Malford Milligan & The Southern Aces
Muziek / Reportage
special: Lustrumeditie festival schittert
Malford Milligan & The Southern Aces

Terug naar Tiengemeten

Het tweedaagse festival Terug naar Tiengemeten sluit haar lustrum op een prachtige zondag. De weergoden zijn het festival goed gezind. Een stralende zomerdag en een programma dat beloftes maakt voor de muziekbeleving. Voor liefhebbers van Americana-muziek is het een prachtige oase.

Het zaterdagprogramma ging aan 8WEEKLY voorbij, maar van muziekliefhebbers die beide dagen aanwezig waren, vernamen we zondagavond op de boot terug naar de wal dat de zondag veruit te prefereren viel. Toch keek iedereen terug op een geslaagde vijfde editie van het kleinschalige festival. Gezien de locatie kan het festival qua bezoekers niet ver boven de vijfhonderd gasten huizen.

Van Hoek maakt hoge verwachtingen waar

We arriveren met de speciale Salonbootvaart op Tiengemeten aan de kleine steiger bij de herberg, net voor het optreden van De Baron. Als Maurice van Hoek en band worden aangekondigd als een ‘must have’ van organisator Hans Oosterhofs vrouw, stijgen de verwachtingen naar nog grotere hoogten dan ze al waren. Direct als Van Hoek met ‘Traveling Man’ zijn set inzet weten we dat hij met zijn band de verwachtingen helemaal gaat waarmaken. Het spelplezier straalt van het podium en de band is prima op elkaar ingespeeld, niet in het minst vanwege de vrolijke frontman Maurice, die de touwtjes stevig in handen heeft. In een set van bijna een huur laat Van Hoek horen hoe hij in 2019 de countrymuziek heeft omarmd. Met een EP en een album als wapenfeiten heeft Van Hoek zijn draai helemaal gevonden. Hij laat zich begeleiden door toetsen, bas, drums en pedalsteel/elektrische gitaar terwijl hij zelf de akoestische gitaar hanteert.

‘Loosing My Mind’ is een tweede hoogtepunt van het optreden van Van Hoek. Na drie kwartier verlaat hij met band het podium, maar wordt door het publiek teruggeroepen voor een toegift. Met ‘I’ll Be on My Way’ sluit Maurice van Hoek zijn optreden op Terug naar Tiengemeten machtig af. Het intro van het nummer lijkt met de Hammondklanken even te sturen naar ‘With A little Help From My Friends’, dat even Woodstock in herinnering roept. Van Hoek heeft met zijn overtuigende optreden zeker nieuwe aanhangers gemaakt!

 

Malford Milligan schittert

Malford Milligan & The Southern Aces zorgen er door de krachtige stem van de frontman en de geoliede band al voor dat de festivalbezoeker het gevoel bekruipt dat het hierna niet meer beter gaat worden. Milligan en band openen met ‘The Man I Used to Be’ en leggen de lat direct heel hoog. Het uur dat volgt vliegt werkelijk voorbij. De hoge lat wordt meer dan eens overtroffen. ‘River Runs Deep’, geschreven door Stephen Bruton, raakt de festivalbezoekers zonder twijfel allen diep in het soulhart. Je moet werkelijk totaal niet van soul houden om niet geroerd te worden door de zang van Milligan.

Het publiek begint spontaan meet te zingen als Milligan het Otis Redding-nummer ‘I’v Got Dreams to Remember’ inzet, dat hij zeker zo mooi als het origineel weet te vertolken. Een ander hoogtepunt is het eerder in de set gespeelde titelnummer van het recente album Life Will Humble You. ‘Meesterlijk’ mag deze song, geschreven door Jack Hustinx en Malford Milligan, zeker genoemd worden. De stem van Milligan heeft door de jaren heen een extra rasperig randje gekregen wat zijn zwarte stemgeluid alleen maar meer kracht heeft bijgezet. Ondanks de witte verschijning van de albino Milligan klinkt hij net zo donker als James Brown.

De toegift is een waanzinnige vertolking van het door Charlie Rich geschreven ‘Feels Like Going Home’. Milligan zingt met een gevoel of het werkelijk het laatste liedje is dat hij ooit zal zingen. Hij start het nummer samen met Roel Spanje op piano en raakt je diep in je hart als hij deze gospel zingt. Ook als je totaal niet gelovig bent, voel je dat hier iemand zingt over de naderende dood. Het nummer krijgt nog een diepere lading als de volledige band zich warm om de zang van Milligan weet heen te krullen. Wat een waardig einde van een uur lang op en top genieten! We kunnen naar huis met deze warme avondgroet.

 

Festivalsluiting met traditionele bluegrass

Tim Knol is met zijn band The Blue Grass Boogiemen in de huid gekropen van de zeer traditionele muziekstroming van de Blue Grass. Dit is een muziekstroming die zijn oorsprong kent aan het einde van de jaren vijftig. Met bijna de hele band rond één microfoon laten Knol en consorten de tijd van de jaren vijftig herleven. Spijtig genoeg voelt het optreden niet als de uitsmijter van het festival; die hadden we werkelijk in het optreden ervoor. Zeker geen slecht optreden, maar Blue Grass biedt een heel smal spectrum dat niet een uur lang kan boeien, hoe goed je het ook beheerst.

Met een heerlijk, muzikaal bevredigd gevoel van een kleinschalig festival, dat groots weet te laten genieten, worden we door de Salonboot weer naar het vasteland gebracht, terwijl de zonsondergang de hemel machtig kleurt. Zo wordt zelfs de overtocht een fraai slotakkoord van deze festivaldag.

