Kunst / Expo binnenland

ADEMLOOS OF BUITEN ADEM?

recensie: Godinnen van de art nouveau

De tentoonstellingen over vrouwen en vrouwenfiguren buitelen op dit moment over elkaar. ‘Who is she?’ in het Frans Hals Museum in Haarlem, ‘Maria Magdalena’ in het Catharijneconvent in Utrecht en ‘Godinnen van de art nouveau’ in het Allard Pierson in Amsterdam. Het lijkt wel of er wat in te halen valt. Kijken naar en reflecteren over de manier waarop vrouwen door de eeuwen heen in de kunst worden gepresenteerd.

Maar dat niet alleen. Wat opvalt, is dat zowel in Utrecht als Haarlem respectievelijk de vraag wordt gesteld: ‘Wie is jouw Maria Magdalena?’ en: ‘Met wie zou je aan tafel willen zitten?’ Dit is een tafel gebaseerd op het iconische kunstwerk The Dinner Party van Judy Chicago. Het is het centrale kunstwerk van Patricia Kaersenhout. Zij probeert de beeldvorming van ‘de’ vrouw completer te maken dan tot nu toe wordt gedaan, door vrouwen van kleur erbij te betrekken. Dat is in de tentoonstelling in het Allard Pierson ook het geval, maar anders.

Jugend, Jugenstil, Art Nouveau en Nieuwe Kunst

Dat komt in de eerste plaats, omdat Allard Pierson ook – zoals de website stelt – ‘de collecties van de Universiteit van Amsterdam deelt met het publiek en de wetenschap’. Zo is het uitgegroeid tot een cultuurhistorisch museum. Als bezoeker word je getrakteerd op de meest uiteenlopende kunstvormen die je je maar kunt voorstellen: schilderijen, etsen, glas, keramiek, beeldjes, boek- en tijdschriftomslagen, affiches, sieraden, smeedijzer, klokken, kandelaars, foto’s en ga zo maar door.

Campagnebeeld

Bij binnenkomst loop je tegen een wand aan, waarop allemaal omslagen zijn bevestigd van Jugend, het ‘Münchener illustrierte Wochenschrift für Kunst und Leben’. Hieraan ontleende de Jugendstil haar naam. Jugendstil is de Duitse naam voor wat in Frankrijk ‘Art Nouveau’ heet, in Oostenrijk ‘Sezession’ en in Nederland ‘Nieuwe Kunst’. Je ziet een vrouw met een Griekse lier, veel vrouwen met lang haar in lange gewaden. Ook een enkele vrouw in een pofbroek en een enkele man met bijvoorbeeld een panfluit, man en vrouw samen. Ze bevestigen het beeld dat je hebt van ‘Godinnen van de art nouveau’.

Dat beeld gaat in de tweede plaats al wat wankelen in een kort filmpje dat vervolgens wordt getoond. Daarin worden ‘de godinnen’ in de context van hun tijd (ca. 1900) geplaatst. Een tijd van opkomend nationalisme, stelt het filmpje. Ja, maar? Was de Art Nouveau niet internationaal? Een tijd ook van de emancipatie van de vrouw (Suffragettes in Engeland) en de arbeider (Karl Marx, Duitsland), gaat het filmpje verder. Wat? Zo lijkt Art Nouveau haast een verzetsbeweging.

Politieke en sociale context

Je kunt op de tentoonstelling niet om het nationalisme of de verheerlijking van het platteland heen, dat is duidelijk. Het spat bijvoorbeeld af van het Portret van een jonge boerin in klederdracht van Johan Cohen. Je kunt ook niet om de arbeidersbeweging heen, zoals op Käthe Kollwitz’ ets Opstand van de wevers. Zou je dan ook niet eerder kunnen zeggen, dat elke kracht zijn tegenkracht heeft en dat dát het is wat Allard Pierson toont? Niet alleen in alle breedte (Art Nouveau, Sezession, Nieuwe Kunst), maar ook in verschillende kunstvormen (beeldende kunst, toegepaste kunst) en binnen de sociale en politieke context van de tijd.

Teveel van het goede

Je kunt je afvragen, of wat gastcurator Yvonne Brentjens in samenwerking met Het Badisches Landesmuseum en het Braunschweigisches Landesmuseum van stal heeft gehaald, op die manier niet teveel van het goede is.

Wandkleed ‘The Pilgrim in the Garden’ van Edward Burne-Jones

Want dan zijn we er nog niet, want zelfs binnen deze uitgangspunten worden de panelen nogmaals verschoven. Qua onderwerp, zodat er niet alleen godinnen maar ook femmes fatales vallen te zien, droom en nachtmerrie. Qua tijd, met de voorlopers van de Art Nouveau zoals de Arts and crafts-beweging, waarvan een schitterend wandtapijt, The Pilgrim in the Garden van Edward Burne-Jones wordt getoond, dat hij maakte naar de Roman de la Rose.

Uiteindelijk lijkt de boodschap dan ook te zijn: het gaat niet alleen om het goddelijke, maar om het menselijke. Niet alleen om de vrouw, maar ook om de man. Niet alleen om het universele, maar ook om het individuele. Niet alleen om het lichamelijke, maar ook om de geest, niet om het dualisme maar om eenwording. Dat is wat de op het thema van de tentoonstelling geïnspireerde installatie op het eind van de tentoonstelling de bezoeker lijkt te willen meegeven: Het Universele Lichaam (z.j.) van danseres Suzan Tunca en Matthias Oostrik.

De bezoeker verlaat ondertussen ademloos de tentoonstelling. Of buiten adem, van al die indrukken. Het is maar hoe je het bekijkt.

 

 

 

 

 

 

Boeken / Non-fictie

Van de wereld van het heelal

recensie: In lichtjaren heeft niemand haast – Marjolein van Heemstra

Marjolein van Heemstra (MvH) is slapeloos en heeft het benauwd. Het lijkt alsof ze alleen nog kan inzoomen op de chaos die zich op ooghoogte afspeelt. Al dat inzoomen heeft haar, zoals zij beseft, vervreemd van iets, van het gevoel onderdeel te zijn van iets groters, mee te kunnen deinen op een ritme dat buiten haarzelf ligt. Blindgestaard is ze op de vierkante meters om haar heen, op het dwingende “nu” van stories en liveblogs. Ze voelt zich opgezwollen van alle actualiteit en urgentie. Zij wil krimpen, uitzoomen om weer iets van overzicht te krijgen en de dingen, zichzelf, de anderen, op de juiste schaal te zien.

Gebrek aan samenhang

Overal ervaart zij gebrokenheid: de klimaatcrisis, de kloof tussen bewoners in haar buurt, het verlies van dieren, schimmels, bomen. Ecological grief in Groenland waar mensen de effecten van de klimaatcrisis elke dag om zich heen zien en rouwen om hun verloren wereld. Het afgescheiden zijn van datgene waar we mee samenhangen. Een onvermogen ons te verbinden met dat wat ons omringt: een boom, een oceaan, een ander mens. MvH is bang dat we zo goed worden in het benoemen van wat ons van elkaar onderscheidt dat er straks geen taal meer over is om te spreken over wat ons verbindt.

Het herinnert MvH aan een beroemde foto, de Hubble Ultra Deep Field, genomen door de Hubble-ruimtetelescoop die zo’n 550 kilometer van de aarde zweeft.

MvH ervaart op de foto een diepzwart vlak vol gloeiende en schitterende scherven. Sommige lichtscherven zijn de oudste sterrenstelsels die we kennen, gevormd in de eerste vijfhonderd miljoen jaar na de oerknal. Stelsels die allang niet meer bestaan, want het licht dat gezien wordt is miljarden jaren onderweg geweest voordat het door de Hubble-telescoop werd opgevangen, de Hubble kijkt niet alleen vooruit, de ruimte in, maar ook terug in de tijd.

