan een aardig potje knokken met dit spel, maar juist door je toe te leggen op één karakter kan je pas echt boven de gemiddelde speler uitstijgen. De Arcade modus is pittiger dan voorheen, en daarom is flink oefenen zeker aan te raden. De spelers zullen dus wel tijd moeten (en willen) investeren voordat ze ten volle van het spel kunnen genieten. Zelf ben ik nooit een fan geweest van 3D platformers omdat de echte controle over je karakter toch vaak ver te zoeken was. Juist door de handige conquest modus wordt dit euvel opgeheven.

Gevaarlijk realisme?

De details in dit spel zijn werkelijk wonderschoon. Bij Sub Zero zie je bijvoorbeeld het ijs op zijn armen, bloed sijpelt na een rake klap langzaam over de plooien van kleren naar beneden. Er is veel aandacht aan elk denkbaar detail van het spel besteed. Dit verhoogde realisme zal de geweldsdiscussie natuurlijk weer doen verhevigen, want hoe kan de tere kinderziel nu nog het onderscheid maken tussen realiteit en fictie? De invloed van gewelddadige TV is in enkele studies min of meer aangetoond (er zijn ook studies die dit weer tegenspreken), en meestal trekt men die conclusie gemakshalve gelijk maar voor computerspelletjes. Zelf spelen ik en enkele vrienden van me al sinds onze puberteit met Mortal Kombat, en geen van ons heeft zich ontwikkeld tot een verdwaasde vechtersbaas. Heel misschien valt het dus allemaal wel mee?

Conclusie

Mortal Kombat 5: Deadly Alliance is absolute top. Nu ben ik al sinds 1992 behoorlijk fan van de serie, dus misschien ben ik een tikkie bevooroordeeld. Zelf heb ik een aantal jaren op Tae Kwondo gezeten, en juist de vrij realistische manier waarop diverse vechtstijlen in het spel zijn verwerkt doet dit spel ver boven Virtua Fighters 4, Tekken 4 en DOA 3 uitstijgen. Ook het detail is wonderschoon. Geheel in Mortal Kombat-stijl vloeit het bloed rijkelijk en het spel is inderdaad absoluut gewelddadig en daarom misschien niet geschikt voor de jongere gamer, maar daar is over te discussiëren. Mortal Kombat 5 is op afstand het beste vechtspel voor de PS2.

Film / Films

Over lijken

recensie: Chicago

~

Chicago lijkt met een verhaal over kortstondige beroemdheid opvallend dicht bij de hedendaagse werkelijkheid te komen. Jongens en meisjes die anders verpleegster en verzekeringsmannetje zouden zijn geworden, staan nu ineens in de spotlights met hun talenten. Het talent van Roxie Hart (Renée Zellweger) is dat ze haar minnaar doodgeschoten heeft. De daaropvolgende verwikkelingen maken van haar een ster die dagelijks de voorpagina’s van kranten haalt. Een rivale die eveneens smacht naar beroemdheid, plus de nodige andere huisvrouwen die het recht in eigen hand nemen, maken het Roxie moeilijk om steeds op de cover te blijven staan.

Er zitten een aantal ijzersterke elementen in Chicago, zoals de zang en dans (door alle acteurs zelf gedaan), het acteerwerk en de aankleding van personages, set en het algehele uiterlijk van de film. De roaring twenties herleven in kostuums, kleuren en kranten, al lijken sommige dingen in een wat moderner jasje te zijn gegoten. De aankleding van de dansers en danseressen is bij tijd en wijle bijzonder schaars, met leren bikini’s en dat soort dingen. Ik weet niet of het jaren twintig-variéte er ook zo uitzag.

Bob Fosse

~

Maar die kledingschaarste is wel kenmerkend voor de stijl van Bob Fosse, de grote choreograaf achter niet alleen Chicago, maar ook bijvoorbeeld Cabaret. De choreografen van deze film hebben trouw de meester gevolgd en leveren dans en show af op de karakteristieke manier: strakke gebaren en poses, sexy en uitdagende beweging. De dansers volgen nu eens het ritme van de muziek, dan weer de melodie, wat het geheel afwisselend, origineel en sprankelend maakt. De mimiek en beweging in een nummer waar Zellweger de buikspreekpop van Richard Gere speelt, is onovertroffen. Dit is waar een zang, dans en acteren perfect samenvallen.

Revue

Zang goed, dans goed, acteerwerk prima. Is er wel iets dat schort aan deze film? Jazeker. Chicago háált het niet bij andere musicals die op het witte doek zijn geprojecteerd. Moulin Rouge blijft onbetwist nummer één en ook Fosse’s andere grote werk, Cabaret, is stukken beter. Chicago is, hoe je het ook wendt of keert, een revue op film. Elk liedje wordt aangekondigd door een spreekstalmeester. Er zijn veel te veel liedjes en optredens en pauze tussen twee nummers is er nauwelijks. Elke emotie en gedachte heeft een liedje nodig, wat je al gauw liedjesmoe maakt. De songs vertragen de film bovendien vreselijk. Nummers waarin tegelijk voortgang in het scenario te bespeuren valt zijn er nauwelijks. Het is allemaal te veel van het goede. En de muziek is ook niet eens bijzonder goed of aanstekelijk, wat bij Moulin Rouge wel het geval was.

Dan is er ook nog het flinterdunne verhaal, dat er alleen maar lijkt te zijn om enige lijn in de voorstelling te krijgen. De ontknoping stelt hoegenaamd niets voor en het grote manco is dat alle personages onsympathieke lieden zijn die alleen maar uit zijn op eigen gewin en kattengespin. De dames in de gevangenis gaan over lijken. Zo zorg je niet voor een betrokken publiek. Alleen Roxies man Amos (John C. Reilly) is aardig, maar zijn rol is te klein om al je gevoelens van medeleven op hem te projecteren. Ook het einde van de film is vergezocht en doet goedkoop aan. Dat je het in eerste instantie toch slikt, komt door de overdonderende finale, die ook weer spetterende choreografie bevat. Liedjes, ook zielige, weten je echter nooit te raken en het enige dramatische moment in de film is weggelegd voor een bijrol. Het is wel mooi, maar het doet niks.

