Theater / Voorstelling

Metamorfose

recensie: Pygmalion

Iedereen (nou ja, bijna iedereen dan) kent My Fair Lady, de musical uit 1964 met Audrey Hepburn and Rex Harrison. Wat veel mensen niet weten is dat dit eigenlijk gewoon een remake was van Pygmalion, een toneelstuk van George Bernard Shaw. Omdat de film zoveel beter bekend was, raakte het oorspronkelijke toneelstuk een beetje in de vergetelheid. Het werd nauwelijks nog gespeeld (de toneelversie van de film wél), zeker niet in Nederland. Maar het Noord Nederlands Toneel laat zich door zo’n kleinigheid niet tegenhouden. Integendeel zelfs.

Het verhaal is bekend. Bloemenmeisje Eliza Dolittle wordt de inzet van een weddenschap tussen Professor Henry Higgins en Kolonel Pickering. Higgins zal van dat vulgaire straatmeisje wel even een dame maken. Hij slaagt er wel in, maar het stuk roept al snel vragen op over standverschil en het veranderen (hersenspoelen lijkt het soms) van mensen. En eigenlijk was Eliza helemaal niet degene die veranderd moest worden. Henry Higgins is een arrogante, onvolwassen figuur, die weigert zijn lesje te leren.

Routine

De acteursploeg van Pygmalion is ijzersterk en gevarieerd genoeg om de verschillende karakters neer te zetten. Met name Ludo Hoogmartens als Eliza’s vader Alfred is wederom een genot om te zien. Er zijn echter toch een paar minpuntjes. Lotje van Lunteren zet als Eliza Dolittle weer haar rol van schreeuwende bitch neer, net als in De Getemde Feeks en De Luitenant van Inishmore. Dat doet ze goed, maar op een gegeven moment gaat haar routine toch vervelen. Verder, en dit is waarschijnlijk meer te wijten aan het stuk dan aan de acteurs, zakt de laatste scène behoorlijk in. De dynamiek is er wel, maar het is een veel te lange dialoog, met een abrupt einde.

Belichting

Door eigentijdse dialogen, de dynamiek van de acteurs en de creativiteit van de belichting (die wordt door de acteurs zelf geregeld door middel van een controlepaneel aan de zijkant van het toneel, en dat wordt weer leuk verwerkt in het stuk), verveelt het stuk zeker niet, misschien met uitzondering van die laatste scène. Pygmalion is een geslaagde combinatie van de sfeer van de jaren ’20 en nu.

Muziek / Album

Van de goot naar het erepodium

recensie: John Frusciante - Shadows Collide With People

John Frusciante werd met Red Hot Chili Peppers wereldberoemd. Hij was de gitarist en verantwoordelijk voor veel van de nummers, waar de groep miljoenen mee verdiende. Maar hij bleek de rijkdom niet aan te kunnen. Hij verloor zichzelf in verslavingen en leek op sterven na dood. Af en toe kwam er nog een teken van leven, maar die bestond uit niet meer dan onbeluisterbare muziek uitgebracht op soloplaten. Anno 2004 is Frusciante terug. Recent leverde hij Shadows Collide With People af en dit blijkt meer dan een goede plaat. De Peppers revancheerden zich al eerder, want met Frusciante in de gelederen maakten ze het meesterlijke Californication en het iets minder goede By The Way. Shadows Collide With People bewijst dat Fruscinte solo ook volledig terug is.

~

In de laatste jaren van de vorige eeuw bracht John Frusciante twee soloplaten uit. De man zat zo onder de dope, dat het onbeluisterbare producten bleken te zijn. Hij nam vaker de spuit ter hand dan de gitaar. Heroïne werd zijn muze. De VPRO mocht in die jaren op bezoek komen en de beelden die op de Nederlandse televisie verschenen, waren ontluisterend. Hij had geen tand meer in zijn mond, kleedde zich in lompen en leefde in een kamer vol rotzooi.

Glimlach

John Frusciante bleek niet af te kunnen kicken en bracht onder meer de soloplaten Smile For The Streets You Hold en Niandra Lades & Usually Just A T-Shirt. Gitaargefreak en vals gezongen teksten. Korter kan een recensie niet zijn. Duidelijker ook niet.
In 2001 leek het tij te keren: hij bracht toen To Record Only Water For Ten Days uit, een plaat vol liedjes! Frusciante kon nog steeds geen tien noten rechtuit zingen, maar er was van enige verbetering sprake. In 2002 werkte hij mee aan By The Way, het laatste album van Red Hot Chili Peppers. Hij had enkele ingetogen rocknummers geschreven en dit leverde een rustige, goede plaat op.

