Muziek / Album

Emotioneel, maar vaak te lauw

recensie: Kane - February

Het akoestische February van Kane is een erg emotioneel geladen album. Het werd opgenomen twee weken nadat een gezamenlijke vriendin van zanger Dinand Woesthoff en medeoprichter Dennis van Leeuwen was overleden. Deze extra lading is te horen in elk nummer van de sessie die op 22 februari 2003 werd opgenomen op The Pepsi Stage in Amsterdam. Stuk voor stuk zijn het jazzy songs die overstromen van gevoel, maar die desondanks niet altijd even interessant zijn.

~

Voormalig strandtenthouder Woesthoff is de spil van Kane. Hij schrijft de meeste muziek en deed ook bijna alle nieuwe arrangementen voor February. In januari van dit jaar overleed zijn vrouw, ex-soapster Guusje Nederhorst, aan kanker en haalde hij met het persoonlijke lied Dreamer (Gussie’s Song) een hoge notering in de hitlijsten. De opnames van February zijn een jaar ouder, maar ook hier zit hij dus net in zo’n droeve periode in zijn leven.

Veel tijd

Na de recht-toe-recht-aan rockplaten As Long As You Want This en So Glad You Made It is deze akoestische sessie een stuk ingetogener. Kane neemt de tijd om haar songs in de setting van een nachtclub in een nieuw jasje te steken. Zo hebben ze voor het nummer So Glad You Made It ruim tien minuten de tijd genomen. De jazzy Kane klinkt best aardig, maar het stoort dat er wel erg veel tijd wordt genomen in de rustige delen. Niet bij elk nummer past het nu eenmaal om minutenlang te blijven jammen. Zo is de band in het begin ruim drie minuten bezig om het lied Alone van een intro te voorzien, maar doet ze dit zonder echt duidelijk richting aan te geven. Het nummer begint het pas echt te leven als de zang volop aangezet wordt. Juist in de wat hardere delen, wanneer de muziek loskomt en begint te swingen, klinkt Kane op zijn best.

Lekker uithalen

Ook de zang van Woesthoff is niet altijd even prettig om te horen. Op February zingt hij soms bijna fluisterend, zoals bij Crazy Warnings. Het emotionele gepraat klinkt helaas gewoon niet. Er wordt na enkele seconden een flinke galm achter Dinands stem gezet om het geluid toch wat voller te laten klinken, maar dat mag niet baten. Als Woesthoff lekker kan uithalen is hij op zijn best (bijvoorbeeld in Rain Down On Me). Ook hierbij geldt dus weer dat juist de stevigere stukken van de plaat het meest de moeite waard zijn. Helaas kent February te weinig van zulke goede momenten.

Muziek / Album

Kabbelende lo-fi voor de doorzetter

recensie: Pedro the Lion – Achilles Heel

Achilles werd destijds door zijn moeder bij zijn hiel vastgehouden toen ze hem in de Styx dompelde. Achilles was na al dat gedompel behoorlijk onoverwinnelijk geworden, en de enige manier om hem op zijn sodemieter te geven was door een sliding op zijn achillespees te maken. Pedro the Lion dacht zijn vierde volwaardige plaat vol met kwetsbare liedjes een goede titel te geven met dit stukje mystiek. Uitgekauwd of niet, je weet in ieder geval wat je krijgt: gevoelige en broze liedjes.

~

Een aantal mensen krijgt grote ogen vol enthousiasme wanneer er gesproken wordt over Pedro the Lion. Mooi, tergend mooi vinden ze het. Met name de stijl waarin zanger, gitarist en brein David Bazan zingt. Dat hij zijn liedjes ongelofelijk simpel brengt en dat zijn teksten zo verdomde poëtisch in elkaar zitten. Dàt maakt de muziek van Pedro de Lion de moeite waard. Daarna halen ze er vergelijkingsmateriaal bij. Bazan klinkt als Robert Smith van the Cure of Lou Barlow van Sebadoh. Sommigen die nog verder willen gaan, vinden hem klinken als Eliott Smith. Eerlijkheidshalve dient te worden gezegd dat Bazan soms ook druilerig en zeikerig kan klinken als Adam Duritz van Counting Crows.

Herhaling

Het probleem met Achilles Heel is dat je het idee krijgt dat Pedro the Lion uitgesproken is. Dat wat hij wilde zeggen is reeds door hem gezegd. Hierdoor kun je je afvragen waarom hij deze plaat nog heeft gemaakt. De weemoedigheid, de verslagen stem en de simpele nummers die je in het begin mooi vond, zijn veranderd in een vorm van herhaling die niet meer puur en goed smaakt. Je kent het nu wel. Bazan doet overigens wel zijn best, laat daar geen twijfel over bestaan, maar hij haalt dat vingerknipje dat je op de vorige platen wel had, niet of nauwelijks.

