Muziek / Album

Afsluiting van een periode?

recensie: The Best of R.E.M.

.

~

In Time beslaat vooral de tijd waarin de band het internationale podium al had bereikt. Dat betekent dus dat veel fantastische nummers van voor 1988 niet in overweging zijn genomen, wat natuurlijk ook te maken heeft met een wissel van platenmaatschappij. Wel biedt deze verzamelaar een prima overzicht van de periode waarin ik, en ik neem aan vele lezers met mij, voor het eerste een plaat van de band hebben aangeschaft. Ook het tweede schijfje met b-kantjes en live-opnamen is voor het grootste deel zeer de moeite waard.

Die wel, die niet

Uit de keuzes op In Time blijkt dat de band erkent dat de ene plaat geslaagder was dan de andere. Absolute jaren-negentig-klassieker Automatic For The People (1992) is terecht duidelijk favoriet en met maar liefst vier tracks vertegenwoordigd. What’s The Frequency, Kenneth? is echter het enige nummer van het uit 1994 afkomstige en zeer matige Monster. Ook werd alleen Losing My Religion direct van Out Of Time gehaald, daar staan echter wel twee b-kantjes en een schitterende live-versie van Country Feedback tegenover (dé favoriet van de concertbezoeker).

~

Het is bekend dat R.E.M. zich inmiddels heeft gedistantieerd van de zomerse pop à la Shiny Happy People. Deze grote hit is dan ook niet in deze verzameling opgenomen.De drie jongste platen komen er wel goed vanaf. Zowel New Adventures In Hi-Fi, Up en Reveal droegen twee songs bij. R.E.M. heeft in Nederland eigenlijk nooit meer een echte hitsingle gehad. Daysleeper en E-Bow The Letter (met Patti Smith) kwamen nog wel geregeld langs op radio en televisie, maar Imitation Of Life en All The Way To Reno, beide afkomstig van Reveal, waren bijna nergens in full rotation te horen en te zien.

Nog veel moois te ontdekken

R.E.M. is dan ook een echte albumband geworden, die het in elk geval in Nederland, eigenlijk niet moet hebben van de grote hits (huidige hitsingle Bad Day natuurlijk daargelaten). Dat is wat deze Best Of een stuk aantrekkelijker maakt dan vele andere verzamelaars. Het is met recht een Best Of en geen Greatest Hits. Als je fan bent, weet je natuurlijk wat je te wachten staat.
Wanneer je In Time echter hebt gekocht voor Losing My Religion en Man On The Moon, zul je erachter komen dat er meer is onder zon. Het schitterende At My Most Beautiful en het uiterst sfeervolle Electrolite zijn, door gebrek aan exposure, ongetwijfeld aan de Nederlandse radioluisteraar en televisiekijker voorbij gegaan. De tijd is aangebroken om deze schade in te halen.

~

Ook The Great Beyond, afkomstig van de film Man On The Moon over Andy Kaufman zal een extra verrassing zijn. Het is een van de beste popliedjes uit de geschiedenis van R.E.M. Net als het ten tijde van Document (1987) geschreven Bad Day. Wat je ook van deze It’s The End Of The World As We Know It-kloon vindt, het nummer kenmerkt wel het geluid van R.E.M., dat ook naar eigen zeggen niet veel veranderd is sinds 1988.

Vandaar dat de nummers op In Time zo goed op elkaar aansluiten. De 18 songs zijn bijna allemaal kenmerkend voor een periode waarin het R.E.M., ondanks het vertrek van drummer Bill Berry in 1997, voor de wind ging, zowel op zakelijk (miljoenendeals) als artistiek niveau. Nu rest nog de vraag of In Time en bijbehorende tournee daadwerkelijk afsluiters zijn van een tijdperk. Gaat de band op oude voet verder of zullen er veranderingen plaatsvinden? Het antwoord op deze vragen is dichterbij dan je denkt, want voor volgend jaar staat er alweer een nieuwe release gepland. Op naar In Time 2003-2018.

Link:

http://www.remhq.com

Boeken / Fictie

Het ideale boek?

recensie: Salamander

.

~

Een verhaal dat gaat over de zoektocht naar het oneindige boek: een boek zonder begin en zonder eind. Een boek waarin alles staat vermeld, maar waarin tegelijkertijd niets te vinden is. Een almanak van het leven zelf, een boek waarin het leven stilstaat, maar ook binnen enkele seconden verteld is. Zo’n verhaal is voor de hartstochtelijke lezer een ultieme uitdaging. Maar kan Salamander deze belofte ook waarmaken?