Grootse zaken

MvH had eigenlijk astronomie willen studeren maar het werd godsdienstwetenschappen. In dit boekje blijkt ze beide liefdes voor grootse zaken mooi te kunnen combineren.

Wervelend en meeslepend geschreven brengt ze ons o.a. in contact met wat de beroemde Amerikaanse architect en toekomstdenker Richard Buckminster Fuller zei: “We are all astronauts on spaceship earth”. Ook onze Nederlandse astronaut Wubbo Ockels ontbreekt natuurlijk niet: “als je the attitude of an astronaut hebt, begin je van de aarde te houden op een manier waarop andere mensen dat niet kunnen en als je echt van  iets houdt, wil je het niet verliezen”. Frank White (Amerikaans schrijver en zelfbenoemd “ruimte filosoof”) legde de getuigenissen van 30 astronauten naast elkaar. Kern van de getuigenissen bleek een bewustzijnsverandering bij de aanblik van de aarde vanuit de ruimte: “het overzichtseffect”. Een bewustzijnsverandering gekenmerkt door: liefde voor de aarde, een verlangen onze planeet te willen beschermen en een ervaring van verbondenheid met alles wat leeft…

En dat is precies wat MvH wil! Een afstand waarop zij eindelijk het overzicht weer vindt, zichzelf weer in verhouding ziet tot het geheel waarvan ze onderdeel is. Vooral: een ervaring die haar de ruimte teruggeeft en die beklijft, het tegenovergestelde van de benauwdheid die haar in de greep heeft. The attitude of an astronaut. Vreemd genoeg blijkt het met name de grote fysieke afstand te zijn die zorgt voor het gevoel van emotionele nabijheid. Afstand brengt dus nabijheid.

Awe

Staren naar de aarde kan een therapeutische waarde hebben. Het voorziet in iets waar de moderne mens een chronisch gebrek aan heeft: “awe”. Een woord dat zich moeilijk uit het Engels laat vertalen: “overweldiging” al klinkt daar te weinig de verwondering in door van de Engelse combinatie van drie letters die de mond als vanzelf doet openvallen.

De essentieelste waarheden, zegt de Amerikaanse schrijver David Foster Wallace in zijn beroemde speech “This is water”, zijn in het volle zicht verborgen. Onzichtbaar door de camouflage van de alledaagsheid. Gewenning doet ons het belangrijkste vergeten.  Wallace voert twee vissen op die al zwemmend een derde vis tegenkomen.  De tegenligger wenst hen een goede morgen en vraagt hoe het water is vandaag. De twee andere vissen kijken elkaar verbaasd aan. Water? Water? Wat is water?

Praktische aanpak

MvH is voorlopig nog geen astronaut dus hoe wil zij het overzichtseffect gaan ervaren? Zij bezoekt het Columbus Earth Center in Kerkrade, een museum dat volledig gewijd is aan de blik van de astronaut. Vanuit een denkbeeldige baan om de aarde ziet zij vanaf “grote hoogte zwevend” hoe de aarde met grote snelheid (1050 kilometer per uur) gestaag en rustig onder haar door zoeft. Ze  probeert ook maar eens de rollen om te draaien: kan zij vanaf de aarde het heelal inkijken naar de sterren om haar “ awe moment” te omhelzen? Het valt niet mee in ons 24/7 verlichte Nederland waar de nachtelijke hemel haar diepste zwart allang verloor: “voor elke ster die je ziet, zie je er negen niet”.

Dwepen

Onzekerheid overvalt haar ook. Dweept ze niet een beetje teveel met dit alles?  MvH haalt filosoof Bruno Latour aan die helemaal niets ziet in “Earth Gazing” dat alleen maar een vals idee van de menselijke positie geeft: we moeten niet van buitenaf naar de aarde kijken, stelt hij, maar van binnenuit. We zijn niet daar, maar hier. Voor Latour is naar de aarde kijken vanuit de ruimte een ongezond soort escapisme. Uitzoomen om maar niet te hoeven inzoomen. MvH vraagt zich af of ze daarmee bezig is? Is ze op de vlucht?

Zij stelt zichzelf gerust met de gedachte dat de astronauten bij terugkomst zich in de regel bij uitstek committeerden aan de planeet die zij tijdelijk verlieten.

Aan de slag

Misschien ligt het juiste antwoord tussen beide posities: zorgt het overzichtseffect voor het juiste collectieve bewustzijn waarmee we hier op aarde in het hier en nu zonder oponthoud direct gericht aan de slag gaan. Vandaag dus. Zelfs in lichtjaren heeft dus iedereen eigenlijk weer haast… toch?

Film / Achtergrond
special: De fijnste zomerfilms

Zomerfavorieten van de redactie

Het is zomer! De tijd van zon, zee én van zomerfilms. Oud of nieuw, romantisch of avontuurlijk; iedereen heeft wel een ultieme film die perfect past bij zonnige, warme dagen. De film & series-redacteuren van 8WEEKLY vertellen over hun favoriete zomerfilms.

The Hangover

Vick ten Wolde: Een wit strand, heldere zee, een strakblauwe lucht met een brandende zon waarvan je binnen vijf tellen al bruin wordt. Voor velen het recept voor de perfecte zomer(vakantie), maar voor mij staan mooie verhalen en herinneringen met vrienden centraal in het ultieme zomergevoel. Vandaar dat The Hangover voor mij de ideale zomerfilm is. Drie vrienden worden na een bizar vrijgezellenfeest, waar zij geen herinneringen meer aan hebben, wakker. Ze realiseren zich dat zij één maat zijn kwijtgeraakt. Een knotsgekke zoektocht naar hun vermiste vriend begint en stapje voor stapje worden de gaten in het kortetermijngeheugen – veroorzaakt door een hoop drank en drugs – weer gevuld met nieuwe bijzondere herinneringen. Een geweldig gevoel van vriendschap voor het leven ontstaat.

Ponyo

Vera Verhoef: Mijn favoriete film voor de zomer is Ponyo van de Japanse meesteranimator Miyazaki. Zon, zee en strand, als een wonderlijk aquarium dat tot leven komt. Neem direct een duik in het water met allerlei avontuurlijke en liefdevolle wezentjes. Daarbij verschijnt Ponyo; een wezen om verliefd op te worden. Dit bijzondere mensachtige goudvisje wordt gevonden door het jongetje Sosuke. Hun vriendschap wordt bedreigd door de tovenaar Fujimoto, vader van Ponyo, en door de woeste golven bij de klif. Er is zoveel schitterends te ontdekken in de film, het is een Studio Ghibli-klassieker waar je geen genoeg van kan krijgen. Een pareltje om van te genieten.

 

Call Me By Your Name

Isabella van den Berg: Mijn favoriete zomerfilm is Call Me By Your Name. De in 2017 uitgekomen dramafilm volgt de 17-jarige Elio die in 1983 met zijn ouders een luie zomer doorbrengt in hun vakantiehuis in Noord-Italië. Die zomer draait het om de relatie tussen Elio en de 24-jairge Oliver, die Elio’s vader die zomer als onderzoeksassistent in het vakantiehuis bijstaat. Ik heb er traditie van gemaakt om Call Me By Your Name elke eerste mooie lentedag van het jaar weer te zien. Omdat de film voornamelijk warme zomerdagen en -avonden laat zien, is het de perfecte film om je eigen zomer mee in te luiden.