Gitaargefreak

Voor Shadows Collide With People heeft Frusciante deze lijn voortgezet. De plaat bevat ingetogen rock, veel mooi ingevulde details en vooral veel melodieën. Wat verder opvalt, is dat hij heeft leren zingen. Wat zangles kan doen met stembanden, is hier duidelijk. Hij heeft opnieuw een aantal echte liedjes geschreven en wisselt deze af met sfeerstukken. Deze stukken zijn niet de sterkste nummers van de plaat, maar irriteren niet. Frusciante is het gitaargefreak van eerdere releases voorbij en blijkt mooie sferen in nummers op te kunnen roepen.

Stay Alone

De teksten bij Frusciante zijn eenvoudig. Hij gaat terug naar zijn verleden, maar rekent er niet echt mee af. ‘I regret my past. Stay alone’, is de volledige tekst van het nummer Regret. In Ricky zingt Frusciante ‘I was afraid to be me’. Bij hem gaat het niet om de teksten. Hij is vooral een meesterlijk gitarist en dat blijkt uit deze nummers. Subtiele gitaarrock, waarbij in eenvoud de kwaliteit ligt en er geen noot te veel wordt gespeeld. Eenvoudige melodieën, stijlvol gearrangeerd en uitgevoerd door uitstekende muzikanten. Frusciante heeft de hulp ingeroepen van Omar Rodrigues (Mars Volta), Flea (Red Hot Chili Peppers) en Josh Klinghoffer (Bicycle Thief) en deze combinatie zorgt voor de nodige dynamiek, bewaakt het ingetogen karakter van de nummers en geeft hem de gelegenheid om te excelleren op gitaar.

Schaduw en schijnwerper

Shadows Collide With People is een prachtige plaat van een muzikant die de goot heeft gezien en – gelukkig – heeft gekozen voor de muziek. Of Frusciante de naald inderdaad laat rusten is onbekend; de luisteraar kan de naald van zijn pick up gebruiken of de repeatknop van de CD-speler ingedrukt houden. Met Shadows Collide With People zet John Frusciante zichzelf in de schijnwerpers en het is voor iedereen te hopen, dat hij daar blijft.

Muziek / Album

Metal zonder gebrul

recensie: Farmer Boys - The Other Side

Iedereen heeft zo zijn stokpaardjes. Je kunt ze ontkennen of er aan toegeven en ik kies voor het laatste. Apocalyptica is bij mij duidelijk zo’n paardje. En via deze rasmuzikanten ben ik in contact gekomen met de Farmer Boys. De zanger Matthias Sayer nam namelijk vorig jaar de single Hope, vol. 2 met het Finse strijkkwartet op. De mooie stem van Sayer heeft me er toe aangezet om toch ook een keer wat te schrijven over de Farmer Boys. De band heeft inmiddels een goede reputatie opgebouwd. Sinds 1995 zijn er vier albums verschenen en toerden ze onder andere met Metallica, Marilyn Manson, Rammstein en Bush. Geen kleine jongens dus, maar in Nederland zeker nog niet echt bekend. Misschien dat het eerste album sinds 2000 The Other Side hier verandering in kan brengen.

De muziek van de Farmer Boys is weliswaar duidelijk metal, maar laat toch ruimte voor een grote nuance en dynamiek. De rifs van de gitaren zijn lekker ritmisch en de stem van Matthias Sayer is bijzonder warm. Hij weet ondanks de zwaarte van de muziek toch nog een erg mooie melodielijn in de muziek te brengen. Het is eigenlijk een beetje te vergelijken met de zwaardere nummers van Dream Theater. Ondanks dat de band een duidelijk eigen toon heeft is het jammer dat het soms veel van hetzelfde is. Ze proberen dan wel met nummers als Premonition als opmaat voor My Darkest Hour de samenstelling van de CD verrassend te houden, maar dit zorgt er niet voor eentonigheid van de nummers echt doorbroken wordt.

Mens zijn

De teksten van de Farmer Boys zijn verrassend. Geen gebrul over doem en verderf, maar poëtische teksten over de algemene vragen van het leven. De mooie en de minder mooie kanten van het “mens zijn” worden belicht. Deze onderwerpen zijn vaak origineel verwoord in een niet voor de hand liggende rijmvorm. Een goed voorbeeld is Trail of tears: “Freezing, waking up alone / Staring, at the ceiling and the phone / Thinking that this house was once a home.” Mooie zinnen, met een betekenis.

Origineel, maar niet veel variatie

Ik heb al in het begin geschreven dat de stem van Sayer een sterke indruk op me heeft gemaakt. Ik hou erg van de zware toon van gitaren en bas die metalmuziek zo groot heeft gemaakt. Het eeuwige gebrul dat hierbij schijnt te horen doet mij echter een stuk minder en bij de Farmer Boys word je hier gelukkig ook niet mee lastig gevallen. Wel verrast de plaat me na deze eerste kennismaking niet heel vaak meer. De muziek van de Farmer Boys is op zich erg origineel, maar het mist aan variatie tussen de nummers.

