Theater / Voorstelling

Hoe het milieu ten onder gaat aan de verslaving aan auto’s

recensie: ALFA – Wunderbaum / Landestheater Niederösterreich / Tangente St. Pölten-Festival für Gegenwartskultur

De auto is de heilige koe van de westerse wereld. En als die auto dan ook nog een prijskoe is als de Alfa Romeo, kent de heiligenverering helemaal geen grenzen meer. In ALFA van Wunderbaum kunnen we naar keuze een lofzang zien op een automerk – of een maatschappijkritische voorstelling over de vernietigende verslaafdheid van de westerse wereld aan fossiele brandstoffen.

Zes acteurs en een zanger, vier mannen en drie vrouwen, bespreken, bezingen, bejubelen het Italiaanse automerk Alfa Romeo. Dit zijn ‘Alfisti’: vereerders van de Alfa Romeo, en ze zijn afkomstig uit verschillende Europese landen. Ze kunnen aan het geluid van de verbrandingsmotor niet alleen horen dat het een Alfa is; de echte fanaten kunnen aan het geronk ook nog horen welk týpe Alfa er rijdt. En natuurlijk hebben ze er allemaal een, of meerdere. Ze scheppen er tegen elkaar over op alsof het een wedstrijdje vér-piesen is.

Ronkende verbrandingsmotor

Wunderbaum gebruikt de overgang van benzine-rijden naar elektrisch-rijden, en het voorgenomen einde van verbrandingsmotoren in de EU in 2035, om een half-serieuze, half-satirische voorstelling te maken over het automerk dat eigenlijk een groot deel van zijn reputatie heeft te danken aan dat onmiskenbare geluid van een ronkende verbrandingsmotor.

De maatschappelijk geëngageerde theatergroep Wunderbaum mag graag samenwerkingsverbanden aangaan met groepen uit binnen- en buitenland. In dit geval doen ze dat met de Oostenrijkers van Landestheater Niederösterreich en het Tangente St. Pölten-Festival für Gegenwartskultur. Een deel van de acteurs spreek Italiaans of Duits, boventiteling voorziet in de vertaling. De achterwand dient als projectiescherm voor foto’s van Alfa’s, het logo en de motor.

Alfa-kleuren

De spelers zijn gekleed in de kleuren van het Alfa-logo, in zwart, rood, wit, blauw, zilver. Ze praten over de auto’s alsof het levende wezens zijn. En ze weten werkelijk álles van het automerk: de kleppen en de pk’s en de schokdempers en de ophangingen vliegen je om de oren. Ze hebben allemaal hun eigen jeugdherinnering aan het merk: iedereen weet nog precies wanneer die voor het eerst ‘viel’ voor een Alfa.

Met zijn allen komen ze tot een soort koorzang op het Italiaanse automerk. De teksten zijn het resultaat van interviews met Alfisti en afkomstig uit allerhande documentatie. Helaas geven Wunderbaum-makers Maartje Remmers, Marleen Scholten en Walter Bart de personages niet veel diepgang mee, het blijft allemaal nogal eendimensionaal.

Nep-Alfa

Walter Bart zet het type neer van de irritante oom op een feestje, die over niks anders kan praten dan over zijn sportwagen. Marleen Scholten is de vrouwelijke kneus die al decennia lang het clubblaadje maakt voor de snel krimpende en vergrijzende Alfa-club. Simone Cammarata is de in rad Italiaans kakelende Giulio, door zijn vader Tazio (Giovanni Franzoni), vernoemd naar een Alfa-type; die auto héét Giulia, maar je kunt niet alles hebben.

Laura Laufenberg speelt een smilende pleaser, gekleed in een pitspoezenpakje. De klassiek geschoolde sopraan Jamie Petutschnig zet haar lofzang op de Alfa kracht bij met fraaie dans. Alleen Tobias Artner is naar de bijeenkomst gekomen in een hedendaagse auto: de elektrische Alfa Romeo Junior. Je kunt ook in een razendsnelle Alfa rijden zonder dat er een verbrandingsmotor in zit, betoogt hij. Maar het idee dat je je ronkende benzineauto zou inruilen voor zo’n nieuwerwetse nep-Alfa wordt door de rest weggehoond.

Symbool

Wunderbaum ALFA scenefoto ©Julian Maiwald

Wat een Alfa Romeo zo bijzonder maakt? ‘Design, schoonheid en onderhoud’. Er zijn gedichten, liederen geschreven over de Alfa Romeo. ‘Alfa is a way of life’.
Je kunt in auto’s in het algemeen en de Alfa in het bijzonder echter ook een symbool zien. Dat is de onderliggende boodschap van deze voorstelling. De Alfa Romeo is een symbool van de verslaafdheid van de westerse wereld aan de verbrandingsmotor, aan fossiele brandstoffen. Een symbool van de heimwee naar vroeger, terwijl we daardoor nu aan de rand van een onomkeerbare milieuramp staan. Een symbool voor de misplaatste nostalgie naar luxe bezit dat de wereld naar de gallemiezen helpt. En ALFA is – enigszins verholen – ook kritiek op het verstoken van tijd en hersencellen aan een vervoermiddel.

In wezen, zo kun je het commentaar van Wunderbaum op de autominnaars zien, is zo’n auto kinderspeelgoed, kinderachtig tijdverdrijf waar de bezitters maar niet overheen willen groeien. Het is jammer dat Wunderbaum die kritiek niet scherper neerzet dan in het personage van de schutterige man met de elektrische Alfa. Forse zelfkritiek, scherpere satire had het statement beter uit de verf laten komen.

 

Van: Maartje Remmers, Marleen Scholten, Walter Bart
Research: Dafne Niglio
Spel: Tobias Artner, Walter Bart, Simone Cammarata, Giovanni Franzoni, Laura Laufenberg, Marleen Scholten
Zang: Jamie Petutschnig
Muziek: Annelinde Bruijs
Scenografie: Maarten van Otterdijk

Film / Serie

Netflix brengt Avatar: The Last Airbender tot leven

recensie: Avatar: The Last Airbender
Avatar: The Last Airbender recensie afbeeldingNetflix Tudum

Na een film die in 2012 de plank goed missloeg, probeert ook Netflix om Avatar: The Last Airbender van een 2D-animatie naar een driedimensionale wereld te vertalen. Weer namen de makers van de originele serie afstand van dit ambitieuze project. Slaagt Netflix of stelt ook deze variant zowel nieuwe als oude fans teleur?