Sanne Kortooms: Het is bloedheet, maar die verlangende blik waarmee Elio naar Oliver kijkt doet het kwik nog meer stijgen. Eigenlijk doet álles in Luca Guadagnino’s verfilming van Call Me By Your Name naar de zomer verlangen. Je voelt tijdens het kijken de veel te hete Italiaanse zomerbries bijna op je eigen huid. En net als Elio en Oliver snak je naar dat ijsje en die verkoelende plons in de rivier. De etentjes met vrienden en de familie aan die lange tafel in de prachtige tuin zijn haast jaloersmakend. Als kijker wilde ik niets liever dan ‘in’ deze film zijn!

 

Jaws

Steffen van Zundert: “Maak je geen zorgen” zegt de burgemeester van het visserdorpje in Jaws (1975). “We hebben het haaienprobleem helemaal onder controle. De stranden zijn veilig, ga gerust de zee in!” Vorig jaar werd Jaws ineens weer actueel door een andere Amerikaanse politicus die in een vergelijkbare ontkenningsfase zat. De film is zweterig, spannend, snel en zonder een grammetje vet. De eerste blockbuster aller tijden blijft je verrassen. Met een dynamisch trio van een politieagent met koudwatervrees, een nerdy marinebioloog en een ruwe zeebonk draait deze actiefilm ook nog eens om ijzersterke personages. Kortom een zomerfilm om je tanden in te zetten!

 

Chef

Joke Maas: Lekker eten, lekker drinken en een hoop gezelligheid in de buitenlucht: Chef bevat al mijn favoriete zomeringrediënten. In 2014 was de film helemaal on trend met een Twitter feud en een tour langs foodtruck festivals. Jon Favreau schreef het script, regisseerde en produceerde én nam de hoofdrol voor zijn rekening als een chef die zijn baan verliest en een foodtruck begint. Roy Choi, chef en foodtruck eigenaar, was co-producent en zorgde dat het eten en het bereiden ervan geloofwaardig was. Leuk detail: Favreau en Choi genoten er zo van, dat ze in 2019 samen een Netflix show maakte gebaseerd op de film:  The Chef Show.

Muziek / Album

Moderne muziek op oude instrumenten

recensie: Crossroads – Ugly Pug
Joe Meijer

Hoe restaureer je een vaas die aan diggelen ligt? Lijm je die vaas in de originele kleuren, vul je ontbrekende stukjes aan? Of kies je ervoor om na het schoonmaken de breuklijnen gewoon te laten zien omdat er nu eenmaal iets is gebeurd? Het lijkt een van de vragen die het ensemble Ugly Pug zich heeft gesteld bij het maken van hun debuut-cd Crossroads. Vertaald naar muziek.

Het trio ‘Ugly Pug’, letterlijk vertaald ‘Lelijke Mopshond’, noemde zich naar de mopshond Sabba van de ex-partner van de gambist. Dan rijst de vraag: mag zo’n hond lelijk heten, of mooi, en wat ís mooi dan? Iets van die contradictie lijken Juho Myllylä (blokfluit, live elektronica), Miron Andres (viola da gamba, vihuela d’arco, middeleeuwse vedel) en Wesley Shen (klavecimbel), die elkaar op het Conservatorium van Amsterdam leerden kennen, tot uitdrukking te willen brengen. Hun programma bestaat uit hedendaagse werken voor oude instrumenten. Op een na werden deze composities voor het ensemble geschreven. Of, om uit het instructieve boekje bij de CD te citeren:

‘Ugly Pug reflects this very problem of aesthetic judgement and the contradictions in the concepts of beauty versus ugliness. The dichotomy in Ugly Pug’s fusion of divergent instruments and style, allows us to break away from all traditional expectations and standards of beauty to explore something different.’

Inventief omgaan met muziek

Hoe doe je dat? Ugly Pug heeft er iets inventiefs op gevonden. De achtdelige titelcompositie ‘Crossroads’ (2019) van de Zuid-Afrikaanse componiste/celliste Wilma Pistorius, actief in Nederland, wordt niet achter elkaar gespeeld, maar in stukjes gehakt en gevlochten door het meer dan een uur durende programma. Als de lijm die de brokken van een vaas tot een geheel maken. Hetzelfde wordt gedaan met ‘Reuse Music’ (2017) van Carlo Diaz, dat is gebaseerd op Sonates voor twee violen en klavecimbel van Pietro Marchitelli (1700), die fragmentarisch zijn overgeleverd.

Het menu wordt op deze manier in verschillende gangen opgediend. Het begint met een voorafje: ‘Introduction and Dance’ van de Finse componist Tero Lanu. Hierin smelt het hoge register van de sopraanblokfluit samen met de speldenprikken die het klavecimbel uitdeelt in hetzelfde register. Het stuk ‘Odds and Ends’ van de Fin Timo Kittilä fungeert als tussengerecht. Als hoofdschotel zou je ‘Wormhole’ van nog weer een andere Finse componist Eetu Lehtonen kunnen zien. Het toetje is dan ‘La Strada’ van de Pool Paweł Mykietyn. Dat is de enige niet voor het ensemble geschreven compositie, maar een bewerking die de uitwerking heeft van een oorwurm.

Sneller dan het licht

‘Wormhole’ van Lehtonen is een werk apart binnen de conceptuele opzet van het programma. Een wormgat, ook wel een Einstein-Rosenbrug genoemd, is de kortste route, zonder omwegen, om door de ruimtetijd te reizen. De naam heeft te maken met het idee dat het universum een appel is en een worm zich van de ene naar de andere kant van die appel een weg wil banen, rechtdoor in plaats van rondom via de schil. Dat zou in theorie tijdreizen mogelijk moeten maken, van de barok tot nu en misschien zelfs nog verder in de tijd. Het idee levert een buitengewoon fascinerend stuk op, waarin naast de drie barokinstrumenten ook live elektronica te horen is. Het is het eerste werk waarin Lehtonen hiervan gebruikmaakt. Hij mag dat vaker doen, en trouwens: het is een componist waar we wel meer van zouden willen horen.

De diva in dit stuk van Lehtonen is de subcontrabasblokfluit van Paetzold, een meer dan menshoge (2,45 meter) berkenhouten blokfluit die staand wordt bespeeld. Het is fascinerend om in dit filmpje te zien en te horen hoe de drie musici op elkaar zijn ingespeeld, naar elkaar luisteren en op elkaars spel reageren. Dat is van hoge klasse en we zullen vast meer van ze horen. In ieder geval zijn ze te beluisteren tijdens de presentatie van deze CD op zaterdag 7 augustus 2021, 20.00 uur in Museum ’t Kromhout in Amsterdam.

Boeken / Fictie

In de mallemolen van de koffie

recensie: Corinnes toekomst - Paula Stern

Een echte girl boss. Dat is zowel het hoofdpersonage als de schrijfster van de roman Corinnes toekomst, deel 1 van de zogeheten Koffietrilogie van de Duitse auteur Paula Stern. Wie dit boek leest, proeft allerlei aroma’s die smaken naar zoetsappige romantiek en bittere familieverhoudingen.

Koffieprut en ander leed

Nou, vooruit, wie is die pientere protagoniste die haar eigen (koffie)boontjes gaat doppen? Stern koos voor een jongedame met de ietwat ouderwets aandoende naam ‘Corinne’ om de hoofdrol te vertolken in haar driedelige reeks – oftewel trilogie – over de koffieproducerende familie Ahrensberg te Aken. Aan het begin van het verhaal staat Corinne met beide benen stevig op de grond, op een koffieplantage in Brazilië… Haar interesse voor koffie gaat dieper dan het drinken van het zwarte goud in de vroege ochtend. Ze wil weten hoe de koffieboeren de bonen roosteren en vermalen om er de meest appetijtelijke koffie van te maken. Dan krijgt ze ineens een paniekerig telefoontje van haar broer Alexander: haar vader (dé grote koffiebaron) heeft een beroerte gehad en vecht in het ziekenhuis van Aken om zijn leven. Nu hun vader niet in staat is om het familiebedrijf dat diens vader oprichtte (oftewel de opa van Alexander en Corinne), moeten de twee ooit zo innige broer en zus de leiding overnemen.