Om kort te zijn: nee, het maakt de belofte niet waar. Maar dat is wel erg kort en ook niet geheel volledig. De verwachtingen waren bij mij namelijk behoorlijk hoog gespannen. Té hoog. Een boek over het ultieme boek, moet iets van dat boek in zich verenigen om de sublimiteit van dat ultieme boek over te brengen. En ondanks dat ik denk dat Thomas Wharton een uitstekend schrijver is, is hem dat niet geheel gelukt.

Verhalen

Het vertellen van een verhaal is een kunst. Een kunst die Thomas Wharton zeker beheerst. In Salamander komen meerdere korte verhalen voor over de personen die de hoofdpersoon Flood en z’n dochter Pica tegenkomen op hun speurtocht naar het oneindige boek en naar Flood’s geliefde (Pica’s moeder). En dit zijn stuk voor stuk prachtige anekdotes. Korte, kordate stukjes proza, die de personen meteen in de context plaatsen en karakter meegeven. Daarnaast is het hoofdverhaal uiteindelijk een mooi afgerond vertelsel. Ondanks dat het geen echt begin of eind heeft. Maar juist dat past in deze context zo prachtig.

~

Wat ik echter mis is een duidelijke invulling van het verhaal tussen dat ‘begin’ en ‘eind’. Het verhaal sleept zich voort van de ene toevallige ontmoeting naar de andere. Ik mis hier daadkracht van de schrijver en zijn personages. Het sukkelt voort. Bijeengehouden door die al vermelde anekdotes.

Twijfel

En nu sta ik dus in dubio. Vind ik het een goed boek? Vind ik het een slecht boek? Laat ik vooropstellen dat ik het absoluut geen slecht boek vind. Maar echt goed vind ik het ook niet. Wellicht door de hoge verwachtingen, maar toch uiteindelijk ook gewoon door het boek zelf.
Ok, Salamander is af. Het verhaal heeft een kop en een staart, en beide delen zijn goed verzorgd. Het begin wekte m’n leeslust op en verraste me met een aantal concepten, die me erg aanspraken. Het eind legde de meeste puzzelstukjes op hun plaats en liet genoeg open om nog even door te mijmeren. Prima dus.
Maar daartussen was het zo worstelen om de aandacht er bij te houden. Alsof Thomas Wharton zelf ook geen idee had hoe hij zijn personages van A naar B diende te brengen.

Verdwaald

En net als de personages ben ik dus verdwaald geraakt tijdens het lezen van Salamander. Flood en Pica zijn er uiteindelijk uitgekomen. Hopelijk geldt dat binnenkort ook voor mij.

Muziek / Album

Prominent aanwezig

recensie: Smiling At The Claptrap Circuses

Tot een paar jaar geleden hield ik wekelijks de concertagenda van 8WEEKLY bij. Uit het aanbod van alle concerten gehouden in Nederland (en op een duur zelfs België) selecteerde ik de bands waarin ik zelf geïnteresseerd was. De League of XO Gentlemen zat daar standaard bij. Ik had geen idee hoe het klonk, maar verwachtte veel van dit nieuwe project van Rudeboy, die toen net bij de Urban Dance Squad en Junkie XL weg was. Het bleef na een actief begin echter lange tijd angstvallig stil rond de groep, maar nu is de debuutplaat Smiling At The Claptrap Circuses uit.

~

Gewend aan de oneindige haast en bewijsdrang in de muziekindustrie, verwachtte ik dat de League snel met een album zou komen. Niets was echter minder waar; de band nam de tijd om zich te ontwikkelen en op elkaar ingespeeld te raken. Op het eerste nummer van de plaat neemt de League ook meteen scherp afstand van de opgelegde prestatiedrang van gemaakte bands, gemaakte hits en gemaakte personages:

Oh how you love a marketing product
thash television quiets toddlers through commercials for grown ups
conventional thoughts cheep enough to get the masses caught
[…]
hip hop rythm blues slob safe as a sit com
mass brain follows hollow as the sound of the bassdrum

De League is origineel, echt en oprecht. Of pretendeert dat tenminste te zijn. De biografie van de band belooft zelfs ‘discjock-agressie op peil, met gelukkig een gebrek aan het DJ Tiësto-gehalte’. Muziek voor de massa en bijbehorende marketingproducten worden verfoeid, maar ondertussen is de League er zelf ook niet vies van zich een handig en opvallend imago aan te meten. Zowel op de internetpagina als in het cd-boekje wordt van de bandleden alleen het silhouet afgebeeld; de persoon is niet belangrijk, het gaat alleen om de muziek, blablabla.
Tegelijkertijd meldt de band echter trots op diezelfde internetpagina dat de singel The Big Copout al op de Box en MTV wordt gedraaid en hoog staat in een Kink

~

FM-lijstje. Het gaat dus niet puur om het maken van muziek; de League is er trots op door de massa opgepikt te worden.

