Muziek / Album

Onderste uit de kan

recensie: System of a Down - Mezmerize

Adembenemend, dat is het enige woord wat me te binnenschiet zodra ik de eerste luisterbeurt achter de rug heb van deze nieuwe plaat van System Of A Down (SOAD). Van begin tot eind grijpt deze cd je bij je lurven en sleurt je in bizar tempo door een muzikaal landschap waarin bulderende vulkanen zich soms ineens terugtrekken in de aarde om er plaats te maken voor rustig kabbelende beekjes of stug doormarcherende soldaten. De mogelijkheden tot metaforen zijn legio, maar na enkele herhaaldelijke luisterbeurten wordt het gelukkig makkelijker de cd ook in wat meer regulier taalgebruik te passen.

~

Natuurlijk baarde SOAD al veel opzien toen ze in 1998 met hun titelloze debuut kwamen waarop een heel eigenzinnig type metal werd gespeeld. In eerste instantie werd de band geschaard onder de noemer ‘nu-metal’, maar eigenlijk deed dit het viertal zwaar tekort gezien het vernuft waarmee ritmes en melodieën in de nummers verwerkt werden. Met de opvolger Toxicity werd een nog veel breder publiek bereikt en vergaarden deze jongens ook veel fans onder het mainstream-publiek. Nu ligt er, na het wat tegenvallende Steal This Album, dan het eerste deel van het tweeluik Mezmerize/Hypnotize.

Nog steeds kritisch

Mezmerize opent met het korte akoestische intro Soldier Side, dat direct gevolgd wordt door B.Y.O.B., de eerste single die gelijk een goede impressie geeft van wat er verder op het album te verwachten valt. Het nummer is namelijk doorspekt met een verscheidenheid aan stijlen, van snijdende hardcore langs stampende rock tot bijna zwoele R&B. Daarnaast zet dit nummer ook gelijk tekstueel de toon: “Why don’t presidents fight the war? Why do they always send the poor?” De band heeft dus nog steeds niks ingeboet aan hun strijdlustigheid jegens het onrecht binnen de maatschappij. Ook de vermelding dat voor het cd-boekje geen bomen gekapt zijn en dat er uitsluitend inkt op sojabasis gebruikt is ligt in de lijn van de maatschappijbewuste gedachtegang die de band tentoonspreidt in hun muziek.

Metal Melting Pot

Maar waar de tekstuele strekking eigenlijk onveranderd is gebleven, biedt de muziek van SOAD op dit nieuwe album nog meer experiment dan voorheen. Het viertal weet als geen ander stijlen zo te combineren en om te smelten zonder hun eigen stijl te verliezen. We horen flarden uit elke uithoek van de metal voorbij komen, maar alles wordt in een herkenbaar jasje gegoten. En ondanks de vele kwinkslagen klinken de nummers verrassend toegankelijk. De dubbele vocalen van gitarist Daron en zanger Serj zijn fenomenaal en een compliment naar drummer John Dolmayan mag ook eigenlijk niet uitblijven. Hoe hard de band ook de voet op het gaspedaal drukt of haarspeldbochten probeert te nemen, hij zorgt ervoor dat alles stevig aan elkaar blijft hangen. En gezien het schizofrene karakter van de muziek is dat ook geen overbodige luxe.

Kortom

Van Soldier Side tot Lost in Hollywood staat de cd als een huis en blaast vol overtuiging een hoop hedendaagse metal je cd-rek uit. De band gaat verder dan voorgaande cd’s en haalt het onderste uit de kan. Sterker nog, dit album mengt alle sterke punten van zowel het debuut als Toxicity en voegt daar invloeden aan toe die van reggae tot black metal lopen. B.Y.O.B. zal absoluut het grote publiek aanspreken en het teutoons stampende en met spacy samples overgoten Old School Hollywood zou mijns inziens een goede tweede zijn voor de hitlijsten. Maar eigenlijk is elk nummer een juweeltje en ik mag hopen dat de cd niet grijs is voor Hypnotize uitkomt. Het zal een lange zomer worden…

Film / Films

Marathon voor alcoholist

recensie: A Love Song For Bobby Long

.

~

En na 90 seconden is er een gevoel van verbazing. In die eerste scène loopt Bobby Long op een slipper en een schoen langs de straten. Hij wandelt en wankelt van de kroeg naar zijn huis. Deze alcoholist blijkt zijn stamkroeg echter aan de andere kant van een grote stad te zoeken en dan het hele teringeind naar huis te wandelen! En hij wankelt ook nog eens langs alle pittoreske plekjes van de stad!

Logica

~

In de volgende scène zit Purslane Hominy Will (Johansson) vretend in een bank voor de buis. Ze kijkt televisie en eet onbetamelijk veel ongezond eten uit plastic. Haar vriendje komt thuis en vertelt dat hij een paar dagen geleden iets is vergeten. Er is voor haar gebeld met het bericht, dat haar moeder overleden is. En dat is deze jongeman vergeten door te geven. Bij de toeschouwer verandert de verbazing langzaam in een gevoel van teleurstelling. Kijken in de bioscoop naar prachtige acteurs en actrices is mooi en boeiend, maar het verhaal moet wel enig niveau en logica hebben.