Sinds enkele jaren botert het totaal niet meer tussen de jongste telgen van de Ahrensberg familie. Dat er nu opeens twee kapiteins op het schip zijn, kan Alexander niet aan. Het loopt van kwaad tot erger en Corinne besluit om voor zichzelf te beginnen: een koffiebranderij in hartje Aken. Daarbij wordt ze geholpen door haar beste vriend Sebastian, die wel érg enthousiast op de bres springt voor zijn zachtaardige vriendin. Tevens steekt Susan, de Britse eigenaresse van het cafeetje Emotion, Corinne een hart onder de riem. Laat er dan – wonder boven wonder – óók nog eens een concurrent paraat staan, die Corinne voor iedere poep of scheet kan inzetten. Mooi meegenomen dat de concurrent in koffie, Noah, overduidelijk een oogje heeft op Corinne… Kunnen concurrenten zich überhaupt in een liefdesrelatie storten? En hoe pakken Corinnes ambitieuze plannen uit?

Hyperbolische praat

De antwoorden op die vragen verklappen haast alles wat dit boek te bieden heeft. De meeste antwoorden zijn wel enorm voor de hand liggend. Het boek heeft een voorspelbaar plot. Op het begin staan er nog talloze beren op de weg, maar op het einde gaat ieder risico of gevaar zomaar in rook op. Het gaat Corinne op het einde allemaal net iets te gemakkelijk af. Bovendien bieden de onderlinge dialogen weinig sensatie; er komt niet bepaald humor aan te pas, maar wel de nodige dosis drama. Soms lijkt het alsof de onderlinge familieleden en vrienden alleen maar in hyperbolen met elkaar kunnen praten; alsof praten in enkel extremen mogelijk is. Emoties worden zeker uitvergroot: ieder vreugdevol moment wordt zo blijmoedig neergepend dat je meteen van die uitbundige cheerleaders voor je ziet die wuiven en ‘yeah’  roepen (of: een extatisch publiek bij Oprah, een eveneens tot de verbeelding sprekend equivalent van de soms lichtelijk getinte hysteria die de personages in zich dragen).

Het punt is duidelijk: Stern schrijft in klare taal en windt er geen doekjes om. De hoofdstukken die gaan over het leven van Corinnes opa, Eberhard Ahrensberg, zorgen voor een diepere dimensie in het verhaal. In de Tweede Wereldoorlog adoreert diens vader de nazis en het duurt niet lang voordat Eberhards vader Eberhard aan zijn plicht herinnert: vechten voor het vaderland. Dat betekent echter dat hij zijn liefje Isabella achter moet laten…

Stern geeft in flashbacks aan welke strijd Eberhard heeft moeten afleggen, voordat hij zijn koffie-imperium kon beginnen. En tevens geeft Stern een gezicht aan alle soldaten van de Wehrmacht die zich niet achter Hitlers idioterie verscholen en zich juist afkerig hielden van alle angstaanjagende wetten en regels die zij op het volk loslieten. Het resulteert in een prettige afwisseling tussen heden en verleden en het maakt duidelijk van wie Corinne die ijver van haar heeft geërfd. De vraag is of Stern het verleden zal blijven oprakelen in deel 2 en 3. Op de zolder van het bedrijf van de Ahrensbergers heeft Corinne namelijk een hele levensgeschiedenis van haar opa aangetroffen in dagboekvorm.

Aanstekelijk optimisme

Het zou overdreven zijn om te zeggen dat deze roman de wereld van de historische fictie op haar grondvesten doet schudden. Stern bedient zich van een simpele schrijfstijl en iets te overdreven (en soms ook onrealistisch aandoende) situaties. Feit blijft dat er momenteel  veel soortgelijke boeken rondcirculeren. Het voelt toch een beetje alsof Stern fan is van haar eveneens Duitstalige collega’s Anne Jacobs (bekend van de serie over het weesmeisje) en Corinna Bomann (o.a. van de Vrouwen van de Leeuwenhof-serie). En helaas: dat niveau haalt Stern niet (of iets vriendelijker geformuleerd: nóg niet).

Toch is het een prettige roman om te lezen. Het is namelijk erg toegankelijk geschreven en het verhaal verveelt geen moment. Ook krijg je tijdens het lezen ontzettend veel zin in een ‘bakkie pleur’ en voel je haast eerbied voor hen die zich bekommeren voor hen die aan het begin van de koffiecyclus staan: de arme boeren, die ploeteren op hun plantages én hen die hen helpen om naar grotere hoogtes te reiken. Daarnaast is het optimisme van Corinne aanstekelijk: ze is die goedbedoelende lokale ondernemer die je – zoals nu met de donkere dagen van Corona – wilt steunen met je centen. Dat Corinne zo beminnelijk is, maakt dat je de vervolgdelen wilt lezen. Je hoopt samen met haar dat ze zal slagen in het opzetten van haar bedrijf en de wereld voorziet van fairtrade koffiebonen. En nu is het tijd voor een lekkere coffee break.

Boeken / Non-fictie

Ontluisterend levensverhaal

recensie: Teus Lebon – Ik ben de gek

Het pseudoniem Teus Lebon en de hoofdpersoon Wien Berger worden reeds op de achterflap van het boek verbonden met de werkelijke persoonlijkheid Coen Theelen. De literaire biografie, zoals hij zelf Ik ben de gek typeert, bevat het levensverhaal van de schrijver en hoofdrolspeler. Een ontluisterend verhaal, kan na lezing de enige conclusie zijn.

Hoe de schrijver zijn mening, zijn ervaringen en zijn levensverhaal in elkaar weet te vlechten in een roman/biografie is ronduit knap te noemen. Het boek leest ondanks zijn omvang en ondanks de vele details over het onderwijs als een spannend boek dat je graag wil uitlezen en zelfs daarna nog honger overhoudt naar meer.

Een drie-eenheid verteld en beleefd

Coen Theelen kruipt zowel in de huid van de verteller, de hoofdpersoon als de schrijver zelf. Met zijn achtergrond als onderwijsprofessional, sportinstructeur, kunsthandelaar, organisator van evenementen en handelsagent vergeet hij haast te benoemen dat hij ook schrijver is. Ik ben de gek is het vierde boek dat van zijn hand verschenen is.

Al lezend wordt helder dat de hoofdpersoon ook nog organisator is geweest van atelierconcerten. Objectief zonder het verhaal gelezen te hebben zou je makkelijk kunnen denken te maken te hebben van een duizendpoot die niet graag stilzit. Toch is de werkelijkheid anders als we het verhaal in deze dik vijfhonderd pagina’s lezen. Ja, stilzitten is niet opborgen in de natuur van Wien Berger, de hoofdpersoon van het boek, maar een aantal van de activiteiten waren wellicht nooit ontplooid geweest als hij als onderwijsprofessional meer waardering en geluk had gehad. De professionaliteit en gedrevenheid spat tot de laatste onderwijsklus werkelijk van de bladzijden.

De gedetailleerde beschrijvingen van zijn visie maar ook van de status van het beroep geven een helder beeld van het leraarsvak in het verleden en heden. Of je de visie van Wien Berger nu omarmt of niet, je kan niet om de vaak objectieve observaties van de beleidsmakers heen zodat je voelt hoe het vak verandert. Naar de mening van de schrijver wordt de verkwanseling van het onderwijs beschreven. Het toenemende aantal managers en andere leidinggevenden zonder didactische vaardigheden neemt hand over hand toe. Zelfs voor de klas neemt dit verschijnsel van didactische armoede toe.