Dat de plaat opgepikt wordt, mag overigens geen verbazing heten. Alle nummers steken erg goed in elkaar: de genoemde disjock-agressie wordt aangevuld met lekkere gitaarpartijen en Rudeboy wisselt raps af met schreeuwpartijen, welke weer worden gevolgd door degelijke samenzang. Alle muzikale en vocale mogelijkheden worden op de plaat opgezocht. Zo wordt in het rocknummer Icarus’ Revenge het refrein rytmisch hortend stotende meerstemmigheid gezongen, terwijl Rudeboy zijn tekst er soms uitschreeuwt, maar soms ook met vervormde stem zingt. Het volgende Mocked At Minstrels en Blindfolders To The World zijn weer veel meer op oude rap gebaseerd en een nummer als Pay Your Dues lijkt in de combinatie van rock en rap bij vlagen op de Beastie Boys.

~

Erg toegankelijk of hitgevoelig is het allemaal niet, maar de League kan zeker een prominente plaats in de Nederlandse muziekwereld gaan innemen. Als winaar van een Essent Award staan ze zaterdag 10 januari in ieder geval alvast op het Noorderslag festival (www.noorderslag.nl) in Groningen.

Link:

www.leagueofxogentlemen.com

8WEEKLY

Dark Chronicle

Artikel: Dark Chronicle

.

~

Dark Chronicle is de opvolger van Dark Cloud uit 2001. In dit spel speel je met ene Maximillan en moet je uiteraard weer op avontuur om prinsessen te helpen, koninkrijken redden en het kwaad verslaan. Het kwaad is in dit geval keizer Griphon, een wrede heerser die we eens wat normen en waarden moeten gaan bijbrengen. Je staat in je queeste echter niet alleen, diverse anderen zullen je met raad en daad terzijde staan. Eén van je vrienden is de zwaardvechtster / prinses Monica, en je zult haar hard nodig hebben.

Prachtig

Het eerste wat opvalt, is dat Dark Chronicle er prachtig uit ziet. De cell-shaded graphics (zoals we die kennen uit bijvoorbeeld Sly Raccoon) zijn een lust voor het oog. Het geluid helpt eveneens de sfeer te versterken. Wat ik wel even moet aanmerken is dat je het eerste uur weinig echt aan het spelen bent, maar meer naar filmpjes en dergelijke zit te kijken. De game ziet er prima uit, maar ondanks deze pracht en praal word je die filmpjes wel een beetje zat en wil je gewoon spelen.

Speelbaarheid

~

Veel 3D spellen zijn vaak erg lastig door de gebrekkige camera. Dark Chronicle is gelukkig een uitzondering. Dit spel speelt vrij makkelijk, en eigenlijk had ik weinig gewenning nodig om er in te komen. Bovendien is het begin van het spel zo ingericht dat je langzamerhand de controls een beetje leert kennen. Dat valt allemaal dus 100% mee. De game beschikt over een prima ‘learning curve’, al denk ik wel dat de meer doorgewinterde avonturier waarschijnlijk sneller in de game zit dan de beginner.

Uitvinden

Tijdens het rondstruinen in de diverse dungeons kom je natuurlijk de nodige tegenstand tegen, en is het vaak knokken geblazen. Je zult snel merken dat elk wapen en elke eigenschap zo zijn eigen voor- en nadelen heeft. Je kunt natuurlijk iemand gewoon met ouderwets slaan en blokken proberen te verschalken, maar je kunt ook objecten gaan gebruiken. Maximillan is een uitvinder, en deze gave zal je van pas komen. Maak wat foto’s van objecten, combineer deze foto’s, en wie weet doet Max genoeg inspiratie op voor iets mafs. Met name als je verder bent in deze game, en de tegenstand zwaarder wordt, zal deze eigenschap zeer goed van pas komen.