 

Boeken / Non-fictie

Waar is de onzichtbare hand?

recensie: Adam Smith - De welvaart van landen

Adam Smiths klassiek filosofische werk over de vrijemarkteconomie is voor het eerst integraal vertaald in het Nederlands. Toen An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations in 1776 verscheen was het voor die tijd een ‘bestseller’ die binnen zes maanden was uitverkocht.

The Wealth of Nations is al sinds jaar en dag vrij verkrijgbaar op internet. Klassieke teksten zoals die van Smith zijn immers rechtenvrij. Wie het Engels machtig is kan zich laven aan honderden pagina’s economische theorie en zal na goed lezen welgeteld één keer het beroemde begrip ‘onzichtbare hand’ tegenkomen. Dit aan Smith vervlochten idee van het zelfregulerende effect van een markt waarbij het najagen van eigenbelang door kapitalisten het collectieve belang dient, is alom bekend. Voor velen is dat genoeg om te weten en te overwegen.

In dat opzicht is het belangrijkste nut van een complete Nederlandse vertaling dat Smith niet alleen toegankelijker wordt voor een groter publiek, maar ook dat de misverstanden omtrent zijn economische theorie laagdrempeliger kunnen worden aangepakt en andere ideeën dan de onzichtbare hand binnen handbereik komen.

Hachelijke zaak

Het blijft een hachelijke zaak om klassiekers te recenseren. De recensies in de tijd van Smith zelf waren al lovend over het werk en sindsdien is het een van de meest invloedrijke werken geweest in de politieke en economische filosofie. Als zelfs de Schotse filosoof David Hume het boek van Smith prijst om ‘zoveel diepte, gelegenheid en scherpzinnigheid, aangevuld met interessante feiten’, dan lijkt het nog weinig zin te hebben om er meer over te zeggen. Ja, we kunnen vaststellen dat Smith boeiender schrijft dan de saaie Marx, maar voor de rest moet je als recensent je plaats kennen.

Een recensie van een klassieker heeft daarom ook veel meer het doel om de tekst opnieuw onder de aandacht te brengen, dan om het werk zelf te beoordelen. Uitgeverij Boom blijft wat dat betreft onvermoeibaar in de serie Grote Klassieken belangrijke literaire, filosofische en geesteswetenschappelijke werken in vertaling uitbrengen. Het moet vaker zijn opgemerkt, maar sinds 2017 is de serie in een nieuw jasje gegoten en dat moet voor velen nog steeds wennen zijn, of zelfs een doorn in het oog blijven. Wie immers de prachtige serie in de grijze met gouden rand bedrukte covers aan het verzamelen was (want dat doet men bij uitstek met series), krijgt daar nu zuurstokgekleurde edities voor terug. Het blijft gissen naar goede redenen hiervoor, behalve een vernieuwingsdrang omwille van het vernieuwen. Opmerkelijk bovendien dat reeds bestaande grote klassieken ook in een nieuw jasje zijn gegoten, maar lang niet allemaal. Waar begint iemand derhalve met verzamelen?

Veenbaas

Terug naar het werk van Smith. Dat is uitstekend vertaald door Jabik Veenbaas, die eerder al verantwoordelijk was voor enkele andere vertalingen binnen de serie en belangrijke vertalingen van grote filosofische werken op zijn conto heeft, waaronder de Kritieken van Kant die ook bij Boom verschenen. Het moet een monstrueus werk zijn geweest om de 1000 pagina’s aan economische theorie te vertalen. Daarbij zijn er honderden pagina’s aan tekst die enkel relevant en waarschijnlijk vooral interessant waren in de tijd van Smith, maar waar de lezer zich nu werkelijk doorheen moet worstelen. Bij het lezen van het werk dringt zich constant de vraag op wie dit tegenwoordig nog systematisch helemaal lezen wil. Dat moeten de absolute liefhebbers zijn met een bijzondere voorkeur voor moderne economie en geschiedenis.

Ten geleide

Wat zonder meer boeiend is om in één ruk uit te lezen, is het uitgebreide ten geleide van Veenbaas wat als een zelfstandig inleidend essay kan worden gelezen op het werk van Smith. Zo’n toevoeging is geen vanzelfsprekendheid in de serie Grote Klassieken. Soms is een inleiding namelijk summier, soms is er een kort nawoord en vaker is er niet of nauwelijks een gedegen inleidende studie op het werk. Wie echter daadwerkelijk van plan is zich onder te dompelen in de lange verhandelingen van Smith over de economische theorie, heeft een waardevolle steun aan Veenbaas. Een register ontbreekt dan weer wel, zoals dat bij Kierkegaards Of/Of bijvoorbeeld het geval is. In het geheel van de serie lijken dergelijke keuzes nogal willekeurig.

Zichtbaar

Het boek was destijds een groot succes. De eerste druk was al na zes maanden uitverkocht en de verkopen van nieuwe drukken bleven voorspoedig lopen. Toen ik een uitgever vroeg naar zijn verwachting omtrent de oplage van deze Nederlandse vertaling, schatte hij in dat Boom er zeker niet meer dan 800 zou hebben gedrukt. Een snelle uitverkoop zou ook niet voor de hand liggen, al zijn er mensen die de uitgaven opkopen om ze later voor een hogere prijs te verkopen. Volgens hem blijft het een risico om dit soort kostbare projecten uit te geven, zoals ook is gebleken bij De ondergang van het avondland.

Het lijkt er echter niet op dat een boek als De welvaart van landen een dergelijk tragisch lot is beschoren. Op de eerste plaats is het onderdeel van een serie en het heeft daardoor een grotere aantrekkingskracht dan een zelfstandige uitgave. Op de tweede plaats is het een door en door klassieke tekst die altijd wel een weg vindt naar hedendaagse lezers en het onderwijs. We moeten in ieder geval blij zijn met uitgevers die misschien in tegenstelling tot wat Smith zelf zou adviseren, tijd, geld en energie blijven investeren om klassiekers zichtbaar onder de aandacht te brengen.