Levensverhaal gaat verder

Naast het grote centrale thema van de veranderingen in onderwijsland loopt dwars door het verhaal een veel groter en ingrijpender verhaal. Dat verhaal is het levensverhaal van Wien Berger dat zelfs heel even teruggaat naar zijn prille jeugd op vijfjarige leeftijd en rijkt tot in het heden in de tijd van de coronapandemie. Een levensverhaal dat aanvankelijk een hobbelig pad lijkt maar uiteindelijk wordt ontvouwd als een pad dat diepe dalen kent. Onverwerkte ervaringen lijken de persoon van Wien Berger ernstig gevormd te hebben tot wie hij is. Zijn levenskracht bracht hem buiten het onderwijsveld in gelegenheid om een extra carrière op te bouwen en niet op één paard te wedden.

Wat het leven voor iemand in petto heeft is natuurlijk niet te voorspellen. Dat onevenredig veel ongeluk op iemands levenspad komt is evenmin te verwachten. Toch kan de optelsom een ontluisterend geheel vormen. De veerkracht van de menselijke geest weet vaak de positieve elementen makkelijker de boventoon te laten voeren dan alle tegenslagen. Maar als de wendingen zich plotseling opstapelen kan het teveel zijn.

Deze vuistdikke literaire biografie is een weerslag van dat laatste. Het is te hopen dat de schrijver in het restant c.q. vervolg van zijn leven meer geluk gegeven is om in betere omstandigheden oud te worden. Of hem dat gaat lukken is een open einde en mogelijk voer voor een later boek. Ik ben de gek laat zich lezen als een spannend boek met voor sommigen net iets te veel details over onderwijs. Wie daardoorheen kan lezen heeft een fijn boek te pakken dat vele uren leesplezier oplevert en je wijzer maar ook verbaasd zal achterlaten.

Boeken / Fictie

Vermakelijke liefdesspanning

recensie: Jackie van Laren – Lentegroen (Onder de bomen 1)

Schrijfster Jackie van Laren grijpt niet bijster origineel de vier jaargetijden aan om een kwartet aan boeken aan te kondigen. Lentegroen trapt het liefdesverhaal af waarin een onmogelijke liefde ontluikt tussen een boswachter en een graaf die aan het syndroom van Asperger lijdt.

Liefdesverhalen zijn natuurlijk van alle tijden. Een onmogelijk liefdesverhaal heeft direct vanaf het begin de verrassing al in zich. Jackie van Laren weet de spanning en het leesplezier samen te pakken in een handzaam verhaal dat direct doet uitzien naar het volgende deel van deze serie. Een serie die volledig gepland is en waarvan de uitgaven synchroon zullen verlopen met de jaargetijden van 2021.

Feelgood met net voldoende spanning

Jackie van Laren verstaat haar vak, gezien de enorme stapel boeken van haar hand en het grote aantal trouwe lezers. Ze beheerst de kunst om taalgebruik te kiezen dat mensen voldoende boeit om te blijven lezen. Haar feelgoodboeken vinden gretig aftrek. Voor 8WEEKLY is het een eerste kennismaking met het oeuvre van deze Nederlandse schrijfster. Een aangename kennismaking, mag wel gezegd worden. Natuurlijk spreekt het genre voor zich. Wie op zoek is naar enorme diepgang kan beter een ander boek kiezen. Wie gewoon lekker wil lezen, vermaakt wil worden, lichte spanning mag voelen en soms zelfs een tikje verrast mag worden, heeft aan Lentegroen een heel fijn boek.

Een boek dat je wel aan het lezen wil houden, omdat je het verhaal wilt volgen en je wenst te weten hoe het verhaal zich voltrekt in het volgende hoofdstuk of op de volgende bladzijde. De spanning is uiteraard niet groot, zodat het boek ook makkelijk even in een pauze weggelegd kan worden in afwachting van een volgende sessie van lekker verder lezen.

Van Laren weet net voldoende spanning in haar boek te leggen dat je nieuwsgierig verder wilt, ook als het boek uit is. Dat laatste doet een lezer uitzien naar het volgende deel van deze nieuwe Onder de bomen-serie.

Een vriendschap reikt verder

De boswachtster in het verhaal Lentegroen krijgt een bijzondere opdracht. Ze moet de graaf die op het landgoed woont zien te bewegen om zijn landgoed open te stellen voor bezoekers van buiten. Maar deze graaf heeft de naam onbenaderbaar en niet bepaald meewerkend te zijn.

Lentegroen neemt de lezer op sleeptouw in het verhaal van Silvie en haar dochter Ties, die na een verbroken liefdesrelatie het roer omgooien. Als boswachtster van Boswachterij De Grote Weijde op de Utrechtse Heuvelrug ontspint zich een vermakelijke en onmogelijke liefde tussen Silvie en de graaf van het landgoed Woudenbergh. Frederik Alexander Walburgis Quint graaf Woudenbergh van Lynden ontmoet per toeval Ties. Voor Ties en vele anderen heet hij gewoon Freek. En zo ontmoet Freek spontaan Ties, omdat zij een lekke band had en thuisgebracht moest worden. Silvie leert op een ontspannen manier en zonder achtergrondinformatie Freek kennen, die al snel bevriend raakt met Ties. Computers zijn voor hen beiden een interesse en Freek maakt haar graag thuis in zijn wereld van IT. Ook vinden ze elkaar in de muzikale belangstelling, waarbij hun link gevormd wordt door zangeres Floor Jansen en haar symfonische metalmuziek.

Langzaam maar zeker ontstaat er door de bezoekjes van Freek aan Ties in het huis van Silvie ook een bijzondere belangstelling tussen Freek en Silvie. Beiden willen eigenlijk geen relatie, maar het bloed kruipt langzamerhand waar het niet gaan kan. De mensenschuwe Freek opent stukje bij beetje een deel van zichzelf. Door vooral zichzelf te blijven en puur te blijven ontstaat stap voor stap iets bijzonders. Van Laren weet heldere, echte personages neer te zetten waar geen opsmuk vanaf klettert. Zelfs het ‘van stand’ zijn van Freek kent zijn menselijke kant en ook zijn keerzijde. De ontluisterende kant van het graaf-zijn ontvouwt zich als de toch bijzondere kant van Freek, wanneer hij Silvie (en de lezer) langzaam naar binnen laat kijken.

Als er drugs op het landgoed van Freek gevonden worden, weet de nieuwe boswachtster zich ook professioneel in te zetten en lijken de tegenstrijdige belangen ineens te kunnen samenvallen om het terrein toch open te stellen voor bezoekers. Haar creativiteit wint het van de terughoudendheid van de onbuigzame graaf.

Boeken / Non-fictie

De emotionele mens, helemaal niks mis mee… integendeel!

recensie: De emotionele mens, waarom onze emoties bepalen wie we zijn – Ad Vingerhoets

Ad Vingerhoets (1953, emeritus hoogleraar emoties en welbevinden Tilburg University) heeft met De emotionele mens een fris en helder boek geschreven waarin hij de wetenschappelijke kennis op het gebied van de menselijke emotie voor ons overzichtelijk op een rij zet.

Vingerhoets geeft aan dat hij veertig jaar geleden op dit gebied van de psychologie pionierde en dat er merkwaardigerwijze toen nog weinig bekend was. Sindsdien is er enorm veel onderzoek verricht en zijn er forse stappen gezet. Tegelijkertijd signaleert Vingerhoets dat er ook nu nog de nodige discussie gaande is over vrij elementaire vragen, zoals over wat emoties precies zijn, wat hun functie is en hoe je ze moet onderzoeken. Volgens Vingerhoets circuleren er over wat de beste definitie is van een emotie nu ten minste tweeënnegentig versies en voor veel daarvan is wat te zeggen.