Zin

Er zijn nog zoveel dingen die ik zou kunnen opsommen over deze game. Er zit een compleet Sim City-achtig level in. Er zijn een flink aantal leuke minigames. Monica die weer haar eigen invloed heeft op het spel, al die prachtige levels en die unieke werelden… Maar ik moet maar eens een conclusie over dit spel vormen. En die is duidelijk: dit spel mag je niet laten liggen. Ben je op zoek naar iets absoluut bijzonders, dan is dit echt jouw spel. Nu ik dit zit terug te lezen heb acuut zin om weer te gaan spelen, dus laat ik het hierbij…

Film / Films

Acteren op de vierkante centimeter

recensie: Interview

Hoe makkelijk het is om in Nederland een film te maken, bewijst Theo van Gogh met zijn meest recente film Interview. Cabaretier Hans Teeuwen kwam op het idee van een soapactrice (Katja Schuurman) die tegen wil en dank wordt geïnterviewd door een ervaren journalist (Pierre Bokma). Theodor Holman schreef het scenario tijdens de kerstdagen op Vlieland en met twee ton van de Humanistische Omroep nam Van Gogh de film in vijf nachten op in Katja’s eigen appartement.

Het is op papier een intrigerende combinatie: de door de wol geverfde theateracteur Bokma, negentig minuten lang samen met Katja Schuurman in een intieme film over uiterlijkheden, karakter en – vooral – wraak. Maar het blijft niet bij papier alleen: Interview is een boeiend karakterspel dat dankzij de fantastisch spelende acteurs een extra laag krijgt. Hoewel de dialogen soms tegen het ongeloofwaardige aanleunen (de houding van de twee gesprekspartners is vanaf het begin wel erg agressief), verbaast vooral Katja in een paar emotionele scènes aan het eind van de film.

Zwak punt

~

Een zeer efficiënt werkende regisseur en crew, twee topacteurs: er is met Interview weinig mis. Er is eigenlijk maar één zwak punt, en dat wordt gevormd door de slappe ontknoping, die je al op de helft van de film voelt aankomen. Met een iets beter einde was de film inderdaad “een van de beste films van de laatste paar jaar” geweest, zoals de Telegraaf volgens de hoes over Interview beweerde.

Onoprecht

Ik heb me tijdens Interview verschillende keren afgevraagd hoe een op het eerste gezicht zo botte kerel als Van Gogh zulke genuanceerde prestaties aan zijn hoofdrolspelers weet te ontlokken. Helaas wordt dit door de extraatjes van deze dvd ook niet echt duidelijk. Gert-Jan Dröge was met zijn Glamourland aanwezig tijdens de opnamen en zijn reportage is vooral grappig, maar werpt weinig licht op de werkwijze van Van Gogh als regisseur. Ook de rest van de “making of”-beelden laat vooral Katja en Pierre zien, waaronder een heel grappig incident met de gehuurde Jeep waarin Katja de film binnenrijdt. Een paar interviewfragmenten met Van Gogh zouden het toefje op de extra’s moeten zijn, maar stellen een beetje teleur door de wat onoprechte toon van de regisseur.

Interview is een verfrissende film die laat zien dat er geen miljoenenbudgets of bestsellers nodig zijn om een goede Nederlandse film te maken. Alleen daarom al verdient de film en zijn regisseur je steun, of in ieder geval een kijkje.

Muziek / Album

Gelikt

recensie: Songs About Jane

Het eerste album van Maroon 5, getiteld Songs About Jane, is kortgezegd weinig opzienbarend. Het geluid dat deze jongens uit Los Angeles voorbrengen valt het best te beschrijven als een mix van vele verschillende zeer bekende invloeden. Stop Stevie Wonder, Jamiroquai, Dave Matthews, Matchbox 20 en Michael Jackson samen in een cocktailshaker, goed schudden en je hebt Songs About Jane. Het album werd geproduceerd door Matt Wallace, die we al kennen van werk voor andere mainstream popbands als Dog’s Eye View en Blues Traveler. Gelikt is het sleutelwoord.

~

Dit woord heeft nogal eens een negatieve ondertoon. Ik kan me de muziek van Maroon 5 echter niet anders voorstellen. De typisch Amerikaanse funky tracks die door de band worden voorgebracht zijn prima en swingen de pan uit. Het album kent een aantal uitschieters naar boven en een of twee naar beneden. Natuurlijk mag ook de obligate ballad voor de broodnodige afwisseling niet ontbreken. De stem van Adam Levine is goed en heeft een intensiteit vergelijkbaar met bijvoorbeeld Rob Thomas, de leadsinger van het eerder genoemde Matchbox 20. Ook klinken de gitaren heerlijk strak en overtuigend.

