Boeken / Fictie

Een meesterproef

recensie: Anders Roslund en Börge Hellström (vert. Jasper Popma) - Twee soldaten

Steeds dikker, steeds rauwer. Zo zou je de ontwikkeling in het oeuvre van het Zweedse thrillerduo Anders Roslund (oud-journalist) en Börge Hellström (oud-crimineel) nog het best kunnen typeren. Met Twee soldaten als een voorlopig hoogtepunt.

Dat het Zweden van Astrid Lindgren en haar kattenkwaad uithalende kindsterren al een jaar of dertig niet meer bestaat, wordt ons nu al ruim twintig jaar ingepeperd in de golf maatschappijkritische thrillers die vanuit Scandinavië over de rest van de wereld is geplonsd en die de kelder van de literatuur (daar waar de misdaadroman woont) onder water heeft gezet. In de slipstream van de absolute sterren als Mankell en Indridason volgde ook een niet geringe hoeveelheid bagger die als de ‘nieuwste thrillersensatie’ in manshoge stapels in de winkels belandde. Een uitzondering op die ongelukszoekende schrijfduootjes vormen Roslund & Hellström. Hun thrillers komen niet uit een mal, zij houden zich liever bezig met een eigen mal, een eigen genre, een eigen taal bijna.

Gomorra
Twee soldaten speelt zich af in een buitenwijk van Stockholm, Råby. Råby benadert de hel op aarde, het is een getto dat wordt geregeerd door terreur, drugs, angst en een uitzichtloze hoeveelheid ellende. De beschrijving van het reusachtige flatcomplex waar veel, zo niet alles gebeurt, roept de beelden van de verloederde flats in Napolitaanse buitenwijken op (stel je er de asgrauwe flats in de verfilming van Roberto Saviano’s Gomorra bij voor), complexen waar de mensen op elkaars lip wonen, waar de drugs er met containers tegelijk doorheen gaan, waar misdadigheid en ontzag oorzaak en gevolg zijn en waar kinderen geen kinderen zijn, maar handige hulpjes.

Daar, in Råby, schieten de jeugdbendes tevoorschijn als paddenstoelen uit de vochtige herfstgrond. De leiders van die bendes hangen met hun portretten aan de muur van het plaatselijke politiebureautje. Hoe hoger de beeltenis hangt, hoe gevaarlijker het joch op de foto.

Zo gevaarlijk mogelijk
Roslund en Hellström schetsen een beeld van de dagelijkse praktijk in deze buitenwijk dat zwarter dan zwart is. De twee soldaten uit de titel, Gabriel en Leon, zijn de leiders van een jeugdbende voor wie zware criminaliteit de enige reële overlevingskans is. Zoons van gewelddadige of dode vaders, jongens die er al ruim vóór ze een rijbewijs mogen halen een strafblad van meerdere A4-tjes op nahouden. Ronselaars van basisschoolkinderen die voor hen de heroïne dealen. Jongens met slechts één claim to fame: zo gevaarlijk mogelijk worden.

Het lezen van Twee soldaten is een adrenalinerush zoals je die maar zelden tegenkomt, een boek om in de hoogste versnelling te lezen, achter elkaar, terwijl de spanning wordt opgevoerd tot ze nauwelijks nog te dragen is. Om de lezer zo op te fokken, gebruiken Roslund en Hellström hun beproefde formule: razendsnel switchend van het ene vertelperspectief naar het andere, in korte, staccatozinnen als flitsende scènes uit een actiethriller. Wanneer een personage wat verder wordt uitgediept, gebeurt dat aan de hand van diezelfde flitsende zinnen die de ogen van de lezer als vanzelf over de pagina’s jagen. De altijd aanwezige spanning verzacht zelfs de soms pagina’s lange afwezigheid van bijzinnen.
Roslund en Hellström.
Het werkt. Hun stijl.
Je moet dóór.
Zelfs zo.
Of: juist zo.

Meesterproef
Eigenlijk is het ongelooflijk: vanaf pagina 1 is duidelijk ‘wie het gedaan’ heeft en toch blijft Twee soldaten ook in de 729 pagina’s die volgen ‘unputdownable’. De secure opbouw, de schichtige gedachtesprongen van de amfetaminegebruikende hoofdrolspelertjes, de duidelijk superieure kennis van de mores in de gevangenis, de altijd onuitstaanbare rechercheur Ewert Grens, de schijnbaar onafwendbare rampzalige ontknoping en de onvergetelijke beschrijving van de Derde Wereld midden in een van ’s werelds rijkste landen; dat alles maakt van Roslund en Hellström twee moderne masters of suspense en van Twee soldaten hun voorlopige meesterproef.

Muziek / Achtergrond
special:

Voorbeschouwing: Crossing Border

Ruimtes beïnvloeden ons gemoed, ook als we er niet op gericht zijn. Crossing Border improviseert zijn pop- en voordrachtpodia bij elkaar: er zijn weinig festivals waar de locatie zo’n stempel legt op een optreden als hier.

