Muziek / Album

Weinig wind in de zeilen

recensie: Starsailor - All the Plans

De Britse band Starsailor wierf met hun in 2001 uitgekomen debuut lovende recensies van de internationale pers. De twee daarop volgende albums werden wat lauwer besproken. Vier jaar na hun laatste album On the Outside is er opnieuw een wapenfeit: All the Plans.

De muziek van de heren van Starsailor valt het beste te omschrijven als poprock. Hier en daar geeft een stevige gitaarlijn acte de présence, maar nooit voelt het viertal de drang om uit de bocht te vliegen. Helaas voor de band is dat deel van het muzikale spectrum waarin zij zich bewegen zo goed als overbevolkt. Ze moeten zich bewijzen tegenover grote namen als Coldplay en publieksfavorieten als Keane.

Mediocre

~

Het album opent met een Coldplayachtige pianomelodie, die al snel vergezeld wordt door de stem van zanger James Walsh. Hoewel het om een karakteristiek stemgeluid gaat, is het wat pathetisch en geaffecteerd. Tel hierbij op de oververtegenwoordiging van hoge tonen en het resultaat is een klankkleur die niet iedereen even goed zal kunnen waarderen. Op het tweede nummer ‘Boy in Waiting’ is er eerst nog de verrassing van een folky akkoordprogressie, maar helaas komt na de sterke intro het pathos en de zeurderigheid weer om de hoek kijken. Die zorgen ervoor dat ook deze song niet boven het maaiveld uitsteekt.

De rest van het album volgt hetzelfde stramien, teksten met veel platitudes over liefde, begeleid door weinig beklijvende poprock. Heel slecht is het niet, en als metgezel van een romantische komedie of eenzame, nachtelijke autorit is het zo verkeerd nog niet, maar écht luisteren doe je zelden, en dát zal toch zeker de bedoeling zijn geweest. Andere kritiek is dat de nummers ‘All The Plans’ en ‘Change my Mind’ wel héél sterk refereren aan respectievelijk Oasis en Wilco. Met ‘One by One’ van laatstgenoemde in het achterhoofd zou een cynisch ingestelde geest welhaast van plagiaat kunnen spreken.

Sterk slot

Gelukkig is het niet alleen maar miserie wat de klok slaat. Op ‘The Thames’ en ‘Stars and Stripes’ komt het ensemble met een wat donkerder geluid. De groove is naargeestiger en nadrukkelijker aanwezig dan op het overige deel van het album en de teksten herbergen een welkome weltschermz, zoals ‘is love just a big mistake?’ uit ‘The Thames’. Op ‘Stars and Stripes’ waagt de band zich zelfs aan een politieke tekst.

De laatste twee nummers van de plaat hoeden het totaal voor een mislukking. ‘Listen Up’ laat hetzelfde, meer duistere geluid horen als op de hiervoor besproken tracks. Ook de venijniger uitgesproken tekst is een pluspunt. Hoogtepunt van het schijfje is echter de afsluiter ‘Safe at Home’, een mooi sober opgenomen song, waar de productie voor het eerst op het album de emotie niet in de weg staat. De muziek begeleidt het gevoel dat gezelschappen eenzamer kunnen zijn dan daadwerkelijk alleen zijn, bij voorkeur te beluisteren tijdens een nachtelijke wandeling, met de handen diep in de zakken en het hoofd licht gebogen.

Knippen en plakken

Drie redelijk sterke nummers en een echte uitschieter, een povere oogst. De plannen waren er ongetwijfeld, maar de realisatie is niet urgent genoeg. Gelukkig valt er met de huidige generatie afspeelapparatuur gemakkelijk een selectie te maken.