Goede metalplaat

De Farmer Boys weten met The Other Side duidelijk een eigen stijl vorm te geven. Het is zonder twijfel een erg goede metalplaat die ook nog eens lekker in het gehoord ligt. Toch blijf ik het gevoel houden dat er, door meer afwisseling in de muziek aan te brengen, van deze goede plaat een topplaat gemaakt had kunnen worden.

Film / Films

Op zoek naar de Gulden Snede

recensie: Zatoichi

Een man zit met zijn ogen gesloten rustig op een bankje. Als een inslaande bliksem verschijnt de naam van de man in beeld: Zatoichi, de legendarische blinde masseur annex gokker annex samoerai. Hij en zijn wandelstok/samoeraizwaard zullen van zich laten spreken in een door rivaliserende bendes geterroriseerd 19e eeuws plattelandsdorpje. Zatoichi (2003) is Takeshi Kitano’s dertiende film als schrijver/regisseur: wederom een prikkelend en grappig audiovisueel spektakel van een Japanse uomo universale.

~

Beat Takeshi (de acteursnaam van Takeshi Kitano) speelt Zatoichi, een held uit de Japanse cultuurgeschiedenis die onrecht blindelings te lijf ging. De grens tussen wat de blinde als onrecht “ziet” en wat niet is bij hem nogal diffuus, hetgeen Zatoichi tot een intigrerende persoonlijkheid maakt. Zo staat hij aan de ene kant twee geisha’s bij die wraak willen nemen op de bende die verantwoordelijk is voor het uitmoorden van hun familie. Daarbij komt hij uiteindelijk in vijandig contact met de ronin/lijfwacht Gennosuke Hattori (Tananobu Asano) van de op machtsmonopolie beluste Ginzo-bende. Aan de andere kant kan hij “grapjes” niet waarderen: tijdens een goksessie kan Zatoichi zich niet inhouden wanneer hij hoort dat er vals wordt gespeeld.

Humor en muziek

Zatoichi is geen standaard samoeraifilm bestaande uit eindeloos uitgesponnen sequenties gevuld met het wraakzuchtig flitsend hakken en zagen van een held op kwaadwillende tegenstanders. Deze elementen komen er wel in voor, maar het zijn toch vooral de humor en muziek die Zatoichi een sterke film maken. Juist wanneer je het niet verwacht word je getrakteerd op prachtige Dancer in the Dark-achtige humoristische drumsessies: landarbeiders die met hun houweel ritmisch op de grond inhakken, plattelandsjochies die vrolijk in modderplassen stampen en een huis dat onder het ritme van de allerlei soorten hamers uit de grond gestampt wordt. Dit, en de trance-inducerende score van Keiichi Suzuki, geven de film een net zo tweeledige ondertoon als het karakter Zatoichi zelf.

Gulden Snede

In vergelijking met Takeshi Kitano’s voorgaande werk is Zaitochi een wat meer toegankelijke film, maar ook een film waar allerlei typische Kitano-elementen prachtig samenkomen. Binnen het kader van de samoeraivertelling (vergelijkbaar met de yakuza-verhalen uit zijn eerdere films zoals Sonatine) komen, naast actie en geweld uit de onderwereld, humor en de Japanse traditionele cultuur in een steeds idealere mengverhouding samen. Takeshi Kitano, die zoveel mogelijk factoren (regie, script, spel, montage etc.) in eigen hand wil houden, is (ook letterlijk) op zoek naar zijn Gulden Snede en is met Zatoichi weer een stapje dichterbij gekomen.

Muziek / Album

Dromerig verlangen

recensie: Katia B - So Deixo Meu Coração na Mão de Quem Pode

Daar zat ik dan, iets te eten en te drinken met een mooie brunette, hopend dat het nog wat zou worden die avond. Ik denk bij mezelf: ik zet So Deixo Meu Coração de Quem Pode van Katia B op die ik toch nog moet recenseren, kijken wat het is. Voor ik het door had lagen we op de bank te filosoferen over het leven en al dromend vielen we bij elkaar in de armen en we beloofden elkaar plechtig dat we dit jaar samen op vakantie naar Portugal zouden gaan. Bij deze bedankt Katia! Het was niet waar ik naar op zoek was, maar het is iets.

De cd opent met een intro dat doet denken aan het album Esperanza van Manu Chao. Het vervolg heeft echter niet dezelfde opgewekte sfeer maar kenmerkt een meer melancholische, dromerige stemming. Het is fijn om te horen dat Katia haar dromen kan verwoorden in een voor mij onbegrijpelijke taal en het toch zo laat klinken dat je het gevoel hebt dat je haar begrijpt. Soms, vooral in het tweede nummer, is er de loomheid van de stem van Cassandra Wilson terug te vinden.