Royaal aanbod
Sinds 2003 vindt de Haagse editie van Crossing Border in en om de Koninklijke Schouwburg plaats. Schrijvers en

~

muzikanten doen hier voor het negentiende opeenvolgende jaar hun dingetje. En dan gaan ze ook nog naar Enschede en Antwerpen. De zaal waar je zeker naar toe moet is de eeuwenoude, maar goed gerenoveerde schouwburgzaal, voor de gelegenheid The Royal geheten. De muren zijn er donker, de vloer en stoelen zijn gestoffeerd. De vloer loopt op naar achteren en er zijn veel zitplaatsen aan de zijwanden; als toeschouwer heb je een perfect beeld van wat er op het podium gebeurt, maar zelf blijf je ongehoord en ongezien. Een rustig repertoire dat om weinig respons van het publiek vraagt is ideaal. De programmeurs hebben een ensemble (Brandt Brauer Frick), een orkest (Kyteman) en een handjevol singer-songwriters waaronder Andrew Bird en The Blue Nile’s Paul Buchanan voor dit podium bestemd. Goede keuze, al had Buchanan natuurlijk op het Buchanan-podium moeten staan.

Stairway to Paradise
Buchanan is het tweede grote podium, te vinden bij de buren van het Nationaal Toneel. Het is een ruime, lichte zaal

~

met een hoog plafond en een groot podium. Hier kun je juichen, dansen en springen wat je wil. De programmering leent zich daar niet voor dit jaar, of Supergrass’ Gaz Coombes moet zich van zijn punky kant laten zien. Rustig meeknikken met de psychedelische shoegazeveteranen van Spiritualized, of meejammeren met de zwartgallige Mark Lanegan gaat er vast ook goed. Ook leuk om eens naartoe te klimmen: de Paradise op de zolder van de Schouwburg. Omdat je hier eigenlijk alleen terecht komt als je er gericht naar op zoek gaat is het er met een slimme programmering redelijk rustig. Er heerst een gemoedelijke ‘onder elkaar’ sfeer die de optredens van kleinere acts ten goede komt. Wil je kans maken nieuw talent te ontdekken, dan kun je hier ook dit jaar weer een gokje wagen.

Facing Your Waterloo
Verderop in de straat bevindt zich het meest curieuze podium: de Duitse Kerk. Het is een smalle ruimte met

~

ouderwetse zitbanken en een stenen vloer. Gevolg: als bezoeker kun je niet bewegen zonder het gevoel te hebben dat je daar je medebezoekers een enorm ongerief bezorgt. De sociale controle is maximaal. Handig voor een strenge geloofsgemeente, maar niet voor een concert. Drinken mag je ook al niet meenemen, want je bent er niet voor je plezier. Singer-songwriters lenen zich nog het beste voor deze opzet, en die treden er dan ook in overvloed op. Beth Orton is de grootste naam onder hen. In de jaren negentig was ze met een mix Britse folk met elektronica haar tijd ver vooruit. Haar nieuwe plaat Sugaring Season is ook weer bijzonder de moeite waard.

De ruimte die zich nog wel het minste leent voor optredens is Waterloo, een soort opberghok van het Nationaal Toneel. Je komt er moeilijk in, en nog moeilijker weer uit. Dat komt omdat er altijd veel te grote acts worden neergezet en er maar een klein deurtje is waardoor je naar binnen of naar buiten kan. Dit jaar zijn het vooral de luidere bands die hier mogen spelen. Goede bands ook, en dat betekent weer veel lange rijen en claustrofobische ervaringen. Wanneer je het toch aandurft de veelbelovende Britse rockband Toy te bezoeken, zorg dat je je voorbereidingen treft. Tot ziens in de rij!

Den Haag 14-17 november
Enschede 15-16 november
Antwerpen 17-18 november

Boeken / Fictie

Swingende tragikomedie vol hoop

recensie: Michael Chabon (vert. Wim Scherpenisse, Gerda Baardman en Tjadine Stheeman) - Telegraph Avenue

Een weldadige woordenbrij, zo zou de nieuwste roman van Michael Chabon getypeerd kunnen worden. Een muzikaal spektakel van soms overbodige maar alleszins aantrekkelijke wetenswaardigheden en aan het eind heb je een geweldig boek gelezen. En weer een heleboel bijgeleerd.

Want in die waterval aan informatie en indrukken vertelt Chabon op grootse wijze het verhaal van vriendschappen die door het ongemerkt verstrijken van de tijd diepe scheuren kunnen gaan vertonen. 

Populaire cultuur
Aan de kilometerslange Telegraph Avenue tussen Berkeley en Oakland runnen de muziekvrienden Arch Stallings en Nat Jaffe een platenwinkel in oud vinyl met voornamelijk muziek uit de zeventiger jaren. Tegen de klippen op, want de buurt dreigt verrijkt te worden met een megastore die zeker de ondergang van hun Brokeland Records zal gaan betekenen. De winkel, vaste ontmoetingsplaats voor de meest vreemde vogels uit de buurt, vormt het decor in de strijd tegen het grootkapitaal. Tegelijkertijd hebben hun respectievelijke partners Gwen en Aviva de grootste moeite hun verloskundigenpraktijk overeind te houden tegen de heersende vooroordelen van de gevestigde medische wereld.

Michael Chabon speelt met feit en fictie en vlecht het geheel virtuoos ineen. Hij maakt uitvoerig gebruik van zijn voorliefde voor alles wat de populaire Amerikaanse cultuur uit de jaren zeventig behelst, ondanks het feit dat de roman gesitueerd is in 2004. Muziek speelt de grootste rol maar ook klassieke auto’s, kung-fu en de hele blaxploitation cultuur waarmee hij – met een dikke knipoog naar de films van Quentin Tarantino – een gedegen basis voor dit verhaal legt. Zelfs de Amerikaanse president Obama heeft een kleine rol als aanstormend senator die op een aan hem gewijd feestje blijk geeft van zijn liefde voor muziek.