Regen na zonneschijn

Achilles Heel is niet slecht. Alle ingrediënten zijn weer aanwezig: twijfel, angst en hoop. Het probleem is dat de plaat kabbelt als een nietszeggend watertje door een traag landschap. Het is alsof er regen op komst is maar je nog moet wachten op de druppels. De zon vecht nog wel tegen de bewolking, maar zal het niet gaan winnen. Kijk je naar de plaat, dan verdwijnt de zon na het eerste nummer Bands With Managers. Lichtstraaltjes door de wolken zijn dan A Simple Plan, Arizona en I Do. Je zou gewoon meer kunnen verwachten van Pedro the Lion dan dat er op Achilles Heel te horen is. Dat is jammer voor een liefhebber van de lo-fi van Bazan.

Muziek / Achtergrond
special: The Music In My Head, 11 en 12 juni in Den Haag

Combinatie van muziekhistorie en waan van de dag

.

The Stands

Maar er was meer dan Polly Jean alleen. Met name vrijdag de elfde was het programma echt adembenemend. Om zo meteen een sprongetje te maken naar de prachtige songwriter Adem (Ilhan), die verassend genoeg zijn opwachting maakte vergezeld door een gehele band, inclusief orgel. De nummers van zijn eerder dit jaar verschenen akoestische plaat Homesongs kregen hierdoor nog meer waarde. Iemand liet een speld vallen en het publiek begon te sissen. Zoiets moois verstoor je niet, bijna magisch. Tegelijkertijd speelden The Stands, die leuke Britse band rondom zanger Howie Payne. Ook zij deden goed hun best maar moesten, net als het publiek, nog even opwarmen. Toen de heren eenmaal op stoom waren, vloog de ene na de andere prachtsong van het debuut All Years Leaving om je oren. Een beetje Beatles, wat Byrds, een vleugje Dylan en klaar is Howie. Een degelijk optreden van deze talenten, met een groots gevoel voor nostalgie.

Maurits en Jim

Gem

Ook Gem deed het goed in de leuk aangeklede foyer van het Theater aan het Spui. De band bracht vorige maand het debuut Tell Me What’s New uit. Een plaat waarmee zij alle Nederlandse (en inmiddels ook buitenlandse) ogen op zich richtten. De jongens van Gem weten heel goed waar zij hun inspiratie vandaan halen. Vandaar die knipoog naar the Beatles’ Sgt. Pepper in twee van hun outfits. Zanger Maurits Westerik weet echter alle verdenkingen van zich af te schudden met een vlammende podiumpresentatie. Die man staat geen seconde stil en weet hoe je het publiek moet bespelen. Misschien hier en daar wat geposeerd, maar muzikaal is er niets op aan te merken. Gem smeekt om een groter podium. Misschien in augustus.

De verassing van de avond was Jim White, aangezien ondergetekende, waarschijnlijk zwaar onterecht, nog nooit van dit gitaarspelende ex-fotomodel had gehoord. ‘Alternatieve country’ noemt het programmaboekje het. Broeierig, bloedmooi, met humor en een traan en een mooie sobere stem aangevuld met de kleurrijke stem van de toetseniste. Wat je vaak ziet bij mensen die vrij sombere muziek maken is dat ze tussendoor erg grappig zijn. Zo ook Jim White, die er maar niet bij kon dat een Nederlands monster hetzelfde is als een sample en dus niet altijd slaat op een personage als Grover of Koekiemonster. Zijn laatste plaat heet Drill A Hole In The Substrate And Tell Me What You See. Bent u te vinden voor een date in de platenzaak?

Ane, Mark en Polly Jean

PJ Harvey

De Noorse songwriter Ane Brun klonk overtuigend, net als op haar plaat Spending Time With Morgan (Morgan is de naam van haar gitaar). Ook hier is het verhaal van de speld van toepassing. Dat gold iets minder voor Sun Kil Moon, de band rond Mark Kozelek. Mooi, maar een beetje belegen. Vooral door die enorme galm in de stem klonk dit allemaal wat artificieel. Alvast klaar gaan staan voor PJ Harvey dan maar, want het was duidelijk dat een groot deel van het publiek voor deze in de jaren negentig bekend geworden kleine ‘grande dame’ van de rock ’n roll was gekomen. In een gele jurk en knalroze pumps speelde zij een carrière-omvattende en vrij harde set. Met nummers van haar nieuwste plaat Uh Huh Her, maar ook oude songs waaronder haar grote hit Down By The Water. Polly Jean heeft alles in huis om een fantastisch optreden weg te geven: de nummers, de band (te gekke energieke gitarist/percussionist) en natuurlijk haar eigen verschijning. Toch was dit optreden niet echt briljant. Heel erg goed, maar niet met dat laatste schepje dat het verschil maakt tussen erg goed en legendarisch.