Oscar

Chicago is de moeite waard om te bekijken, maar ook niet meer dan dat. De dertien Oscar-nominaties scheppen een verwachting die de filmbonzen in de handen zal doen wrijven, maar als Chicago een beeldje voor beste regie, scenario of beste film in de wacht sleept, dan weten we voortaan dat die Oscars niets voorstellen.

Muziek / Achtergrond
special: After Forever

Klassieke sopraan in metal-land

~

Het lijkt of de afgelopen tijd de vrouwelijke stem uit de popmuziek niet meer weg te denken is. Vooral binnen de metal-wereld heeft de sopraan haar intrede gedaan. In Nederland kwam dit vooral na voren toen Within Temptation met Ice queen een grote hit scoorde. Internationaal brak ook bijvoorbeeld de Finse band Nightwish in die tijd door.

Maar er is meer op komst. Misschien heeft u ze in Kopspijkers al gezien in een wervelend tv-optreden, maar als dit niet het geval is stellen we u graag voor aan: After Forever. Ook deze Nederlandse band bezit een sopraanzangeres en dat zorgt ervoor dat het geluid sterk aan de eerder genoemde bands doet denken.

Sterke zangeres

Opvallend is dat de klassiek geschoolde zangeres Floor Jansen met haar stem een grote hoeveelheid aan technieken beheerst, waardoor de muziek van de band afwisselend is. De band weet een nog redelijk nieuwe link te leggen tussen zware metal en klassieke muziek en ze doet dit heel duidelijk op een zeer eigen wijze.

~

De muziek van de band is echter niet echt toegankelijk. Pas als je de muziek een keer of tien gehoord hebt komt de echte schoonheid van de nummers tevoorschijn. Het is vaak een orkaan aan geluid, waarin de individuele melodielijnen moeilijk te ontdekken zijn.

Nog net niet

Toch kan worden gezegd dat de band nog veel meer potentie heeft dan wat uit het inmiddels uitgebrachte materiaal blijkt. Onlangs kwam de band met haar tweede studioalbum Decipher en de single Monolith of doubt. Als je de zangeres hoort en je hoort de zware begeleiding erbij, vraag je je serieus af waarom de band het lef niet heeft om de grenzen van beide genres drastisch te doorbreken en originele muziek op de eerste plaats te zetten.

After Forever lijkt nog steeds te proberen om een band te worden voor een gothic-publiek, wat dat ook moge zijn. Het zou fantastisch zijn als de duidelijk zeer muzikale band deze beperkingen los zou laten en gewoon originelere muziek zou gaan maken. Pak die akoestische gitaar eens uit de kast, laat eens een geluidseffect horen. Dat zou de muziek een stuk frisser en interessanter maken. Tot dan is de band heel veelbelovend, maar gewoon is ze het gewoon nog net even niet.

Link

Officiele website – www.afterforever.com

Film / Films

Catch Me If You Can

recensie: Catch Me If You Can

Iedereen zou wel stinkend rijk willen zijn, maar of dat ook lukt is nog maar de vraag. In Catch Me If You Can leren we dat rijk worden helemaal niet zo moeilijk is. Bijna slapen rijk worden, zou je denken. Maar natuurlijk zit daar bijna altijd een prijs aan vast… vooral als je de staat voor miljoenen dollars oplicht.

~

Gebaseerd op een waargebeurd verhaal dramatiseert Catch Me If You Can het verhaal van Frank Abagnale, Jr. (Leonardo DiCaprio), de jongste vervalser ooit – hij is 17 wanneer hij voor het slechte pad kiest – die in de jaren 60 op de lijst van de tien meest gezochte criminelen van de FBI belandde door vervalste cheques te schrijven en zich daarmee achtereenvolgens uit te geven voor een co-piloot, een dokter, en een advocaat. De film gaat uit van een gelukkig gezinnetje met een ontroerende scene waarin Franks vader, Frank Sr. (Christopher Walken) en zijn vrouw Carol (Natalie Baye) onder het toeziend oog van zoonlief ogenschijnlijk gelukkig met elkaar dansen in de woonkamer.

IRS

~

Deze gezinssituatie wordt danig verstoord, wanneer de IRS Frank Sr. beschuldigt van belastingfraude. Het geld waar de familie Abagnale altijd ruim van heeft kunnen leven, moeten ze nu afstaan aan de staat en in de daaropvolgende jaren houdt de IRS Frank Sr. nauwlettend in de gaten. Als Frank Jr.’s moeder er vandoor is gegaan met een ander, blijft hij zijn vader trouw en wil hem teruggeven wat hem is ontnomen. En met een carriere als oplichter en het daaruit voortvloeiende geld is alles te bereiken, denkt Frank Jr. Carl Hanratty (Tom Hanks), een FBI-agent voor de opsporing van fraude-criminelen, achtervolgt Frank, en een kat-en-muis spel tussen Frank en Carl volgt, waarbij Frank Carl uitdaagt hem te pakken.