Alcoholisten

Purslane hoort dus van de dood van haar moeder en keert voor het eerst sinds jaren terug naar New Orleans. Ze erft de het huis en de inboedel van haar moeder. Ze verwacht het huis leeg aan te treffen, maar komt tot de ontdekking dat het huis wordt bewoond door twee vrienden van haar moeder: Bobby Long is ooit literatuurprofessor geweest en woont samen met zijn protégé Lawson Pines (Gabriel Macht). Long is aan lager wal geraakt, alcoholist en vooral goed in het citeren uit de Amerikaanse literatuur. Pines schrijft aan zijn eerste roman, maar blinkt vooral uit in het beantwoorden van citaten van Long. Deze verlopen mannen, deze twee alcoholisten hebben zich blijvend gevestigd in het vervallen huis van moeder Will. Drijfveren voor de twee zijn alcohol en de povere ambities van Lawson om een roman te schrijven over het leven van Bobby Long. Purslane is onaangenaam getroffen door de aanwezigheid van de mannen. Geen van drieën is echter van plan het veld te ruimen. Naarmate de tijd verstrijkt, lijdt het samen leven tot enkele onthullingen van de persoonlijke geheimen.

Teleurstelling

De bezoeker in de bioscoopstoel kijkt naar een schmierende John Travolta, ziet Scarlett Johansson die telkens ‘Lost In New Orleans’ lijkt en Gabriel Macht die geen woord op papier kan krijgen. Na het aanvankelijke gevoel van genieten van een cast vol talent, is er het gevoel van verbazing en daarna teleurstelling. Mooi geschoten plaatjes, af en toe een goed geacteerde scène in een film, waarbij de drie hoofdrollen uiteindelijk tamelijk inhoudsloos blijken te zijn. De soundtrack is met grote voorsprong het meest memorabele aan deze productie.

Muziek / Album

Gauw terug naar de sixties

recensie: The Ponys - Celebration Castle

Het uit Chicago afkomstige The Ponys wordt momenteel samen met Bloc Party gerekend tot de meest talentvolle afvaardiging van de hedendaagse new-wave/garagerock. Op het vorig jaar verschenen debuut Laced With Romance klonken The Ponys vooral als een hippe jonge versie van The Velvet Underground, The Stones en Echo and the Bunnymen. Opvolger Celebration Castle voegt daar de jaren 80 new wave aan toe. Dit keer was het sterproducer Steve Albini (Nirvana, the Pixies, The Wedding Present) die aan de knoppen draaide.

~

Het album telt tien eenvoudige, soms net iets te veel rammelende pop-rocksongs. Zanger Jered Gummere wordt vanwege zijn overslaande stem wel beschouwd als de bastaardzoon van Cure-frontman Robert Smith. Gummere geeft op Celebration Castle tevens blijk goed te hebben geluisterd naar voormalig Pulp-zanger Jarvis Cocker (Today) en Joy Division-frontman Ian Curtis, terwijl de vocalen van I’m With You weer dicht aanschurken tegen die van Jack White. Gummere krijgt soms bijval van vriendin-bassiste Melissa Elias wiens rauwe strot doet denken aan die van Sonic Youth bassiste Kim Gordon. Duidelijk het geheime wapen.

Hangen en wurgen

Toch lijken The Ponys met Celebration Castle net iets te veel op twee gedachten te hinken: gaan we door in de jaren 60/70-stijl van het debuut, zoals songs als Today, Get Black (horen we daar de Rolling Stones?) en Discoteca (dat klinkt als een demo waaraan nog moet worden gesleuteld), of wordt het cashen met de ultra hippe jaren 80 new-wave/garagerock? Zie bijvoorbeeld Glass Conversation (met een hallucinerend gitaarintro a la Interpol, staccato drums, overslaande zang en een zwakke zanglijn), Another Wound (met een duidelijk op New Order geschoeide basloop) of We Shot The World (Joy Division meets The Cure). Je vraagt je af of de ontwikkeling van binnenuit komt of is ingegeven door de tijdsgeest. Up-tempo afsluiter Ferocious haalt met hangen en wurgen de eindstreep. Zelfs voor ‘garage’ begrippen rammelt het af en toe net iets te veel.

Eindoordeel: een magere voldoende. The Ponys zijn allerminst vernieuwend en net iets te vaak nèt niet. We hadden er meer van verwacht. Of ze iets toevoegen aan het hedendaagse new-wave landschap? We zijn bang van niet. Ons advies: als de sodemieter terug naar de jaren 60/70. Dan gaat dat allemaal goed komen.

Muziek / Achtergrond
special: Een interview met Mylo

‘Muziek maken is net een puzzel’

Mijn eerste kennismaking met Mylo is al meer dan een jaar geleden. Switch, het danceprogramma van het Belgische radiostation Studio Brussel draaide de hit Drop the Pressure met grote regelmaat. Wat een nummer! De eerste keer dat ik het hoorde dacht ik: “Eindelijk! Daft Punk heeft weer een goede single gemaakt.” Maar nee, het bleek de Schotse producer Mylo te zijn. Een half jaar geleden heb ik zijn album Destroy Rock And Roll gekocht en een groot aantal luisterbeurten gegund. Het nieuws van V2 dat ze dat album nu releasen, vond ik wat vreemd. De plaat is toch al lang uit? Hoe zit het precies? Ik zal Mylo eens even bellen over de re-release van het album. Ach, en als ik hem toch aan de lijn heb, ook maar over zijn muzikale voorbeelden en het doen van live-shows.