Film / Films

Vriendschap in een wereld van verschil

recensie: Green Book

In de roadtrip movie Green Book zien we een bijzondere vriendschap opbloeien tussen een toppianist van kleur en een blanke arbeider ten tijde van de sterke segregatie in de Verenigde Staten. Dit op waarheid gebaseerde verhaal wordt op een ingrijpende, soms tedere, maar vooral komische manier vertolkt door de twee hoofdrolspelers.

Verrassend is dat regisseur Peter Farrelly in tegenstelling tot zijn humoristische films Something About Mary, Dumb and Dumber en Shallow Hal, hier een serieuzer verhaal neerzet. De overeenkomst ligt in de droge grapjes die ook in Green Book veel aan bod komen. Soms doen de accenten van de uit verschillende milieus afkomstige personages wat absurdistisch en stereotyperend aan, maar wellicht geeft dit ook de werkelijkheid weer in het verdeelde Amerika van de jaren 60.

Tegenstellingen

Je komt gelijk in de sfeer met een levendig swing-optreden in de New Yorkse Copacobana uit 1962, waar de slinkse Tony Vallenlonga (Viggo Mortensen) werkt als uitsmijter. Zijn Italiaanse gezin in Brooklyn heeft het niet breed, dus als de club wordt gesloten probeert hij op allerlei manieren geld te verdienen. Tony, die zich in thuissituaties racistisch opstelt, neemt verrassend genoeg een chauffeursklus aan bij de hoogopgeleide, welgemanierde Afro-Amerikaanse toppianist Dr. Donald Shirley (Mahershala Ali). Tony moet hem van show naar show begeleiden tijdens zijn tour door het gesegregeerde Zuiden van de VS. Dat blijkt geen makkelijke taak.

Vriendschap

Tijdens deze tour ontstaat er een bijzondere vriendschap tussen de twee personages, die in eerste instantie niets met elkaar gemeen lijken te hebben. De verfijnde en gesloten Dr. Shirley laat steeds meer van zichzelf zien aan de grove Tony. Een typisch gevalletje van grote bek, mét groot hart. De verschillen tussen hen worden in beeld gebracht in droge situaties wanneer ze samen fastfood eten tot aan tedere momenten waarin Dr. Shirley helpt met het schrijven van romantische brieven aan Tony’s vrouw. De verschillen worden nog meer geaccentueerd in de schrijnende momenten waarin de rassenongelijkheid pijnlijk duidelijk wordt. Zoals wanneer Dr. Shirley voor de zoveelste keer ergens de toegang wordt geweigerd, of hij zonder gegronde reden wordt aangehouden. Sterk is de scène waarin Dr. Shirley verslagen aangeeft het zat te zijn om maar in hokjes gestopt te worden, terwijl hij voor het ene hokje ‘te wit’ is en voor de ander juist ‘te zwart’. Dit is een boodschap die ook vandaag, zo’n 60 jaar later, nog leeft.

De mentaliteitsverandering van Tony stemt het meest hoopvol. Beetje bij beetje brokkelen zijn racistische denkbeelden af doordat hij steeds meer te weten komt over het leven van zijn gekleurde landgenoten. Dit toont aan dat een open houding leidt tot verbinding tussen verschillende leefwerelden, zelfs in een verdeelde maatschappij. De vriendschap van de twee is uitzonderlijk en geeft daardoor niet de situatie van die tijd weer. Zo was de situatie volgens critici toentertijd veel minder rooskleurig dan de film laat zien. Het is deels ook daarom dat de familie van Dr. Shirley zich niet kon vinden in de vertolking en daarom helaas niet heeft meegewerkt aan de productie. Zo zou de relatie tussen de mannen niet zo hecht zijn geweest als in de film te zien is. Daarnaast heeft Dr. Shirley niet in Europa gestudeerd zoals gesuggereerd wordt in de film, maar volgde hij een opleiding aan ‘black institutions’. Vanwege onder andere deze onjuiste weergave van Dr. Shirley heeft Mahershala Ali achteraf zijn excuses aangeboden aan de familie van de toppianist. Maar het is wel een op een waarheid gebaseerd verhaal, waarin twee mensen toch in die tijd tot elkaar zijn gekomen. Zoiets mag doorverteld worden.

Theater / Interview
special: Interview met Khalia Campbell (Alvin Ailey American Dance Theater)

Interview met Khalia Campbell van het Alvin Ailey American Dance Theater uit New York

Steffen van Zundert interviewt danseres Khalia Campbell in de thuishaven van het Alvin Ailey American Dance Theater: de Ailey studio in New York, New York.

Muziek / Album

On-Nederlandse Karakters

recensie: Nederpop met internationaal tintje

Sabrina Starke zat in de Nederlandse jury van het festival. Hier bespreken we haar nieuwe album. Idan Raichel trad naast Madonna op in de show van het Eurovisiesongfestival. Madonna deed stof opwaaien, terwijl Raichel gewoon fantastisch speelde.

Dat Nederland won met het liedje van Duncan Laurence is natuurlijk een prachtprestatie. Jammer dat het wachten op het album van Laurence zo vreselijk lang duurt. We moeten teren op dat ene liedje ‘Arcade’, dat inmiddels ook akoestisch is verschenen en samen met het origineel ook is uitgekomen op een vinyl 45-toerenplaatje. Laten we dan maar eens kijken naar twee productievere artiesten die ook gekoppeld zijn aan het evenement en de aandacht eveneens meer dan verdienen!