Zwart en blank
De verwikkelingen tussen de personages enerzijds en de boze buitenwereld anderzijds is juist zo boeiend door de raciale component die geraffineerd in deze roman verweven is. De zwarte Arch en blanke Nat worden langzaam uiteengedreven door de druk uit eigen kring die uitgeoefend wordt op het zwarte bewustzijn van Arch. De zwarte Gwen en blanke Aviva vertonen steeds meer onbegrip voor elkaar na een discriminerende uitval van een blanke arts in het ziekenhuis waar ternauwernood een bevalling tot een goed einde wordt gebracht. En er is een verhaallijn die indirect verwijst naar de militante Black Panthers beweging die in de jaren zestig ontstond in het overwegend zwarte Oakland. 

Voeg hierbij nog het feit dat Gwen en Arch hun eerste kind verwachten, Arch een gemankeerde verhouding met zijn eigen vader in stand houdt én het plotselinge opduiken van zijn vergeten zoon Titus, een slippertje uit vroeger tijden, en het recept voor een rijkgevulde maaltijd is compleet. 

Muzikale ‘namedropping’
Met deze overdonderende hoeveelheid persoonlijke en maatschappelijke ingrediënten brouwt Michael Chabon een dijk van een verhaal waarin hijzelf woorden tekort lijkt te komen. Hij grossiert in bijzinnen en subplots, zodanig dat er aanvankelijk een lichte leesmoeheid ontstaat omdat de schrijver continu een bewijs van eigen kunnen lijkt af te willen geven. Met als toppunt, ergens halverwege het boek, een zin die twaalf pagina’s doordraaft voordat er een punt achter gezet wordt. Maar zijn enthousiasme en gedrevenheid, samen met een perfect gevoel voor detaillering houden de boel goed bij elkaar. Zelfs de regelmatige overdrijving in metaforen – ‘Bergen kipkluifjes zo hoog dat je zuurstofflessen en sherpa’s nodig hebt om de top te bereiken’ – en de overdaad aan muzikale ‘namedropping’ dragen bij aan de vertelkracht die Chabon op papier tentoonspreidt.

Ondertussen vliegt de tijd voort aan Telegraph Avenue. De omstandigheden zorgen voor een einde aan de gevestigde verhoudingen want alle karakters in deze hartverwarmende roman zijn klaar voor iets nieuws. En ze weten het zelf maar al te goed: niet treuren om veranderingen, niet achterom kijken maar – met elkaar – opnieuw de weg naar voren vinden.

Film / Achtergrond
special: Realistisch maar ook hoopvol

Romantische komedies à la 2012

De romantische komedie is het genre waar filmkijkers altijd een beetje beschaamd aan toegeven. Toch is iedereen bekend met de klassiekers van de jaren tachtig en negentig. Anno 2012 verlangen we stiekem nog steeds naar een gelukkig einde, maar ook Hollywood lijkt zich te realiseren dat niet elke prostituee voor altijd gelukkig blijft met een rijke zakenman.

‘I’m just a girl, standing in front of a boy, asking him to love her’.

When Harry met Sally

When Harry met Sally

De romcom lijkt met onze generatie mee te zijn gegroeid. Hoewel het verhaal uit de succesvolle jaren tachtig- en negentigfilms nog steeds opduikt in de releases van 2012 zijn er een aantal films die een andere weg inslaan. Je zou kunnen zeggen dat deze films een nieuwe fase in het leven centraal stellen met een (iets) realistischere blik op het echte leven. Films als Pretty Woman, Notting Hill, When Harry met Sally en Sleepless in Seattle hebben allemaal één simpele formule. De plot draait meestal rond een ontmoeting tussen een jongen en meisje, het drama dat daarop volgt, het elkaar weer vinden en een einde waarin ze nog lang en gelukkig leven.

Het wankele huwelijk

Maar een nieuwe tijd is aangebroken in alle kunst en cultuuruitingen, en de romantische komedie blijft hier zeker niet in achter. Deze veranderingen hebben deels te maken met technologische ontwikkelingen in de filmindustrie, maar misschien nog wel meer met de maatschappelijke context waarin deze films ontstaan. De succesjaren van de klassieke romcom liggen al een tijd achter ons en er lijkt een nieuwe behoefte te zijn vanuit de samenleving. Deze behoefte gaat uit van realistische inspiratiebronnen, waarin relaties veel complexer zijn. De nieuwe films moeten een mogelijkheid bieden je als kijker te identificeren met de personages, maar ook moeten ze als bron voor hoop dienen. Dit heeft alles te maken met een maatschappij waarin het huwelijk op zijn voetstuk wankelt; we lijken nog maar moeilijk te kunnen geloven in het eeuwige geluk.

The Five Year Engagement

The Five Year Engagement

Voorbeelden van films die dit realistische maar toch hoopvolle karakter laten zien zijn The Five Year Engagement, The Vow, Friends With Kids en What To Expect When You’re Expecting. Wat deze films globaal met elkaar gemeen hebben is het omgekeerde inhoudsmodel; het verhaal begint bij het gelukkige einde. Na het besluit om een leven met elkaar te delen komen de echte uitdagingen pas om de hoek kijken. Wensen en dromen, kinderen, huwelijk, werk en vrienden; de relatie moet zich een plek zien te verwerven in het volle leven. Een relatie is niet alleen een romantisch ontmoeting, de uitdaging is nu vooral het behoud van die relatie. Tegen allerlei klippen op.