Tom, Nic en Leila

Dag twee. Op papier aanzienlijk minder hip dan dag één, maar toch met grote namen uit het verleden als Roger McGuinn en Television. Die laatste band trapte af en deed dat niet bijster goed. Muzikaal zijn die lui nog wel sterk, maar van enige passie was weinig tot niets te bespeuren. De legendarische plaat Marquee Moon kwam volop aan bod, en nummers als Venus en See No Evil deden het vrij goed bij het toegewijde publiek dat stilletjes talrijker werd, maar ik ontkom niet aan het idee dat Tom Verlaine en de zijnen eigenlijk gewoon wat geld nodig hebben en profiteren van het reünieklimaat dat tegenwoordig heerst. Maar goed, het avondje rockhistorie was ingeluid, want deze zaterdag kende veelal artiesten die of hun sporen al verdiend hadden of artiesten die in die welverdiende sporen traden. Onder het motto: retro rules!

The Duke Spirit is zo’n band die het moet hebben van het verleden met referenties aan Velvet Underground en Blondie. Die laatste mede doordat zangeres Leila Moss wel iets wegheeft van een kruising tussen Debbie Harry en Nico. Klonk goed, die band. Nog een artiest die in de voetsporen treedt van The Beatles en The Byrds is Nic Armstrong. Een man die er uitziet alsof hij uit de jaren zestig is weggelopen en bovenal ook nog eens zo klinkt. Laat ik het zo zeggen: retro is prima, maar dit gaat mij net ietsje te ver. We spreken hier Beatles oude stijl, dus voor Rubber Soul en misschien nog wel voor A Hard Day’s Night en niet van dezelfde kwaliteit.

Roger, Sarah en de Britse beloften

Roger McGuinn

Sowieso moest hij het afleggen tegen een van zijn grote voorbeelden. Roger McGuinn zong in een bandje genaamd The Byrds en is een van de groten in de muziekhistorie en dat weet hij zelf ook wel. Gelukkig wist hij daar op een zeer nederige manier gebruik van te maken. Alleen met zijn gitaar zat hij daar op het podium oude klassiekers te spelen, allemaal voorzien van een kleine anecdote over Joni Mitchell, Peter Fonda, Bob Dylan of David Crosby. Ik kreeg kippenvel bij het zien van zoveel blijdschap voor het podium, waar de mensen die al in geen jaren meer een concert hadden bezocht keihard meezongen met Mr. Tambourine Man. En ik moet zeggen dat ik zelf ook Turn, Turn, Turn wel eventjes meeneuride. McGuinn is in al zijn bescheidenheid nog steeds een goed zanger en een topentertainer. Leuk om zo’n man nog eens te zien.

Als ik een band mag tippen voor een volgende Britse/Schotse hype dan is dat Dogs Die In Hot Cars. Een groep met een overtuigende podiumpresentatie en muziek die aansluit bij Franz Ferdinand en gezamenlijke invloedbron Talking Heads (Television, Blondie, Talking Heads – we blijven wel in die Amerikaanse new wave hangen deze avond). Hier gaan wij nog veel meer van horen, wat ik je brom. Net als van Belasco trouwens. Deze eveneens Britse band lijkt aanvankelijk wel heel erg op Muse in combinatie met Suede. Na een paar nummers komt echter het eigen geluid naar voren, dat eigenlijk steeds sterker wordt.

Sarah Bettens

Sarah Bettens had de eer het hoofdpodium af te sluiten. Television, Roger McGuinn: een aardig voorprogramma dacht ik zo. Bettens bracht onlangs haar eerste solo-EP uit en staat op promo-materiaal met een akoestische gitaar afgebeeld. Tot onze verbazing bracht zij een hele band mee. Wat voegt Sarah Bettens solo dan toe aan K’s Choice? Niet zoveel ben ik bang. Met zes nummers op een EP en een uur en een kwartier speeltijd kun je ook niet anders dan veel K’s Choice spelen. Met veel succes, maar niet altijd even enerverend. Maar Sarah blijft een lieverd als je haar op een podium ziet.

Resumé

Een eerste dag met veel nieuwe hippe namen en een tweede dag met wat meer oud werk en nieuwe bands die het moeten hebben van dat oude werk. Television als grote tegenvaller en Jim White, Gem, Adem, Roger McGuinn, Dogs Die In Hot Cars en PJ Harvey als hoogtepunten. Weegt u het zelf maar af.

8WEEKLY

Portugal voor beginners

Artikel:

.

~

Ongeveer mijn eerste herinnering aan Portugal hangt samen met Rudi Falkenhagen. Deze lach-of-ik-schiet acteur verkondigde ooit in een televisieprogramma zijn liefde voor de Algarve en dat leek me toen als twaalfjarige reuze exotisch. Wat wist ik nu helemaal. De Algarve is sindsdien grotendeels uitgebouwd tot één groot toeristencomplex van de Torremolinos-variant. Grotendeels, maar zeker niet helemaal. De Algarve maar zeker ook Portugal heeft teveel te bieden om gereduceerd te worden tot een veel te bruine kluchtacteur. Dat doen we dus ook maar niet meer.