Spielberg

Ja, we hebben er weer een: een Hollywood-film. Totaal voorspelbaar, grote acteurs, het zit er allemaal in. Deze achtervolgingsfilm laat de gebruikelijke elementen zien, zoals bijna-arrestaties, groot drama, een beetje liefde, en hoop. Maar daarnaast laat deze film nog veel meer zien, waardoor Steven Spielberg er wederom in slaagt een boeiende film te maken. Het schijnt dat in welk script Spielberg ook zijn tanden zet, of het nou voor het witte doek of voor de televisie is, het altijd uitdraait op succes. De achronologische manier van filmen, die inmiddels vrij standaard is geworden, verraadt het einde voor we de film ook maar hebben gezien, maar dat geeft niet, want het gaat immers om het kat-en-muisspel tussen Frank en Carl. De film spant over de hele breedte van emoties: ontroering, kwaadheid, vertedering, medelijden, en de onvermijdelijke lach, noem ze allemaal maar op. Catch Me If You Can is een amusementsfilm van een redelijk formaat, zoals het een Spielberg-film betaamt.

Acteurs

Zoals gewoonlijk bij een film uit de Spielberg-stal, passeren grote namen de revue. Een ervan hebben we net een aantal weken geleden op het witte doek zien vechten als een leeuw in Gangs of New York. Inderdaad, Leo is hot op dit moment lijkt het. En acteren kan hij. Vooral de rol die de arrogante meester-vervalser en -oplichter speelt, als hij mensen oplicht, lijkt hem op het lijf geschreven. Ook Wanneer Leo de langzaam obsessief wordende Frank Jr. moet spelen, zit het pak van Frank hem als gegoten. Als 16-jarige is hij helaas iets minder overtuigend, al doet hij wel erg zijn best met een brede onschuldige glimlach. En dan Christopher Walken, die met deze rol als de idealistische mislukte oplichter, van wie Frank Jr. zijn trucjes leert, laat zien dat hij het acteren niet verleerd is. Wanneer er bij Frank Sr. langzaam aan een paar steekjes los gaan zitten, weet Walken de fijne lijn tussen een goede acteerprestatie en overacting goed te bewandelen. De rol die Tom Hanks kreeg aangeboden, daarentegen, is te twee-dimensionaal, wat waarschijnlijk voor het komische effect dat Spielberg wilde bereiken zo is gedaan. We hoeven dus van Tom Hanks geen hoogstandjes te verwachten, zoals we ze zagen in Philadelphia (1993) en Forrest Gump (1994). Carl Hanratty vervalt vaak in clichématige uitspraken, zoals “I can’t stop. It’s my job”, waardoor Tom Hanks’ potentie om uit te blinken in deze film ver te zoeken is.

Genieten

Spielberg weet wat hij doet, en weet welke acteurs hij moet kiezen om een kassuccesje te garanderen. Ook al zitten er in de film een aantal minder geloofwaardige scenes, en wordt er niet goed uitgelegd hoe het Frank Jr. lukte om cheques en certificaten zo precies kon namaken – je zou het eens kunnen nadoen! -, als Hollywood-film is deze film zeker de moeite van het kijken waard, zeker als je op zoek bent naar een avondje lol, lekker achterover leunen en niet te veel nadenken. Gewoon genieten! Dat is ook weer eens wat anders.

Muziek / DVD

Homevideo’s voor de fans

recensie: Drowning Pool - Sinema

Drowning Pool is een veelbelovende band die in de Amerikaanse metalscene hoge ogen gooit. Ze hebben inmiddels hun eerste album Sinner uit en er wordt goed op gereageerd. De single Sinner was zelfs een hit in de VS en verwerft in Europa ook enige bekendheid. Tevens staan ze op de main stage van de beroemde concertserie Ozzfest. Kortom de band lijkt een gouden toekomst te hebben.

~

Maar dan slaat het noodlot toe. In Augustus 2002 wordt het lijk van Drowning Pool zanger Dave Williams aangetroffen in de toerbus van de groep. Later blijkt de man overleden te zijn aan een redelijk zeldzame hartkwaal. De metalscene is geschokt, en de band is in droefenis gehuld. De DVD Sinema is dan ook een tribute aan Dave Williams. Tevens heeft deze als doel om Dave’s grootste wens, een eigen huis voor zijn ouders, te financieren.

Typisch Amerikaanse metal

In Europa is de band nog niet zo bekend, maar ik moet zeggen dat de muziek aangenaam in het gehoor ligt. Gewoon echt typisch Amerikaanse metal, met een aangename melodielijn, en een prettige opbouw van de dynamiek. Erg speciaal is het echter niet, maar gewoon wel lekker om te horen.

Menu niet duidelijk

~

Het menu van de DVD is overigens niet echt duidelijk, maar na even puzzelen is er wel uit te komen. De backstage beelden zijn best grappig om te zien, al lijkt het af en toe wel erg op een slappe imitatie van Jackass. Aan de andere kant zijn de groupies die regelmatig half naakt door het beeld schuiven (al dan niet onherkenbaar gemaakt) wel prettig om te zien. Er wordt in ieder geval alles aan gedaan om je het gevoel te geven dat het leven van een rockster echt ruig is.

Wat betreft de Unseen live bootleg videos denk ik dat dit echt super is om als fan te zien, maar niet meer dan dat. De kwaliteit is erg wisselend per video, zeker qua geluid.

Tevens staan er nog vier exclusieve songs op de DVD. Omdat dit natuurlijk een DVD is en geen CD worden die nummer geïllustreerd met een slideshow van livefoto’s. Deels zijn deze beelden ook in de concert-video’s langs gekomen, maar toch, het is beter dan alleen de audiotrack.

Muziekvideo’s beste stuk DVD

Wat echter het beste stuk van de DVD is, is de sectie met de drie video’s die de band in haar korte bestaan heeft weten te produceren. Dit is eigenlijk het enige deel van de DVD dat van topkwaliteit is, zowel qua muziek als ook wat betreft de beeldkwaliteit.