Sabrina Starke

Het album van Sabrina Starke werd in fases uitgebracht. Eerst verscheen het album digitaal. Op Record Store Day 2019 verscheen de vinylversie en nu is er dan de CD. De Record Store Day-uitgave bevat meerwaarde in de vorm van drie extra tracks die de andere uitgaven ontberen. Zo horen we op het vinyl de nummers ‘All In Your Head’, ‘We Have It All’ en ‘Is This Love?’, die volledig ontbreken op de andere geluidsdragers. De fan met platenspeler zal daarom gemakkelijk kiezen voor de volledige uitgave op fraai rose vinyl.

De in Rotterdam geboren Starke debuteerde in 2008 met het album Yellow Brick Road, dat ze opnam voor het vermaarde Blue Note-label. Ze had reeds in 2006 de Grote Prijs van Nederland gewonnen in de categorie singer-songwriter, maar haar carrière startte dus wat later door. Met Underneath The Surface mag ze niet aan de aandacht ontglippen, want het is wederom een prachtalbum geworden met nog altijd de internationale link naar een Eryka Badu. Starke opereert in de hoek van jazz, soul, een tikje pop met reggae; een mix die toch echt onweerstaanbaar is in deze snikhete zomer van 2019. Het album kent geen zwakke momenten. Of je nu kiest voor streaming, cd of de volledige versie op vinyl: het is allemaal meer dan af en heel on-Nederlands.

Starke verdient het om zowel in ons land door te breken naar het grote publiek als om internationaal de aandacht te krijgen. Laat je nog even verleiden door de track ‘Status Quo’ met de fraaie akoestisch bas die je zalft aan de oren en je een langzaam doch dwingend ritme oplegt. Dit wordt gecombineerd met de heerlijke zang van Starke, die je zonder omwegen ook even laat denken aan Lauren Hill van The Fugees.

 

Idan Raichel

De link met het Eurovisiesongfestival is aanleiding om het nieuwe album van Idan Raichel eens onder de aandacht te brengen. Het album And If You Will Come To Me verscheen al wat eerder dit jaar maar bleef helaas onder de radar. In tegenstelling tot het voorlaatste album van Raichel, waarbij hij zich alleen op de piano begeleidde, hebben we nu te maken met een full-band-album. Natuurlijk zingt Raichel in zijn moedertaal, het Hebreeuws; dat maakt de teksten onverstaanbaar voor een groot deel van de wereld. Gelukkig worden de titels van de liedjes vertaald in het Engels weergegeven. Wie de moeite neemt om de cd te kopen wordt getrakteerd op een boekje met vertalingen van de volledige songteksten.

Het album opent met ‘Galgal Mistovev (Spinning Wheel)’ waarna op ‘Ahava Ka’zo (A Love Like This)’ de ruimte wordt geboden aan zangeres Zehava Ben, die gezegend is met een fijne, heldere stem, die fraai kleurt naast die van Raichel. Het is niet de enige samenwerking die superster Raichel op dit album laat horen. Zo horen we ook Danay Suarez, Berry Sakharof en de bij ons meer bekende Bombino. Die laatste schittert in ‘Imidiwanine (My Friends)’, waarin we een mengeling horen van Israëlische klanken met meer Afrikaanse invloeden. Voor fans van Raichel, waar ik mijzelf toe mag rekenen, is het een album dat van begin tot eind blijft boeien door de afwisseling. Iedereen die hunkert naar zijn prachtige werk alleen achter de piano, kan opgelucht ademhalen en luisteren naar de pianoversie van ‘Ve’Eem Tavo’ree Elay (And If You Will Come To Me)’, het titelnummer en tevens de fraaie afsluiter van het album.

Laten we hopen dat Idan Raichel wat gaat profiteren van zijn optreden tijdens het Eurovisiesongfestival. In Nederland zijn er genoeg fans die hem willen horen! Dat bewijst hij keer op keer als hij in ons land komt optreden.

Kunst / Expo binnenland

Een blik in de Biblebelt

recensie: Recensie: Bij ons in de Biblebelt, Museum Catharijne Convent

In de tentoonstelling Bij ons in de Biblebelt opent een vrij gesloten gemeenschap in Nederland de deuren naar de buitenwereld. Herkenbaar voor wie de ‘refowereld’ van dichtbij kent, en verhelderend voor wie er in deze tentoonstelling voor het eerst dichtbij komt.

Campagnebeeld Bij ons in de Biblebelt, foto Sjaak Verboom, ontwerp Fabrique (zonder tekst)

Een respectvolle benadering

Een leven waarin de bijbel je leidraad is, waar je op zondag twee keer naar de kerk gaat en het Reformatorisch Dagblad op de deurmat valt. Het zijn voor reformatorische christenen op de Biblebelt vanzelfsprekendheden. Hoewel de reformatorische zuil van buitenaf misschien een eenheid lijkt, schuilen er veel verschillen in opvattingen, keuzes en uitingsvormen. Een genuanceerd beeld dat recht doet aan deze gemeenschap in zijn volle breedte kan deze tentoonstelling dan ook niet bieden zonder afbreuk te doen aan het scheppen van een helder en begrijpelijk beeld. Bij ons in de Biblebelt benadert de reformatorische wereld echter respectvol en open, en probeert daarbij stereotypering te vermijden.

De overeenkomsten binnen de gemeenschap worden benadrukt, maar daarbij wordt niet voorbijgegaan aan de verschillen. Zo komen in een reeks video-interviews diverse ‘refo’s’ aan het woord over uiteenlopende onderwerpen als media, vrije tijd en politiek. Zij vertegenwoordigen allen de reformatorische wereld, maar delen niet op alle punten exact dezelfde mening. De tentoonstelling laat hiermee zien dat de ‘refowereld’, ook wel bekend als de ‘zwarte-kousen-gemeenschap’ , kleurrijker is dan men misschien op voorhand zou denken. Dit geldt niet enkel voor hun kleding maar ook voor de diversiteit in de keuzes die gemaakt worden en de verantwoording daarvan. De subcultuur wordt dichtbij gebracht en persoonlijk benaderd.