Hoop, ondanks tegenslagen

Natuurlijk eindigen ook deze films gelukkig en wel: een romantische komedie zou niet tot het genre behoren zonder een vrolijke afloop. Toch zetten de romcoms een goede stap in de richting tot volwassenheid. Het leven is nou eenmaal niet altijd rooskleurig, maar hopen op een goed einde kan nooit kwaad. Romantische komedies geven ons nog altijd deze hoop, zelfs wanneer ook de personages het niet altijd makkelijk hebben.

‘There is no perfect cookie’.

Boeken / Kunstboek

Twee non-figuratieve meesters

recensie: Emil Schumacher & Christopher Wool

.

Neem het hele oeuvre van Christopher Wool en dat van Emil Schumacher bij de hand en je krijgt twee dikke publicaties. Boeken over verschillende tijdperken met verrassende overeenkomsten. Twee boeken ook met veel duiding van de kunstenaars in kwestie.

Beide publicaties besteden veel aandacht aan de achtergronden van de artiest, de invloeden die ze gebruikten en waarden waartegen ze zich afzetten. Ondanks de uiteenliggende tijdperken en stromingen zijn er overeenkomsten tussen de twee schilders. Iedere kunstenaar heeft natuurlijk te maken met de voorliggende stromingen. In het geval van Schumacher en Wool is het afzetten tegen representatieve schilderkunst een belangrijk uitgangspunt in hun vroege carrière. Op latere leeftijd bevrijdden beiden zich steeds meer van hun eigen richtlijnen.

~

Net als Schumacher voelt Christopher Wool zich aan het begin van zijn carrière gedwongen om een reactie te vinden op het ‘einde van schilderkunst’. Hij uit zijn kritiek op het medium door gebruik te maken van het schilderij zelf. Met drip paintings vond hij een nieuwe weg in de schilderkunst na ‘de dood’ van het abstract expressionisme. Hij vindt de kracht van patronen. Geïnspireerd door behang laat hij kopieën van kopieën van patronen hun eigen ruis veroorzaken en het patroon verstoren. Vanaf 1988 maakt hij zijn bekende Word Art, woorden die eigenlijk meer patroon dan tekst zijn. De paar woorden op het canvas zijn niet de echte inhoud, deze laat zich niet zo makkelijk lezen. Zwart-wit is de dominante kleurstelling die hij tot nu blijft houden.

~

Langzaam breekt Wool dit open in de gelaagde schilderijen die hij vanaf de jaren negentig maakt. Patronen worden overschilderd en de werken krijgen meer lagen. Daaruit volgen de voor Wool zo karakteristieke spraypaintlijnen. Vrije bewegingen over en tussen de lagen van het schilderij, abstracte grafitti. Met het mixen van verschillende technieken, kwast, spuitbus en zeefdruk bereikt de schilder een complex aan non-representatieve beelden. Zijn schilderijen zijn actief en beweeglijk. Ze communiceren heel veel, maar dan niet op een expliciete manier. Zijn werk wordt wel getypeerd als schilderijen die alles zeggen wat ze niet laten zien.

Wat opvalt is de overeenkomst tussen de wording van Schumacher’s Art Informel en Wool’s Provisional Art. Waar Schumacher’s inspiratie voortkwam uit de Amerikaanse Action Painting en Franse Tachine beweging, zocht Wool in zijn werken vanaf de Word Art serie de inspiratie van de straat. In een later stadium maakt bij beiden de meester zich eigen van het ruwere ideaal van de kunststroming en worden technieken versmolten tot een geheel persoonlijk corpus.

Emil Schumacher – Das Erlebnis des Unbekannten • ed. Ernst Gerhard Güse • Hatje Cantz • 504 pagina’s • 49,80 euro • ISBN 978-3-7757-2082-3 • 4 sterren

Wool • Ed. Hans Werner Holtzwarth • TASCHEN • 424 pagina’s • 49,99 euro • ISBN 978-3-8365-3562-5 • 4 sterren

Theater / Achtergrond
special: Interview met Stijn van Opstal

Een uit de hand gelopen goesting om buiten de lijnen te kleuren

.

Olympique Dramatique

Olympique Dramatique

Niets is onmogelijk is een bewerking van een stuk van Nikolaj Erdman: De Zelfmoordenaar. Waarom hebben jullie voor deze tekst gekozen?
Dat is altijd een heel parcours. We zijn met twee verschillende theatercollectieven, Olympique Dramatique en LAZARUS, op zoek gegaan naar materiaal waarin we elkaar konden vinden en we zijn uitgekomen bij Nikolaj Erdman. Een uitermate geestig en groot schrijver die de tand des tijds helaas niet heeft doorstaan. Hij is in ieder geval nooit zo omarmd als de andere grootheden Tsjechov en Gorky. Een bijzondere man, waar we veel verhalen over lazen die ons nieuwsgierig maakte.

Hij is in de Russische literatuur een belangrijk figuur, met name omwille van twee komedies die hij geschreven heeft. Eén daarvan is dus De Zelfmoordenaar, een stuk dat op de vooravond van de première in 1928 door het regime werd verboden en pas eind jaren tachtig in Rusland voor het eerst opgevoerd mocht worden. Erdman zelf is naar aanleiding van deze komedie verbannen en heeft sindsdien geen toneel meer geschreven. Maar dat zegt meer over het regime toentertijd, over het gebrek aan zelfspot, dan over daadwerkelijk staatsgevaarlijk engagement in zijn teksten.

