Klein en groot(s) werk
Iedereen kent wel een werk van Rudi van de Wint (1942-2006). Al is het maar van afbeeldingen. Bijvoorbeeld van zijn grote, rood-zwarte schilderijen in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer. Of van het plafond in Paleis Noordeinde, het werkpaleis van de koning. Gigantische werken, maar op de overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum Alkmaar valt op hoe groots ook het kleine(re) werk van deze kunstenaar is.
These en antithese
Rudi van de Wint werd in 1942 in Den Helder geboren. Jarenlang woonde hij in Amsterdam alvorens hij terugkeerde naar zijn geboorteplaats om daar vanaf 1980 aan zijn grote project De Nollen te werken – een landschap met kunstwerken als totaalkunstwerk dat toegankelijk is voor publiek. Hij overleed plotseling in 2006.
Zijn werk balanceert tussen beeldhouw- en schilderkunst, architectuur en landschapskunst. Dat blijkt meteen al bij binnenkomst in de fraai ingerichte tentoonstellingszaal in het Stedelijk Museum Alkmaar. Niet alleen uit het tekstbord dat wijst op zijn twee aliassen: Jochum en Rudi, maar ook uit het grote werk dat er hangt: Anderhalve cirkel, olieverf op doek en hout. Het hout van dit werk is omwikkeld met canvas, maar ook beschilderd als een schilderij. Het werk komt een beetje naar voren van de muur, zodat je een schaduw ziet die het ruimtelijke karakter van het werk accentueert.
Rudi is de rationele kant van Van de Wint, die zich uit in dergelijke conceptuele en abstracte werken, Jochem is zijn expressieve en emotionele kant. Hij is niet de eerste kunstenaar die zich zo afficheert; ook de componist Robert Schumann kent twee alter ego’s: de melancholieke denker Eusebius en de energieke Florestan.
Synthese
De tegenstellingen tussen Jochum en Rudi komen duidelijk naar voren in Eclips, een serie eclips werken. Licht tegenover donker, formeel tegenover abstract, kosmos tegenover zee. De cirkelvorm komt terug in de serie Het oog, met in het midden telkens een soort opening die een oneindige diepte wil verbeelden, zoals het wit op het plafond in Paleis Noordeinde en in enkele kunstwerken in De Nollen in Den Helder. Want naast die rationele en emotionele kant heeft Van de Wint nog een derde kant, die als een synthese beide samenbrengt: mystiek aandoend licht. Dit blijkt heel duidelijk uit een andere serie kleine kunstwerken: De Wade of Kruiscomposities, in gouache en aquarel op papier. Zelf zegt hij hierover: ‘Hierin ligt iets dieperliggends. Een metafysische laag, waarin het verborgene en sublieme besloten ligt.’ Zelfs letterlijk dieper liggend, zoals Eidolon (1993/1998-2006) in cortèn-staal in De Nollen, dat sterk doet denken aan de Santa Maria degli Angeli van architect Mario Botta in Ticino (Zwitserland).
Opmaat voor het grote werk
Naast deze drie grootse series (Eclips, Het oog en De Wade) toont Museum Alkmaar ook kleine modellen van groter beeldend werk, die in het hart van de zaal staan opgesteld en enkele schetsen die wonderlijk genoeg bij een trapportaal hangen en zo relatief veel licht vangen. Dat is opvallend in een zaal waar aan de andere kant de sensoren zó strak staan afgesteld, dat ze met enige regelmaat afgaan wanneer een bezoeker te dicht een fragiel werk nadert. Het zijn allemaal kunstwerken die toewerken naar de schilderijen in de Tweede Kamer (momenteel afgedekt), het plafond in Paleis Noordeinde en naar De Nollen in Den Helder. Maar misschien zijn het wel die kleine, mystiek aandoende series die op zichzelf staan en de meeste indruk maken. Je keert er telkens naar terug om ze nog maar een keer op je te laten inwerken. Alles bij elkaar is het een expositie die de moeite meer dan waard is om te bezoeken. Misschien zelfs meer dan een keer.
Al dan niet als opmaat voor een bezoek aan De Nollen.