Wie nog niet eerder van deze serie heeft gehoord, mocht waarschijnlijk geen Nickelodeon kijken of was hier te oud voor. Wie deze serie wel kent, vraagt zich misschien af waarom er een liveaction gemaakt is van een serie die zijn kracht juist haalt uit de animatie. In de wereld van Avatar bezitten sommige mensen de kracht om de elementen water, vuur, lucht of aarde telekinetisch te manipuleren, ook wel bending genoemd. De elementen verdelen de wereld van Avatar in vier verschillende naties. Netflix ging de uitdaging aan en creëerde een nieuwe versie van deze geliefde serie.

Kiezen, combineren & verder kijken

Hoewel de Netflixserie hetzelfde tijdskader heeft als de animatieserie, zijn er toch rigoureuze veranderingen gemaakt die niet altijd even goed uitpakken. Zo is Katara (Kiawentiio) al vanaf de eerste aflevering een afgezwakte versie van haar animatie-tegenhanger. Katara is de enige waterbender in de zuidelijke stam en lijdt onder het verlies van haar moeder. Haar broer Sokka (Ian Ousley), belast met de bescherming van de stam, wil ook zijn zusje weghouden van ieder gevaar. In de animatieserie leiden Sokka’s seksistische opmerkingen tot Katara’s woede-uitbarsting waarbij zij een mysterieuze vreemdeling bevrijdt uit een ijsberg. In de Netflixversie weten we al dat het Aang (Gordon Cormier) is. Hij zit al honderd jaar vast in de ijsberg en breekt zichzelf eruit.

Aang kwam hierin vast te zitten nadat hij vluchtte voor zijn verantwoordelijkheid om de volgende Avatar te worden. De Avatar kan leren om alle vier de elementen te manipuleren en heeft de taak om de balans tussen deze elementen te behouden. Van de animatie kennen we hem als het speelse jongetje dat er alles aan doet om zijn verantwoordelijkheden te vergeten. Daarentegen lijkt hij in de Netflixserie meer op een oude man in een jong lichaam. Zo is zijn missie op Kyoshi-eiland niet om de olifant-koivis (een van de vele fabeldieren in deze wereld) te berijden, maar om de vorige Avatar om hulp te vragen in de oorlog tegen de strijdlustige Vuurnatie. Aang mag dan wel meer dan honderd jaar oud zijn, maar met deze aanpassing verliest hij de ontwikkeling die hij doormaakt. Wie rechtstreeks uit de animatie lijkt te zijn gestapt, is Sokka. Ousley weet Sokka’s zeer geanimeerde expressies over te brengen zonder dat het over de top lijkt.

Realisme in een fantasiewereld

Met weinig actie en gebruik van de vier elementen tijdens gevechtsscènes werd de film uit 2012 een lachertje. Netflix leerde hiervan, want met vuur waar de vonken vanaf vliegen en watergevechten die de personages doen zweten, is de actie ditmaal spectaculair. De special effects weten de snelheid van bending uit de animatie goed na te bootsen.

Farnaz Khaki-Sadigh heeft op een realistische manier het originele design van de kostuums met echte materialen gecombineerd. Hoewel de kleding er wat ongedragen uitziet, komen de kleuren overeen met die in de originele show. Zeker Aangs simpele maar karakteristieke outfit is tot in de puntjes uitgewerkt en doet denken aan de boeddhistische monniken. Dit steekt wel pijnlijk af tegen het haar van prinses Yue (Amber Midthunder), dat nep lijkt in een wereld die naar realisme streeft.

Wat wel de juiste noot raakt is de muziek van Takeshi Furukawa. De score gebruikt elementen van de originele serie in combinatie met een groter orkest, wat een bombastisch en filmachtig gevoel aan de scènes geeft. De muziek weet ook de kleinere, emotionele momenten perfect te ondersteunen, zoals bij het ontroerende ‘Little Soldier Boy’.

Al met al slaagt de Netflixserie erin om iets moois neer te zetten voor het publiek dat de animatie niet kent. Voor fans van de oude serie zijn er genoeg herkenbare elementen om van te genieten, maar er zijn ook aanpassingen gemaakt die zullen verrassen. De poging van Netflix is geen vervanging voor de animatie, maar een alternatieve interpretatie die nieuwsgierig maakt naar hoe ze het volgende seizoen zullen aanpakken.

 

2
Theater / Voorstelling

Van rockende ballerina’s tot teder kusduet

recensie: Black Sabbath – The Ballet
2

Klassiek ballet en heavy metal muziek: niet bepaald een voor de hand liggende combinatie. Birmingham Royal Ballet durfde het aan om deze twee werelden met elkaar te combineren in Black Sabbath – The Ballet. Is het een match made in heaven of kunnen de genres beter strikt gescheiden blijven?

Het grote publiek verwacht dat ballet wordt gedanst op klassieke muziek van bijvoorbeeld Tsjaikovski (Het Zwanenmeer, De Notenkraker). Maar artistieke vernieuwingen zijn ook de op het eerste gezicht conservatieve balletwereld niet vreemd. Het combineren van contrasterende stijlen is interessant om naar te kijken én brengt wellicht een nieuw publiek naar het ballet, moet ook Carlos Acosta, directeur van het Birmingham Royal Ballet, gedacht hebben. Hij liet zich inspireren door de muziek van de heavy metal band Black Sabbath, die ook uit Birmingham afkomstig is. Holland Dance Festival brengt dit vernieuwende ballet voor enkele avonden naar het Rotterdamse Luxor theater.

Symfonische metal

Het is een ambitieus idee om een volledig ballet van ruim twee uur te ontwikkelen rondom één heavy metal band. Om het geheel toegankelijk te houden voor de gemiddelde balletliefhebber, pakt Birmingham Royal Ballet het vernuftig aan door gebruik te maken van symfonische versies van verschillende Black Sabbath nummers. Deze composities worden magistraal vertolkt door de musici van Sinfonia Rotterdam. Gelukkig ontbreken de gierende gitaren niet. Gitarist Marc Hayward wordt tijdens de eerste en laatste akte als leidmotief gebruikt, waaromheen de dansers hun kunsten presenteren. Bovendien wordt er ook gedanst op bekende Black Sabbath nummers als ‘Paranoid’ en ‘War Pigs’, inclusief de zang van Ozzy Osbourne.