Vage Reggae-dubs

Deze cd had rustig door kunnen kabbelen naar een onbekend einde als daar niet een nummer voorbij komt dat je wakker schudt door de energie van de combinatie zang, gitaar en, onwaarschijnlijk maar waar, rap op een lekker bossa-ritme. Dit nummer leidt wat af door zijn abstractere vorm. Ook de wat vage reggae-dubs, die soms vanuit het niets voorbij schieten, klinken zeer goed. Het is mooi te horen dat een album, dat in eerste instantie klinkt als een doorsnee bossa-cd, toch beschikt over meerdere lagen. De plaat kent veel afwisseling en blijft daardoor ook na meerdere luisterbeurten interessant.

Scrabble

So Deixo Meu Coração de Quem Pode is een album dat voor de ware bossanovaliefhebber een waardige aanvulling op de collectie zal zijn. Vanuit je luie stoel is dit de perfecte zondagmiddagmuziek. Lekker dromen over verre landen of gewoon als een heerlijk achtergrondje tijdens een potje Scrabble.

Boeken / Fictie

Donkere dagen in jeugdboekenland

recensie: De Spiderwick Kronieken 1: Het geheime boek

.

~

De dertienjarige Mallory en haar negenjarige tweelingbroertjes Jared en Simon verhuizen met hun moeder naar een oud en vervallen Victoriaans huis. Wanneer Jared geritsel hoort in de muren slaat Mallory met een bezemsteel een gat in de wand. Ze vinden een vreemdsoortige verzameling: lapjes, tinnen soldaatjes, reepjes papier, een medaille, spelden; alsof iemand een nest heeft aangelegd. Wanneer Jared dan via de ouderwetse keukenlift ook nog eens een bibliotheek zonder deuren ontdekt, lijkt Spiderwick genoeg mysterie te bevatten voor een tijdje aangenaam leesplezier.

Ouderwets kinderboek

Dit eerste deel van Spiderwick, Het geheime boek, ziet er erg mooi uit. Op bijna elke bladzijde staan mooie illustraties van co-auteur Toni DiTerlizzi, en je krijgt bijna de neiging om ze heel voorzichtig in te kleuren met potlood. Het boekje doet een beetje ouderwets aan: er zit een stevige kaft omheen en de paginagrote illustraties zijn voorzien van een zin uit het boek die eronder staat. Een beetje zoals in de pockets van De Vijf en al die andere series van Enid Blyton.

Maar uiteindelijk gaat het, ook in jeugdboeken, toch om het verhaal en de manier waarop dat opgeschreven is. Dit laatste stelt in ieder geval niet teleur. De taal is eenvoudig en helder en leesbaar voor kinderen, maar dat wil niet zeggen dat het kinderachtig is opgeschreven. Black en DiTerlizzi leggen wel uit, maar laten steeds net genoeg te raden over. Dat je steeds wat nieuws ontdekt is ook de reden dat je het boekje snel uit hebt. Dat, plus het feit dat Spiderwick 1 slechts 107 bladzijden telt.

Open einde?

En dan heb je het plotseling uit. Plotseling is het enige juiste woord dat voor het einde van Het geheime boek geldt. Je hebt de personages net leren kennen, je weet nu het een en ander over de oorzaken van het geritsel in huis en een mysterieus boek en dan is het plotseling afgelopen!

En toen snapte Jared opeens wat ze bedoelde. Als je het zo bekeek, dan was het een dik boek, echt een gigantisch boek, de omvangrijk om te bevatten. En wat nog het ergste was, ze waren nog maar bij het begin.
-Einde van het eerste boek.-

De karakters staan op het bord, het mysterie is geïntroduceerd en het verhaal kan nog alle kanten op. En dan is het ineens afgelopen. Hoe goed de opbouw en de stijl van Spiderwick 1 ook is, na het dichtslaan van het boek voel je je niet licht beetgenomen. Wat is dit voor een opzichtige marketingtruc? Negen delen, elk twaalfeneenhalve euro? Zelf Rowling verkoopt haar huid niet zo duur, of zorgt er dan in elk geval voor dat de verschillende delen Harry Potter nog wat om het lijf hebben. Dit is goedkope geldklopperij. Natuurlijk kun je een vervolgverhaal in verschillende banden uitgeven, maar dan moet elke band wel een op zichzelf staand verhaal vertellen. Het geheime boek bevat hooguit een eerste paar hoofdstukken.

Weiger!