Vingerhoets wil met dit boek misverstanden uit de weg ruimen en hoopt het vaak onterechte negatieve imago dat aan emoties kleeft wat weg te kunnen poetsen. Emoties zijn essentieel voor ons functioneren. Zonder emoties zijn we geen volwaardige mensen. We zouden sociaal en moreel incompleet zijn. Emoties bepalen wie we zijn. Punt gemaakt! Het is hoog tijd dat er in de door cognitie overheerste menswetenschappen nu eens serieus gesproken wordt over deze basale ingrediënten van ons bestaan.

Wat zijn emoties niet

Emoties zijn geen voorkeuren, houdingen, stemmingen of persoonlijke stijl van reageren (de blije gup, zwaar op de hand of kort lontje). Reacties op kunst en muziek vallen er ook een beetje buiten. Wetenschappers kunnen met deze esthetische emoties nog niet zo goed uit de voeten. In de populaire media worden emoties vaak alleen in verband gebracht met gevoelens. Wetenschappers kijken meer naar emoties als gedrag dat een bepaalde functie heeft. Wat men daarbij voelt is voor hen juist een beetje bijzaak.

Wat zijn emoties wel

Vingerhoets beschrijft emoties vanuit het kader van de mens en zijn evolutionaire ontstaansgeschiedenis. De mens leefde als jager-verzamelaar heel vroeger meestal in groepen van 150 leden en hun leefwereld was zó vol allerlei gevaren dat het onmogelijk was om in je eentje te overleven. Mensen zijn dus van nature heel sociale wezens. Volgens Vingerhoets helpen emoties ons in elke nieuwe situatie – en dat kunnen er honderdduizenden zijn waarin we terecht kunnen komen – om uit alle mogelijke reacties een goede keus te maken. Emoties gaan in de regel gepaard met bepaalde gedragsintenties; zinvolle bijsturingen van ons gedrag. Dat is de kern van de functie van onze emoties.

Emoties zijn relatief kortdurende, vaak geïntegreerde reacties op prikkels en situaties die wij belangrijk vinden: overleven, partnerkeuze, voortplanting, status, aanzien, waardering, zoeken van samenwerkingspartners, bescherming tegen vreemden en het kiezen van leiders.  Psychologen onderscheiden als ze het hebben over reacties op prikkels de volgende vier niveaus. Allereerst het subjectieve gevoelsniveau: wat ervaren we, voelen we? Dan het cognitieve niveau: wat doet de situatie met onze denk- en geheugenprocessen? Als derde het gedragsniveau: hoe wordt ons concrete gedrag beïnvloed? En tenslotte het fysiologische, lichamelijke niveau. Welke reacties zijn merkbaar in onze hartslag, bloeddruk, hormoonhuishouding en ons afweersysteem?

Nieuwe visie

Emoties zijn dus veel meer dan alleen maar gevoelens. Ze zijn heel belangrijk en nuttig voor ons functioneren, ze beïnvloeden onze motivatie voor bepaald gedrag, onze waarneming, aandacht, ons denken en fysiologische processen. Verder vormen ze een bron van belangrijke sociale informatie.

Vroeger werden emoties vaak gezien als tegenhanger van de rede. Mensen dienden zich met de rede te onderscheiden van de dieren. Emoties waren barbaars, dierlijk, sta-in-de-wegs van de rede, oncontroleerbaar, iets waar men zich verre van moest houden.  Dat is achterhaald, betoogt Vingerhoets.

Emotie & gedachte

Vinden we een situatie belangrijk genoeg dan kan dat aanleiding zijn tot tal van vragen. Kwam de gebeurtenis onverwacht? Helpt de situatie mee of juist tegen? Is de situatie ongepast of immoreel. Emoties kunnen vaak het resultaat zijn van een cognitief proces. Anderzijds zijn er tegenwoordig sterke aanwijzingen dat bij bepaalde emoties deze uitgebreide “analyse” van de situatie helemaal niet wordt uitgevoerd. We kunnen onze emotie niet per se sturen met onze gedachten.

Dat geldt bijvoorbeeld in het geval van angst, waarbij we feitelijk na de eerste schrikreactie tot een uitgebreide analyse van de omgeving komen. Ook in het geval van morele emoties lijkt het er sterk op dat we eerst de emotie vertonen. Het gaat dan om situaties waarop je onmiddellijk reageert met ontroering of juist afschuw of walging. Je ziet hoe iemand zich belangeloos inzet voor een gehandicapte medemens, of juist zaken als incest of seks met een lijk. Deze laatste zin is overigens kenmerkend voor Vingerhoets stijl: met regelmaat onverbloemd praktisch expliciet.

Emotie & cultuur

Een belangrijke term in dit kader is display rules, waarmee verwezen wordt naar regels in een cultuur over hoe en wanneer bepaalde emoties geuit mogen worden. Lang niet altijd mogen de ware emoties getoond worden. Denk aan begrafenissen. In de westerse wereld dien je je daar zeer ingetogen te gedragen. In het Nabije Oosten kunnen begrafenissen gepaard gaan met extreme uitingen van verdriet, zoals de kleren verscheuren, zich bezoedelen met as of stof, en soms zelfs in onze ogen haast neigen naar uitingen van agressie. Weer heel anders zijn begrafenissen in Suriname, waarbij het er soms ogenschijnlijk vrolijk aan toe kan gaan.

Emotie, persoon & psychopathologie

Vingerhoets blijft op dit gebied wat achterwege. Welke factoren spelen een rol bij  de grote verschillen die er bestaan tussen mensen als het gaat over hun emotionele reactie op gebeurtenissen? Wat maakt dat bij sommigen emoties oncontroleerbaar zijn of bij anderen zelfs juist helemaal afwezig lijken te zijn? Juist deze verschillen zijn intrigerend en Vingerhoets bespreekt theorievorming hierover nauwelijks. Ook inzichten op het gebied van de geestelijke gezondheidsproblematiek en de behandeling van dergelijke problemen, die over het algemeen terug te voeren zijn tot juist een emotionele onbalans, blijven in het boek onderbelicht.

Ook de bevindingen dat emotie sneller is dan gedachte legt een staaf dynamiet aan de fundamenten van de cognitieve gedragstherapie en tal van daarvan afgeleide psychologische therapievormen die op dit moment volop gebruikt worden binnen de ggz wereldwijd. Binnen dit therapiemodel wordt er immers vanuit gegaan dat de gedachte de emotie stuurt waarbij dan in de therapie geoefend wordt met corrigerende gedachten om de ongewenste emotionele respons uit te laten doven.

Interessant wordt het als dit model, dat dus niet gebaseerd kan zijn op wetenschappelijke kennis, onder vakgenoten wordt aangeprezen als “evidence based medicine”. Mocht er sprake zijn van “bewezen effectieve” behandelingen dan kan dat zo zijn maar dan alleen omdat therapeuten en cliënten elkaar napraten en beiden in dit model iets geloven te vinden dat houvast geeft. Zo zijn er in het verleden wel meer modellen geopperd om psychisch leed te verzachten waar stevig in geloofd werd waarbij ook de diverse religies niet vergeten kunnen worden. Onder “evidence based” zullen heel wat mensen toch iets anders verstaan. Ligt hier misschien ook de missende schakel die verklaart waarom die therapieën in de praktijk minder effectief zijn dan je zou verwachten? Zitten psychologen in hun vaak cognitief georiënteerde behandelingen op het verkeerde spoor?  Deze punten lijken buiten Vingerhoets aandachtsgebied te liggen. Dat is jammer.