Succes

Op de website is te lezen dat er reeds 115.000 exemplaren zijn verkocht en dat de band onder andere al bij David Letterman mocht komen optreden. In de Verenigde Staten doen de heren van Maroon 5 het dus al heel goed. Niet vreemd voor een band die zich een dergelijk ultrahip geluid heeft aangemeten. Of Europa ook zal volgen? Moeilijk te zeggen, Dave Matthews en Matchbox 20 zijn hier zeker niet de sterren die zij daar zijn. Aan de andere kant: Matthews, die op het gebied van de smetteloze productie van zijn platen ook een aardig woordje mee kan praten, scoorde in Nederland echter pas een bescheiden hit toen hij op de ultracommerciële toer ging met het verschrikkelijke Space Between, dus misschien is er wel ruimte voor Maroon 5 in Nederland.

~

Met name het eerste gedeelte van het album is erg de moeite waard. De band maakt popmuziek,waarbij je niet stil kunt blijven zitten. Het tweede deel is iets minder vurig en vooral de vreemde live versie van Not Coming Home is erg storend voor de coherentie van Songs About Jane. Verder zou ik mezelf echt moeten forceren om meer zinnige dingen te zeggen over dit album. Het is gewoon een erg strakke, gelikte plaat en daar is in deze zin van het woord niets mis mee.

Link:

http://www.maroon5.com

Muziek / Album

Praful vs Candy

recensie: One Day Deep

Op het moment dat je zegt dat je van jazz houdt, zit je in de problemen. Want wat bedoel je eigenlijk? Van wèlke jazz houd je precies? Word je wild van de melodieuze composities van Duke Ellington? Ben je helemaal weg van de vroege experimenten van Thelonious Monk of ben je een Miles Davis fanaat? Misschien zoek je het wel in het moderne repertoire en dan kom je pas echt in de problemen, want nooit was de scheiding tussen vrije jazz en de mainstream groter dan nu.

~

Neem nu Praful. In een persbericht meldde de distributeur van deze Amsterdamse muzikant van Duitse origine trots dat zijn cd One Day Deep het meest gedraaid werd op de Amerikaanse jazzradio. Er wordt niet bij verteld welke verzameling van radiostations die (ook) jazz draaien hier wordt bedoeld, maar het feit dat Praful volgens het persbericht Candy Dulfer van de eerste plaats heeft verdrongen, doet het ergste vrezen. We bevinden ons duidelijk in het segment van de jazz dat de mainstream zelfs voorbij steekt en zich onder de niet veel verduidelijkende term cross-over laat vangen.

Vader van de lounge

~

Er is natuurlijk niets mis met cross-over jazz, in de recente jaren zijn we zelfs overspoeld door op zijn minst interessante pogingen om dance, hip-hop en funk te combineren met jazz. Saint-Germain mag van deze onuitputtelijke rij wel de vaandeldrager worden genoemd. Het misverstand is echter ontstaan dat deze stroming ‘nieuw’ is, terwijl Saint-Germain, Jazzanova, Thievery Corporation en zelfs Erik Trufaz behoorlijk schatplichtig zijn aan met name Miles Davis. Davis maakte al in 1969 de toen grensverleggende (en op veel hoon onthaalde) elektronische plaat In A Silent Way. Misschien gaat het te ver om Miles de vader van de lounge te noemen, maar een niet te onderschatten rol speelt hij niettemin.

Weloverwogen en weldoordacht

Ook de plaat van Praful moet in deze context bekeken worden. Praful maakt rustige (of moeten we zeggen mellow?) deuntjes die dan de invloed van Indiase en dan weer de invloed van Braziliaanse muziek laten horen. Het valt op dat de Duitse Amsterdammer een begenadigd instrumentalist is. Van tenor-sax tot Indiase bamboefluit en van Rodhes-piano tot percussie, Praful speelt het allemaal. Maar levert deze diversiteit ook spannende muziek op? Jammer genoeg niet. Praful put zich uit in het etaleren van zijn muzikale invloeden en kunde en verwacht zo zijn geluid te kunnen bepalen. Op zijn site houdt hij zijn muzikale avonturen in India en Brazilië verantwoordelijk voor wat hij noemt “my own colourful sound”, maar in werkelijkheid citeert hij slechts uit alle muziek die op hem van invloed is geweest zonder er een weloverwogen en weldoordachte keuze uit te maken. Natuurlijk Miles, India, de jazz-rock saxofonist Michael Brecker, Brazilië en uiteraard de fluit van Saint-Germain, ze hebben de muziek van Praful bepaald, waar dat eigenlijk andersom had moeten gebeuren.