Afsluiting

Onlangs werd bekend dat Drowning Pool samen met Rob Zombie een song voor de soundtrack van Daredevil opgenomen heeft. Het lijkt dan ook dat deze DVD de afsluiting van een periode is, en dat de band gewoon blijft bestaan. Ik vraag me af of het nodig was om deze periode zo uit te melken, dat elke scheet die er in die tijd gelaten is op deze DVD beland is. Helaas is het daardoor niet echt een muziek DVD geworden, maar eerder een verzameling homevideo’s voor de fans.

Link:

Officiële website Drowning Pool

Theater / Voorstelling

Hitler, handlangers en handelaren

recensie: Arturo Ui

Begin jaren ’40 schreef de naar Amerika gevluchte socialistisch-pacifistische Duitser Bertolt Brecht Arturo Ui als een aanklacht tegen het kapitalistische systeem en de twee volgens hem belangrijkste uitwassen daarvan: Hitler en de georganiseerde misdaad. Het NNT heeft het stuk zo’n twee jaar geleden van het nodige stof ontdaan en speelt het nu in reprise in een aan de actualiteit aangepaste versie.

Karaoke

~

Arturo Ui is de leider van de maffia. Het gaat echter niet goed met zijn beweging; de concurrenten halen hem aan alle kanten in, zijn eigen mannen verlaten hem en aan zijn charisma schort ook nog het één en ander. In de campagne om een deel van de stad in zijn greep te krijgen volstaan de tips van één van zijn handlangers nog, maar als zijn heerschappij zich uitstrekt over een groter gebied moet er een leraar aan te pas komen om hem de uitstraling van een échte leider te geven. En die leraar wordt gevonden in… een toneelspeler.
En zo haalt het NNT spelen met toneel in de voorstelling. En het is niet alleen deze prototype homoseksuele toneelspeler waarin het NNT spot met de conventies van het spel. Ook wordt er een show opgevoerd alsof we bij Joop van den Ende terecht zijn gekomen (inclusief applaus- en boeh-bord), biedt Hitler zelfgebakken koekjes aan de voorste rijen aan, stappen acteurs uit hun rol en zingt de zaal op het einde en masse de karaoke-versie van I did my way mee.

Macht

Tussen alle vreugd en jolijt door slaagt het NNT er ook nog eens in op gevoelige wijze de raderen van de macht bloot te leggen. Het blijkt dat de economie, de politiek en de georganiseerde misdaad feitelijk op hun sterkst zijn als ze een krachtig verbond met elkaar gesloten hebben. En in dat verbond wint de oprechte nooit; zo veel is duidelijk. Slechts door list en bedrog kan de eigen positie worden vastgehouden en versterkt. Om nog te verduidelijken dat dat nu niet anders is dan zestig jaar geleden spreekt Arturo op het hoogtepunt van zijn illegaal verkregen macht de woorden ‘wie niet voor mij is, is tegen mij‘. Ook tegenwoordig bepaalt een leider met een half-democratisch mandaat de gang van zaken in de wereld.

Hitler in lederhosen

~

Naast deze ontwikkelingen rond de macht strompelt zo nu en dan een oude Hitler in lederhosen over het podium. De acteurs willen niets van hem weten en slaan zijn zelfgebakken koekjes dan ook vastberaden af. Als hij het later bij de zaal probeert heeft hij ook daar weinig succes; slechts één man is bereid een koekje te proeven.
Ondanks (of dankzij?) zijn beperkte rol is Hitler het mooiste karakter uit het stuk. Zijn recept voor koekjes schreeuwt hij vol overgave de zaal in, alsof hij de rassenleer uitlegt aan de massaal opgetrommelde Hitler-jugend. Naar het einde toe wordt hij echter een verbitterde oude man in een rolstoel. Daar krijgt hij nog éénmaal de kans ons te overtuigen van zijn gelijk. In rustige bewoording legt hij uit dat hij gezien dient te worden als een product van zijn tijd, dat Mao veel erger was en dat zonder hem de staat Israel nooit bestaan zou hebben. Dat het Westen heel Midden- en Oost-Europa heeft overgeleverd aan de grillen van Stalin en dat de Belgen en Nederlanders in hun koloniale politiek miljoenen doden op hun geweten hebben. Hij is slechts een product van zijn tijd dat door de geschiedenis tot een monster is gemaakt. En hij heeft gelijk.

In de Arturo Ui van het NNT spelen een drietal instanties een prominente rol: de handelaren, de politiek, de georganiseerde misdaad. Door het stuk heen worden deze steeds meer met elkaar vervlochten tot een oppermachtig conglomeraat, waarin zelfs de rechtspraak niet meer objectief is. Het NNT speelt Arturo Ui op hilarisch wijze en toont in een gestructuraliseerd chaotisch stuk dat in de moderne wereld macht, eerlijkheid, politiek, geld, oprechtheid en criminaliteit gevaarlijk dicht bij elkaar blijken te liggen.

Film / Films

Stenen en vuurwapens

recensie: Bloody Sunday

11 september 2002 heeft een gat geslagen in de vrijheid van de mensheid, zo beweren de Verenigde Staten. Een grote klopjacht op terrorisme is een van de gevolgen. Saddam Hoessein heeft kernwapens, zo beweren de Verenigde Staten. Oorlog zou het gevolg kunnen zijn. Het enthousiasme waarmee de Verenigde Staten steeds andere landen willen aanpakken, is schrikbarend echt in deze wereld. Zou iedereen nog steeds zo enthousiast zijn over die bloederige aanvaringen, als ze zien welke gevolgen er achterweg kunnen komen? Bloody Sunday spreekt. Natuurlijk kennen een aantal van ons de verhalen die over de bewuste zondag in 1972 zijn verteld, maar het is regisseur Greengrass gelukt om bij deze verhalen een beeld te creëren dat gerust “waarheidsgetrouw” genoemd mag worden. Hij spreekt dan ook de hoop uit, dat deze film een verzoening tussen beide partijen zal bespoedigen, zonder dat men een beschuldigende vinger wijst naar de ander.