Het is op zich niet vreemd als Nederlanders enige verwantschap met Portugal voelen. De twee landen hebben veel gemeen: een band met de zee, een traditie als sjacheraar en een zekere internationale oriëntatie. Waar wij het met lui als Abel Tasman (die er in slaagde onderweg van Tasmanië naar Nieuw-Zeeland Australië te missen) en Willem Barentsz (zat vast in de poolzee) moesten doen, hadden de Portugezen Vasco da Gama, Magelhaes (rond de wereld) en Hendrik de zeevaarder (1394-1460), waar ze de Azoren en Madeira aan te danken hebben. Hendrik wordt nog steeds geëerd met een indrukwekkend monument in de haven van Lissabon.

Oosterbuur

Deus quer, o homem sonha, a obra nasce.
Deus quis que a terra fosse toda uma,
Que o mar unisse, já não separasse.
Sagrou-te, e foste desvendando a espuma,

E a orla branca foi de ilha em continente,
Clareou, correndo, até ao fim do mundo,
E viu-se a terra inteira, de repente,
Surgir, redonda, do azul profundo.

Quem te sagrou criou-te portuguez..
Do mar e nós em ti nos deu sinal.
Cumpriu-se o Mar, e o Império se desfez.
Senhor, falta cumprir-se Portugal!

Muziek / Album

Zelfde mosterd als die van Abraham, maar even lekker

recensie: Camera Obscura - Underachievers Please Try Harder

Het zijn de maatstaven van een belangrijke muziekscene: bandjes moeten bij elkaar af kunnen kijken en dingen van elkaar overnemen, bandleden moeten worden uitgewisseld en bovenal moeten ze een creatieve houding aannemen. Glasgow heeft zo’n belangrijke muziekscene en het beste bewijs van samenspel en creativiteit is The Reindeer Section, waarin leden van onder meer Snow Patrol, Belle & Sebastian, Mogwai en Arab Strap zitten. Dat deze creativiteit neerslag vindt bij andere bandjes, daarvan is de uit de ‘scene’ ontstane band Camera Obscura het beste voorbeeld. Met hun tweede plaat Underachievers Please Try Harder werken ze zich namelijk beetje bij beetje in de stralen van de spotlights die op Glasgow zijn gericht.

~

Stephen Pastel, de voorman van de legendarische Glasgowse band The Pastels vertelde ooit dat de kracht van Belle & Sebastian lag in het feit dat ze met hun kinderlijke liedjes, hun kinderlijke uitstraling en met hun ware folk-hart, origineel, overtuigend en goed klonken. Dat ze honderden bandjes zouden beïnvloeden, maar dat die beïnvloedde bandjes stuk voor stuk niet om aan te horen zouden zijn. Dat was waarschijnlijk voordat Stephen Pastel van Camera Obscura had gehoord. Hoewel deze groep een sterke connectie en niet uit te vlakken overeenkomsten met haar voorbeeld Belle & Sebastian toont, moet Camera Obscura toch opgemerkt worden vanwege de schone en lieflijke songs.

Opvallende connecties

De linkjes zijn bij Camera Obscura makkelijk te leggen. De lieve, zij het soms monotone, stemmetjes van Tracyanne Campbell en Carey Lander hebben veel weg van het stemgeluid van Isobel Campbell, de gedeserteerde bella van Belle & Sebastian. Op vroeger werk deed de drummer van Belle & Sebastian mee en het is de voorman die bewijst dat hij de moderne vorm van de camera obscura goed kan hanteren en want het is Stuart Murdoch die verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schitterende hoesfoto. De band ademt verder nog de invloeden van Brian Wilsons’ uitgebrachte meesterwerk Pet Sounds en het lome en humoristische van Adam Green uit.

Beregoeie nummers

Het eerste, zij het wat hilarische nummer Suspended From Class zit perfect in elkaar, evenals het Cohen-achtige Your Picture. Het Let me go Home is net Abba met diepgang. Ook andere nummers, als Books Written For Girls, kronkelen zich rondom de normen waaraan goede muziek moet voldoen. Meer is er eigenlijk niet te vertellen. Underachievers Please Try Harder is gewoon heel erg mooi. Dit is het nog te ontdekken paradepaartje van Glasgow. Misschien moet Stephen Pastel zijn mening dan ook bijstellen, want ondanks de open en bloot liggende overeenkomsten, is deze plaat van Camera Obscura er één om van te genieten. Nee, om van te smullen.

Theater

Amhali wordt volwassen

recensie: Najib Amhali - Freefight

De Marokkaanse cabaretier Najib Amhali debuteerde in 1999 met zijn eerste volwaardige show Veni vidi vici. Hij begon als stand-up comedian en zat een tijdje bij het gezelschap Comedytrain. Het is logisch dat zijn eerste show dan ook vooral op het maken van een batterij goede grappen was gericht. Met Freefight gaat hij echter een stuk verder en levert hij een avondvullend volwassen theaterprogramma af.