Uit de serie Zaterdag/zondag, foto Sjaak Verboom

De Biblebelt en de tijdgeest

De tentoonstelling schetst een beeld van de historie van de reformatorische zuil in Nederland, van diverse belangrijke figuren in deze geschiedenis en van reformatorische kerkverbanden. Dat laatste is een complex onderwerp, en één waar de tentoonstelling dan ook niet te diep op ingaat: niet de verschillen worden benadrukt, maar dat wat de diverse kerken bindt. De focus van de tentoonstelling ligt vooral op thema’s die een rol spelen binnen de ‘refowereld’ van nu: welke keuzes maken ‘refo’s’ binnen de Biblebelt? Waarin onderscheiden zij zich fundamenteel van de mensen die zij rekenen tot ‘de buitenwereld’? Welke gevaren neemt de huidige tijdgeest met zich mee voor het overeind blijven van de reformatorische normen en waarden?

Met reformatorische scholen, vakantieparken, studentenverenigingen en een eigen krant slaagt ‘de zuil’ er grotendeels in om een eigen wereld te creëren, waarin andere waarden gelden dan in de rest van de maatschappij. Maatschappelijke ontwikkelingen dringen echter ook door in de reformatorische wereld. De tentoonstelling brengt de wijze waarop reformatorische christenen met deze ontwikkelingen omgaan in beeld. De komst van internet en social media is hiervan een voorbeeld.

Gereformeerde Gemeente, Lisse, foto Henk Visscher, Reformatorisch Dagblad

De ophef aangaande het niet vaccineren van kinderen door veel ouders op de Biblebelt en de recentere opschudding rondom de Nashville-verklaring komen eveneens aan de orde. Toch wordt niet gefocust op dergelijke negatieve opspraak. De aandacht gaat vooral naar de reformatorische christenen, hun levensstijl en de verantwoording van hun keuzes. Ook is er ruimte voor beeldende kunst: verschillende kunstenaars van de reformatorische kunstenaarsvereniging KORF tonen hun beeldend werk.

Diverse thema’s die in de tentoonstelling slechts zijdelings aan de orde komen, zoals homoseksualiteit, man-vrouw verhoudingen en het verlaten van de reformatorische gemeenschap, worden in lezingen rondom de tentoonstelling verder uitgediept. Zo komen ook Franca Treur en Jan Siebelink aan het woord in een lezing. Beide auteurs zijn in een streng christelijk gezin opgegroeid, maar zijn inmiddels uit dit milieu gestapt. Het is een bewuste keuze van de curator Tanja Kootte om het verlaten van de reformatorische wereld niet te benadrukken in de tentoonstelling. De keerzijde die de gemeenschap kent, zoals de beklemming die ermee gepaard kan gaan, en de gevolgen van het maken van een andere keuze, zitten er op een meer subtiele manier in verweven.

Het doel van de tentoonstelling is dat bezoekers zelf een beeld kunnen vormen van deze groep christenen in Nederland. Bij ons in de Biblebelt geeft een eerlijke, persoonlijke inkijk in de ‘refowereld’, die de kijker uitdaagt om verder te denken dan stereotypen en vooroordelen.

Kunst / Expo binnenland

Een esthetische speeltuin met maatschappijkritiek

recensie: Recensie: I´m Your Mirror ǀ Joana Vasconcelos

Een kakofonie aan geluid, licht en beweging, felle kleuren en immense kunstwerken. Als je op zoek bent naar de rust en sereniteit kun je tot 17 november 2019 beter rechtsomkeert maken op de tweede verdieping van de Kunsthal. Daar vind je tot die tijd het retrospectief I’m Your Mirror van de Portugese kunstenares Joana Vasconcelos.

Call Center, 2014–2016, Photo credit: © FMGB Guggenheim Bilbao Museoa, 2018. Photo: Erika Ede © Joana Vasconcelos

Meer dan Popsterren

De titel van de tentoonstelling is een eerbetoon aan de Duitse zangeres Nico. Toch refereert de tentoonstelling aan veel meer dan aan popsterren uit de vorige eeuw. I’m Your Mirror snijdt hedendaagse thema’s aan, heeft een feministische invalshoek, becommentarieert verschillende kunststromingen en verwijst naar Portugese volkscultuur. Verspreid door de ruimte staan grote werken die vaak maatschappijkritiek in zich dragen. Door het slimme gebruik van tussenwanden krijgt elk werk voldoende ruimte in de Kunsthal.

Onsubtiele kritiek

De kritiek in Vasconcelos’ kunst is vaker niet dan wel subtiel. Zo zijn in het werk Call Center (2014-2016), zwarte telefoons in de vorm van een klassiek pistool geplaatst. Snel is de associatie met communicatie als bedreiging gemaakt. Ook twee pumps volledig opgebouwd uit pannen (Marilyn, 2011) is makkelijk te verbinden met de positie van de vrouw in de patriarchale samenleving. Misschien wel iets te makkelijk. Want juist in een tijd waarin de traditionele rol van de vrouw zo sterk onder vuur ligt en er voortdurend kanttekeningen worden geplaatst bij moderne communicatiemiddelen valt van de kunst een gelaagder, origineler en misschien zelfs genuanceerder perspectief te verwachten.

Marilyn (Ap), 2011, Photo credit: © FMGB Guggenheim Bilbao Museoa, 2018. Photo: Erika Ede© Joana Vasconcelos

Subtielere kritiek

Zo’n perspectief komt mogelijk duidelijker naar voren uit een overwegend optimistischer werk als A Todo o Vapor (vermelho/verde/amarelo) (2012, 2013, 2014). Drie strijkijzermachines voeren een grappige choreografie uit. Het tekstbordje leest: ‘Als toeschouwer voel je je getuige van de dagdromen van een verveelde huisvrouw.’ En stelt ook: ‘Tegelijkertijd is het ook een herbevestiging van de vrouw als kunstenaar’ die strijkijzers dus niet gebruikt voor het huishouden maar er ingenieuze sculpturen mee maakt.