~

Eerst even een korte introductie. Mylo (echte naam: Myles MacInnes) is een Schotse dance-producer die de wereld over zwierf tot hij een jaar of drie jaar geleden besloot zich volledig te richten op het maken van muziek. Het resultaat verscheen vorig jaar. Destroy Rock And Roll, zijn debuutalbum, werd niet wereldwijd sterk gepromoot maar sloeg toch in als een langzaam ontploffende bom. De muziek klinkt als een mix van Röyksopp, Daft Punk en Les Rythmes Digitales. Alleen in Groot-Brittannië vloog de plaat al meer dan 150.000 maal de toonbank over.

‘Sorry, ik heb maar twintig minuten,’ kraakt het door de telefoon. ‘Ik heb het erg druk. Dat is de grootste verandering vergeleken met twee jaar geleden. Mensen vragen me vaak of ik veranderd ben, of ik een groter huis heb enzo. Maar het enige dat veranderd is, is mijn agenda…’

Grote promotiecampagne

Hoe zit het nu precies? ‘Destroy Rock And Roll was klaar. Ik had het gevoel dat hij helemaal af was. Ik heb het beste album gemaakt dat ik kon maken en toen was het hopen dat hij aan zou slaan. Het begon in Engeland en Frankrijk en langzaam druppelde hij België en Nederland binnen, alles zonder veel promotie. Door het grote en onverwachte succes brengt V2 de cd opnieuw uit met twee nieuwe nummers. Nu komt er in heel Europa en de Verenigde Staten een grote promotiecampagne,’ zegt hij niet zonder trots. En Mylo heeft reden om trots te zijn. Destroy Rock And Roll is namelijk een van de beste dance-albums van het afgelopen jaar. Een van de oorzaken van zijn succes is dat zijn plaat werd opgepikt door Too Many DJ’s. ‘Zij begonnen mijn nummers in hun shows te draaien en dat heeft zeker geholpen aan de populariteit van nummers als Muscle Cars en Drop the Pressure.’

Bob Dylan

~

Bijna elke review van Destroy Rock And Roll maakt een vergelijking met de Franse dance en, met name, Röyksopp. Zelf zegt hij dat een eer te vinden. ‘Oh, het is absoluut een eer. Röyksopp is geweldig en Melody A.M. [hun debuutplaat, red.] is een prachtig album. Het technische gedeelte van Destroy Rock and Roll lijkt inderdaad wel op Melody A.M. maar mijn muziek is iets meer up-tempo, je kunt er beter op dansen.’ Röyksopp is niet het enige voorbeeld van MacInnes. ‘Naast Röyksopp en Daft Punk luister ik erg veel naar oude muziek. Supertramp, Steely Dan. Maar de artiest die ik het meest bewonder is Bob Dylan. Hij was echt een persoonlijkheid en dat klonk door in zijn muziek.’

Puzzelstukjes

Terug naar Mylo en zijn muziek. MacInnes is, naast een groot liefhebber, een echte muziekfreak. Zijn nummers moeten perfect uitgewerkt klinken en er moet niets aan ontbreken. Het uitwerken van ideeën tot volwaardige nummers gaat meestal als het maken van een puzzel. ‘Ik krijg een idee, een loopje of denk aan een sampletje en bewerk ik dat in de studio tot een nummer. Muziek maken is net een puzzel, stukjes bij elkaar leggen, kijken wat past.’

Logisch vervolg

Live presenteert hij zijn muziek met een band. Dat ervaart hij als iets heel anders dan thuis op de computer zijn liedjes maken. ‘Het was een hele verandering, ja, maar het voelde als een logisch vervolg. Toen ik Destroy Rock and Roll maakte, heb ik geen moment gedacht aan de presentatie ervan. Met een band kan je je op een veel betere manier aan het publiek presenteren dan achter draaitafels. In het begin was het moeilijk en het kostte veel tijd om alles muzikaal gezien te laten kloppen, maar het was het zeker waard. Het voelt echt alsof ik in een band zit en de interactie met het publiek is fantastisch.’ Afgelopen festivalseizoen deed Mylo inclusief band onder andere de Nederlandse festivals Mysteryland en Lowlands aan. ‘Mysteryland was “incredibly crazy”. Het is echt een techno- en trancefestival en daar deed ik mijn relaxte dance-show. In het begin voelde ik me een beetje alsof ik er niet thuis hoorde maar iedereen vond het gelukkig leuk. Wijzelf ook! Na onze show hebben we van boven in de toren naar het avondprogramma gekeken en naar de duizenden technofans. Geweldig.’ Aan Lowlands koestert de vriendelijke Schot nog betere herinneringen. ‘Het is het leukste festival waar ik ooit geweest ben. Onze show liep perfect, misschien wel de beste ooit, en het publiek was laaiend enthousiast. Plus dat ik nog veel leuke concerten heb gezien: Soulwax, Franz Ferdinand… Nee, het was echt super.’