Het zijn duistere tijden in jeugdboekenland. Je kunt dan wel klagen dat Harry Potter regeert, maar in feite zijn het de dollartekens die de dienst uitmaken. Dit eerste deel van De Spiderwick Kronieken belooft een leuk verhaal en ziet er mooi uit, maar als ik jou was zou ik wachten op een bundeling van alle boeken of negen keer naar de bibliotheek lopen. Weiger aan dit soort marketingtrucjes mee te doen.

Theater / Voorstelling

Goede seks en lekker eten gaan niet samen

recensie: De vrouw die haar man opvrat

“Ik hak hem in de pan en vreet hem op”, roept actrice Trudy Labij tegen het publiek over haar echtgenoot die vreemd is gegaan. De mensen in de zaal liggen in een deuk en dit herhaalt zich nog vele malen tijdens de voorstelling De vrouw die haar man opvrat. Een dijenkletser van een voorstelling zou je dus zeggen, maar een goede komedie bedenken en uitvoeren is moeilijker dan je aanvankelijk zou denken.

~

En nee, ik ben geen verzuurde recensente, want ook ik moest een paar keer lachen en dat durf ik best toe te geven. Maar de grappen zijn veelal hetzelfde en daar trap ik niet in. De acteurs krijgen het publiek te makkelijk met platte opmerkingen aan het lachen, iets wat beter past bij een slechte cabaretvoorstelling. Gelukkig hoef je niet altijd te lachen om de woorden, maar kan je dat ook doen om het acteergedrag dat absoluut niet slecht is.

Lekker ding kan niet koken

In De vrouw die haar man opvrat is Trudy Labij voor het eerst weer te zien met Willem Nijholt, met wie zij ook in Foxtrot speelde. Labij speelt een gezette huisvrouw die elke dag een heerlijke maaltijd voor manlief (Willem Nijholt) op tafel zet. Maar de echtgenoot voelt zich seksueel aangetrokken tot de jonge, zelfstandige vrouw Laura (Hymke de Vries) en hij laat voor haar zijn vrouw in de steek. Maar dat lekkere jonge ding heeft één groot nadeel: ze kan niet koken.

Voorspelbaar en dun

En daar gaat het uiteraard weer mis. Want deze goedgevoede man probeert dan wederom van twee walletjes te eten. Hoezo gaat de liefde van de man door de maag? Het is natuurlijk wel een erg cliché verhaal vol herkenbare elementen. En dat is aan de ene kant leuk, maar aan de andere kant scoort het te makkelijk. Waar zijn de beloofde onverwachte wendingen gebleven? Het stuk is behoorlijk voorspelbaar en dun. In het begin is het zelfs even te langdradig en naar het eind toe wordt het verhaal te snel afgeraffeld. Aan de opbouw had dus wel wat gesleuteld kunnen worden en dan hadden sommige dialogen meteen wat origineler ingevuld kunnen worden.

Karikaturen

Het is zo jammer dat er niet meer in het stuk zat, want de cast had dit makkelijk kunnen dragen. Alledrie presteren ze erg goed en ze hebben in het verleden ook al laten zien dat ze wat in hun mars hebben. Ze weten deze personages uitstekend neer te zetten. Eigenlijk spelen ze allemaal een karikatuur en dat past helemaal in dit bizarre stuk. Uitspringer is Trudy Labij, die met haar gezichtuitdrukking, lichaamshouding en manier van praten weet te amuseren. Willem Nijholt moet even opgewarmd worden voordat hij lekker in het stuk zit, maar als hij de hilarische scène speelt waarin hij tussen vrouw en vriendin pendelt voor de seks en het eten, is hij helemaal het heertje.

Mimiek

In het eenvoudige, groene decor spelen zij hun spel. Door de simpelheid komt het extra aan op het acteervermogen, want er zijn ook geen andere attributen aanwezig op het podium. Daardoor moeten ze bijvoorbeeld met mimiek laten zien wat ze aan het eten zijn. Die manier van spelen is een van de weinige verrassingen die het stuk te bieden heeft.

De door de Britse Debbie Isitte geschreven klucht The Woman who cooked her husband, die door Willem Nijholt naar het Nederlands is vertaald, is geen gewone komedie. Het stuk is vermakelijk, zeker door het enthousiasme waarmee de acteurs hun personage neerzetten, maar in het algemeen nogal voorspelbaar. Bovendien mist het de echte goede grappen die een komedie in zich moet hebben. Dat het publiek regelmatig hard moet lachen, wil dus niet altijd zeggen dat het een perfect stuk is.

De vrouw die haar man opvrat is nog tot en met 29 mei in de theaters te zien.