Heavy Metal Ballet

Black Sabbath – The Ballet bestaat uit drie afzonderlijke aktes, waarbij in elk gedeelte een ander thema centraal staat. Acosta strikte hiervoor drie verschillende choreografen, Raúl Reinoso, Cassi Abranches en Pontus Lidberg, waardoor elke akte een eigen signatuur heeft. De eerste akte is een modern, conceptueel stuk vol traditionele balletposities. De dansers lijken gitarist Hayward te aanbidden en worden daarbij omringd door een simpel decor van lichtborden met emblemen als drumsticks, vinyl platen en natuurlijk het logo van Black Sabbath. De choreografie oogt soms wat rommelig, maar het bijzondere duet waarbij de twee solisten verstrengeld zijn in een minutenlang durende kus brengt rust in het geheel. Het is een opmerkelijke keuze om zo’n teder en intiem duet, gedanst op een orkestrale versie van ‘Solitude’, op te nemen in een heavy metal ballet.

Black Sabbath – The Ballet,

Kusduet – foto Johan Persson

Dansen op een interview

De tweede akte focust op de band zelf en wordt gedanst door een groep van twaalf nieuwe dansers. De choreografie is losser en vrijer dan de voorgaande akte. Naast instrumentale versies van nummers als ‘Planet Caravan’ en ‘Orchid’, wordt er voornamelijk gedanst op audiofragmenten van de bandleden. In het begin is de dans op het ritme van spraak interessant, maar het gaat na verloop van tijd ietwat vervelen. Het is bovendien jammer dat de sterke zangsolo van één van de dansers plotseling wordt afgekapt in plaats van vloeiend over te laten lopen in dans. In de derde akte komen alle dansers samen en wordt de legacy van de band geëerd. De kenmerkende bewegingen van de voorgaande aktes worden gecombineerd en Hayward keert terug in zijn rol als gitarist, wat een indrukwekkend geheel oplevert. Het glimmende metalen duivelsbeeld op een jaren 70 auto is daarbij een passend decorstuk.

Brave choreografie op gierende gitaren

Black Sabbath – The Ballet is zonder meer een gedurfd project. De symfonische versies van de Black Sabbath nummers zijn zeer geslaagd en ‘Paranoid’ blijkt opvallend dansbaar voor een ballerina. De choreografieën zijn echter niet heel vernieuwend, waardoor het geheel wat minder spectaculair was dan het idee van een heavy metal ballet doet vermoeden. Het enthousiasme en de kwaliteit van de uitvoerend dansers maken echter dat je meegenomen wordt in het verhaal van het ballet. Favoriet zijn de momenten waarop de dansers lijken te freestylen. De indrukwekkende sprongen en pirouettes van de solisten, met daarbij op de achtergrond rockende corp de ballet leden in strakke balletpakjes, zijn erg vermakelijk om te zien. Met Black Sabbath – The Ballet brengt Holland Dance Festival een verrassende productie naar Nederland, wat zij hopelijk de komende jaren zullen blijven doen.

Black Sabbath – The Ballet,

Lift – foto Johan Persson

Boeken / Non-fictie

Vanuit het hart gesproken

recensie: Geloof, hoop en ravage - Nick Cave en Seán O'Hagan

Als iemand die zich de afgelopen jaren niet vaak liet interviewen, verrast Nick Cave met de bundel Geloof, hoop en ravage. In ruim driehonderd pagina’s bevraagt bevriende Guardian-journalist Seán O’Hagan de rockster openlijk over wat hem beweegt.

Doorgewinterde fans van de Australische zanger hebben Cave de afgelopen decennia een metamorfose zien ondergaan. Van norse punkrocker, overlever van een zware heroïneverslaving, tot weldenkend cultfiguur die een haast mythische status toegedicht krijgt. Tegenwoordig stelt Cave zich steeds kwetsbaarder op en is zijn mildheid gegroeid. Zong hij in de jaren negentig nog People ain’t no good, tegenwoordig beschouwt hij de mensheid niet meer als kwaadwillend. Sinds de plotselinge dood van zijn zoon Arthur in 2015 heeft hij een hernieuwde en oprechtere band opgebouwd met zijn publiek.

Openhartige band

Zo zijn er The Red Hand Files: een online platform waarop Cave wekelijks ingaat op uiteenlopende vragen van volgers. Ook in de concertreeks Conversations with Nick Cave stond de interactie met het publiek centraal. Concertgangers konden de zanger vragen wat ze wilden, geen onderwerp was taboe. Geloof, hoop en ravage past in deze toenaderingslijn die de afgelopen jaren in gang is gezet. Cave voelt zich mens geworden, zo vertrouwt hij aan O’Hagan toe.

O’Hagan spreekt tijdens ruim vijftien telefoongesprekken met Cave over zijn creatieve processen, zijn oeuvre, ingrijpende levensgebeurtenissen en de manier waarop de zanger een herwonnen betekenis aan het leven geeft. Het is lovenswaardig hoe open en welbespraakt de zanger spreekt over een intiem onderwerp als de dood van zijn zoon. Zoals Cave het verklaart, heeft hij enkele jaren moeten wachten voordat hij er de juiste woorden voor gevonden had.

Geloof als leidraad

Religie is nog zo’n thema dat steeds terugkomt in de gesprekken met O’Hagan. An sich geen verrassing voor wie bekend is met het oeuvre van Cave. Zijn geloofsopvatting is een zeer persoonlijke, die noch voor O’Hagan, noch voor de lezer altijd even makkelijk te begrijpen is. Absolute antwoorden heeft Cave zelf ook niet, al blijft religie een onuitputtelijke inspiratiebron voor zijn creatieve werk. Zelfs de keramieken beeldjes die Cave maakte, gebaseerd op het leven van de duivel, blijven niet onbesproken.

Het interview bewijst zich welkome vorm voor alle intieme materie. Regelmatig grijpt O’Hagan terug op eerdere gesprekken en volgt er meer opheldering. De interviewer toont zich begripvol, geduldig, maar schuwt moeilijke onderwerpen niet en neemt geen genoegen met halve antwoorden. Geloof, hoop en ravage is een sterk en opzichzelfstaand document dat uiteraard waardevol is voor fans van Cave, maar dat door de universele en wezenlijke onderwerpen voor iedereen een troostrijke leeservaring is.