~

Over de aftiteling laat U2 in een live-concert het nummer Sunday, Bloody Sunday horen. Het nummer is afkomstig van het album War uit 1983, waarmee U2 wilde protesteren tegen alle strijd die plaatsvond in de wereld. De strijd, die het nummer beschreef, kwam alleen wel heel dicht bij de Ierse groep.

Hooligans en de Britten

Bloody Sunday, de film, beschrijft de “bloederige zondag”, op 30 januari 1972, waarmee de Irish Republican Army (IRA) een grote vinger in de pap zou krijgen in de Ierse strijd tegen de Britse overheersing. Terwijl de Irish Civil Rights Association – een vredige organisatie tegen Britse internering – een rustige mars door het centrum van Derry wil leiden, steekt het Britse leger daar een stokje voor, en verbiedt de mars. Ivan Cooper, leider van de groep, besluit de mars langs het centrum te leiden, maar hier gaat het mis. Een aantal hooligans zien het als hun taak om de Britten weg te jagen door ze met stenen te bekogelen. Er wordt in de chaos geschoten: twee Ieren laten het leven. De woede laait hoog op: terwijl de Ierse hooligans “Brits Out!” scanderen op de barricades, worden ze een voor een door de Britten neergehaald met scherp geschut. In totaal worden 13 ongewapende (!) Ieren doodgeschoten en 14 raken gewond (van de 14 overlijdt er later nog een aan zijn verwondingen). De film sluit af met een boodschap van Cooper aan het adres van de Britten: “this is the day you have killed the Irish Civil Rights Association, and given life to the IRA.” Het feit dat deze bloederige zondag nooit gevolgen heeft gehad voor de Britse soldaten die destijds omhoog gehouden stenen aanzagen voor vuurwapens, is nog steeds niet te geloven, en zal door deze film altijd herinnerd worden.

Adrenaline

~

Bloody Sunday, de tweede film van regisseur Paul Greengrass (regiedebuut: The Theory of Flight uit 1998), is moeilijk in alle opzichten. De fatale zondag in 1972 is een moeilijk onderwerp, dat weten we allemaal. Om dan de film het labeltje “de waarheid” mee te geven, is nog veel moeilijker. Deze Brits/Ierse film is opgenomen met in de hand gehouden camera’s in Derry samen met de plaatselijke bewoners, die een grote zeggenschap hadden over het uiteindelijke resultaat. Ook de Britten mochten hun zegje doen. Waar het verhaal totaal in het voordeel van de Ieren verteld had kunnen worden, blijft de film onpartijdig. Een van vele schokkerige scenes op de barricades laat zien hoe de provocatie van de hooligans (toepasselijk “provo’s” genoemd door Cooper) de Britten tot waanzin drijft. In hun “enthousiasme” zien ze overal vijanden, daar waar geen duidelijke vijand te identificeren is. Op de vraag of een Britse soldaat het doelwit ziet, antwoordt de onzekere, door adrenaline opgefokte, soldaat: “No, I don’t see a target, sir!”. Waarom schiet hij dan toch gericht op de provo’s op de barricades?

Eerste schot

Het eerste schot wordt niet gefilmd. Was het een van de mannen van de toen nog redelijk onbetekenende IRA of was het een Britse paratrooper, die het eerste schot loste? Wat duidelijk uit de film naar voren komt, is dat het eerste schot irrelevant is. Het eerste schot werd gevolgd door andere schoten, en dat leidde tot deze dramatische afloop van een mars, die zo vredig begon vanuit Free Derry.

Beeld

Een moeilijk maar prachtig gefilmd relaas, zo zou ik Bloody Sunday willen omschrijven. Het is een film die zeker met enig opletten gekeken moet worden, waarbij de verschrikkingen van die dag nog dagen door het hoofd kunnen spoken. Deze film is een ware wake-up call, om weer even herinnerd te worden aan het feit dat er nog genoeg mis is in de wereld, en dat we zeker kunnen leren van het verleden. Het deels meemaken – al is het dan via de media – van een dertig jaar oude zinloze strijd tussen Ieren en Britten, waaraan de gebeurtenissen in deze film ten grondslag liggen, moet voldoende reden zijn om deze film te gaan zien.

Boeken / Reportage
special: Hella Haasse 85 jaar

Hella Haasse 85 jaar

Op twee februari 2003 wordt Hella Haasse 85 jaar. Nu vieren er elke dag wel mensen een 85ste of andere verjaardag, maar die van mevrouw Haasse, de Moeder der Nederlandse Letteren, mag je naar hartelust meevieren. Zoek een exemplaar van Oeroeg (of iets anders, als het maar de naam Haasse op de kaft heeft staan), installeer je op de bank en breng de zondag al feestend door.

~

Hélène Serafia Haasse wordt op 2 februari 1918 geboren in Batavia. Haar moeder, Katherina Diehm-Winzenhöhler, is pianiste en haar vader, Willem Hendrik Haasse, is inspecteur van financiën. Haar vroege jeugd brengt ze door in Nederlands-Indië, maar in 1938 vertrekt ze naar Nederland om in Amsterdam Scandinavische Talen en Letteren te gaan studeren. Het is de bedoeling dat het gezin in 1940 herenigd zal worden, maar de oorlog steekt daar een stokje voor. Als blijkt dat de Duitser net zoveel van Germaanse sagen houdt als Hella, breekt ze haar studie af en begint aan de toneelschool. Dat gaat prima, tot ze in 1943 haar aanstaande echtgenoot, Jan van Lelyveld tegenkomt en besluit het toneelspel eraan te geven. Toneelteksten blijft ze wel schrijven.
In 1948 volgt dan de grote doorbraak met het boekenweekgeschenk Oeroeg, en de rest is geschiedenis.