Muziek / Achtergrond
special: De verzamelde werken van Florence Foster Jenkins

Zuiver is anders

Ha! En u dacht dat Idols iets nieuws was! En dat de Puistenjongen, de Klompendanser en het Niet Helemaal Bije Meisje de eersten waren die een carrière probeerden te baseren op de alomtegenwoordige emotie van het leedvermaak. Geloof me, het is allemaal kinderspel naast de fenomenale loopbaan die Florence Foster Jenkins opbouwde met haar unieke en fenomenale gebrek aan talent. Opeenvolgende generaties zangleraren brachten Florence weinig anders bij dan een volledig ongerechtvaardigd geloof in de schoonheid van haar eigen stem. Maar die was dan ook van een onwrikbaarheid die herinnert aan de beschrijving in de Asterix-albums van de dorpsbard Assurancetourix: “De meningen over hem zijn verdeeld. Hijzelf vindt dat hij geniaal is, de rest van het dorp vindt dat niet”.

~

Maar in tegenstelling tot de Gallische bard (die slechts bescheiden successen bij de Noormannen boekte) werd Florence Foster Jenkins een tijdlang op handen gedragen. Dat mondde uit in een concert dat ze, 76 jaar oud, in 1944 gaf in Carnegie Hall, waarvoor de kaarten niet aan te slepen waren.

Sterrenhoogte

~

Veel Idols-leed begint bij veel te aardige familieleden die het ‘vooral doorgaan’ iets te ver voorin de mond hebben. Zoniet bij Flo: manlief en papa, beide behept met meer gevoel voor muzikale realiteit, drukten haar aan het hart om zich te beperken tot de badkamer. Het mocht allemaal niet baten: nadat pa overleden was, kon ze het zich veroorloven om ergens midden jaren twintig de balzaal van het Ritz-hotel in New York jaarlijks af te huren voor een recital. Al snel werd het een ontmoetingsplaats voor de muzikale incrowd en steeg Florences status tot sterrenhoogte, waardoor ze soortgelijke concerten ging geven in Washington en Newport.

Hoge F

Nu moet wel gezegd worden dat ze er ook alles aan deed. Haar kostuums verrieden weinig terughoudendheid en suggereren op zijn minst dat Flo wel degelijk een beetje beseft moet hebben hoe ze bekeken werd. De anekdotes over haar zijn van een soortgelijke bizarheid. Zo klaagde ze een taxibestuurder die haar aangereden had niet aan, omdat ze na het ongeluk een ‘hogere F’ zou kunnen zingen. Juist ja. Maar het was niet uitsluitend kolder: samen met Enrico Caruso stichtte ze, in de jaren twintig, de Verdi Society in New York, die zich ontpopte als een hoogst succesvolle promotor voor de muziek van Verdi – en Caruso, overigens.

Mount Everest

Murder on the High Cs bevat het grootste deel van Florences opnamen, aangevuld met soortgelijk bizar materiaal. Het eerste nummer is meteen het hoogtepunt: de ‘Königin der Nacht’-aria uit Mozarts Der Zauberflöte. Een nachtmerrie voor professionele zangers maar een vocale Mount Everest voor Florence, toch al niet zo’n beste klimmer. De echte held van deze opnamen (want nergens te betrappen op de slappe lach) is pianist Cosme McMoon, die ook verantwoordelijk is voor twee van de composities die Foster Jenkins ten gehore brengt. Het is echter volslagen onmogelijk om temidden van dit geweld de merites van McMoon als componist te beoordelen, vooral omdat Florence duidelijk alles geeft en het wat lastig wordt om te onderscheiden welke noot McMoon precies op papier heeft gezet.

Hilarisch

De opnamen stammen uit het begin van de jaren veertig, toen Flo al dik in de zeventig was. Ik kan vocalisten noemen die tot hoge leeftijd een presentabel geluid bleven produceren, maar dit is er niet een van en het was al niet zo fantastisch om mee te beginnen. De kwaliteit van de opname (oorspronkelijk op 78-toeren-platen uitgebracht) is ook nogal magertjes maar dat is bij een stem als die van Foster Jenkins bijzaak. Ach, wat doet het er toe: het blijft allemaal even hilarisch.

Jodel-annex-jazz

De ‘friends’ zijn op hun best amusant, maar om andere redenen; hier is het vooral de ongelukkige repertoirekeuze die op de lachspieren werkt. Luister bijvoorbeeld naar Little Jack Horner door Alexander Kipnis. Kipnis is op zich geen slecht zanger, maar het is wel heel duidelijk dat hij geen woord Engels kent. Hetzelfde geldt voor Ezio Pinza’s The Little Old State of Texas. De jodel-annex-jazz-versie van de Schöne Blaue Dönau is ook bizar genoeg voor een enkele keer, maar geen van de fillers weegt op tegen de surrealistische ervaring van het luisteren naar Florence Foster Jenkins zelf.