Nieuwe plaat

‘Een nieuwe plaat komt er voorlopig nog niet aan. Door de re-release heb ik veel promotionele activiteiten, maar aan het einde van het jaar duik ik de studio in. Ik kan echt niet wachten. Momenteel heb ik veel ideeën die ik op mijn laptop zet wanneer ik inspiratie krijg, een ideetje of een loopje bedenk, maar ik heb gewoon te weinig tijd om er iets van te maken. Ik heb wel veel nieuwe ideeën en nummers die half af zijn, maar ik moet gewoon de tijd nemen om het goed uit te werken. Nee, ik kan echt niet wachten.’

Fans zullen dus nog even moeten wachten op nieuw materiaal. Kun je echt niet wachten om meer van Mylo te horen, dan kan je Mylo live zien op 8 juni in de Melkweg. Wil je hierheen? We geven tien kaartjes weg!

Film / Films

De ultieme comicverfilming

recensie: Sin City

.

~

De film vertelt drie verschillende verhalen, die gemakkelijk in elkaar overlopen. De stoere, maar stille Marv (Mickey Rourke) wil wraak nemen op de moordenaar van de enige vrouw die hem ooit beminde. Privé-detective Dwight (Clive Owen) helpt de hoeren van Sin City tegen een corrupte politieagent en de maffia. Tenslotte is er nog de laatste eerlijke agent Hartigan (Bruce Willis), die er alles aan doet om stripper Nancy te redden van een wel érg eng, geel monster.

Twee regisseurs

~

Sin City kent twee regisseurs, iets wat Rodriguez (Desperado, Spy Kids) zijn lidmaatschap van de Amerikaanse regisseursvakbond kostte: zoveel had hij er voor over om zijn droomproject op poten te zetten. Maar voordat Frank Miller, de schepper van de comic, aan boord kwam als de tweede man op de regiestoel, moest hij eerst nog worden overgehaald, omdat hij zijn ‘kind’ niet wilde verliezen aan Hollywood. Zonder medewerking van Miller maakte Rodriquez daarom alvast de korte proloog van de film. Miller was direct verkocht en wilde maar wat graag meewerken. Daarnaast mocht huisvriend Quentin Tarantino ook nog één scène regisseren: de scène in de auto met Dwight is van zijn hand.

Green screen

Nog een opvallend aspect aan Sin City is het gebrek aan decors. Op het witte doek ziet alles er heel ‘normaal’ uit, maar alle scènes zijn in Rodriguez’ studio voor een zogeheten ‘green screen’ geschoten. Alles wat te zien is, op wat kleine dingen als wapens na, zijn met de computer gemaakt. Het is er absoluut niet aan af te zien: de beelden zien er verbluffend mooi uit en het is niet aan de acteurs te zien dat ze ‘in het niets’ moesten acteren.

Kleuren

Alles aan Sin City ziet er gelikt uit. De sfeer van de kille stad is perfect, maar ook de personages zijn tot in de puntjes uitgewerkt, en de dialogen en vele voice-overs mogen er zijn. Ook de muziek is goed gekozen, die maakt de hele film af en geeft hem nóg meer sfeer. Maar het meest opvallend blijven de kleuren. De gehele film is zwart-wit, waarbij de nadruk vaak meer op het witte dan op het zwarte ligt. Af en toe zijn details ingekleurd, zoals gymschoenen, lippen en ogen. Het resultaat is uniek.

Pareltjes

Voor hun project hebben de regisseurs een potje acteurs opengetrokken waar je u tegen kunt zeggen. Van Mickey Rourke tot ‘onze’ Rutger Hauer, uiteraard als schurk. Geen enkele ster laat het afweten in deze visuele film, waardoor vrijwel elke scène een pareltje is om naar te kijken, ook naast de beelden. Let vooral even op Elijah Wood als Kevin en Nick Stahl als Yellow Bastard. Beide acteurs laten een geheel nieuwe kant van zichzelf zien.

Stoere vrouwen

De enige puntjes van kritiek die geleverd zouden kunnen worden op Sin City, zijn de man/vrouw-verhoudingen en het vele geweld. Alle vrouwen zijn wel erg mooi en stoer, de mannen lijken meer diepgang te hebben. Maar het stoort nergens en alle personages hebben een duidelijk aandeel in de film. Het geweld is stilistisch zo mooi dat ook dat een kunstwerk is om naar te kijken.

Vervolgen

Sin City is een bijzondere film die deze lente niet misstaat naast grotere films. Filmliefhebbers hebben iets om twee uur lang hun lippen bij af te likken en om hun ogen uit te kijken. Het is niet verwonderlijk dat beide regisseurs al bezig zijn met een tweede en wellicht ook derde deel. Het is te hopen dat de film genoeg publiciteit krijgt, want het zou zonde zijn als dit juweeltje flopte.

Theater / Voorstelling

Verhalen onder je huid

recensie: Under my skin (Ivana Müller)

Waar komen die vlinders in je buik eigenlijk precies vandaan? En wat voor gezicht heeft de pijn? Waar verblijft het verlangen? Hoe sluit je iemand in je hart en wanneer heb je je buik van iets vol? Ondanks dat de wetenschap veel van de geheimen van het menselijk lichaam verklaarde, blijft je eigen lijf genoeg mysteries met zich meedragen. Er speelt zich onophoudelijk van alles af onder je huid, zo intiem en zo dichtbij, en toch zo raadselachtig en onzichtbaar. In haar voorstelling Under my skin speelt choreografe/performer Ivana Müller met dit idee, en nodigt ze je uit een kijkje te nemen in haar eigen lichaam.