Slaaf van het genre

Dat er na In A Silent Way nog wel degelijk mogelijkheden liggen voor elektronische jazz, bewijzen de melodisch interessante Saint-Germain en Erik Trufaz, die het andere (vrij ontoegankelijke) elektronische avontuur van Miles Davis, Bitches Brew, dansbaar lijkt te willen maken. In tegenstelling tot Praful die zich nog een beetje de slaaf toont van het genre, zijn zij erin geslaagd hun invloeden meester te worden. Laten we hopen dat ook Praful ons eens versteld zal laten staan. Ondertussen feliciteer ik hem alvast met het feit dat hij de arme Candy van haar Amerikaanse troon heeft gestoten.

Boeken / Fictie

Lezen over de liefde

recensie: Ismael

Dat vrouwen graag over de liefde schrijven is geen nieuws. Andersom lezen vrouwen ook wel graag over de liefde en zijn de boeken daarom redelijk populair. Het genre ‘liefdesverhaal’ kent een grote verscheidenheid. Het gaat van Bouquetreeksroman naar Bridget Jones Diary, maar ook in de literatuur is de verhouding tussen twee geliefden vaak het onderwerp van schrijfsters.

~

Ariënne de Bruijn schrijft ook over de liefde. In Ismael voert ze een geschiedenis-studente Fee op, die een passionele liefde heeft opgevat voor een medestudent Ismael. Hij is niet de enige man in dit boek, want ook ontmoet ze twee dichters. Fee herinnert Ismael door de geur die hij bij zich draagt, en ze koestert de ansichtkaarten die hij stuurt. Hij schrijft over de plekken waar hij is met zijn geliefde Nadinda, die ook in een plaats krijgt in de gedachtes over de obsessie ‘Ismael’. Ben David begrijpt niet wat ze in hem ziet, en zegt haar dat ze enkel verliefd is op de persoon die ze in haar hoofd gecreëerd heeft, die de eigenschappen aan heeft genomen, waarvan ze graag zou willen dat hij ze had. Dat Ismael een soort illusie is, blijkt uit de ansichtkaarten, waardoor Fee nog meer in de war gebracht wordt, die niet door hem, maar door Ben David zijn geschreven.

Droge krassen

Door de verschillende mannen die Fee ontmoet, dringt zich de gedachte op aan De Wetten van Connie Palmen. Dat boek is echter een zoektocht naar de liefde, terwijl Fee de liefde eigenlijk wel gevonden lijkt te hebben, maar deze haar niet wil hebben. Fee ontmoet twee dichters, Ben David, een vriend van Ismael en Wanja, een Russische dichter. Ze praat soms met hen over Ismael, maar niet in de vrouwengespreksvorm, zoals ‘wat ze voor hem voelt’. De liefde wordt nogal woordelijk bedreven en dat is mooi gevonden, omdat ze ook veel met dichters om gaan. Zij schrijven over de liefde of proberen haar misschien te omschrijven, maar in het gedicht blijft het bij dat droge krassen van de pen in plaats van de fysieke daad. Hagar Peeters heeft hier een treffend gedicht over geschreven: Genoeg gedicht over de liefde voor vandaag/want al schijvend heb ik de liefde niet bedreven./Het leven laat zich maar al te graag /liever beschrijven dan beleven. De droge manier van het beleven van de liefde voor Ismael blijkt ook uit het feit er eerder gedachtes zijn dan passionele ontmoetingen.

Clichéstukjes

De Bruijn heeft een mooie schrijfstijl die wisselt van nuchter en observerend naar passioneel en poëtisch. Deze stijl is als de persoon van Fee. In de gesprekken lijkt ze nuchter, maar de regels er tussenin zijn vol verlangen en fantasieën. Ze gebruikt frisse en nieuwe metaforen, die het boek levendig maken en soms grappig. Vooral de gesprekken met haar mannelijke vrienden zijn een opeenstapelling van intellectuele zinnen en theorieën die het boek wel erg grappig maken. Soms zitten er wel een beetje clichéstukjes in de schuingedrukte zinnen, die nog op een ander niveau de gedachten voor Fee verwoorden, maar dat mag het boek niet deren.