Doorzetten

Naast deze CD is er genoeg belangstelling voor Foster Jenkins: zo werd er in 2001 op het Edinburgh Fringe Festival een toneelstuk over haar leven opgevoerd. Er is ook voor de slachtoffers van de eerste Idols-ronde dus nog hoop om onsterfelijk te worden – het is gewoon een kwestie van doorzetten en je niets aantrekken van de kritiek. In de woorden van Florence Foster Jenkins: “They may have said that I couldn’t sing, but no-one will ever say that I didn’t sing”. Kopen, dus. Een unieke ervaring voor een bodemprijs.

Florence Foster Jenkins, Cosme McMoon e.a. • Murder on the High Cs. Original Recordings 1937-1951 • Naxos Nostalgia 8.120711 • prijs: ca. € 7

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: editie februari 2004

Ons maandelijkse overzicht waarin we dvd’s bespreken die op de een of andere reden de moeite waard zijn, maar te weinig extra features bevatten om er een complete recensie aan te wijden.

Ju-On: The Grudge

~

(Takashi Shimizu • 2003 • A-Film)

Geloof al het commentaar niet dat je op de Internet Movie Database over deze film kunt vinden, want Ju-On is niet de engste film allertijden. Ju-On is daarentegen wel een verdraaid sfeervolle film met een paar spannende momenten. Het mooiste aan de film is het non-lineaire tijdsverloop: zonder pardon (en ogenschijnlijk zonder aanleiding) wordt er zo maar tien jaar voor- en achteruit gesprongen. Juist omdat je je hoofd er zo goed bij moet houden, is Ju-On als griezelfilm minder geschikt, maar liefhebbers van de Aziatische cinema mogen dit juweeltje niet laten liggen.

Everest

~

(Diverse regisseurs • 1998 • RCV)

1996 was het meest dramatische jaar sinds er mensen zijn geweest die de Mount Everest hebben beklommen. Acht klimmers vonden in mei van dat jaar de dood. De IMAX-film Everest gaat niet over die tragedie, hoewel hij wel zijdelings wordt genoemd, maar over de beklimming van de berg door een internationaal team onder leiding van Ed Viesturs. Everest is een mengeling van authentieke filmopnamen en later gefilmde tussenshots en is prachtig om naar te kijken. Wil je echter een realistisch document van die verschrikkelijke zomer, lees dan Jon Krakauers briljante verslag Into Thin Air. De dvd van Everest is de kaalste die ik ooit heb gezien: er is zelfs geen menu aanwezig!

Piranha II: The Spawning

~

(James Cameron • 1981 • A-Film)

Ook de grootste filmmakers zijn onderaan begonnen. Piranha II: The Spawning is van deze uitspraak een perfect voorbeeld, want dit prutswerkje van de man die later met twee Terminator-films, The Abyss en uiteraard Titanic tot grote hoogten zou stijgen is alleen om die reden interessant. Piranha II is een amateuristisch gefilmde “horrorfilm” over gekloonde en genetisch gemanipuleerde piranha’s, die niet alleen in het water verscheidene slachtoffers maken, maar dankzij hun gemuteerde vleugels ook op het droge! Volgens de overlevering had Cameron overigens met het eindproduct weinig te maken (de Italiaanse producent monteerde de film), maar het is onbekend of dit echt zo is of alleen maar een handige poging om zijn eerste commerciële productie te verduisteren.

To Have and Have Not

~

(Howard Hawks • 1944 • Warner Home Video)

Niet elke oude film is ook daadwerkelijk de moeite waard, zo blijkt uit deze verfilming van een roman van Ernest Hemingway die vooral de geschiedenis ingegaan is als de film waarin het prachtpaar Humphrey Bogart en Lauren Bacall voor het eerst samen te zien waren. Hun optreden gaat gepaard met seksueel getinte dialogen, die ook vandaag de dag nog de moeite waard zijn om eens in een gesprek te laten vallen. Maar naast de twee hoofdrolspelers is er verrassend weinig te genieten in deze middelmatige thriller die draait om verzetsacties in het door Vichy bezette eiland Martinique. Bogart probeert een paar Franse vrijheidsstrijders te helpen, maar komt daarbij zelf ook in de problemen. De dvd-makers waren zich ook bewust van de kwaliteit van de film, want de nauwelijks tien minuten durende documentaire gaat meer over de slippertjes van regisseur Hawks en het alcoholprobleem van mevrouw Bogart dan over het verhaal of de productie. Filmliefhebbers kunnen zich beter te goed doen aan de in alle opzichten superieure dvd-uitgaven van Casablanca of The Treasure of the Sierra Madre.