~

Freefight begint met een scène waarin Amhali opkomt als een freefighter die zijn tegenstander helemaal tot moes gaat slaan. Hij zuigt zijn publiek daarmee direct in de show met een flitsend stukje theater en je zit vanaf de eerste minuut geconcentreerd naar de man te kijken. Opvallend is vanaf het begin dat hij veel meer de tijd neemt om zijn grappen uit te werken dan in zijn vorige show. Ook is er veel meer aandacht besteed aan bijvoorbeeld de belichting en andere theatertechnieken. Zo zit hij minutenlang te trommelen of dirigeert hij een orkest. De humor is daardoor meer doordacht en een stuk minder oppervlakkig dan de voornamelijk verbale humor van Veni vidi vici.

Feijenoord

~

Naast de gebruikelijke integratiehumor van Amhali (hij bezoekt als Marokkaan zijn ’tolerante’ schoonfamilie) is er in Freefight ook plaats voor andere onderwerpen. Een mooi moment in de show is als Amhali een liedje voor een verliefd stel in zijn publiek maakt en dit de klassieker You’ll Never Walk Alone blijkt te zijn. Het is leuk om te zien hoe hij de hele Amsterdamse Kleine Komedie mee weet te krijgen met deze klassieker, die eigenlijk vooral bekend is als clublied van Feijenoord.

Making of

De opnamen van Freefight zijn erg goed in beeld gebracht op dvd. Zo krijg je bijvoorbeeld bij You’ll Never Walk Alone snel een goed overzicht van het meezingende publiek en is er een goede afwisseling tussen close-up-beelden en overzichten van het hele podium. Ook als Amhali af en toe van het podium verdwijnt krijg je een beeld vanuit de coulissen. Dit geeft een extra dimensie aan de show. Er zijn bovendien als extra’s een korte ‘making of’ toegevoegd, en een track met commentaar van Najib zelf. Die is niet altijd even interessant, maar het is wel grappig om de show een keer met commentaar te kunnen kijken. Met deze extra’s en de perfecte weergave van de show zelf krijg je een goed pakket dat recht doet aan de voorstelling.

Goede


Najib Amhali zet met Freefight een goed afgewogen voorstelling neer. Hij neemt de tijd om grappen uit te werken en heeft ook duidelijk meer aandacht besteed aan het theatrale (non-verbale) element van de show. Deze rust zorgt er voor dat de humor een stuk krachtiger en veel minder ‘melig’ wordt. De cabaretier laat niet alleen je lachspieren werken, maar zet je bovendien ook nog even aan het denken.

Amhali is het volgende seizoen weer in de theaters te zien met een tweede seizoen van zijn show Most Wanted.

Theater / Voorstelling

Sfeervolle en komische Theaternacht

recensie: Theaternacht

Liefhebbers van cabaret, standup comedy en muziek kwamen samen tijdens de Nachten van festival Theaternacht in Naaldwijk. De Nachten (vrijdag 11 en zaterdag 12 juni) zijn altijd hét hoogtepunt van het festival. En het was dan ook niet gek dat (op een paar kaarten op zaterdag na) de Nachten waren uitverkocht. Zeshonderd man liep heen en weer tussen vier podia om hun favoriete artiest te kunnen zien en zich te laten verrassen. En om zich alvast voor te bereiden op het theaterseizoen dat nog gaat komen of terug te kijken op het afgelopen seizoen.

~

De organisatie wist onder andere Jochen Otten (winnaar persoonlijkheidsprijs Cameretten 2003, finalist Leids Cabaretfestival 2004), Arnoud Kaldeway (winnaar Wim Sonneveldprijs 2003), Paul Smit (Holland Casino Podiumprijs 2002), N.A.K.K.E.S. (finalisten Cameretten 2002) en John Schleipen (bekend van Crème Fraîche) te strikken. En als je genoeg had van de grappen en grollen van deze cabaretiers dan kon je de grote zaal induiken voor muzikale noten van niemand minder dan Kasper van Kooten, Huub van der Lubbe (zanger De Dijk) en de band Concordia. De optredens varieerden van 30 tot 45 minuten.

Keuzes

Zoals bij veel festivals draaide het ook hier om keuzes maken. De twee cabaretzalen overlapten elkaar bijvoorbeeld, waardoor je onmogelijk direct twee voorstellingen achter elkaar kon zien in verschillende zalen. En bovendien was je ook wat tijd kwijt aan wachten in de rij totdat de volgende voorstelling zou beginnen; als je dat niet deed had je kans dat de zaal vol zat. Het publiek vond het allemaal niet zo erg; uiteindelijk was er de hele avond genoeg te zien en als je ergens niet meer binnen kwam, dan ging je gewoon in een andere zaal kijken (bij standup comedy was meestal nog genoeg plek) of bestelde je nog een biertje en plofte neer op een van de kussens in de sfeervol ingerichte foyer. Maar de verzonnen planning kon je dus wel op je buik schrijven. De echt slimme Theaternachtbezoeker had besloten kaarten voor beide nachten te kopen, omdat het programma van beide nachten in grote lijnen overeen kwam. Zo konden de voorstellingen die op vrijdagavond gemist waren, zaterdag nog ingehaald worden.