Nu ik er weer aan terug denk is het alsof het nooit is gebeurd. Er zijn geen tastbare bewijzen dat het ooit heeft plaats gevonden. Het oproepen van de herinnering is als het stoppen van een foto in een fotolijstje, een verstild moment dat anders was vergeten, in de eeuwigheid vastgelegd. Ik heb al deze ontmoetingen gerangschikt, in volgorde van hun onbevredigende afloop. Sommige ontmoetingen zijn eigenlijk herhalingen van een uitgesteld afscheid.

Zelfmoord

Het boek eindigt met een brief aan Ismael. Fee is in Parijs en ze schrijft hem over hoe het daar is. Het is een vluchtige beschrijving, maar tegelijk ook bedachtzaam. Een nieuwe stad brengt je op nieuwe ideeën, maar stelt je relatie met de plek waar je vandaan ging ook in een ander licht. Terwijl je nieuwe dingen beleeft ben je nogal altijd verbonden met de plaats waaruit je vertrok. Voor Fee is het een manier om achter te laten wat ze meemaakte en de mensen die ze kende. Ze omschrijft het als een vorm van zelfmoord dat ze wordt gescheiden van wat ze achterliet, maar zij kan niet van die thuiswereld gescheiden worden, omdat haar gedachten er nog constant aan refereren.

Stevige seks

Lezen over de liefde is leuk, zeker als er wat filosofisch getinte stukjes in zitten en de hoofdpersoon ook nog andere bijzondere dingen meemaakt. Het boek draait niet alleen om liefde voor Ismael, maar is ook meer een boek over Fee en over denken over de wereld en over verlangen. In sommige verhalen is de climax het moment dat de twee gelieden zich overgeven aan stevige seks. Dit is niet het geval in Ismael en juist deze droge en woordelijke manier van liefde en inpliciet verlangen, maakt het verschil met andere verhalen over de liefde.

8WEEKLY

Kijk ons eens: De Bauers

Artikel:

.

~

Ik houd niet van Frans Bauer. Niet dat ik hem ken, maar Duitsers zijn dol op zijn muziek, hij heeft in een woonwagenkamp gewoond, hij komt uit Brabant en Duitsers zijn dol op zijn muziek. Voldoende redenen om niet van Frans Bauer te houden, lijkt mij zo. En het kijken naar De Bauers heeft mijn visie op Neerlands populairste volkszanger niet veranderd: Frans bleek inderdaad de sukkel waar ik hem altijd al voor gehouden heb.

Kaaskroket

Toch heb ik me niet de hele uitzending verveeld. Het kijken naar Frans Bauer is vergelijkbaar met het spelen met een klein kind. Zoals het leuk is om met grote stoffen auto’s tegen stoelpoten aan te botsen of met veel te veel verf veel te grote vlekken op een veel te klein papier te maken, zo is het ook leuk om Frans zich te zien verbranden aan een kaaskroket. Soms doe ik mijn ogen dicht als Frans praat, bijvoorbeeld als hij in de gaten krijgt dat er allemaal mannetjes in zijn tuin aan het klussen zijn. Ik hoor hem dan tussen twee genietende slokken koffie door zeggen: “Voor die jongens is het ook koud hoor, zo ’s ochtends.” En als hij zich na het ontbijt daadwerkelijk naar buiten waagt: “Hé, volgens mij gooien ze allemaal stront in de tuin!” En even later, als hij terugkomt van een gesprek met een tuinman: “Turf, zegt ‘ie. Nou, volgens mij is het gewoon stront.”

~

Maar net als kinderen me na een tijdje beginnen te irriteren, wordt ook Frans na een kwartier vervelend. Bij Ozzy Osbourne, de oervader van de voor-veel-geld-mag-iedereen-zien-hoe-ik-leef-show, gebeurde al weinig interessants, maar het leven van Frans Bauer gaat niet veel dieper dan niveau Big Brother. Het stront-incident was het hoogtepunt van de avond en in een vorige aflevering draaide alles om de oplader van de mobiele telefoon die niet in de stopcontacten op de Antillen paste. Niet direct een half uur televisie waard.

Geluksonderbroek

Na het ontbijt gebeurde werkelijk niks interessants meer. Frans moest zich concentreren omdat hij ’s avonds de eerste uit een rij optredens in Ahoy’ had. Ik zal de rest van de aflevering (20 minuten) in enkele regels samenvatten: Frans concentreert zich, Frans’ haar wordt geknipt, Frans is zijn geluksonderbroek kwijt, Frans’ energiebanen worden gecontroleerd door een paragnost, Frans moet even naar de wc en Frans maakt een grapje tegen de meisjes van de showdans. En godzijdank: het optreden is voorbij. Zijn ouders rijden hem weer naar huis, waar Frans na een beker warme melk lekker onder de dekens kruipt. Maar niet voor nog even tegen zijn moeder te zeggen dat de tuinmannen stront in de tuin hebben gegooid. Rock ’n roll op RTL 4.