~

De flyer van de voorstelling laat dan ook een tekening zien van een vrouw met roodfluwelen theatergordijntjes in haar buik. En ze hangen ook daadwerkelijk voor de deur aan het begin van de voorstelling, die rode gordijnen. Als Ivana je hoogstpersoonlijk uitnodigt om haar lichaam te betreden en daarbinnen een rondgang te maken, schuiven ze opzij en sta je met een klein groepje bezoekers in een halfduister fluwelen labyrint. “U bevindt zich hier,” lees je op een kaart, en je zult vervolgens door een gids rondgeleid worden door de verschillende ruimtes om daar de wonderlijke bewoners te ontmoeten.

Sensaties

Als ouverture zie je enkel een ballet van gordijnen die overal om je heen open en dicht schuiven. Als om je duidelijk te maken dat de richting van je blik zal bepalen wat je ziet. En er is veel te zien op deze wonderlijke tocht: je bezoekt een kamer met fluisterende herinneringen, je draait door in de kamers van het hart, je ontdekt waar de lichaamsgeluiden ontstaan en ontmoet een van de oudste bewoners die de pijn fabriceert. Je wordt ook zelf deel van de lichaamsstroom. Er zijn verloren ruimtes, er is een hoofd dat de beslissingen neemt en rebellen die daartegen in opstand komen en er zijn vreemde naamloze wezens die je maar beter in de gaten kan houden. Ook Ivana zelf kom je nog tegen: als een primitieve verbeelding van haar eigen ziel loopt ze in haar lichaam rond. Lichamelijke sensaties krijgen zo een gezicht en een verhaal.

Dwalen in het donker

De Kroatisch-Nederlandse Ivana Müller werkt in dit stuk samen met de Britse performer Bill Aitchison, de Kroatische choreograaf en performer Andrea Bozic en de Franse filmmaker Nils de Coster. De spelers nemen steeds verschillende gedaantes aan en ook de ruimtes worden naar believen omgetoverd. Al dwalend door het veranderlijke roodfluwelen doolhof raak je je gevoel van tijd en richting kwijt. Videobeelden versterken de illusie van een groot complex systeem waar je maar een klein stukje van te zien krijgt (‘Niet het hele lichaam is opengesteld voor publiek’). Al wordt er hier en daar een tipje van de sluier opgelicht, er blijft genoeg te raden over in het donker.

Draagbaar theater

Under my skin is een liefdevol gemaakte, kleine voorstelling, een ongewone ontdekkingsreis heel dicht bij huis. Een intieme ervaring die je uitnodigt naar je lichaam te kijken als was het een persoonlijk draagbaar theatertje. Waarin zich van alles afspeelt. Waarin je, als je de luiken van je ogen sluit, kan ontdekken welke verhalen er tot leven komen onder je eigen huid.

Under my skin is te zien op 2, 3 en 4 juni 2005 in de Stadsschouwburg van Rotterdam en in oktober 2005 in Frascati te Amsterdam.

Muziek / Achtergrond
special: De copyrightmaffia heeft weer een slachtoffer geëist. Wie volgt?

Is kopiëren origineel?

Hyperion is dood. Nog niet officieel, maar het zit eraan te komen. Een van de meest innovatieve klassieke labels van de afgelopen jaren gaat ten onder in een juridische strijd over de bewerking van een stuk dat het jaren geleden opnam.

~

Als je iets van iemand koopt, moet je daarvoor betalen. Zo werkt het in grote lijnen ook met auteursrecht. Met dien verstande, dat auteursrecht een zekere originaliteit vereist: ik kan uiteraard geen rechten krijgen op iets dat iemand anders heeft gemaakt.

Toch wel

Niet? Nou, dat valt dus nog maar te bezien. Ene Dr. Lionel Sawkins bewerkte een aantal werken van de Franse componist Michel-Richard de Lalande (1657-1726). Hyperion gebruikte deze editie om een opname te maken van een aantal van Lalandes stukken. Waar de rechter nu Sawkins gelijk in heeft gegeven is zijn bewering dat die bewerking een nieuw, origineel stuk creëerde waar zijn auteursrecht op gold.

It’s mine!

~

Het klinkt misschien niet eens zo onredelijk, zou je zeggen. De man heeft er werk in gestoken om de manuscripten tot een werkbare uitvoering om te werken. Laat hem dan ook daarvoor betaald worden. Alarmerend is dat die muziek daarmee blijkbaar zijn muziek is geworden. Stel je voor: ik koop Zwagermans nieuwste, hap, knip en snij er een beetje in en voilá! Het is mijn eigen werk geworden! Of nog leuker: in plaats van dat zieltogende proefschrift zelf te schrijven, ‘bewerk’ ik een ander proefschrift!