Podiumbeesten

~

Komische momenten waren er genoeg tijdens de Nachten. Het hoogtepunt was een duo waar we nog veel van zullen horen: Dames voor na Vieren (winnaars Amsterdams Kleinkunst Festival 2004). Met recht twee podiumbeesten die iedereen aan het lachen krijgen. De telefoonscène tussen moeder en dochter waarin de dochter huilt en brult ‘Ik wil naar huihuisssss!’ is werkelijk geweldig. Hanneke Drenth als Anne van Rijn beschikken beiden over een ijzersterke mimiek. Hou ze in de gaten als ze in de buurt spelen!

Orange upstairs

~

Jochen Otten zette een sterke show neer waarin hij op een aparte manier omgaat met de dood. Je vraagt je soms af waar het naar toe moet, maar als alles bijeen komt is het er zeker een show om over na te denken. Zijn typetjes zijn erg leuk. Philip Walkate (winnaar Holland Casino Podiumprijs 2002) speelde fragmenten uit zijn voorstelling Nederland. Wat is typisch Nederlands en wat niet? Op het Koningshuis kwam hij steeds terug. Hoogtepunt in zijn show was de inburgeringscursus, half Engels, half Nederlands: ‘Orange upstairs’ is vrij vertaald ‘Oranje boven’.

Hard oefenen

~

Sommige cabaretiers grepen de Nachten ook aan om nieuwe stukjes uit te proberen. Zo ook Karin Bruers (de hekkensluiter op zaterdag). Vorig jaar presenteerde ze de Theaternacht nog en nu moest ze zelf een half uur het publiek vermaken met haar eerste solovoorstelling die komend seizoen langs de theaters trekt. Samen met haar ‘buurvrouw’ deed ze wat sketches, maar de dames moeten nog hard oefenen (vooral in het onthouden van hun teksten) willen ze echt volle zalen trekken.

Sfeer proeven

De Theaternacht wordt voor de 17e keer georganiseerd. Toen het festival voor de eerste keer werd gehouden bestond de programmering van de Nachten voornamelijk uit regionale amateurs. Maar zoals duidelijk moge zijn heeft het fetsival de afgelopen jaren een enorme, positieve ontwikkeling doorgemaakt. Een gevarieerd programma van bekend en onbekend en amateur en professioneel theater is het resultaat. Leuk om hier eens sfeer te proeven en diverse optredens te bekijken om je zo te bekijken welke artiesten je aanspreken.

Klittenband

Helemaal voorbij is het festival nog niet. Dit weekend krijgt de Theaternacht in Naaldwijk nog een staartje. Op 18 en 19 juni vindt bij Vida Verde Export BV (Trade Parc Flora Holland) de one-woman show van Kris Niklison plaats. Met behulp van enorme klittenbandwanden en een klittenbandpak laat zij een adembenemende show zien. Deze Argentijnse dames heeft bij Cirque du Soleil gespeeld en ook op het Oerol Festival is zij meerdere keren een van de publiekstrekkers geweest. Met haar shows heeft ze al heel wat prijzen gewonnen. De voorstelling Se dice de mi combineert het gevoel, de smaak, het ritme en de stijl van een popconcert met de intimiteit van een eerlijke theatervoorstelling. Zeker de moeite waard!

Boeken / Reportage
special: Nederland-Duitsland in het Wilde Westen

Indiaantje spelen

Nederland tegen Duitsland hoef je niet alleen op een voetbalveld uit te vechten. Op duizendeneen gebieden kun je beide landen met elkaar vergelijken. Zoals het gebied van ouderwetse indianenverhalen bijvoorbeeld. Duitsland kent sinds 1893 het wereldberoemde koppel Winnetou en Old Shatterhand. Nederland doet het vanaf 1935 met Arendsoog en Witte Veder. Welke is de leukste, de beste, de mooiste? Nederland-Duitsland met indianen.

~

Aan Duitse zijde staan opgesteld: Winnetou de indiaan en Old Shatterhand de cowboy. De indiaan, die in 1893 geboren werd uit de pen van de Duitser Karl May, belichaamt de edele wilde, die samen met zijn cowboyvriend, zijn Zilverbuks en zijn paard Iltschi strijdt voor vrede en gerechtigheid. Eerst een korte samenvatting, want we moeten wel weten wat we vergelijken.
Shatterhand reist in een groepje door het Wilde Westen voor een spoorwegmaatschappij, wanneer hij Winnetou ontmoet. Na wat schermutselingen over en weer staat Shatterhand vastgebonden aan de totempaal te wachten op zijn dood. Op het nippertje weet hij echter het vertrouwen van Winnetou voor zich te winnen. Ook Winnetous zusje Nscho-tschi valt voor de charmes van de cowboy en als de liefde wederzijds blijkt, willen ze wel trouwen. Maar wanneer er goud komt kijken bij het vergaren van de bruidsschat springt de kwaadaardige Santer uit de struiken, die Nscho-tschi en Winnetous vader vermoordt. Winnetou strijdt daarna voor gerechtigheid, beleeft avonturen en rijdt op zijn ros over de prairie.