The Great Gatsby

~

(Jack Clayton • 1974 • Paramount)

De plaatjes zijn nog het mooist in deze topzware verfilming van het klassieke boek van F. Scott Fitzgerald. Scenarist Francis Ford Coppola bevond zich tijdens het schrijven van het script in de bloeiperiode van zijn leven, maar slaagde er niet in de literaire klassieker goed te vertalen naar een visueel medium. Toch valt er nog genoeg te genieten in The Great Gatsby: de “roaring twenties” zijn op verbluffende wijze herschapen (kijk alleen al naar die prachtige auto’s!), en vooral Robert Redford is geweldig als het mysterieuze titelpersonage. Ook de bijrollen zijn mooi ingevuld door verschillende bekende gezichten, die later nog veel bekender zouden worden. Helaas staat er helemaal niks extra’s op de dvd. Jammer, want een documentaire over Fitzgeralds boek of de Oscarwinnende kostuums zou veel kunnen toevoegen aan deze bijzondere film.

Film / Films

De nasleep van Dutroux

recensie: Stille waters

Een Vlaamse serie van TV1 over het België in de naweeën van Marc Dutroux. Hoe zit dat nu eigenlijk met de corruptie? Met een man die zich vergrijpt aan diverse kinderen, maar wel het geld en de macht heeft om boven de wet te staan? Hoe wordt er omgegaan met een uitgebreid netwerk van mensen dat op allerlei manieren van elkaar afhankelijk is. Over deze dilemma’s en de persoonlijk drama’s die dit tot gevolg kan hebben gaat Stille waters.

~

De serie begint met het overlijden van de schipper van de lokale pont. Deze oude man wordt gespeeld door Jan Decleir, bekend van het Oscarwinnende Karakter en recentelijk nog De Passievrucht. Jana, zijn pleegdochter uit “de grote stad” (Antwerpen), besluit uit te zoeken wat tot zijn dood heeft geleid en rakelt het ene na het andere verzwegen mysterie op. Als je in stront gaat roeren gaat het stinken, zo blijkt maar weer eens. Jana (gespeeld door Antje de Boeck) is voor zij het weet tot over haar oren betrokken in alle problemen die in het dorp Terhave maar al te lang onder het wateroppervlak zijn blijven liggen. En als kijker kan je dan alleen maar hopen dat de serie meer wordt dan een heldenverhaal over hoe een Vlaams dorp gered wordt van corruptie en verderf.

Indrukwekkend

~

Maar het verhaal is erg indrukwekkend. Het is niet voor niets dat 70% van de tv-kijkende Belgen elke week op Stille waters afstemde. Het verhaal sleept je mee en eigenlijk zonder nadenken klik je op deze dvd-set door naar de volgende aflevering. De dramatiek is overweldigend en de rust die de makers hebben genomen om bepaalde momenten weer te geven is verrassend. Dit heeft er ook vooral mee te maken dat er in de serie plaats gemaakt is om karakters rond te maken. Er is goed en fout, maar de individuele karakters zijn deels goed, maar ook voor een deel fout bezig. Dit stemt tot nadenken en nuanceert het verhaal, wat het geheel boeiender maakt. Het is goed dat er rond een gevoelig onderwerp als pedofilie veel aandacht besteed is aan hoe het verhaal het beste verteld kan worden.

Vormgeving

De serie is erg mooi gefilmd, maar ook zeer langzaam. De eerste aflevering komt moeilijk op gang, maar dit blijkt ook zijn functie te hebben ter dienste van de tien uur die nog moeten volgen. Er is waanzinnig veel aandacht besteed aan de manier waarop dingen in beeld worden gebracht en Stille waters is dan ook eerder een lange film dan een tv-serie. Zeker in combinatie met de stijlvolle muziek en vormgeving mag de serie geprezen worden om de manier waarop het verhaal in beeld gebracht is.

Hoe loopt dit af?

Ik kan me niet voorstellen dat niet iedereen gegrepen wordt door het verhaal van Stille waters. Vanaf het begin van aflevering twee heb ik maar een ding willen doen: het verhaal tot aan het einde bekijken. Het is als een goed boek: na twintig bladzijden wil je alleen maar weten hoe het afloopt? Duidelijk is ook dat het verhaal mooi afgerond is. Geen gezeik met een tweede seizoen of nieuwe verhaallijn, omdat het zo goed bekeken wordt. Vanaf de eerste minuut is duidelijk dat de spanningsboog aan het eind van de serie ophoudt.

Dank u Vlaanderen

Samenvattend is Stille waters een serie die meer Nederlandse aandacht verdient dan tot nog toe het geval was. Bridge Entertainment heeft met het uitbrengen van deze serie goud in handen gekregen. Een speelfilm van elf uur die de kijker van begin tot einde meesleept in een tragisch verhaal dat zo geloofwaardig en genuanceerd is als het leven zelf. Als dit de voorbode is, mag van mij de Vlaamse cinema in Nederland zeker veel meer aandacht krijgen. Dank u Vlaanderen, voor die elf heerlijke uren televisie.