Wat veel mensen echter niet weten, is dat Hella Haasse ook poëzie geschreven heeft. Haar debuut in 1945 was een bundeltje gedichten onder de naam Stroomversnelling. Voor degenen die op de verjaardag van mevrouw Haasse andere dingen te doen hebben, presenteren we hieronder één van haar gedichten, met een korte interpretatie erbij.

In deze zeeën die ik mij verkoos,
lig ik verdronken, eindeloos
diep op den bodem, zonder wil.
Het water boven mij staat stil.

Zo ben ik in een transparanten doos
geklonken, ver van storm en hoos
stortzee en vloed – mijn hart doet pijn,
het wil een snelle zeemeeuw zijn,

een zil’vren vis, beweeg’lijk in den stroom.
Maar als een anemoon, die loom
on donker water wiegt en deint
en aan het eigen spel verkwijnt,

sta ik geworteld in vervloekte rust,
van tij noch keertij mij bewust,
diep op den bodem zonder wil.
Het water boven mij staat stil.

~

Denken over gedichten is een raadsel, laat ik dat eerst zeggen. Elke interpretatie, elke leeswijze is anders, en ongetwijfeld is voor elk gedicht een massa betekenissen te fabrieken, maar laat ik hier gewoon een poging doen erachter te komen wie of wat die ‘ik’ is die daar zo op die zeebodem ligt. Het gedicht is een puzzel, en aan de hand van cryptische aanwijzingen moet je erachter zien te komen wat het voor jou betekent.

Eerste vraag: hoe bevindt de ‘ik’ zich op de bodem van de zee? In het eerste couplet -of strofe- ligt zij (of hij, maar ik ben geneigd te denken aan een vrouwelijk wezen) willoos op de bodem. Uit de tweede strofe blijkt dat ze niet weg kan, zelfs al zou ze dat willen: zo ben ik […] geklonken. In het derde en vierde couplet staat dat ze als een anemoon geworteld staat in de bodem. Die aanwijzingen ‘geklonken’ en ‘geworteld’ hoeven niet direct te betekenen dat ze een plantje is. Ze kan net zo goed een gezonken schip zijn, een halfvergaan lijk, een boegbeeld of een stukje koraal. Alles, zolang het maar niet kan bewegen en wel kan denken. Het gedicht staat er namelijk in de ik-vorm, en als zodanig is het een klacht, een uiting van die ‘ik’ op de bodem.

Vraag twee: wat doet de ‘ik’ daar op de bodem? Het moge duidelijk zijn: klagen. Wat eigenlijk heel vreemd is, als je goed naar het gedicht kijkt. In de eerste strofe staat: ‘zonder wil’. Wie niets wil hoeft ook niet te klagen. Maar dan staat daar aan het eind van het tweede couplet en het begin van het derde: ‘mijn hart doet pijn, het wil een snelle zeemeeuw zijn, een zil’vren vis’. Er is dus toch wat te willen, lijkt het, maar dan lees je verder en zie je in het laatste couplet weer ‘zonder wil’. Die ‘ik’ weet blijkbaar niet wat ze wil en of ze wat wil.
Eén oplossing is, om het wel en niet willen te zien als een soort golfbeweging, die je dan weer kunt vergelijken met de zee. Een andere oplossing is om de ‘ik’ los te zien van ‘het hart’. Het is immers dat hart dat een meeuw of vis wil zijn. Het zou kunnen. De ‘ik’ is immers dood (‘verdronken’ in het eerste couplet) en in zekere zin zijn lichaam en geest (waar het hart dan metafoor voor zou kunnen zijn) van elkaar gescheiden. Dat is een aanwijzing! Is de ‘ik’ misschien de geest van een verdronkene die zo graag zou willen dat haar lichaam daar niet lag?

Zijn er nog meer aanwijzingen? De inhoud van het gedicht heeft ons verder niet zoveel meer te vertellen, hoewel er nog iets raars aan de hand is. In de tweede strofe rept de ik van ‘storm en hoos, stortzee en vloed’, maar in de laatste strofe zegt ze dat ze zich ‘van tij nog keertij’ bewust is. Ze weet dus tegelijkertijd wel en niet van de bewegingen van de zee, die zich boven haar afspelen. Dat kan ook weer een uitdrukking zijn van het gescheiden bestaan van lichaam en geest. Het lichaam onder water weet niets meer, kan niet denken of willen, maar de geest weet dat er stormen, het getij en andere dingen zijn.

Ik kom niet tot een precieze omschrijving van de ‘ik’, maar ik ben ervan overtuigd dat ze iets was, dat ooit leefde (anders heeft het namelijk geen hart), maar nu ligt te vergaan op de zeebodem. Dat leven kan ook figuurlijk geweest zijn. Een schip heeft ook een leven, net als een boegbeeld, dat in gedichten nog wel eens als ‘ziel’ gezien wil worden. Maar mijn gevoel zegt toch dat deze ‘ik’ een soort verdronken meisje is. Die misschien weer als metafoor staat voor een toestand waarin een levend meisje zich kan bevinden: gevangen in een huwelijk, een ziekbed, iets verschrikkelijks dat haar dwingt tot passiviteit en willoos meedeinen? Als iemand een idee heeft, mail mij, want ik ben erg benieuwd.

Wideke mailt:

Ik las je interpretatie van Hella Haasse’s gedicht. Ik denk dat ik nog wel wat tips heb. In ieder geval heeft de titel van de bundel veel te zeggen ‘stroomversnelling’- van langzaam stromend water of stilstaand water in een vaart terechtkomen, dit gedicht dan als beschrijving van stilstand en passiviteit en een verlangen naar zowel beroering als activiteit. Staan er nog meer gedichten met watermetaforen in, of gedichten die gaan over overgang van rust naar
beweging? Die zijn dan wel van belang voor het plaatsen van dit gedicht.