Film / Films

Een sexy shot adrenaline

recensie: Challengers
CHALLENGERS (2023)Metro-Goldwyn-Mayer Pictures Inc.

‘SEXY!’ – met dit ene woord beantwoordde regisseur Luca Guadagnino de vraag van componisten Trent Reznor & Atticus Ross welk gevoel de film moest hebben. Niet alleen de componisten hebben dit advies ter harte genomen: de sensualiteit spat bij Challengers van het scherm af.

Zendaya speelt voormalig toptennisser Tashi, die na een blessure de rol van tenniscoach voor haar man – grand-slam winnaar, Art Donaldson (Mike Faist) – op zich heeft genomen. Wanneer Art zijn glorietijden achter de rug lijkt te hebben, schrijft Tashi hem in voor een ‘Challenger’-toernooi: een laagdrempelig toernooi ver onder zijn niveau als laatste poging om hem uit zijn sleur te halen. Hier staat hij tegenover Patrick Zweig (Josh O’Connor), met wie zowel Art als Tashi op zijn zachtst gezegd een turbulente geschiedenis blijkt te hebben.

Meer dan een driehoeksverhouding

De ogenschijnlijk eenvoudige opzet ontluikt door middel van flashbacks tot een web van rivaliteit, jaloezie en liefde. Het intelligente script van debutant-scenarioschrijver Justin Kuritzkes houdt je als kijker constant scherp: de film overstijgt de clichés van de driehoeksverhouding die we al zo vaak hebben gezien en laat de lijn tussen liefde, lust en vriendschap vervagen. Door de strak geregisseerde structuur escaleert de spanning beetje bij beetje, van onthulling tot onthulling, tot de onvermijdelijke confrontatie op de tennisbaan. Zoals Tashi het aan een zwijmelende Art en Patrick uitlegt: tennis is geen sport, het is een relatie. En zo wordt het ook in beeld gebracht: niet als een sport, maar als metafoor voor intimiteit, waar de bal net als het verlangen van de personages alle kanten opgaat.

Hoewel de personages fictief zijn, word je volledig in de wereld van tennis gezogen. Zendaya is magnetisch als Tashi, voor zowel de kijkers als haar tegenspelers, en bewijst opnieuw dat ze een van de grootste talenten is die Hollywood nu te bieden heeft. Ze brengt Tashi tot leven met een intensiteit en mystiek die je constant doen afvragen wat haar drijfveren zijn: is het controle, het spel, of gaat het hier om echte liefde? Haar tegenspelers Mike Faist (West Side Story) en Josh O’Connor (The Crown, La Chimera) zijn minstens zo overtuigend in hun rol als beste vrienden/rivalen. Alle drie worden ze door Guadagnino in beeld gebracht alsof ze uit marmer zijn gebeiteld.

Alles uit de kast

De hele film voelt verfrissend, zowel qua beeld, als in geluid en dialoog. Vanaf het eerste moment volgen de flashbacks elkaar in rap tempo op, waardoor het verhaal een hoog energieniveau behoudt en een constante spanning blijft opbouwen. In elke scène is deze spanning voelbaar, of het gaat om de seksuele ondertoon tijdens het delen van een churro, of de intensiteit van een tenniswedstrijd waar Art en Donald strijden om Tashi’s aandacht. Luca Guadagnino haalt dan ook alles uit de kast om de kijker te prikkelen: van bizarre point-of-view (POV) perspectieven tot eindeloze slow-motion beelden waarbij je het zweet kan ruiken. Samen met de dreunende technosoundtrack van Trent Reznor & Atticus Ross (bekend van onder andere de soundtrack van The Social Network) is deze film een sexy shot adrenaline die je van begin tot eind niet loslaat.

Challengers is een rave, een rollercoaster, en boven alles een geslaagd intens drama. Luca Guadagnino levert een werk af dat tegenwoordig zeldzaam is in Hollywood: een originele film met een grote ster, die op alle fronten zowel verfrissend als uniek voelt. Tijdens een recent interview vatte de regisseur de film (iets genuanceerder dan de eerdere beschrijving aan de componisten) perfect samen: ‘Like an ice cold soda on a hot summer day’. Een ice cold soda met een bite, die nog lang blijft nabruisen.

Boeken / Fictie

Gesplinterd verleden

recensie: Zomersplinters – Mick van Biezen
pexels-paul-scheelen-269808325-16395961Pexels

Zomersplinters, geschreven door politicoloog en freelance journalist Mick van Biezen (1987), verhaalt over twee getroebleerde hoofdpersonages die een grotere rol in elkaars leven spelen dan ze zouden willen. Laat je niet misleiden door de dikte van deze roman. Ondanks dat het boek slechts 208 pagina’s telt, weet Van Biezen een indrukwekkend verhaal neer te zetten. Anderzijds lijken die pagina’s niet toereikend genoeg; de karakterontwikkeling voelt ‘onaf’ aan en voor een diepgaandere analyse van beiden hadden iets meer extra hoofdstukken misschien volstaan. Maar waar het verhaal in lengte wellicht tekortschiet, is dat zeker niet het geval met de schrijfstijl: dit is simpelweg het werk van een geoefend schrijver.

Vadermoord

Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn: opgroeien met de liefde van je leven en een happy end samen aan de Amsterdamse grachtengordel. Andreas Sauer en Leah Valenti groeien beiden op in Wassenaar, waar ze boomhutten en zandkastelen bouwen. Hun ouders kennen elkaar van hun tijd in Koeweit, waar beide kinderen geboren zijn. Andreas komt graag over de vloer bij Leah, die in een immens groot huis werkt en alles kan krijgen wat haar hartje begeert. Je zou verwachten dat dit Leah tot een intens gelukkig kind zou maken, maar niets is minder waar. De haat richting haar vader, Frank, groeit met de dag, tot op het agressieve af. Er is zelfs een duidelijk vermoeden dat Leah iets te maken heeft met het kunstoog van haar vader. Niet alleen zijn bloedeigen dochter heeft een afkeer van Frank, maar ook zijn vrouw Isa. Laatstgenoemde gaat gebukt onder de lasten van het huwelijk en dat niet alleen… Als snel wordt duidelijk dat Frank een wapenhandelaar is aan wiens handen nogal wat bloed kleeft. Leah acht het verleden van haar vader ‘moreel ongepast’ en doet er alles aan om zijn tegenhanger te zijn. Met voorkeursstemmen belandt ze in het Europees Parlement en hamert ze op het verbroken contact met haar vader, die ze publiekelijk in een slecht daglicht plaatst. Een personage spreekt zelfs van een ‘vadermoord’. Zijn misdaden hebben – naar eigen zeggen – haar rechtvaardigheidsgevoel aangewakkerd.