Welke emotie?

Vingerhoets behandelt ze allemaal: angst en vrees, boosheid, spijt en berouw, schuld en schaamte, liefde en verliefdheid, jaloezie, afgunst en leedvermaak. Dan gaat hij alweer verder, in de volgende hoofdstukken behandelt Vingerhoets achtereenvolgens verdriet, rouw en depressie, heimwee en nostalgie, walging en tot slot dan nog de positieve emoties. Om bij dat laatste te beginnen: positieve en negatieve emoties is wat mij betreft eigenlijk een veel gebruikt maar onhelder onderscheid. In wezen zijn alle emoties positief omdat ze wezenlijk bijdragen aan ons bestaan en veiligheid. Vingerhoets bedoelt met positieve emoties vrolijkheid, ontroering, trots en hoop.

Het is fijn dat dit eens even allemaal voor ons op een rijtje gezet wordt. Vingerhoets heeft een heldere en luchtige stijl van schrijven en weet met heel veel voorbeelden uit de dagelijkse praktijk het beschrevene goed concreet te maken.

Lang leve de emotionele mens!

In recente boeken – zoals Frans de Waals Een tijd voor empathie of Rutger Bregmans De meeste mensen deugen – overheerst het optimistische beeld dat de mens van nature goed is. Kijkend naar de emotionele uitrusting van de mens concludeert Vingerhoets dat deze stelling aanpassing behoeft. Keer op keer weer blijkt dat we, afhankelijk van de omstandigheden tot veel goeds maar ook tot veel slechts in staat zijn. Wellicht is de vraag niet goed en is de betere variant: wie is onder welke omstandigheden goed of slecht? Daarbij wil Vingerhoets uiteindelijk toch ook wel overhellen naar de conclusie dat de meeste mensen emotioneel wel deugen, waardoor ze ook moreel wel deugen. Voor Vingerhoets de hoogste tijd dat emoties de waardering krijgen die ze verdienen. Treffend beëindigt hij zijn boek: lang leve de emotionele mens!

Voor mij nu, aan het eind van deze recensie gekomen, ook de hoogste tijd Vingerhoets en zijn boek eveneens de waardering te geven die zij verdienen: lang zullen zij leven!

Boeken / Fictie

Door het oog van de lijdende

recensie: De overlevenden - Alex Schulman

De naam Alex Schulman zegt ons nog niet zoveel in Nederland. Daar kan nu verandering in komen, met de komst van zijn debuutroman De overlevenden. Een autobiografisch verhaal over een verstoorde familie.

Hevige treurnis

Hij is samen met Sigge Eklund hét gezicht van de meest beluisterde podcast van Zweden: ‘Alex & Sigges podcast’. Een kletserige, zogenaamde ‘zelfspodcast’, waarin de Zweedse heren het nieuws van de week doornemen. Ondanks het feit dat dit een grote inkomstenbron vormt (één aflevering levert maar liefst 20.000 euro op), wil Schulman zich gaan richten op zijn schrijverschap. Eerder publiceerde hij al vijf succesvolle autobiografische boeken. Daarin schreef hij over zijn (redelijk tot zeer) bekende familieleden en de scheve verhoudingen binnen zijn familie: vader Allan Schulman, tevens journalist en tv-producent, moeder Lisette Schulman (die kampte met een alcoholprobleem) en zijn snel ontvlambare opa Sven Stolpe, een schrijver die leed onder de affaire van zijn vrouw.

Wie in zijn familiegeschiedenis duikt, kan er bijna niet omheen: de personages in Schulmans debuutroman De overlevenden lijken afspiegelingen van het gezin, dat beladen blijkt te zijn met een soort hevige treurnis. Voor het zwart op wit stellen van hun familiegeschiedenis heeft hij een grote prijs moeten betalen. Zo laat hij in een interview met de Volkskrant (16 mei 2021) weten dat de publicatie van Bränn alla mina brev (vertaling: Verbrand al mijn brieven), waarvan de filmrechten zijn verkocht, ertoe leidde dat sommige familieleden niet meer met hem willen praten. Het is maar de vraag of Schulman er met zijn nieuwe boek De overlevenden alle brandende schepen voorgoed achter zich heeft gelaten.

Huilende broeders

Het boek start met één verhaallijn, die al snel verweven raakt met een andere verhaallijn. In hoofdstuk één rijdt een politieauto op een broeierige juninacht naar een afgelegen plek in Zweden. Twee broers zijn slaags geraakt tijdens het uitstrooien van de as van hun moeder. De ruzie lijkt gepaard te gaan met een dieper soort verdriet dat de broers aantast en hen radeloos maakt. In hoofdstuk 2 word je terug in de tijd gelanceerd: de drie broers – Benjamin, Pierre en Nils – zijn nu drie jonge losbollen en houden een gevaarlijke zwemwedstrijd in de buurt van het buitenhuis waar ze hun zomervakantie doorbrengen. Al meteen blijkt hoe labiel hun ouders zijn:

“Benjamin wist dat papa en mama verschillend konden reageren. Soms mocht je in 

mama’s armen kruipen en krabbelde ze je langzaam over je rug. Andere keren 

ontstond er irritatie en was het moment verloren.”

De ouders zijn sporadisch verzwaard door de alcohol en te suf om hun kinderen in de gaten te houden. De moeder bestraft haar kinderen op een buitensporige, strenge wijze: wie zich in haar ogen ‘misdraagt’ – vaak draait het om kleine futiliteiten – mag even stoom afblazen in het vochtige en pikdonkere kolenhok. De vader lijkt in eerste instantie de ‘betere’ ouder te zijn (’the good cop’ van het stel), maar als een van zijn zonen iets riskants doet tijdens een autotochtje, slaat hij er op los.

Het moge duidelijk zijn dat de drie kinderen gevormd worden door de mishandeling en de verwaarlozing waaraan ze zijn blootgesteld. Toch zijn er ook kleine momenten van geluk. Daarmee lijkt de schrijver de gehele gezinssituatie te bagatelliseren. Daarin slaagt hij maar gedeeltelijk: dit boek kenmerkt zich door de beklemmende sfeer en de uitzichtloosheid. Kort gezegd, dit boek staat bol van de conflictsituaties, de spottende insinuaties en de pijnlijke woordenwisselingen. Het is dan ook lastig om je vast te bijten in het verhaal: wil je je wel moeien in een familie die zo op de afgrond afstevent?

Afstandelijk

Niet alleen de inhoud van het boek maakt dat identificatie moeilijk is, ook de schrijfstijl beklijft niet echt. Het is eerder vanwege de weinige pagina’s dat het boek telt, dat je er doorheen vliegt. Zeker niet door een soepele schrijfstijl. De stijl die Schulman zich permitteert, is al even afstandelijk als zijn autobiografisch getinte verhaal. Daar komt nog eens bij dat de plot een afschuwelijke uitkomst geeft. De vraag is of het verhaal bij die laatste pagina had moeten stoppen. Op het einde duizelt je hoofd namelijk van de vragen. Juist dat open einde nodigt uit tot een vervolg. Een vervolg dat je maar moet willen lezen, want de ontknoping – een grandioos familiedrama – is te verdrietig voor woorden.

Ondanks dat het verhaal en de schrijfstijl wat afstandelijk overkomen, is het knap hoe Schulman zijn persoonlijke en pijnlijke relaas zo op papier weet te zetten. Hoe lastig moet het zijn om de misère in je leven te fictionaliseren, om er een debuut van te maken dat de tongen losmaakt in je naaste omgeving. Daarvoor verdient Schulman in ieder geval alle lof.