En nog iets: de eerste regel is ook belangrijk denk ik. De toestand waar de ik zich in bevindt is zelf gekozen (die ik mij verkoos) maar heeft er toe geleid dat de ik zich er verdronken voelt. De ik wilde die ‘zee’ (waar dat dan ook voor staat) maar is er door overweldigd. Ik denk toch niet aan ziekbed, want dat is niet zelfverkozen. En huwelijk denk ik ook niet aan, maar ik kan moeilijker uitleggen waarom niet. Vooral niet omdat er geen ‘ander’ in het gedicht voorkomt, geen band met iemand die knelt ofzo. De ik is alleen, hooguit met de zee, maar die wordt niet opgevoerd als personage, meer als toestand (van stilstand. De ik verlangt een ander soort bestaan, maar wel steeds met die zee (zeemeeuw, vis). Wat kan dat betekenen? De zee in beroering, als iets waar de ik over uit wil kijken, of in mee wil gaan, maar niet passief in wil blijven rusten.

~

Ook ‘en aan zijn eigen spel verkwijnt’ lijkt me ergens op te wijzen, maar ik weet niet precies uit het gedicht te halen waarnaar. Als je de zee voor ‘het leven’ ziet, dan is dat spel misschien dichten? Een spel dat je bezighoudt, een loom heen en weer deinen, meebewegen, niet zelf actief zijn, je afsluiten (in die glazen doos) in stilte, maar waar je ook aan kunt verkwijnen. En dan het verlangen naar het echte leven?

Ik denk dat je gelijk hebt er op te wijzen dat de ik zegt zonder wil te zijn en tegelijk een verlangen uitspreekt, iets wil. Mooi om dat te verbinden met de golfslag van de zee, vooruit, omhoog en dan weer neerstorten en opgaan in geheel. Die kloof tussen wat de ik wil, en de toestand van de ik. Waarom lukt het niet die kloof te dichten, wat voor wortels heeft de ik dat die zo vastklinken, willoos maken?

In dit gedicht ben ik al snel geneigd om de ik samen te laten vallen met Hella Haasse, ik zou uit mezelf niet echt over nadenken of het een verdronken iemand is, of een schip ofzo. Ik weet niet waarom, misschien omdat ik het toch al gauw als een metafoor opvat allemaal. Het gaat niet over zee of anemonen, het gaat uiteindelijk ergens anders over, een beschrijving van een levensgevoel. Ze schrijft ‘als een anemoon’, dat is in ieder geval wel een aanwijzing voor beeldspraak. Maar ik zoek graag overal iets achter, dat geef ik toe!

Leuk om even aan te puzzelen, maar ik kom er niet echt uitmet dit gedicht. Lijkt me er typisch een die je in het licht van de gehele bundel moet zien.

8WEEKLY

Ganzenborden met je idolen

Artikel: Idols: Het bordspel

Of je het wilt of niet, Idols is hot. Half Nederland heeft via TV of internet (www.idols.nl) zich lopen bescheuren over de aandoenlijke pogingen van diverse ‘artiesten’ om gekozen te worden voor de Idolsfinale. De jury was meestal keihard en ongenadig in zijn oordeel. De volgende dag wist iedereen feilloos een voorval uit de laatste aflevering op te lepelen, waarna haastig erbij werd gezegd dat hij/zij normaal NOOIT naar dat stomme programma keek. Ja ja…

Merchandise

~

Een succesvol TV programma wordt nou eenmaal begeleid door merchandise. Dat heeft men bij RTL4 ook begrepen, en daarom komt er een bordspelversie op de markt. Meteen had ik allerlei visies van moeilijke doe-opdrachten. Zing eens een stukje van Madonna, waarna je vrienden en vriendinnen je lekker kunnen gaan afzeiken. Of allerlei quizvragen over muziek en sterrendom. Zoiets. Hoe ga je het format van Idols in hemelsnaam vertalen naar een bordspel?

Ganzenborden

We gaan gewoon ganzenborden! Voor 15 euro krijgt de speler een doos met daarin een kartonnen speelbord, 2 dobbelstenen en 6 kartonnen pionnetjes. Geen cd-tje met wat goedkope meezingers, geen franje, geen extra kaartjes, helemaal niks. Het spel gaat niet verder dan gooien, het aantal ogen vooruit gaan op het speelbord, en af en toe een meezing opdrachtje als je op een speciaal vakje landt. Voor dat geld vind ik het allemaal wel een beetje karig.

Kinderen voor Kinderen

Alle spelers moeten een favoriete cd uitkiezen of samenstellen die ze gebruiken tijdens het spel. De meezingopdrachten zijn meestal iets in de trant van: Zing 5 regels van dit lied of probeer de tekst af te maken wanneer we het geluid wegdraaien. Af en toe moet je ook gewoon botweg in 5 seconden raden welk nummer er van jouw cd gespeeld wordt. Speeltip: kies een beetje levendige muziek, dat doet de feestvreugde rond dit spel alleen maar goed. Ik koos zelf voor een Kinderen voor Kinderen-CD, in studentenkringen zit je dan altijd goed.

Conclusie

Als tweespelerspel is Idols absoluut ongeschikt. Het spel is net als ganzenborden binnen een kwartiertje voorbij, en het spelidee komt dan niet over. Met een groepje van 5 of 6 vrienden, een vrolijke stemming en de juiste muziek valt er waarschijnlijk nog wel wat te lachen. Maar het idee blijft buitengewoon karig.