Een bewoonde vuilnisbelt

Intussen voert Andreas, vanuit wiens ogen het verhaal wordt waargenomen, een eigen strijd. Een geestelijke strijd tegen de verschrikkingen die hij heeft gezien als correspondent in het Midden-Oosten. Vlak na zijn terugkomst in Nederland wordt hij benaderd door zijn ‘ex-schoonvader’ Frank, die hem mededeelt dat Leah uit een soort kliniek – Dante’s Detox – is ontsnapt. Vijftien jaar na hun laatste contactmoment slaan de twee mannen de handen ineen om Leah, die heel wanhopig haar best doet om niet gevonden te worden, te vinden. Het belooft een hectische zoektocht te worden tegen een droomachtige achtergrond: idyllische Toscaanse plekken als Florence tot aan de havenstad Napels. Van die laatste stad is Andreas totaal niet gecharmeerd en hij noemt het een ‘een maffianest’ en een ‘bewoonde vuilnisbelt’. Als we Andreas mogen geloven, kunnen we Napels als beoogde vakantieplek van de lijst afstrepen …

Toch onderneemt hij actie en voldoet hij – tegen willens en wetens in – aan de wens van Frank. Hij moet meerdere maskers opzetten om op haast ‘onaantastbare’ plekken te komen. Hoewel er ruimte is voor liefde op de meest onverwachte momenten, is er evenveel ruimte voor paniek en achterdocht. Ook merk je hoe de hoofdpersoon wordt overvallen door onzekerheid en gevoelens van haat. Waarom de jeugdliefdes Leah en Andreas zijn gebrouilleerd, wordt pijnlijk duidelijk. Dat Leah het keer op keer in haar leven voor zichzelf weet te verpesten, juist op die momenten dat het geluk voor het oprapen ligt, wordt op het einde van het verhaal pas duidelijk. Het is tegelijkertijd verhelderend én jammer dat het einde nog zoveel vragen oproept waar geen antwoorden meer op gegeven zullen worden.

Interessante introducties

Wat beklijft, zijn de prachtige oneliners die Van Biezen erin gooit. Subtiel worden de mooiste neologismen en opmerkelijkste werkwoorden in een zin gegooid (zoals een stilte die ‘uitdijt’). Je ziet tevens dat Van Biezen zijn best doet om zijn kennis van andere Nederlandse schrijvers en boekwerken te etaleren. Zo vergelijkt hij de werkwijze van de journalist Andreas met die van de Nederlandse auteur Cees Nooteboom. Je kunt je bijna voorstellen dat het schrijfproces van Van Biezen zelf ook zo is gegaan:

‘Steeds vaker werd hij overvallen door een gevoel dat Cees Nooteboom ‘heimwee naar vorm’ had genoemd. Het had iets te maken met orde aanbrengen in de chaos, met niet alleen anderen iets vertellen wat ze nog niet weten, maar ook jezelf. Dat vertellen ging verder en dieper dan het overbrengen van feiten. Het meest magische was het vinden van de beste vorm, het beitelen tot de essentie overbleef. Hij kon zich totaal verliezen in het schaven, het pielen, de volgorde omgooien, en dan alles toch weer terugzetten. De tekst moest een bepaald ritme krijgen, aan hem de taak om de muziek te horen.’

Mocht het bovenstaande ook maar enige betrekking hebben op de auteur zelf, dan loont het minutieuze werken zeker. Van Biezen heeft van zijn verhaal een compact geheel gemaakt. Hij is heel goed in puur en alleen het ‘tonen’. Show, don’t tell. Er staat geen woord te veel op papier om de essentie van het verhaal over te brengen. Je ziet dat Van Biezen de pen vaak, heel vaak, heeft opgepakt.

Introducties van personages behoeven slechts een zin of twee om toch een volledig beeld te scheppen van een bepaalde type mens. Of het nu gaat om ‘een zestigjarige vrouw met een decolleté zo ver uitgesneden dat de ruimte voor verbeelding die overblijft, zich beperkt tot enkele millimeters (en met een blik waarin elke vorm van houvast ontbreekt)’ of een nogal excentriek exemplaar zoals de kunstenares Ellen Krauss, ‘een trotse lesbienne die feminisme ademt’. De manier waarop Van Biezen ieder personage laat kennismaken met de lezer, is er een die het prijzen waard is. Door de rake observaties en de ongezouten mening van Andreas over alle figuren die hij ontmoet, blijven de karakters – of ze nu bijfiguren zijn of weinig inbrengende passanten in het verhaal – je echt bij. Enige minpunt is dat de karakterontwikkeling van Leah en Andreas nog niet echt compleet te noemen is. Er zijn nog te veel losse eindjes uitgezet, met als belangrijkste die van de vader van Andreas. Andreas’ vader, Daniël, heeft zijn gezin verlaten. De reden daartoe wordt opgehelderd, maar je verlangt naar iets meer context én informatie over die tijd in het leven van Leah en Andreas.

Van Biezen mag trots zijn op het mooie werk dat hij heeft neergezet. Het betreft zeker geen vrolijk verhaal en is zeker niet bestemd voor de tere zielen onder ons. Het verhaal maakt je haast neerslachtig, al was het maar vanwege de zeer stroeve vader-dochterrelatie, de ontrouw, het verraad én de nogal cynische instelling van Andreas (die zeker gevoed is door Leah). De schrijfstijl is afgewogen, indrukwekkend en verveelt geen moment. Inhoudelijk gezien is het einde nogal afgeraffeld in vergelijking met de rest. Daarnaast wordt de lezer gevoed met kleine babyhapjes aan informatie, terwijl je ook ergens hoopt op die ene berenhap. Toch zet dit boek duidelijk de toon: van deze auteur gaan we meer horen en dat is maar goed ook!