Burka, 2002, Photo credit: Luís Vasconcelos /Courtesy Unidade Infinita Projectos © Joana Vasconcelos

Ook Burka (2002) zou je kunnen classificeren als een werk met een tegenstelling. Op de grond ligt een soort pop, gesluierd, maar met een hoop kleurige rokken zichtbaar. Haar hoofd is aan een hijskraan bevestigd en langzaam wordt ze opgetakeld. Nadat je haar spookachtige vorm even kan bestuderen, valt ze met een harde klap op de grond. Het werk schijnt een commentaar op de vrouw in boerka, gevangen in een beknellend systeem, gedwongen om als een spook door het leven te gaan. Toch kun je in de vrolijke rokken ook een kleurig individu herkennen. Niet het systeem, maar de mens daarin staat dan centraal.

Speeltuin en ontmoetingsplek

Omdat je bij een werk als Burka meer moeite doet om een betekenis te ontrafelen, en je er langer mee bezig bent, versterkt dit de indruk die zo’n werk achterlaat. Maar ook als je de werken niet probeert te begrijpen, heb je een plezierige tijd in deze zaal. I’m Your Mirror is een esthetische speeltuin en ontmoetingsplek. Vooral Ponto de Encontro (2000), eigenlijk gewoon een speeltoestel verhuld als kunst, trekt veel bezoekers, waaronder een hoop kinderen. Deze tentoonstelling is sowieso geschikt voor kinderen en rennende kleuters voegen toe aan de levendigheid. Naar I’m Your Mirror ga je dan ook niet voor je rust.

Boeken / Fictie

Echo’s uit het verleden

recensie: Colson Whitehead - De jongens van Nickel

Colson Whitehead werd bekend bij het grote publiek met zijn vorige roman, De ondergrondse spoorweg. Hierin vertelt hij over een slaaf die ontsnapt naar het Noorden van de Verenigde Staten. In zijn nieuwe roman De jongens van Nickel beschrijft hij dezelfde thematiek in een andere tijdsperiode. Het is een aangrijpende, urgente roman over een racistisch Amerika.

De jongens van Nickel is een bijzondere vertelling over Elwood, een intelligente Afro-Amerikaanse jongen die door domme pech in de tuchtschool Nickel belandt. Het is een verschrikkelijke plek, de term ’tuchtschool’ blijkt een eufemisme voor ‘gevangenis’ te zijn. De zwarte jongens krijgen er nauwelijks onderwijs en krijgen extreme lijfstraffen te verduren. In de school klinken de echo’s uit het slavernijverleden in de manier waarop de blanke mannen de school runnen: “de zonen hielden de oude gebruiken in ere”.

Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller, wat afstand biedt om het verhaal als lezer aan te kunnen en waardoor het verhaal het particuliere ontstijgt. Dit is niet het verhaal van één jongen maar het verhaal over een racistisch systeem. De vraag wie die verteller dan precies is resulteert bovendien in een prachtige plottwist op het einde van het verhaal.

Woorden van hoop

De situatie voor Elwood lijkt ontzettend uitzichtloos. Zijn toekomst was veelbelovend – hij presteerde goed op school en was toegelaten tot een hogeschool – tot hij in de hel van Nickel terechtkomt. Hier krijgt hij les op basisschoolniveau en ontdekt hij hoe verrot de maatschappij eigenlijk is. Hij is altijd naïef geweest omtrent sociale codes. Als kind hing hij vaak rond in een hotel, en de afwassers daagden hem uit wie het beste kon afwassen. Dit leidde ertoe dat Elwood de gehele afwas deed. Deze zelfde naïviteit zorgt ervoor dat hij op Nickel in de problemen komt en kennismaakt met het ‘witte huis’, de plek waar de afranselingen plaatsvinden. Hij wordt dusdanig toegetakeld dat hij een week in de ziekenboeg verblijft, waar hij een vriendschap voor het leven sluit met Turner.

Ondanks alle misère klinkt er toch hoop in het verhaal, via de woorden van Martin Luther King. Elwood kreeg ooit van zijn oma een lp met een van zijn speeches, en zijn woorden bieden hem steun in de periode dat hij op Nickel verblijft. Ook heeft hij een aantal protesten bijgewoond voordat hij gevangen raakte. Hij weet dat er verzet plaatsvindt tegen de racistische wetten in zijn land. Elwood weigert daarom om zich neer te leggen bij zijn realiteit. Wanneer hij zich stilhoudt dan kan hij overleven, maar om te léven moet hij iets doen. Het verzet biedt hem menselijkheid:

“De wereld had hem zijn hele leven lang haar wetten toegefluisterd en hij had geweigerd om te luisteren, omdat hij in plaats daarvan iets van een hogere orde had gehoord.”

Hij verzint een plan om de school in diskrediet te brengen en kan daarbij de hulp van zijn nieuwe vriend goed gebruiken.

Licht aan het einde van de tunnel

Het verhaal speelt zich af in de jaren 60 van de vorige eeuw maar is helaas nog altijd actueel. De apartheid is dan wel officieel afgeschaft in de VS, maar zit zo diep ingebakken in de mensen dat de praktijk nog altijd racistisch is. Het boek van Whitehead komt daarom als geroepen. Het toont verzet tegen een hardnekkig racisme en de slotscène biedt zelfs een sprankje hoop.