Boeken / Fictie

Onderschatting van het schrijversvak

recensie: Geluk is voor de dommen

~

Hans Vervoort komt met een nieuwe verhalenbundel. Aan dit laatste woord kleeft een raar smaakje. Verhalenbundel. Stukjes-tussen-neus-en-lippen. Gedachten die niet groot genoeg waren voor het ‘echte’ werk: een roman. Verhalenbundels zijn dan ook de ideale cadeautjes omdat er veel variatie in zit en ook de minder volhardende lezer weet zich er doorheen te banen. Vervoort presenteert met Geluk is voor de dommen een boek vol variatie, zowel in vormen, thema’s als kwaliteit.

Het korte verhaal is een klasse apart. Dat zeg ik omdat ik ze zelf schrijf, maar ook omdat het zo is. Het korte verhaal legt de maker een groot aantal beperkingen op: de lengte natuurlijk, maar ook een bondige karakterschets van personages is vereist, het beheersen van hoofd- en bijzaken, het in de hand houden van thema’s. Alles draait om de sleutelwoorden ‘kort’ en ‘bondig’. Korte verhalen zijn romans in het klein, beperkt tot de hoofdzaak.

Climax?

Wat na het lezen van Vervoorts bundel onomwonden duidelijk wordt, is dat een goede ontknoping de drijvende kracht is achter een goed verhaal. Wanneer een climax ontbreekt stort zo’n verhaal als een wankele Jenga-toren in elkaar. In Taai ongerief gaat het bijvoorbeeld over de Nederlandse kleding die de ik-figuur na zijn repatriëring in 1953 van zijn moeder krijgt. Zijn moeder heeft in Indië de mode niet bijgehouden en de ik krijgt een drollenvanger aangemeten, en een felrode trui. De climax van dit verhaal gaat erover dat de rode trui afgeeft op het witte overhemd dat de ik eronder aanheeft, en dat daardoor de oksels roodgekleurd zijn en hij zich vreselijk schaamt: Er was in dat samengaan [van de kleur van de trui met overhemd in de oksels] iets ontstaan dat niemand op zijn netvlies wilde hebben. Schromelijk overdreven.

Onderschatting

Er zit wel een zekere originaliteit in de meeste verhalen, maar het lijkt alsof Vervoort zich er met een Jantje van Leiden vanaf maakt. Een bedrijfje als de Laatste Wens Service, dat spullen uit het huis van een overledene haalt om die discreet te vernietigen is een geniaal idee, maar Vervoort zit er wat mee te spelen en te pielen. Het ontstaan van het bedrijfje schetst hij nog met interesse, maar zodra er een zogenaamd geheimzinnige vrouw overlijdt, leunt Vervoort achterover omdat hij denkt dat het verhaal zich met zo’n mysterie zelf wel af kan schrijven. het is de gemakzucht in bijna elk verhaal van Geluk is voor de dommen waar ik me vreselijk aan erger. Vervoort bedenkt wat, denkt vervolgens het Ei van Columbus gevonden te hebben en vertrouwt erop dat het door die leuke inval vanzelf wel geniaal wordt. Ik vind dit niet alleen een onderschatting van het schrijversmetiér, maar nog veel meer van de lezer.

Cliché

Maargoed, plot en clou zijn niet alles. Er is ook nog de manier van opschrijven. De achterflap roemt de ‘droge stijl en Vervoorts relativerende verteltrant’. Die verteltrant is zelf te relativeren, want als er iets opvalt aan Vervoorts stijl is het wel een voorliefde voor vreselijke clichés. Een kort verhaal vereist een bondige formulering, maar om kreten als ‘drank hielp. Als ik er maar genoeg van naar binnen werkte kwam ten slotte [sic] de slaap wel’ te gebruiken om het verdriet van een man die zijn vrouw en kind kwijt is te schetsen, is ronduit goedkoop. Als het vervolgens verder gaat met het overbekende idee ‘bij het wakker worden de volgende dag (zo laat mogelijk) was er altijd heel even een neutraal moment’, hoef je niet eens meer verder te lezen om te weten dat vervolgens ‘de herinnering toeslaat’ en de ik weer teruggooit in ‘die lange donkere tunnel van verdriet’. En natuurlijk staat hij op een dag op en gebeurt dat niet meer. ‘Op een dag werd ik wakker. […] de pijn was weg. Nee, was draaglijk geworden.’ Verrassing!

Vervoort schept zijn verhalen veel te achteloos. In het persbericht bij het recensie-exemplaar werd de klacht verwoord dat mensen geen serieuze aandacht opbrengen voor het korte verhaal. Vervoort moet daar verandering in brengen. Maar hoe wil hij dat doen als hij zelf niet eens serieuze aandacht wil, of kan besteden aan zijn eigen korte verhalen?

Succes

~

Er staan te veel verhalen (19) in de bundel om ze allemaal te behandelen in deze recensie, maar het idee wordt duidelijk. Natuurlijk bevat de bundel ook stukken die dergelijke tenenkrommende clichés achterwege laten, maar die zijn veruit in de minderheid. Om over stukken met goede plot, opbouw en climax maar te zwijgen. Het enige verhaal dat leuk is bedacht en zonder al te veel gemeenplaatsen is uitgewerkt, heet Sterrenslag. Het gaat over een slecht verkopende schrijver die zijn eigen dood fingeert om meer boeken te verkopen, maar dat vervolgens bekend maakt aan de pers, waardoor zijn boeken plotseling wel in de belangstelling komen te staan en hij alsnog succesvol wordt.
Vervoort geniet een redelijk succes en heeft ook andere titels op zijn naam staan. Maar als dit zijn debuut was geweest, was hij net zo’n dood gestorven als de slecht verkopende schrijver uit zijn verhaal. En ik weet niet of het dan wel goed zou aflopen.

Lees en oordeel zelf:

www.hansvervoort.nl
Het Taaie Ongerief