Film / Serie

Oncomfortabel waargebeurd verhaal over trauma en wraak

recensie: Baby Reindeer

Baby Reindeer is geen serie voor tere zieltjes. Het is een rauwe, ongemakkelijke en soms ronduit schokkende verkenning van mannelijke kwetsbaarheid, trauma en wraak. De serie is gebaseerd op de waargebeurde ervaringen van Richard Gadd, die ook zelf de hoofdrol speelt. Het is een psychologische thriller die lang na het kijken nog in je hoofd blijft spoken …

Donny (Gadd) is een mislukte komiek die worstelt met een pijnlijk verleden wanneer hij Martha (Jessica Gunning) ontmoet. Een mysterieuze vrouw met een intrigerende charme. Wat begint als een onschuldige flirt, verandert snel in een obsessieve stalking die Donny’s leven volledig overhoophaalt.

Verstrikt in vleierij

Donny en Martha ontmoeten elkaar in de bar waar Donny werkt. Er ontstaat een onverwachte connectie wanneer Martha, een vrouw zonder geld, sip aan zijn bar komt zitten. Donny biedt haar een troostende kop thee aan. Martha vrolijkt op en blijkt eigenlijk heel vrolijk en gezellig te zijn. Deze kleine vriendelijkheid van Donny ontketent een reeks gebeurtenissen die zijn leven op z’n kop zetten. Martha ziet namelijk meer in het gebaar dan bedoeld was: Donny wordt het doelwit van Martha’s obsessieve aandacht.

© Baby Reindeer First Look Photo Gallery – Netflix Tudum

Donny probeert erachter te komen wie Martha is en waarom ze doet wat ze doet. Als hij steeds meer stukjes van haar bizarre verleden ontrafelt, blijft hij geïntrigeerd, gevleid zelfs, door haar niet-aflatende interesse. In dit kat-en-muisspel worden Donny’s grenzen steeds verder opgerekt. Hij ontdekt dat, wanneer hij uiteindelijk ‘stop’ zegt, het al veel te laat is: Martha is niet van plan om te stoppen. Ze stuurt hem uiteindelijk 41.071 e-mails, 350 uur aan voicemails, 744 tweets, 46 Facebookberichten en 106 brieven.

Emotioneel aangrijpend

De serie Baby Reindeer wint aan emotionele kracht door de wetenschap dat Gadds personage is gebaseerd op zijn eigen leven. De rauwheid en kwetsbaarheid die hij uitstraalt in zijn rol komen voort uit echte pijn. We voelen intens mee met Donny’s problemen, wanhoop en verwarring en zien dat zijn daden voortkomen uit diepere pijn. Zelfs als Donny fouten maakt of onverstandige beslissingen neemt, is het moeilijk om hem niet te begrijpen. Hij doet bijvoorbeeld niet meteen aangifte, omdat hij empathie voelt voor Martha. Zij is, net als hij, gekwetst. Een gekwetste breekbare vrouw, die op zoek is naar enige vorm van genegenheid. De complexiteit van zijn personage maakt hem fascinerend en tragisch, waardoor we tot het einde met hem meeleven. Hij bespreekt niet alleen de impact van stalking op zijn dagelijks leven, maar ook bredere thema’s van macht, controle en kwetsbaarheid.

‘Echte’ stalker klaagt Netflix aan

Fiona Harvey, die zegt de inspiratie te zijn voor de stalker in de serie, heeft Netflix aangeklaagd voor 156 miljoen euro. Ze beweert dat het verhaal niet klopt. Tijdens een interview met Piers Morgan uitte ze haar zorgen en ontkende ze dat ze ooit bij elkaar thuis zijn geweest. Morgan zei in een column van The Sun dat hij twijfels had bij het interview. Vooral toen Harvey een opmerkelijke uitspraak deed over de inhoud van bepaalde e-mails. Netflix reageerde dat ze het recht van Gadd om zijn eigen verhaal te delen zullen ondersteunen.

De authentieke insteek van Baby Reindeer maakt het meer dan een thriller; het is een blik in de ziel van een man getekend door pijnlijke ervaringen. Gadds moedige prestatie verheft de serie en maakt het een ontroerende ervaring.

Kunst / Reportage
special: Vakantietips – Antwerpen
Sfeerbeelden nieuwe opstelling kathedraalAns Brys

Twee stralende plekken

Niet alleen in Nederland zijn musea aan het verbouwen geslagen en/of schudden ze de opstelling van hun vaste collectie op. Ook in België gebeurt dat. Bijvoorbeeld in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSK) en in de Onze-Lieve-Vrouwenkathedraal, beide in Antwerpen. Genoeg reden om daar regelmatig naar terug te keren.

Eerst het museum, dat in september 2022 na een grootscheepse verbouwing is heropend. Een verbouwing die is uitgevoerd door KAAN architecten. Zij hebben meer museale verbouwingen op hun naam staan en er zijn er ook wat in het verschiet.
Hebben de oude zalen gekleurde wanden – de nieuwe zijn wit. Hebben de oude zalen parket – de nieuwe witte vloeren met enkele marmeren accenten waaronder leidingen lopen. Hebben de oude zalen lambrisering – de nieuwe hebben uitsparingen in de wanden. Tot zover de verschillen.

De overeenkomst ligt in de prachtige lichtinval. Hierdoor komt het werk van bijvoorbeeld James Ensor – dat leeft van licht – mooi uit op de witte wanden. Of het nu gaat om grote, lichte vlakken op een van zijn beste werken, Het burgersalon (1881), of om het glas op De oestereetster (1882) dat wat licht vangt. Hoewel hij in zijn eigen tijd veel kritiek kreeg, omdat het ‘niet genoeg glas was’. Maar wel genoeg licht …

Licht_(c)KarinBorghouts (1)

© Karin Borghouts

Ervaringen van licht

Licht – daar draait het niet alleen om in het KMSK, maar ook in de eveneens heringerichte kathedraal (die herinrichting werd in april 2024 afgerond). En er zijn meer overeenkomsten tussen het museum en de kerk. Want in beide gebouwen zijn bijvoorbeeld thema’s gecreëerd. In het museum heet het dan onder meer ‘Madonna’, in de kerk ‘Moeder en kind’. In het museum gaat het over ‘Lijden’, in de kerk over ‘Leven en dood’. Een algemeen herkenbaar verschijnsel: kerken wenden zich naar de seculiere maatschappij, musea naar religieus geïnspireerde kunst. Dat levert wederzijdse verrijkingen en vergelijkbare ervaring op.