Gek

Zo gek zal het toch niet zijn? Nee? Toch wel, dus. De Britse rechter vond blijkbaar dat de ‘effort, skill and time which the judge found Dr Sawkins spent in making the 3 performing editions were sufficient to satisfy the requirement that they should be “original” works in the copyright sense’. Een werk kan dus door louter inspanning ‘origineel’ worden gemaakt. Dit, ondanks dat Sawkins aan de bestaande muziek werkte van een ander (Lalande), Lalandes werk geen auteursrecht meer rust en Sawkins geen muziek of noten zelf heeft toegevoegd. Een beetje typografie en een nieuw hoesje volstonden blijkbaar voor het toekennen van auteusrecht. De ‘Nieuwland Nirvana Edition’ komt eraan!

Middeleeuws

De implicaties van het Engelse vonnis zijn verreikend – maar vooralsnog vooral voor Groot-Brittannië zelf, in juridische termen een soort middeleeuwse provincie. Het valt te hopen dat in de meer beschaafde landen van de EU hier afwijzend op zal worden gereageerd, anders kon het wel eens heel moeilijk worden om überhaupt tot een uitvoering van muziek te komen – of, wat dat betreft, film en boeken. Van een uitgever worden risico’s gevraagd die hij in alle redelijkheid niet kàn nemen.

Ontspanning door inspanning

Maar als inspanning volstaat, dan betekent dat ook dat een uitvoering als een ‘inspanning’ kan gelden. Naast uitvoeringsrechten kunnen muzikanten dus ook muzikaal auteursrecht krijgen. Daar zou ik me als arrangeur en tekstschrijver de nodige zorgen over maken.

Wurggreep

De uiteindelijke conclusie is, dat er op termijn iets gedaan zal moeten worden aan de huidige regelingen omtrent auteursrecht, in het bijzonder in de Angelsaksische landen. Maar gezien de wurggreep waarin het juridisch stelsel van die landen gehouden wordt door de juristenmaffia is het niet erg waarschijnlijk dat daar iets gebeurt. Daar wordt aan bijgedragen door bedrijven zoals Disney, die de verlooptermijn van auteursrecht keer op keer proberen op te schuiven in een poging om hun rechten op oude ’trademarks’ (bijvoorbeeld Mickey Mouse) te behouden. En de auteursrechtparanoia lijkt vooralsnog alleen maar toe te nemen – alarmerend genoeg ook in Europa.

Het licht uit?

Het licht voor Hyperion gaat langzaam maar zeker uit, vooral dankzij de rekening van Sawkins’ advocaten. Maar ik zou ook niet graag in de schoenen van Engelse labels als Chandos staan, die zich met vergelijkbaar repertoire als Hyperion in leven proberen te houden.

De lat voor wat al dan niet ‘origineel’ is, wordt op deze manier wel heel erg laag gelegd en hoewel iedereen wel beter weet zou het toch prettiger geweest zijn als de Engelse juristen zoiets abstracts als het maatschappelijk belang beter in de gaten hadden gehouden. Laten we in hemelsnaam hopen dat de Europese juristen die taak beter aankunnen dan hun Britse vakgenoten.

Theater / Voorstelling

Toevallige ontmoeting smaakt naar meer

recensie: Oogverblindend (Productiehuis Frascati)

.

Het dramatische liefdesverhaal over de hartstochtelijke verlangens van een jonge vrouw om aan de zwaarte en de dreiging van de buitenwereld te ontkomen, worden sterk neergezet door Georgina Verbaan. René van Asten is haar onzichtbare tegenspeler. Ergens achter de coulissen reageert hij live aan de telefoon.

Tenger

~

Na een kort filmpje wordt het toneel verlicht. Ineengedoken in een hoekje, bijna niet te zien, zit een tenger meisje. De telefoon houdt ze krampachtig vast. Door de grootte van het decor valt Verbaan bijna weg, maar aan het einde van het stuk is ze tijdens het telefoongesprek uit haar hoekje gekropen en lijkt ze niet meer dat bange ‘muisje’ van aan het begin.

Geen glamour

Door haar enige raam komt wat licht naar binnen. Alle glitter en glamour zijn bij Verbaan teruggebracht tot wat lichte make-up. In haar lege, weinig verlichte kamer loopt ze in haar slobberbroek. Alle aandacht gaat duidelijk uit naar de tekst. Door het minimalistische decor is het publiek al meteen vanaf het begin van de voorstelling verplicht zich te concentreren op de Engelstalige tekst. Dit gegeven maakt de dialoog geloofwaardiger. Het zou raar zijn als de chirurg in Argentinië vloeiend Nederlands zou spreken. Overtuigend, beheerst wanhopig en ingetogen speelt Verbaan de Engelstalige tekst. Ook in de stem van de chirurg aan de andere kant van de telefoonlijn klinkt beheerste wanhoop.

Bijna voelen

In tegenstelling tot Verbaan moet Van Asten het dit keer niet van zijn spel hebben, maar van zijn tekst en stem. Als publiek kan je de pijn en de twijfel in zijn stem bijna voelen. Zijn verhaal en de reden van zijn telefoontje wordt langzaam duidelijk. Eigenlijk had hij graag willen ophangen, maar haar vragen weerhouden hem daarvan. Toch ligt de regie van het telefoongesprek in zijn handen. Net als het noodlottige einde.