In het nawoord is te lezen dat een school als Nickel echt heeft bestaan. Archeologische vondsten tonen de, vaak hevig toegedane, lichamen van de scholieren. Jongens over wie werd gezegd dat ze waren weggelopen. Met De jongens van Nickel toont Whitehead een inktzwarte bladzijde in de Amerikaanse geschiedenis, een bladzijde die helaas behoort tot een nog zwarter boek.

Boeken / Poezie

Poëzie van Nederlandse bodem

recensie: Ester Naomi Perquin – Wij zijn de menigte die moeder heet. Hadewijch – Oerewoet

Twee fraaie bundels met verzamelde gedichten in één recensie. Een boek dat door meerdere schrijvers is geschreven en verzameld werd rond één onderwerp: het moederschap. Het andere is het verzameld werk van één schrijver met historische waarde, maar dan leesbaar gemaakt in onze moderne versie van het Nederlands.

Dit jaar verschenen rond de Boekenweek twee interessante verzamelbundels. Sommige verzamelingen van gedichten zijn er om je snel de verschillende facetten van één onderwerp te laten zien: verschillende invalshoeken, facetten, belevingen, verdiepingen en ontboezemingen over hetzelfde thema. De andere verzameling wil het beste van één schrijver in een zo compleet en mooi mogelijk beeld voorschotelen. Beide boeken zijn niet om in één ruk van pagina één tot de laatste letter tot je te nemen. Je snoept als het ware uit deze boeken en gaat ook niet lineair door het boek. Soms herlees je daardoor pagina’s en is het even een feest van herkenning.

Wij zijn de menigte die moeder heet

De verzameling gedichten die Ester Naomi Perquin met elkaar heeft verbonden in dit werk bestrijken een tijdperk tussen 1957 en het heden. Van sommige schrijvers is meer dan één gedicht opgenomen. De poëzie handelt over het moederschap in al haar facetten, waarbij ze zich niet beperkt tot de mens, maar ook het moederschap van een dier meeneemt.

Soms gaat het over de wens om moeder te worden, het ontluikende of het prille moederschap, maar ook het facet van ouder worden en het afscheid nemen van je moeder wordt niet geschuwd. Moeder zijn is niet altijd vrolijk, het kent ook zijn moeilijke kanten. Perquin heeft in deze bundel, die speciaal voor de Boekenweek van 2019 werd samengesteld, een soort 360-graden benadering van het begrip moeder genomen. Van binnenuit, van de moeder zelf, maar ook van alle buitenzijden. Een boek dat ontroert maar ook onderricht over het moederschap. Het doet je beseffen wat moeder zijn inhoudt en doet je verwonderen hoe mooi moederschap kan zijn.

Ik zag een kalfje bij moeder drinken,
een stille handeling die hier nog mag.
Zij stonden in de aanbrekende dag
half slapend in dit drinken te verzinken,
wazig in nevelen, nog haast verborgen.
Over het witte gras heen kwam de morgen.
Bevreesd waadde ik weg van wat ik zag. (De dageraad; Ida Gerhardt)

Bovenstaand gedicht illustreert in hoe weinig woorden iets heel moois geschetst wordt. Een kalf dat bij de dageraad in een koude maand van het jaar in de mist bij zijn moeder drinkt. Niets wil de observator verstoren: noch de stilte, noch het beeld.

Wij zijn de menigte die moeder heet is een zeer leesbare verzameling fraaie poëzie die door veel lezers gewaardeerd zal worden. Voor moeders met een hart voor gedichten is het haast verplichte kost. Maar ook vaders zullen hier literair van smullen.

Oerewoet – Gedichten voer minne en beminnen

Agnes Hoffschulte heeft de gedichten van Hadewijch, die dateren uit de middeleeuwen, vertaald naar het Nederlands van deze tijd, ze ingeleid en toegelicht om ze leesbaar te maken. Dat ze het daarmee nog niet tot lichte leeskost heeft gemaakt is voor ondergetekende een zekerheid na het lezen van vele pagina’s in dit boek. Het onderwerp is de liefde en het bedrijven van de liefde, of liever gezegd het beminnen. Want beminnen is toch heel wat anders dan wat we in de tegenwoordige tijd verstaan onder het bedrijven van de liefde en hoe we dat nu zouden beschrijven.

De vijfenveertig naar onze taal vertaalde gedichten van Hadewijch worden in 237 pagina’s keurig omringd met een inleiding en uitleg. Het is zeker leesbaar en onderhoudend: mooi geschreven en mooi vertaald. Het geeft de lezer en poëzieliefhebber inzage in de middeleeuwse gedichten. Het is geen licht verteerbare kost voor elke dag, maar wel kost die je verrijkt en je aanspoort tot nadenken. Het zijn fijnproeversstrofen die op deze manier tot je komen.

Oerewote van minne
is een kostbare gave.
Wie dat wil inzien
zou haar alleen verlangen.
Die eerst twee waren, maakt zij één,
dat zeg ik in waarheid.
Ze maakt wat zoet is zuur
en de vreemde een nabije buur.
Zij verheft de geringe. (fragment uit gedicht 28)

Eigenlijk is het Hadwijch zelf die met de titel Oerewoet aangeeft wat dit boek bijzonder maakt: het verenigt de liefde met de hartstocht naar de intense opwinding, die door de liefde veroorzaakt wordt. Zo zou het althans in normaal 2019-Nederlands klinken, in tegenstelling tot de wetenschappelijke taal op de kaft van het boek. Voor de gemiddelde lezer vormt precies dit een struikelblok waar Hoffschutte helaas niet van is losgekomen in haar inleidingen en toelichtingen. Oerewoet is absoluut leesbaarder, begrijpelijker en verteerbaarder geworden dan in het middeleeuwse Nederlands. Maar echt Nederlands zoals we hier nu schrijven is het niet geworden. Met extra inspanning weet het boek wel te ontroeren en de schoonheid prijs te geven die het boek ook in deze tijd zijn waarde laat zien. Hadewijch was een groot schrijver als we ook nu nog van deze gedichten kunnen genieten.