Nog een overeenkomst. Zowel in het museum als in de kerk worden oude en moderne kunst naast elkaar gehangen en geplaatst. Vind je in het KMSK werk van Marlene Dumas en Luc Tuymans, – door de kerk heen zijn nu bijvoorbeeld panelen van 30 x 50 centimeter geplaatst van de Spaanse kunstenaar Enrique Marty onder de gezamenlijke titel De profundis.

Sculptuur_(c)KarinBorghouts (1)

© Karin Borghouts

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de gedichten die je zowel in het museum als de kerk via een QR-code kunt beluisteren. In het museum zijn dat allemaal gedichten van de in 2021 overleden Vlaamse schrijver Bernard Dewulf, in het museum zijn het twaalf Nederlandstalige en twaalf Engelse gedichten van verschillende auteurs, zoals – om enkele Nederlands- en Vlaamstalige auteurs te noemen – Martinus Nijhoff, Joke van Leeuwen, Paul Van Ostaijen en Benno Barnard.
De bedoeling is in beide gevallen, dat ze de ervaring van de kunst en het gebouw verdiepen; ervaringskunst 2.0 zou je het kunnen noemen, na de zogeheten ervaringseconomie 1.0 van Joe Pine.

Maar de overkoepelende ervaring is en blijft – ook in de O.-L.-Vrouwekathedraal – licht. Licht dat Ensor niet op een gordijn laat vallen, maar dat bijvoorbeeld komt vanuit de lijkwade van Jezus van Nazareth op het beroemde schilderij De Kruisafname van Rubens en het daarop gebaseerde, grote doek Hommage aan Rubens (2018) van Sam Dillemans, die op dezelfde plaats zijn blijven hangen.

Het museum en de kerk zijn kortom zomaar twee stralende plekken van de eenentwintig die in de Publieke Ruimte-kaart Het Lichtplan Antwerpen worden belicht. Een plan dat sinds 2012 wordt uitgerold over de hele Scheldestad. Redenen genoeg om er regelmatig terug te keren.

Theater / Voorstelling

Liefde, revolutie en vrijheid

recensie: Fidelio – De Nationale Opera
Dutch National Opera - Fidelio - Monika Rittershaus_266_275Monika Rittershaus

De Nationale Opera (DNO) afficheert haar nieuwe productie van Fidelio van Ludwig van Beethoven met ‘Liefde, revolutie en vrijheid’. Het is opvallend dat juist nu Fidelio relatief kort na elkaar valt te zien: verleden jaar in een opvoering van de Nederlandse Reisopera, op dit moment een mooie, rustige productie (2018) op Stingray Brava uit St. Gallen, nu dus bij DNO en volgend jaar in een streaming op het grote doek vanuit de Metropolitan Opera.

De huidige belangstelling heeft vast te maken met die drie kernwoorden, maar ten diepste wellicht met de vrije wil, de vragen over en de keuzes tussen goed en kwaad die de bij de DNO debuterende Oekraïense regisseur Andriy Zholdak hoort in het Singspiel (een opera met zowel gezongen als gesproken tekst). Vragen zo oud als de weg naar Rome en nog steeds zo actueel als het maar kan.

Weglatingen én toevoegingen

Het verhaal op zich is eenvoudig: een vrouw vermomd als man (Leonore, het goede – vertolkt door Jacquelyn Wagner, die ook in de productie uit St. Gallen is te zien) wil haar geliefde (Florestan, Eric Cutler) redden uit de kerkers waar Don Pizarro heerst (het kwaad, Nicholas Brownlee). Als attributen dragen Leonore en Don Pizarro respectievelijk witte en zwarte engelenvleugels. Letterlijk een zwart-witopvatting. De kerkers worden vormgegeven als een wereld achter spiegels die verwijzen naar zwarte gaten in de ruimte. Maar omdat de oorspronkelijke, gesproken teksten helaas zijn vervallen (net als destijds bij de Nederlandse Reisopera) en vervangen door een nieuwe, Engelstalige tekst van Zholdak, is zelfs het eenvoudige verhaal in deze drukke en symbolisch geladen enscenering moeilijk te volgen. Hoezeer woorden en intenties volgens het fraaie programmaboek ook zowel religieus als metafysisch geladen zijn en duidelijk ontleend aan het oorspronkelijke libretto van Joseph Sonnleithner.

Maar Zholdak meende nog meer te moeten toevoegen. Niet alleen qua tekst, maar ook muzikaal, met een extra ouverture, – wat overigens wel vaker gebeurt (Leonore III en hier zelfs een fragment uit Beethovens Eroïca) – en in verwijzingen naar tal van andere kunstwerken. Een interessante puzzel voor wie van intertekstualiteit houdt. Zo herken je een boom uit de film Het offer van Tarkovsky en meen je – een ander uiterste – duidelijke, maar verder inhoudsloze reminiscenties aan de zwembadpas van Theo Thijssens geesteskind Kees de Jongen te ontwaren. ‘Tussen ernst en plezier’, zegt het programmaboek, ‘tussen lichtheid en zwaarte’. Alles bij elkaar een beetje te veel van het goede.

Goed waren in ieder geval de videobeelden die werden getoond. Een ontwerp van de bij de DNO debuterende Etienne Guiol en Malo Lacroix. Met ook hier duidelijk aanwezige symboliek, zoals het bos met licht aan de einder dat staat voor de donkerte én de hoop die de opera allebei uitstraalt. Ook de over de hele linie sterke solisten moeten worden genoemd (Wagner, Cutler, Brownlee en anderen), maar zeker ook het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO, prachtige solotrekjes bij de blazers!) en het grotendeels vanuit de orkestbak zingende Koor van de Nationale Opera. Het geheel onder leiding van de eveneens bij de DNO debuterende Colombiaans-Oostenrijkse dirigent Andrés Orozco-Estrada.