Foto: Frieke Janssen

Foto: Frieke Janssen

Nikolaj Erdman schreef De Zelfmoordenaar in 1928, in een periode die bekend staat als een turbulente tijd, waarin een dictator een wreed regime voerde. Het stuk levert kritiek op de wantoestanden in de toenmalige Russische samenleving. We leven nu in een andere wereld, wat is de zeggingskracht van zo’n tekst in onze huidige maatschappij?
Het feit dat we het stuk nu spelen zorgt allereerst voor een zekere afstand, je hebt het schijnbaar niet over het nu, maar over iets onschuldigs, iets veraf. Tegelijkertijd zijn er wel een aantal situaties die overeenkomsten vertonen met de huidige situatie: het gaat over een man, voor wie de wereld te snel draait. Hij is uitgerangeerd. Hij is werkloos en leeft op het inkomen van zijn vrouw. Er heerst crisis. Heel herkenbaar. En de wereld rondom hem wil hem manipuleren en gebruiken. Iedereen vermoedt dat hij zelfmoord gaat plegen, gewoon doordat hij radeloos lijkt, en dat komt hen goed uit. Het is allereerst een komedie over een man die pas zin ziet in het leven, als anderen hem zinvol vinden. En zij vinden hem op hun beurt pas zinvol wanneer hij sterft, voor hun idealen.

In het stuk wordt aan Semjon Semjonowitsj gevraagd zelfmoord te plegen voor een ideologie en daarmee een martelaar te worden. Zijn er tegenwoordig nog ideologieën om je leven voor te geven?
Zeer veel. Misschien wel ondragelijk veel. Ik heb het idee dat wij kinderen van onze tijd zijn wiens dagelijks leven zich afspeelt in een omgeving met een straal van laat ons zeggen honderd kilometer, maar wij zijn tegelijkertijd opgevoed met een blik naar de wereld. We moeten ons verhouden tot de klimatologische veranderingen, de kindsoldaten in Uganda, de aardbeving in Haïti, de oorlog in Syrië.  We worden overstelpt met wereldbeelden. De vraag is dan: welke van die zaken is zo belangrijk, om mijn leven voor te geven? Niet letterlijk een leven voor te geven, maar mijn leven naar te richten. Het gaat over het gewicht van al die mogelijk grootse zaken die het leven zinvol zouden kunnen maken, maar die voor een individu eigenlijk ontilbaar zijn.

Foto: Koen Broos

Foto: Koen Broos

Voor de voorstelling hebben twee collectieven hun krachten gebundeld. Hoe zijn jullie daarbij te werk gegaan?
We kennen elkaar al lang en we volgen elkaars werk. Beide collectieven hebben geen regisseur, wat betekent dat we in een repetitieproces allemaal het volle gesprek voeren: we hebben het samen over zowel de kostuums, als het decor, als het licht, als de tekst, waardoor je samen de verantwoordelijkheid deelt. Zo’n repetitieproces begint met de vertaling. We zitten ongeveer een maand van het repetitieproces rondom de tafel te vertalen, en al vertalende bewerken we het stuk. Daarbij proberen we het stuk vooral als een partituur te zien.

Het is niet onze ambitie om een nieuwe tekst te schrijven, we zijn op zoek naar een partituur die speelbaar is en ondertussen praten we dan over welke vorm de voorstelling zal krijgen, hoe het eruit ziet. Op welke manieren zouden we dat kunnen spelen? In de laatste weken monteren we dan het geheel. Het werken in een collectief is eigenlijk een uit de hand gelopen goesting om buiten de lijnen te kleuren. En een klassieke deurenkomedie is daar nu het resultaat van.

 

De voorstelling is 8 november 2012 te zien in de Stadsschouwburg in Amsterdam. Daarna is er nog een tournee langs verschillende theaters in België. De speellijst en meer informatie over de voorstelling vind je hier.

Boeken / Fictie

Ventje

recensie: Marco Kamphuis - Havik

De naamloze hoofdpersoon in Havik is een jongen van twaalf die vastbesloten is later de Nobelprijs voor de biologie in de wacht te slepen. Hij wil onderzoek verrichten naar de raadselen van de vogeltrek. Dat de Nobelprijs voor de biologie niet blijkt te bestaan, is een van de vele teleurstellingen in zijn dertiende levensjaar.

In zijn nieuwe roman dompelt Marco Kamphuis de lezer vanaf het eerste hoofdstuk onder in een veilige, herkenbare wereld. Een wereld waarin rolschaatswedstrijden en spreekbeurten over Vlieland worden gehouden en waarin het buurmeisje borsten begint te krijgen. Hoewel die veilige wereld steeds meer barstjes gaat vertonen, blijft de nostalgie in Havik moeiteloos overeind.

Ruzies


De jongen die in Havik aan het woord is, groeit op in een sober en gelovig gezin. Zijn vader werkt bij een bank, zijn moeder op een school. Zus Anna zit in de tweede klas van het gymnasium en zusje Charlotte is een mooi en verlegen meisje. Overzichtelijke kinderdagen, gevuld met keurige hobby’s (lezen, vogels tekenen, schaken) worden verstoord door ouders die ’s avonds ruzie maken en ’s ochtends zwijgen.

Er is een hoofdstuk dat begint met de zin: ‘Toen mijn vader thuiskwam en mijn moeder wilde kussen, keerde ze hem de rug toe.’ Zo wordt elke spanning tussen de ouders nauwgezet geregistreerd. Die avond is het stil tijdens het avondeten en worden de drie kinderen vroeg naar boven gestuurd. Daar is een ritueel ontstaan waarbij de oudste zus blijft luisteren op de gang, terwijl het jongste zusje wordt afgeleid: de jongen onderwerpt haar aan proefwerken over vogels.