Herkenning

Voor je ogen zie de vreemdelingen naar elkaar toegroeien tijdens de telefoongesprekken. Tijdens één van de gesprekken herinneren ze beide een moment op het strand van Cuba. Door de wanhoop in hun leven beelden ze zich in dat op dat moment ze elkaar ook echt ontmoet hebben. Vanuit een gevoel van herkenning wil ze hem graag ontmoeten.

Eerder gedaan

Al eerder verraste en overtuigde Frisch vriend en vijand met het stuk Gharb, een dialoog in het donker tussen een Arabische man en een skinhead, minuten na hun fatale confrontatie. En met Oogverblindend doet Frisch het opnieuw. De van oorsprong filmmaker, die nu ook bezig is met het ontwikkelen van de speelfilm Oogverblindend, heeft zich de afgelopen jaren weten te profileren in de theaterwereld. In zijn werk zoomt hij in op de schoonheid en de menselijkheid van extreme situaties. Waar mensen de draad verliezen, houvast zoeken en rondtollen in een tijd vol leed en gewelddadigheid neemt Frisch zijn publiek mee naar de onderlaag, de poëzie en de nuances.

Details

In de theatrale vorm van een telefoongesprek schuilt het gevaar dat het stuk qua mis en scène haast saai is en het publiek tussentijds afhaakt. Ook de zwaarte van het onderwerp doet de dialoog geen goed. Door kleine grapjes tussen de regels te stoppen, maakt Frisch het stuk wat verdraaglijk. One-liners als: ‘The grandfather of your little princes Amalia didn’t know either,’ zorgen voor een break en een lach. De chirurg heeft het dan over de misverstanden in zijn land waar hij onbewust medeverantwoordelijk voor is. Net zo plotseling als het stuk begon, eindigt het stuk ook weer.

Oogverblindend gaat in het seizoen 2005/2006 op tournee.

Boeken / Non-fictie

Nederland als het brandpunt van de Verlichting

recensie: Jonathan Israel - Radicale Verlichting: Hoe radicale Nederlandse denkers het gezicht van onze cultuur voorgoed veranderden

.

Voor hen die de term Verlichting zonder nadenken in de mond nemen is er nu een goede kuur voor handen: de kloeke studie Radicale verlichting van de Britse historicus Jonathan Israel, waarin de totstandkoming van de eerste verlichtingsideeën tot in detail uiteen wordt gezet met de 17e-eeuwse Republiek der Nederlanden als belangrijkste brandpunt.

Onderschat

Spinoza

Hoewel historici het er over eens zijn dat de ideeën die ten grondslag lagen aan de Verlichting reeds in de 17e eeuw opgang maakten, leggen ze het zwaartepunt van de verlichting toch telkens weer in de 18e eeuw, aangezien men zich dan pas werkelijk bewust zou worden van de aard van deze ideeën. Israel is een van de weinigen die er een radicaal andere visie op nahoudt. Volgens hem werd er in de 18e eeuw nauwelijks iets toegevoegd aan de veel radicalere verlichtingsideeën uit de 17e eeuw.

In Radicale verlichting, bekroond als het beste Amerikaanse historische werk van 2001, gaat Israel uitgebreid in op de opkomst van de Verlichting, waarbij hij aan Nederland een cruciale rol toekent. Een van de belangrijkste stellingen die hij met goed onderbouwde argumenten uitwerkt, is dat het belang van de radicale Vroege Verlichting enorm is onderschat. Daarnaast laat hij overtuigend zien dat het spinozisme van die tijd een cruciale rol heeft gespeeld in de opkomst en ontwikkeling van de belangrijkste verlichtingsideeën.

Onderstroom

Israels studie is voor een belangrijk deel gegrondvest op het onderscheid dat hij maakt tussen een gematigde hoofdstroom en een radicale onderstroom van de Verlichting. Israel is daarbij vooral geïnteresseerd in de radicale onderstroom die volgens hem veel belangrijker en complexer is dan vaak wordt aangenomen. Deze onderstroom begint zich al rond 1650 te roeren en is volstrekt niet bereid om compromissen met het verleden te sluiten, laat staan om bestaande structuren overeind te laten.

Zij verwierp de schepping zoals die werd geleerd in de joods-christelijke beschaving, en het ingrijpen van een almachtige God, ontkende het bestaan van wonderen, beloning en straf in een hiernamaals, verachtte alle vorm van kerkelijk gezag en weigerde het bestaan te accepteren van een door god gegeven sociale hiërarchie.

De gematigde hoofdstroom van de Verlichting die rond 1750 opgang maakte, was veel minder radicaal in zijn opvattingen en wilde binnen de bestaande structuren blijven opereren. Ze streefde ernaar:

onwetendheid en bijgeloof te overwinnen, verdraagzaamheid te bevorderen en een omwenteling teweeg te brengen op het gebied van ideeën, onderwijs en gedrag, maar wel op zo’n manier dat de elementen van de oude structuur […] werden behouden en veiliggesteld.

In feite, zo laat Israel zien, is de late hoofdstroom van de Verlichting een afzwakking van de vroege, meer oorspronkelijke radicale Verlichting.