Dutch National Opera - Fidelio - Monika Rittershaus_031_017

© Monika Rittershaus

Reacties vanuit de zaal

Het publiek luisterde weliswaar muisstil, maar was gedurende de voorstelling spaarzaam met (aarzelend) applaus. Een kritiek moment was toen er (in het Engels dus) werd gezongen over hoe gelukkig de zaal is. Ze genieten van kunst. Het is maar hoe je ’t opvat; uit de zaal klonk boegeroep, gevolgd door instemmend applaus. Nee – lang niet iedereen (verre van) was gelukkig met deze opvoering, hoorde je in de wandelgangen. Maar je kan het ook opvatten als een politiek statement: wat als de regering straks wéér op kunst en cultuur gaat bezuinigen? Kan een orkest als het KCO dan nog wel in de bak zitten bij een Holland Festivalproductie als deze? Kan het publiek het dan nog wel betalen? Vragen te over. Ook hier blijven, net als in de teksten van Zholdak, de antwoorden vooralsnog uit.

 

Muziek: Ludwig van Beethoven
Libretto: Joseph Sonnleithner / nieuwe dialogen van Andriy Zholdak
Regie, decor en licht: Andriy Zholdak
Dramaturgie: Luc Joosten

De Nationale Opera
Solisten, koor en Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andrés Orozco-Estrada
In het kader van het Holland Festival 2024

Boeken
special: Petitie en ludieke actie boekenbranche tegen 21% btw

Hoe verzinnen ze het?

Samen met uitgevers en boekenwinkels startte de CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) enkele weken geleden een campagne tegen de voorgestelde verhoging van de btw op boeken. De petitie tegen dit ‘waardeloos idee’ is ondertussen al bijna 300.000 keer ondertekend. Op 11 juni werd deze petitie gezamenlijk aan de Tweede Kamer aangeboden.

Ter ondersteuning van de petitie en het aanbieden daarvan, hadden de organisatoren bedacht om tussen station Den Haag Centraal en het (tijdelijke) parlementsgebouw een galerij vol reusachtige replica’s van bekende boeken te bouwen. De titels van de tien gekozen boeken waren daarbij creatief aangepast: De Griezelbus van Paul van Loon heette nu bijvoorbeeld De Griezelbtw, Kluun deed mee met Komt een kind bij de taaldokter, en Tommy Wieringa’s Nirwana werd Nirwaarts. Aan fantasie geen gebrek inderdaad.

Dreigende kaalslag

Heel wat minder fantasierijk is het onzalige plan van de beoogde nieuwe coalitie om het kopen en lezen van boeken onaantrekkelijker te maken en voor mensen met een lager inkomen extra moeilijk. Tijdens de presentatie in Nieuwspoort werd uitvoerig stilgestaan bij de culturele kaalslag die door dit plan dreigt.

In een eerste panelgesprek, onder leiding van directeur Eveline Aendekerk van de CPNB, kwam naar voren dat de voorgestelde btw-verhoging op korte termijn eerst vooral de boekhandels en de minder succesvolle schrijvers zal treffen. Naar schatting zal de maatregel resulteren in een verminderde verkoop van vier miljoen boeken per jaar, en dat zal de boekenbranche zeker verder onder druk zetten volgens bestuursvoorzitter Geneviève Waldmann van de GAU (Groep Algemene Uitgevers) en bestuurslid Fabian Paagman van de KBb (Koninklijke Boekverkopersbond).

Maar nog veel belangrijker zijn de brede effecten op langere termijn. Het ontmoedigen van lezen leidt niet alleen tot verdere achteruitgang van de (al dramatisch gedaalde) taal- en leesvaardigheid van Nederlanders, maar verarmt onze hele samenleving. De vier schrijvers die aan het tweede panelgesprek deelnamen – Pieter Koolwijk, Simone van der Vlugt, Tommy Wieringa en Hanneke de Zoete – maakten nog eens duidelijk hoe belangrijk lezen kan zijn voor je persoonlijke en communicatieve ontwikkeling.

Voor hoeveel lezers gaat er geen wereld van inspiratie, nieuwe inzichten of welkome herkenning open met een boek? Waar leer je beter om je ook eens in een ander te verplaatsen? Zelfs, of misschien juist, als je die ander in het dagelijks leven vaak snel voorbijgaat. Waar vind je betere woorden en formuleringen die je bewuster maken van wat je zelf denkt en voelt? Hoe fijn en ontspannend is het soms om even onder te duiken in een mooiere imaginaire wereld? Wie verzint het om hier uit winstbejag een platte belasting op te heffen?

Toegevoegde waarde

In een korte toespraak vatte CPNB-directeur Aendekerk de grote bezwaren tegen de voorgenomen maatregel nog eens bondig samen. De maatregel staat in alle opzichten haaks op een andere belangrijke doelstelling van het hoofdlijnenakkoord – het bevorderen van de leesvaardigheid – en is een totale miskenning van de enorme toegevoegde waarde die boeken hebben voor mens, maatschappij én economie. De schade, ook financieel, die uiteindelijk dreigt, is vele malen groter dan de snelle winst die het de schatkist misschien kan opleveren.

Voordat de petitie (in boekvorm) aan de aanwezige parlementariërs werd aangeboden, droeg Dichter des Vaderlands Babs Gons tenslotte een gedicht voor dat zij speciaal voor de actie schreef, ‘Toegevoegde Waarde’ (© Babs Gons, 31 mei 2024):

‘Verhoog je de belasting op een boek dan belast je een sterrenstelsel een glorende horizon belast je een boek dan sluit je grenzen van verbeelding dan leg je rivieren droog dan barst het glas van ramen die uitzicht bieden op verre oorden belast je een boek dan gooi je de deur dicht voor denkbeeldige vriendjes voor welkome monsters beperk je tijdelijke schuilplaatsen troostrijk landschap dan hebben we straks niet genoeg werelden om in te ontsnappen dan wordt het te duur om de tijd kwijt te raken om te verdwalen en onszelf weer terug te vinden in zevenmijlslaarzen naar succes onszelf te zien in de spiegel in anderen ver ver van ons vandaan dan belast je de toegevoegde waarde van de schoonheid dan hef je belasting op de stemmen van Odysseus en Celie en Pippi en Droogstoppel belast je een boek dan belast je onze vreugde want een boek zou geen andere belasting mogen dragen dan het gemoed van de schrijver.’