Onschuld


De twaalfjarige hoofdpersoon is een ernstig, slim en onschuldig kind. Hij accepteert alle grenzen die zijn ouders stellen, ongeacht de redelijkheid ervan. Hij haalt de hoogst mogelijke Cito-score en is stiekem verliefd op zijn buurmeisje. In zijn agenda ontdekt hij een kleurenfoto van Kate Bush:

Ik schaamde me voor de gretigheid waarmee ik die welvingen bestudeerde. Ik vond het vreemd dat zo’n foto in een agenda voor scholieren stond, dat je er als twaalfjarige jongen naar kon kijken zonder je voor een rechtbank te moeten verantwoorden.

Dit soort bloedserieuze gedachten heeft de jongen voortdurend. Voor de lezer schuilt de humor hier in de naïviteit. Het ‘ventje’, zoals zijn oma hem steevast noemt, houdt zijn omgeving scherp in de gaten, maar is ook dromerig en fantasierijk. Eigenschappen die hem tot een onvergetelijk literair jochie zouden kunnen maken. Maar daarvoor is Havik te klein.

Herkenbaar kinderverdriet


Havik is geen ambitieuze roman. Het is een klein verhaal, dat nostalgisch aandoet, met herkenbaar kinderverdriet. Met de angst dat ouders zullen scheiden, de teleurstelling als het buurmeisje met een ander danst en een oma die opeens onherkenbaar in een kist ligt. De charme van het verhaal zit in de eigenaardigheden van de personages, de naïviteit van het jongetje en de prettige toon van vertellen.

Kamphuis is goed in wat hij doet, zijn toon is geestig en ontspannen. Maar het vertelde wordt nergens pijnlijk of ongemakkelijk. Havik is een fijne roman om eventjes in weg te kruipen, maar het ontbreekt aan een scherp randje. Als het boek uit is, is de hoofdpersoon al snel niet meer dan een lief kind met een opvallende fascinatie voor vogels. Geen personage dat aansluit in het rijtje onvergetelijke, slimme en hartverwarmende ventjes in de literatuur.

 

 

Film / Achtergrond
special: Leids Film Festival deel II

De veelzijdigheid van film

8weekly blikt terug op een gebalanceerd en veelzijdig filmfestival, waarin grote premières als Argo en kleinere arthouseproducties als Safety not Guaranteed elkaar afwisselden.

DEEL 1 | DEEL 2

Onpeilbare zussenliefde

Caroline and Jackie
Adam Christian Clark • VS, 2012
3.0

~

Caroline bezoekt haar zus Jackie om, samen met haar partner en vrienden, haar verjaardag te vieren. Wat begint als een leuke avond, krijgt al snel een andere wending wanneer Caroline het verleden van Jackie naar boven haalt. De bijeenkomst is bedoeld om Jackie te overtuigen zich te laten behandelen voor haar eetstoornis. Naarmate de film vordert, doemt de vraag op of Jackie eigenlijk wel ziek is en of Caroline niet degene is die hulp nodig heeft.

In Caroline and Jackie staat de band tussen de twee zussen centraal. Dat deze gevoelig ligt, blijkt al snel uit de steelse blikken die de zussen elkaar geven. Jackie, zichtbaar aangedaan door de confrontatie van haar zus en vrienden, ontvlucht het gezelschap. En dan volgt een soort kat-en-muisspel, waarin zussenliefde- en haat elkaar afwisselen. Manipulatie, oprechtheid en verwarring worden losgelaten op de kijker. Caroline and Jackie is op zijn sterkst in de interactie tussen de zussen, die steeds uitgaat van een ongrijpbare spanning. Toch is de film als geheel niet helemaal geslaagd. Zo laten Jackies vrienden zich wel heel gemakkelijk overtuigen door Caroline en ontbreekt het de verhaallijn aan coherentie. Maar het sterke einde, waarin de symbiotische relatie tussen de zussen op pijnlijke wijze duidelijk wordt, maakt veel goed. Caroline and Jackie is geen meesterwerk, maar maakt wel nieuwsgierig naar meer.

Lola vs Supporting Characters

Lola Versus
Daryl Wein • VS, 2012
2.0
Supporting Characters
Daniel Schechter • VS, 2012
3.0

Lola Versus

Lola Versus

Jonge hippe New Yorkers die strubbelen met hun leven ontbreken ook niet op het LFF. In Lola Versus zit het de jonge Lola (Greta Gerwich) niet mee. Net voor haar trouwdag wordt ze gedumpt. Ze probeert haar leven een nieuwe draai te geven, maar omdat haar ex deel uitmaakt van dezelfde vriendengroep is dat niet gemakkelijk. In Supporting Characters werken twee bevriende filmeditors samen aan een film, maar dit wordt bemoeilijkt doordat ze beiden met hun eigen problemen bezig zijn.

Supporting Characters

Supporting Characters

Woody Allen blijkt nog steeds van grote invloed op de regisseurs van nu, gezien de thematiek van jonge creatievelingen in New York en hun relatieproblemen. Neem bijvoorbeeld series als Girls (weliswaar vanuit een vrouwelijk perspectief) en Bored to Death of recente films als Happythankyoumoreplease. Het Allen-erfgoed wordt voorzien van een update naar het nu: de era van de hipsters, waar biologisch eten en het luisteren naar hippe alternatieve bandjes de dienst uitmaken. Dat een film het alleen daarmee niet redt, bewijst Lola Versus. De personages zijn namelijk zo leeg en verwend, dat het de kijker niets kan schelen hoe Lola’s liefdesperikelen aflopen. Hoewel in een hip jasje gestoken (ex is kunstenaar, Lola schrijver, indieband Lower Dens op de achtergrond) verveelt de film in zijn gezapige humor en is nergens prikkelend of kritisch.