Republiek der Nederlanden

Israel geeft een uiterst minutieuze beschrijving van de ontwikkeling van de vroege, Radicale Verlichting. Hij laat zien dat de Republiek der Nederlanden niet alleen een toevluchtsoord was voor vele in het nauw gedreven filosofen en schrijvers, waarvan René Descartes vermoedelijk het beroemdste voorbeeld is, maar zelf ook een belangrijke bijdrage leverde aan het Europese debat. De invloedrijkste exponent hiervan was de joodse lenzenslijper Benedictus de Spinoza (1632-1677), die door zijn geloofsgenoten in de ban werd gedaan en in Europa algauw bekend stond als het prototype van de kwade genius.

Tolerantie

Er waren echter ook andere, tegenwoordig nauwelijks bekende Nederlandse denkers die een belangrijke bijdrage leverden. Zo werd het recalcitrante boek De hemel op aarde van een dominee uit Zwolle in heel Europa gelezen en bediscussieerd. Tevens wordt duidelijk dat sommige hedendaagse problemen reeds besproken werden door onze 17e eeuw voorouders. Zo schreef de in Rotterdam wonende geschiedenis- en filosofiedocent Pierre Bayle (1647-1706) reeds een nog altijd relevante theorie van de tolerantie. Israel blijft met zijn studie echter niet binnen de landsgrenzen van de Republiek hangen, maar verkent ook uitgebreid de ontwikkelingen die zich in de rest van Europa voltrokken en die vaak in gang werden gezet door wetenschappers die een tijdlang in Nederland gestudeerd hadden.

Nederlandse editie

Israel laat de gebaande paden vrijwel volledig links liggen en opent het perspectief op nauwelijks bekende gebeurtenissen. De Nederlandse vertaling van Radicale Verlichting is dan ook een uitgelezen kans om met dit magnifieke standaardwerk kennis te maken. Het bijna 1000 pagina’s tellende boek laat zich moeilijk in een ruk achter elkaar uit lezen, maar is als studie en naslagwerk eigenlijk onmisbaar voor iedereen die zich ook maar enigszins met de Verlichting bezighoudt. Een bijkomend voordeel van de Nederlandse editie is dat de vele citaten uit Nederlandstalige schotschriften, notulen en brieven in de oorspronkelijke taal konden blijven staan. Bovendien zijn de illustraties niet langer in een apart katern opgenomen (zoals in de Engelstalige uitgave), maar in de tekst zelf en zijn er ook nog eens een heel aantal extra illustraties toegevoegd.

Muziek / Album

Mooi maar saai

recensie: Al Green - Everything's OK

Afgaande op de hoesfoto’s zou je het misschien niet zeggen, maar alles gaat goed met Al Green. De man is al jarenlang in den Heere, en hij is er gelukkig mee als een mongooltje met een stuiterbal. Daarom stapte de legende van de gladde soul in de jaren tachtig over naar de reli-muziek. In 2003 kwam hij met de plaat I Can’t Stop terug in de soul en hoewel “The Reverend” nog altijd overtuigd gelovig is, lukt het hem op Everything’s OK zelfs twaalf nummers lang het heerlijke evangelie niet te verkondigen.

~

De generatie waar ikzelf toe behoor kent Al Green vooral van het in Pulp Fiction gebruikte Let’s Stay Together. Dit door Tarantino uit de kast getrokken en ontstofte nummer is exemplarisch voor het werk van Green. Liefjes, rustig en gladjes; ideaal om op te “slijpen”, of zelfs kinderen op te verwekken. Maar heftig en passievol dansen of vrijen is er zeker niet bij.

Geen spanning

Het probleem met Greens werk is dat alles tot in de puntjes klopt: geen dissonante tonen en al helemaal geen uitschietende stembanden. Knap is dat zeker: het maakt veel van zijn werk goed en degelijk, maar daarmee ook erg saai. Everything’s OK is wat betreft zeker geen uitzondering op zijn carrière. Een voorbeeld van Greens vlakke en van weinig lef getuigende stijl is het tweede nummer van zijn jongste plaat: de cover You Are So Beautiful. Hij doet werkelijk niets noemenswaardigs met het toch al doodgeslagen nummer waardoor alle spanning ver te zoeken is. Beduidend beter zijn de eigen nummers, waarin de band meer ruimte krijgt en Green de stembanden ook iets meer laat werken.

Gevoelloos

Producer Willie Mitchill, de grote man achter Greens succescarrière, laat ook op deze plaat weer zien te weten hoe een soulnummer in elkaar steekt. Perfect zijn bijvoorbeeld de liefdesliedjes Perfect to Me en Real Love. Bijna niets op aan te merken – je zou zelfs kunnen zeggen dat er passie in de nummers zit, maar toch mist het echte gevoel. De nummers blijven te plastic en oppervlakkig. Een ander voorbeeld van een uitgelezen gladde-maar-mooie-soulsong is het openings- en titelnummer Everything’s OK. Green zingt dit met zijn bekende uithalen en de pompeuze band krijgt iets zelfs orkestraals. Zondermeer een mooi nummer, zoals geldt voor de meeste nummers. Probleem is alleen dat de plaat als geheel te weinig biedt. Als Green nu eens een aantal iets minder veilige keuzes zou maken dan kan hij goed mee in de vleugels van de nu-soul.