Arendsoog

~

In de Arendsoogserie is de cowboy de hoofdpersoon en de indiaan Witte Veder het hulpje. De verhalen van Arendsoog omvatten 63 delen, dus die vatten we hier niet samen. De voorgeschiedenis kunnen we echter wel geven. Arendsoog leeft als jonge jongen in het Wilde Westen, waar een bende iedereen in een ijzeren greep houdt. Bij toeval komt de vader van Robert (zo heet Arendsoog in het echt) erachter wie de aanvoerder van de bende is, en dankzij zijn tip wordt de leider opgepakt. Deze ontsnapt echter en neemt wraak als Robert een eindje rijden is: wanneer de jongen terugkomt kan hij nog net zijn moeder en zusje redden. Zijn vader is dan al vermoord. Arendsoog zweert een eed dat hij zijn leven in dienst van de mensheid zal stellen. Wat hij doet met trouwe hulp van zijn indianenvriend Witte Veder.

Christenen

Arendsoog heeft het voordeel dat je 63 delen vooruit kunt, bij Winnetou houdt het na drie delen op. Eén-nul voor Nederland dus. Maar: dat verhaal over die moord en de bijbehorende eed de mensheid te helpen komt wel verdacht sterk overeen met de Duitse voorloper. Daar komt nog bij dat Witte Veder zich tot het Christendom bekeert, terwijl Winnetou zo onder de indruk van het Ave Maria is, dat hij de zangers van het lied de weg wijst naar een diamantmijn. Dit spreekt allemaal in het voordeel van Winnetou, omdat die er nu eenmaal het eerste was. Karl May heeft het bedacht, de schoolmeester Jan Nowee heeft het bewerkt. Naar eigen zeggen omdat de boeken van Karl May te moeilijk waren voor de Nederlandse jongens. Ruststand: één-één gelijk.

Winnetou is 110, Arendsoog is 69. Twee-één voor Duitsland. Arendsoog is in het Duits, Fins en Zweeds vertaald, Winnetou in tien talen, waaronder Esperanto en het Catalaans. Drie-één. Winnetou noch Arendsoog hebben trouwens ooit enige potten kunnen breken in hun land van oorsprong, de Verenigde Staten. Het lezerspubliek aldaar had rond 1850 allang de buik vol van verhalen over nobele wilden en lieten de boeken van May links liggen. De boeken van Jan Nowee zijn niet eens in het Engels vertaald. Toen hij in 1958 stierf en 19 complete delen en één bijna afgerond deel naliet, had Nowee nog nooit een voet op Amerikaanse bodem gezet. Zijn zoon Paul voegde vervolgens nog 43 delen aan de Arendsoogserie toe, ook zonder een bezoekje aan de States. Zijn beschrijvingen haalde hij uit andere boeken. Toen hem een reis naar Arizona werd aangeboden werd hij plotseling ernstig ziek. Jammer, maar de reis ging niet door. Nooit zou de geestelijk vader van Arendsoog het geboorteland van zijn schepping zien.

~

Hoe het ook zij, Karl May is er wel geweest. Dat zou een doelpunt moeten opleveren, ware het niet dat May de Verenigde Staten pas in 1908 bezocht, lang nadat Winnetou dood was. Het blijft drie-één. Maar dan, een slotoffensief: de boeken van Karl May zijn in de jaren zestig onsterfelijk gemaakt door de acteurs Lex Barker en Pierre Brice, die bij onze Oosterburen nog altijd worden vereerd als culthelden. Arendsoog is nooit verfilmd. Vier-één. Duitsland wint, en Nederland mag het over een paar dagen weer proberen, dan tegen Tsjechië…

Muziek / Album

Blues Brother Castro rockt van voor tot achter

recensie: Blues Brother Castro - Money Maker Me

Het nog piepjonge label Silent Minority is lekker bezig. Na het verschijnen van de sampler, met daarop veel hippe bands als Lawn, Audiotransparant, Stuurbaard Bakkebaard en Lpg, zijn daar nu de Vladimir-EP Versus Coda en het eerste full-lenghth album van het Amsterdamse Blues Brother Castro. Over jezelf op de kaart zetten gesproken. Die laatste draagt trouwens de titel Money Maker Me en bevat 12 juweeltjes. In tijden niet meer zo’n lekkere debuutplaat gehoord. Blues Brother Castro staat klaar om de wereld te veroveren.