Supporting Characters is dan ook de betere van de twee. De film doet qua toon erg denken aan Lena Dunham’s Girls en Tiny Furniture en Dunham is zelfs kort in een bijrol te zien. Hoewel de personages niet bijster sympathiek zijn en hun eigen welzijn voorop stellen boven dat van de ander, ben je wel benieuwd hoe het hen verder zal vergaan. Bijtend cynisme en onzekerheid gaan goed samen en zijn in deze film een stuk overtuigender dan in het hysterische Lola Versus. Niet bijster verrassend, maar wel vermakelijk.

Texaanse Terreur

Killer Joe
William Friedkin • VS, 2012
3.5

~

Films waarin een deal op een grote mislukking uitloopt. Neem Fargo, waarin een autohandelaar zijn vrouw voor losgeld laat ontvoeren. Het loopt uit op een bloedbad. Of films als A Simple Plan en Shallow Grave, waarin afgerekend wordt met de hebzucht van mensen na het vinden van een grote som geld. Ook in Killer Joe, Friedkins (The Exorcist, The French Connection) tweede filmbewerking van toneelschrijver Tracy Letts, gaat het om een deal die vreselijk uit de hand loopt.

Chris (Emile Hirsch) bedenkt een plan om zijn moeder om zeep te helpen en zo het verzekeringsgeld op te strijken. Hij schakelt Killer Joe in, huurmoordenaar en politiedetective. Wanneer Chris Joe vooraf moet betalen, beginnen de problemen. Chris heeft namelijk geen rooie cent en heeft al diverse schulden lopen. Er lijkt geen oplossing, tot Joe zijn oog laat vallen op Chris’ jongere zusje Dottie. En Joe gaat alleen akkoord wanneer Dottie onder zijn commissie valt…

Killer Joe is een wat absurde, droge komedie-noir. Dat het alleen maar mis kan gaan ligt er dik bovenop, maar stoort gelukkig niet. Hoewel de meeste personages typetjes zijn (de onbenullige dronken vader, de hebzuchtige zoon) zijn het Killer Joe, een rol van Matthew McConaughey, en de wereldvreemde Dottie (Juno Temple) die de show stelen. Het broeierige, armoedige zuiden vormt de perfecte setting voor het tot mislukken gedoemde plan. McConaughey is vooral bekend van rollen in romantische komedies, maar deze Texaanse killerrol past hem bijzonder goed. Beheerst volgt de camera zijn entree, waarbij veel oog is voor detail- onberispelijk gekleed met zijn cowboyboots, zwarte broek en overhemd- en achter de welgemanierdheid een duistere wreedheid schuilt. McConaughey weet als Killer Joe een spanningsveld neer te zetten, met als hoogtepunt een gewelddadige scene die weleens als onvergetelijk de filmgeschiedenis in zal gaan. De kijker zal voortaan anders tegen kipkluifjes aankijken.

Film / Films

Missie geslaagd

recensie: Argo

Het lijkt een onmogelijke opgave: zes ondergedoken Amerikaanse diplomaten Teheran uit te smokkelen, tijdens de Iraanse gijzelingscrisis in 1979. In een bizar plan fungeren de zes als filmcrew voor de neppe science-fictionfilm Argo waardoor ze ‘ongezien’ het land uit moeten zien te komen.

~

Een nieuwe film van Ben Affleck zal bij menigeen vraagtekens oproepen. De acteur begon een rijzende carrière dankzij Good Will Hunting, waarvan hij het script schreef samen met Matt Damon. Beide acteurs hadden ineens de rollen voor het uitkiezen en grote blockbusters als Armageddon en Pearl Harbor kwamen op Afflecks pad. En toen kwam Gigli, met zijn ex Jay-Lo, door zowel pers als publiek de grond ingeboord (en beloond met een Razzie Award). Daarbij kwam dat de twee (door de media ‘Bennifer’ genoemd) herhaaldelijk negatief in de media verschenen. Het leek gedaan met Affleck, maar anno nu laat hij zien als acteur en regisseur gegroeid te zijn. Argo is nummer drie op rij en de tweede film waarin Affleck naast de regie de hoofdrol op zich neemt. 

En dan de vraag: maakt hij het met Argo opnieuw waar? Met Gone Baby Gone (2007) en The Town (2010) liet  Affleck al zien oog te hebben voor een gebalanceerde mix van drama, misdaad en actie. Timing, regie en script zaten goed in elkaar en ook met het acteerwerk zat het wel snor: Affleck had de beschikking over grote namen als Morgan Freeman, Ed Harris en nieuw talent als Jeremy Renner en Rebecca Hall. 

Politiek uitgangspunt


~

Argo is mede geproduceerd door George Clooney, die het als regisseur aandurft een kritische kijk te geven op politieke controverses (The Ides of March, Good Night, and Good Luck). Argo is ook een politieke film, gebaseerd op de gijzelingscrisis in Iran in 1979. De film opent sterk: een hysterische groep studenten verzamelt zich rond de Amerikaanse ambassade. Ze eisen hun Sjah, die in Amerika behandeld wordt voor kanker. Diezelfde Sjah, in 1953 dankzij de CIA aan de macht geholpen, was jarenlang verantwoordelijk voor een dictatoriaal bewind. De massahysterie van de studenten en de angst onder het ambassadepersoneel is invoelbaar. Binnen de ontstane chaos van paniek en angst rest er een ding: zoveel mogelijk bewijsstukken vernietigen. Papieren en foto’s worden verbrand en versnipperd, totdat het de woedende menigte lukt het pand binnen te dringen. Het gevolg? Een gijzeling van 444 dagen en een ontsnapping van zes Amerikaanse diplomaten.