Als voorbereiding op Kill Bill, de nieuwe film van Quentin Tarantino, zal Jan aanstaande woensdag naar The making of gaan kijken. Maar niet zonder extra vraag: wat is de beste film door Tarantino ooit?

De Bauers

donderdag, 21.00u, RTL 4 – www.rtl4.nl/shows/debauers

The Making of Kill Bill

woensdag, 23.20u, Veronica

Film / Films

De zelfmoord van Wilbur

recensie: Wilbur Wants to Kill Himself

Het ene na het andere potje pillen giet Wilbur (Jamie Sives) leeg in zijn mond. Toch zijn die potjes in de badkamer niet genoeg: ook de gasoven moet aan. Op zoek naar een munt om deze aan te zetten, slaat hij alle pillen die hij tegenkomt in huis achterover. Nonchalant, doelgericht, alsof hij elke dag zelfmoord probeert te plegen.

~

Na deze eerste scène van Wilbur Wants to Kill Himself blijkt dat dat inderdaad het geval is. Wilbur heeft alle mogelijke manieren om zichzelf van het leven te beroven al eens overwogen of geprobeerd. “Pillen en gas dit keer” vertelt hij zijn therapiegroep luchtig. Als zijn therapeut hem zegt dat het wel eens had kunnen lukken, kijkt Wilbur hem doordringend aan. “Ja, dat was zo ongeveer de bedoeling.”

Zelfmoord als ‘way of life’

~

Hoe ellendig een thema als zelfmoord kan klinken, regisseuse en schrijfster Lone Scherfig (Italian For Beginners) behandelt het heel lichtvoetig. Waarom Wilbur zo nodig dood wil, blijft onuitgesproken. Ongelukkig lijkt hij niet. Hij heeft een schat van een broer, Harbour (Adrian Rawlins), die voor hem zorgt en elke keer de ambulance belt. Zelfs als Harbour trouwt met Alice (Shirley Henderson), maakt Wilbur net zo vanzelfsprekend deel uit van het gezin als haar dochtertje. Voor Wilbur lijken de pogingen eerder een ‘way of life’, voortkomend uit zijn rol als zorgenkindje, dan een uitweg uit een vreselijk leven. Na een poosje accepteer je dit als toeschouwer als een wat vreemde eigenschap: dat het hem echt zal lukken, lijkt onwaarschijnlijk.

Stuntelig

Wilbur is niet het enige karakter in de film die wat raar omgaat met de werkelijkheid. Eigenlijk doen alle hoofdrolspelers dat. Tegelijkertijd – of misschien wel juist daardoor – blijven ze heel menselijk en begrijpelijk. Een omhelzing is stuntelig, net als de manier waarop Harbour bij hun tweede ontmoeting kauwgom uit Alices haar haalt. “Haar haar was zo zacht”, vertelt hij later stralend aan zijn broertje. Zo vertederend en lief als Harbour is, zo lomp is Wilbur. “Ik had wel een hond genomen als ik in mijn oor gelikt wilde worden”, zegt hij tegen een van de vele vrouwen die desondanks als een blok voor hem vallen.

Gelikt

Dat de toch wat bizarre karakters zo sterk tot leven komen, is mede de verdienste van de acteurs. Het camerawerk en de bruin-groenige kleuren – veel gelikter dan in de dogmafilm Italian For Beginners, maar toch verre van ‘Hollywood’ – versterken dat gevoel van echtheid. De bedomptheid van de tweedehands boekenwinkel kun je bijna ruiken, net als de kou in de lucht en de grijze straten.

Vreemd

Pas als je de bioscoop uitloopt, merk je pas echt wat deze film zo sterk maakt. Omdat je van de hoofdrolspelers met al hun vreemde karaktertrekjes gaat houden, lijkt het normaal dat het ene drama – de constante stroom aan zelfmoordpogingen van Wilbur – grappig wordt gebracht, terwijl het andere drama – de ziekte van zijn broer – wel droevig is. Zelfs de vreemde driehoeksrelatie tussen Alice, Harbour en Wilbur lijkt logisch. Dat je die tegenstellingen bijna twee uur lang niet als vreemd ervaart, toont aan hoe goed Wilbur Wants to Kill Himself in elkaar zit.