Oerewoet    Wij zijn de menigte die moeder heet
Auteur: Hadewijch Auteur: Esther Naomi Perquin
Uitgever: Kok Uitgever: Prometheus
Prijs: 24,99 Prijs: 15,-
ISBN: 9789043530774 ISBN: 9789044639636
Beoordeling: 4 sterren  Beoordeling: 4 sterren

 

 

Boeken / Non-fictie

Boek om muzikaal te inspireren

recensie: Peter Vantyghem - 365 Albums die je geluisterd moet hebben

365 Albums die je geluisterd moet hebben is bedoeld om de luisteraar op ontdekkingsreis te sturen door de veelheid aan muziek van bijvoorbeeld Spotify. Achterop staat dan ook: “Dit boek doet wat Spotify niet kan: het is de ultieme platenlijst die je móét beluisteren!”. Een uitspraak die een kritische blik uitlokt.

Vantyghem pretendeert met zijn ondertitel en zijn uitspraak achter op het boek wel heel nadrukkelijk dat zíjn lijst de lijst der lijsten is. In de recensie betweterig gaan doen door te stellen dat op sommige plaatsen betere platen gezet konden worden is niet de juiste weg. Al is dat echt wel het geval en zijn sommige van zijn keuzes discutabel. Laten we daarom maar gewoon aannemen dat dit de ultieme lijst is van alleen de schrijver zelf en dat we ons niet gaan vermoeien om daarop af te dingen. Dat maakt het lezen en ontdekken een stuk aangenamer.

Reis door het muzieklandschap

Het boek is ingedeeld in maanden; dat is geen verrassende keuze als je de omvang van een jaar neemt. Per maand is er een muziekgenre gekozen, waaruit voor elke dag van die maand een album onder de aandacht wordt gebracht. Als je het boek gaat volgen door iedere dag het album te draaien dat Vantyghem voorstelt, is een maand dus gebonden aan één genre. Zo opent het boek in januari met blues. Als eerste album worden we gewezen op King of the Delta Blues Singers van Robert Johnson. Volgens Vantyghem is dat een album uit 1961. In werkelijkheid zijn het opnames uit 1936 en 1937, die destijds op waxrollen zijn opgenomen. In 1961 werden deze opnamen uitgebracht op vinyl. En ja, dit is echt wel een essentieel album voor de blues en zeker ook voor de latere ontwikkeling van de Rock and Roll. Dus hier hebben we een waarlijke klassieker bij de hand. Daar valt helemaal niets op af te dingen!

De helden rijgen zich gemakkelijk aaneen: Muddy Waters, Howlin’ Wolf, John Lee Hooker, Jimi Hendrix, Jeff Beck, Tom Waits…. Ho wacht, Tom Waits in de blues-hoek? Ja, hij heeft onder meer ook blues-invloeden, maar hem daar neerzetten is geen logische keuze. Verderop komen we ook AC/DC tegen op 21 januari: bij de blues dus. Dat is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Een van de bijzonderheden die we elke maand tegenkomen, is het vernoemen van een Belgische artiest. Dat verraadt natuurlijk de afkomst van de schrijver. Het is duidelijk een strikt persoonlijke mening en zo moeten we hem dan ook opvatten. Pak het boek op een dag dat je denkt: “Wat zal ik nu eens draaien?”, kijk op die datum en laat je verrassen. Je hebt op die dag dan meerdere keuzes, daar meer over in de volgende alinea. Het is een ontdekboek, een keuzeboek en een werkboek ineen. En als je het zo hanteert, kun je er veel plezier aan beleven.

Ontdek-, kies- en werkboek

Iedere dag van het jaar krijgt één pagina met een standaardindeling. Onder de kop, waar de titel, artiest, jaartal en land van herkomst zich bevinden, krijgen we eerst een inleiding op de artiest en de gekozen titel in een smeuïg verhaaltje. Daarna volgt in de linker kolom de historie van de artiest en zijn belangrijkste werk in het kort. Daaronder kiest de schrijver uit twee opties: of hij schrijft over een voorloper van het gekozen album, of hij schrijft welke artiest / album gezien kan worden als vervolg. Daar wordt dan duidelijk wie / wat geïnspireerd is door het gekozen album. Dit levert direct een tweede optie bij de vraag wat je die dag kan draaien.

In de tweede kolom kun je na het luisteren van de hoofdtip zelf aan het album een rating geven in vijf sterren. Vantyghem gaat er dus van uit dat niet alle albums door de lezer vijf sterren zullen krijgen en dat ze het dus niet altijd eens zullen zijn met zijn mening. Wat ontbreekt is een weergave van de albumhoes.

Verder vinden we in de rechterkolom de prijsnummers, die hij van het gekozen album aanbeveelt, alsmede verwijzingen naar beeldmateriaal in de vorm van speelfilms en kortere filmpjes op YouTube.
Daarna volgt een quote van de artiest zelf gevolgd door een onderbouwing van zijn keuze, zoals hij het zelf ziet: wat spreekt voor zijn keuze, wat is een alternatief en wat is er minder aan zijn keuze? Vantyghem getuigt met deze laatste rubriek op elke pagina van de nodige zelfkritiek. Dat geeft hem de credits die hij verdient. Het is een boek dat voorlopig bij mijn muziekinstallatie ligt om te inspireren en dat de afgelopen weken dan ook al vaak heeft gedaan. Het verrijkt soms mijn luisterervaring van de dag.
Ik beveel dit boek aan voor niet al te kritische muziekkenners, die de inleiding van deze recensie als basishandleiding durven te nemen.