Film / Reportage
special: 50e editie International Film Festival Rotterdam

Filmliefhebbers weer welkom op IFFR

Het International Film Festival Rotterdam (IFFR) vond deze maand zowel digitaal als fysiek plaats, redacteur Vera Verhoef woonde het bijzondere event bij. Niet alleen de mogelijkheid om een film te bekijken was speciaal. Aangezien dit de vijftigste editie was van het IFFR, stonden er unieke spektakels en activiteiten op het programma.

Feestelijke opening met intens liefdesverhaal

Voor het eerst in haar vijftigjarig bestaan werd het grootste filmfestival van Nederland in twee delen gesplitst. Na de online wintereditie van februari was het deze maand tijd voor de lente-editie die op 2 juni van start ging met een indrukwekkend liefdesverhaal: The World to Come. De film maakte onderdeel uit van het nieuwe programma Harbour, met een selectie van toonaangevende hedendaagse films. Het is 1856 als Abigail haar leven doorzet na het verlies van haar dochter. Hoop vindt ze uiteindelijk in Tallie die haar wereld weer iets laat opbloeien. Deze twee vrouwen, overheerst door hun standvastige echtgenoten, vinden verbondenheid met elkaar. Het fijne camerawerk gecombineerd met de poëtische gedachtes van Abigail visualiseren de tedere gevoelens door de film heen. De grote contrasten in koud/warm en dood/leven versterken subtiel de kwellende gebeurtenissen die Abigail meemaakt. Een geslaagde film van Mona Fastvold, die erop wijst dat momenten met dierbaren kunnen verdwijnen en enkel kostbare herinneringen achterblijven.

 

Kijkje in geschilderd leven

Een VR-programma zorgde voor een avontuurlijke en magische beleving, met vier unieke werelden om zelf actief doorheen te gaan. De mooiste was wel The Hangman at Home waarin je ondergedompeld werd in een handgeschilderde wereld. Een geanimeerd kunstwerk met stijlvolle geschilderde decors in sfeervolle kleuren. Helemaal compleet met mysterieuze muziek en een monoloog gebaseerd op Carl Sandburg’s rijm: ‘The Hangman at Home’ afkomstig uit het album Smoke & Steel (1922). Zelf steek je een lucifer aan waarna wordt afgedaald naar een kamer die toegang geeft tot verschillende doorkijkjes. Door de interactieve handelingen wordt alles direct levendig ervaren. “What does the hangman think about when he goes home at night from work?” Het voyeuristische gehalte laat toe om alle gethematiseerde ruimtes te ontdekken. Vijf verhalen met elk een ander personage dat een gevoelige situatie meemaakt: speels, fragiel, seksueel, onzeker of bang. Soms wat ongemakkelijk door de directe opmerkende blik van het personage. Alsof je als kijker betrapt wordt op de ontdekking van deze prachtige presentatie.

 

 

Teruggevonden films

Het is eeuwig zonde als een meesterwerk verloren gaat. Dankzij het IFFR zijn een aantal bijzondere films opgespoord en gerestaureerd om daar opnieuw van te kunnen genieten. In het bijzonder de twee stille kortfilms Neck ‘n’ Neck, een animatie van Walt Disney met Oswald The Lucky Rabbit en Sea Palace van Kenzo Masaoka, met revolutionaire speciale effecten. Onder de gerestaureerde langspeelfilms is The Amusement Park (1973) erg bijzonder. George A. Romero werd door de Lutheran Service Society gevraagd een educatieve film te maken over de mishandeling van ouderen. Romero heeft dit iets verdraaid en daar een fascinerende horrorfilm van gemaakt. Het geheel speelt zich af in een energiek pretpark dat voor ouderen helemaal geen plezierige omgeving is. Ironisch met deze bejaarden weergegeven als een soort zombies. Een absurde nachtmerrie die zelfs in deze tijd nog origineel en accuraat is.

 

 

Chinees geheim

Wang Qiong pakt de camera in handen en begint haar familie te filmen. Drie jaar lang legt ze beelden en interviews af van haar zussen. Deze zijn samengebracht tot een zeer persoonlijke, liefdevolle en ook pijnlijke vertoning All About My Sisters. Qiong is spontaan te werk gegaan en heeft zich niet laten inspireren door andere documentaires. Het project begon als studieopdracht en is geëvolueerd tot een gedurfde documentaire. Dit is ook terug te zien in haar enthousiasme: drie uur is wel wat lang voor een vertoning. De familiegeheimen die onthuld worden, blijven echter verbazingwekkend. De nadruk ligt op de samenleving waarin het zo belangrijk is voor vrouwen om een zoon te krijgen, dat het heel normaal is om abortus te plegen wanneer er een meisje op komst is. Qiong is van plan om de film pas later aan haar familie en omgeving te laten zien, ter bescherming van haar naasten. Vandaar dat de film ook niet in China is uitgegeven. Voor ons een geluk dat Qiong haar verhaal op het IFFR met ons heeft willen delen.

De Werner filmkraam

Elke dag op een andere plek in Rotterdam was een schroomvallige bulldozer te spotten, mogelijk gemaakt door Atelier van Lieshout. Het voertuig is als een stalen monster dat tegen elk gevaar op kan. Een ode aan de Duitse filmmaker Werner Herzog, bekend van Nosferatu the Vampyre (1979), Fitzcarraldo (1982) en vele andere riskante films en documentaires. Dankzij de bulldozer als mobiele filmstudio was te ervaren hoe Werner de realiteit probeert te transformeren naar een verdraaide waarheid voor de kijker. Met daarbij een nader inzicht over de nood aan cinema in ons dagelijks leven. Het voertuig had drie schermen, verdeeld over de binnen- en buitenkant, waarop opnames afspeelde van geïnterviewde buurtbewoners. Het doel was vooral om de omgeving van Rotterdam persoonlijk te betrekken bij het festival. De Vlaamse kunstenaar Hooman Jeddy bracht de filmkraam nog een extra element bij. Elke dag bleef hij het voertuig upgraden met daarbij draaiende filmstrips (pellicule), projecties, hangende doeken of touwen. Deze kinetische kunst was om voorbijgangers nieuwsgierig te maken met iets dat ze niet kennen. Tegenwoordig houden mensen zich enkel nog bezig met hun smartphone en is niks meer interessant. Daar kwam hierbij dus verandering in.

Een oneindige droom

De programmamakers van het IFFR slagen er elke keer weer in om uitmuntende creaties te selecteren. Er zit voor iedereen wel wat aantrekkelijks bij. Zeker met de internationale selectie van verschillende culturen, stijlen en technieken die tot expressie komen. Dat de animatiefilm Poupelle of Chimney Town gekozen is als slotfilm heeft erg goed uitgepakt. Volgeboekte zalen met een groot enthousiast publiek. De eenzame jongen Lubicchi werkt als schoorsteenveger in de levendige stad waar hij het vuilnismonster Poupelle ontmoet. Als een van de weinige geloven ze nog in de sterren die achter de grauwe rook in de lucht hangen. Het is erg inspirerend om te zien dat kinderen veel meer hoop hebben en hun dromen niet zomaar opgeven. Een schitterende keuze voor elke leeftijd maakt het einde van deze lente-editie zeker geslaagd.

 

Over een half jaar in februari zal alweer een nieuwe editie plaatsvinden. We zullen dan zien of het online aanbod behouden blijft naast de fysieke vertoningen. Het is namelijk ergens ook fijn om films op een gekozen tijdstip vanuit huis te bekijken. Al zal het nooit de geweldige ervaring van de film in de bioscoopzaal overtreffen, helemaal niet met zulke indrukwekkende activiteiten erbij.