~

Live schijnt de band een sensatie te zijn, en daar kan ik me er wel iets bij voorstellen. Het enthousiasme spat er op de plaat namelijk vanaf. Naast de onontkoombare vergelijking met The Pixies (luister maar eens naar de overstuurde samenzang van zanger/gitarist Leon Caren en bassiste Mila van der Wall in Good Enough) hoor ik ook wat Joy Division (Dress), The Posies (Want To) en in de rockrefreinen veel Black Rebel Motorcycle Club (Welcome To My Rock ’n Roll, Drunken Boy, Solid Gold). Hoe Blues Brother Castro het er in deze vergelijking afbrengt? Behoorlijk goed eigenlijk! Genoeg om een glimlach op mijn gezicht te toveren. Wat een heerlijke dag is het toch vandaag! Waar is die fanclub? kan ik nog lid worden?

Pittige mosterd

Natuurlijk is alles op Money Maker Me al eens eerder gedaan, spreekwoordelijk gezien weet Abraham waar hij de mosterd moet halen, maar desondanks rockt het van voor tot achter. De teksten (over moeilijk verlopende relaties en de verleidingen van het leven) worden ons ingefluisterd, er wordt geschreeuwd, gevloekt, getierd en gekrijst alsof het een lieve lust is, maar nergens heb je het idee dat het een gimmick is. Deze jongens (en meisje) doen niet alsof. Wat een passie.

Hallucinerend

Voor een potje rauwe noiserock ben ik altijd te porren, vooral als het zo goed in elkaar zit als bij Blues Brother Castro. De gitaarintro’s zijn ingetogen, spacy en hallucinerend (Dress), de refreinen rauw, hard en puntig en het creepy orgeltje in Good Enough is helemaal op zijn plaats. Alles klopt gewoon. Is er dan echt helemaal niets op deze debuutplaat aan te merken? Nee, eigenlijk niet! Niet voor niets is de cd gemastered door Zlaya (Sonic Youth, Motorpsycho, The Gathering). Koesteren dat talent en kopen die cd! Ik ben benieuwd hoe ze het eraf zullen brengen op een groot festival.

Muziek / Album

Als een feniks herrezen

recensie: Ash – Meltdown

Ash, de Britpopband die ooit in een ver verleden begon als Iron Maiden-rip-off, lijkt bij beluistering van de eerste maten van de nieuwe plaat Meltdown terug te zijn bij zijn metal-roots. Zware riffs stampen in de intro uit je boxen en gedurende het hele album komen die terug, maar dan wel als luchtige pop in een nu-metal-sausje.

Meltdown is alweer het vierde full-length album van deze van oorsprong Noord-Ierse band, bestaand uit drie jongens en een meisje met ballen, die in 1996 doorbrak met een van de Britse toppers van dat jaar: 1977 (het geboortejaar van zanger/gitarist Tim Wheeler en bassist Mark Hamilton). Ash had voor een band in het Britpop-genre altijd al een redelijk stevig rockend geluid, dat vaak werd beschreven met termen als ‘veel feedback’ en ‘vals zingende jongetjes’. De band is bij het grote publiek echter vooral bekend door hun wat softere culthitjes Oh Yeah en Goldfinger, afkomstig van het eerder genoemde 1977.

Britrock

De combinatie van britpop en rock die Ash de afgelopen jaren sterk voortzette op Nu-Clear Sounds (1998) en Free All Angels (2001) slaat op Meltdown duidelijk door naar de stevige kant. Titelnummer Meltdown en de single Clones hebben een tik meegekregen van de in Amerika en ook ons land erg populaire nu-metal. Dit ligt zonder twijfel aan de productie van Nick Raskulinecz die de afgelopen jaren ook platen van Foo Fighters, System of a Down en Velvet Revolver produceerde. Maar voor de liefhebber van de melodieuze kant van Ash valt er gelukkig ook nog genoeg te genieten, zoals het Weezeresque Evil Eye en Starcrossed, dat erg veel heeft van de hits van 1977.

Groter publiek?

Meltdown is absoluut het beluisteren waard, hoewel het album voor de long-time Ash-fan wel even wennen is. Toch zal ook die moeten toegeven dat Tim Wheeler het schrijven van catchy popsongs nog niet is verleerd. Zijn band verdient het om in Nederland eindelijk eens bij een wat groter publiek door te breken, wat hopelijk door de nieuwe sound wat beter gaat lukken. Ash maakt elke twee à drie jaar dé zomerplaat bij uitstek en is daardoor steeds weer een van de weinige bands uit de jaren-negentig-Britpop-tijd die als een feniks opnieuw herrijst uit haar eigen as, een metafoor die ze zoals blijkt uit de voorkant van de cd-hoes zelf ook ziet.

Superstrak

Overigens zit bij de special edition van Meltdown een live-registratie van één van de promotieconcerten die Ash maakte in de maanden voorafgaand aan de release van het album. De setlist is vrijwel gelijk aan de gewone cd, met slechts de toevoeging van drie oude nummers. Alles wordt superstrak gespeeld, waardoor je je door de hoewel charmante, maar soms net te valse zang en het gejoel van het publiek wat ergert en het gevoel de luisteraar bekruipt dat hij net zo goed het reguliere album op had kunnen zetten.