Die zes ontsnapten, daar draait het om in Argo. Ze vinden onderdak bij een Canadese ambassadeur, maar als ze gevonden worden (wat slechts een kwestie van tijd is), staat hen de doodstraf te wachten. De CIA moet een plan bedenken om de zes succesvol het land uit te helpen. Een taak van Tony Mendez (een rol van Affleck) om een plan te bedenken. En zo ontstaat Argo, een neppe science-fictionfilm, waarin de zes diplomaten fungeren als filmcrew. Het onwaarschijnlijke gebeurt: de regering geeft toestemming tot de uitvoering en onder aanvoering van Mendez vertrekt een heuse filmcrew naar Iran.

Meeslepend tot het eind


~

Met de totstandkoming van Argo verandert de grimmig realistische toon van de film. Want hoe bizar onwaarschijnlijk is het om met een neppe science-fictionfilm naar Iran te gaan? Hilarisch is hoe diverse ideeën geopperd en van de hand gewezen worden, doordat ze gewoonweg niet haalbaar of uitvoerbaar zijn. Argo mag dan een slecht plan zijn, het is het minst slechte plan. John Goodman en Alan Arkin schitteren in bijrollen als special-effectsmeester en regisseur. Zo lukt het hen op gehaaide wijze een producent te overtuigen in de film te investeren. De gevatte en droge dialogen en de vormgeving van het script werken geregeld op de lachspieren.

Dat Argo bloedserieus is, blijkt weer wanneer Mendez in Iran aankomt en het plan uitgevoerd moet worden. Affleck houdt zich hierbij zoveel mogelijk aan de feiten door bestaande foto’s en documentatiemateriaal te gebruiken als uitgangspunt voor zijn setting. In een goed gedoseerd tempo werkt hij toe naar de ontknoping, waarbij de kijker dankzij de spanningsvolle opbouw op het puntje van de stoel zit. En ook hier zorgt de bizarheid van de vluchtpoging weer voor verrassingen, zoals een scene waarin luchthavenbeveiliging de storyboards onder ogen krijgt. Een subtiel opbouwende spanning vermengt zich met humor, zonder de ernst en realiteit teniet te doen. 

Argo mag met recht Afflecks sterkste film tot nu toe genoemd worden. Het is een actiethriller waarin alles klopt, perfect gedoseerd met spanning, dramatiek en humor. Het lukt Affleck de kijker van het explosieve begin tot het stuwende (doch niet verrassende) einde mee te slepen. Ook is er, net als in Clooneys films, een kritische kijk op hoe politieke besluiten tot stand komen en in wiens belang er eigenlijk gehandeld wordt. Affleck maakt het opnieuw waar. Wie weet is de verfilming van het Argoscript een volgende zet?

Film / Achtergrond
special: Leids Film Festival deel I

De veelzijdigheid van film

.

De 7e editie van het Leids Film Festival  zit er alweer op en ook dit jaar trok de studentenstad volle zalen. Het LFF kenmerkt een breed aanbod van films. Zo waren er voorpremières te zien van grote publieksfilms als Argo en Lawless, maar ook de nieuwe Haneke en kleinere arthouse producties zoals Teddy Bear en Supporting Characters.

Terugkerend bij het LFF is de variëteit in thema’s. Zo is er de kans om klassiekers te aanschouwen op bijzondere locaties. Werd vorig jaar Monty Python’s Life of Brian vertoond in de Pieterskerk, ditmaal werd diezelfde locatie aangekleed als trouwlocatie voor de vertoning van Four Weddings and a Funeral.  Liefhebbers van Japanse horror werden getrakteerd op Japanse horrorklassiekers in het Sieboldhuis en ET vierde als onderdeel van ‘science & cinema’ zijn 30e verjaardag.

8weekly blikt terug op een gevarieerd en gebalanceerd filmfestival, waarmee de organisatie de woorden ‘we zijn nog lang niet uitgespeeld’ meer dan waarmaakt.

DEEL 1 | DEEL 2

Bodybuilder op zoek naar liefde

Teddy Bear
Mads Matthiesen • Denemarken, 2012
3.0

~

De 38-jarige Dennis is bodybuilder en woont nog bij zijn moeder. Al snel wordt duidelijk dat er sprake is van een complexe verhouding. Eentje waarin Dennis zich als een klein kind moet verantwoorden en weinig vrijheid krijgt zijn eigen leven te leiden. Wanneer een oom tijdens een familiebijeenkomst zijn Thaise bruid introduceert, besluit Dennis ook zijn geluk te proeven in Thailand. Zijn relatie met zijn moeder wordt hierdoor danig op de proef gesteld.

Complexe moeder/kind-verhoudingen en film: Tilda Swinton moest opboksen tegen een psychopathische zoon in We Need to Talk About Kevin en in La Pianiste werd de symbiotische relatie tussen moeder en dochter op pijnlijke wijze getoond. In Teddy Bear is het haast onwaarschijnlijk dat zo’n fragiel en klein vrouwtje macht heeft over haar uit de kluiten gewassen zoon. Op een droge, tragikomische wijze wordt hun relatie in beeld gebracht, zonder te veel in te gaan op hun achtergrond. Toch blijft Teddy Bear, ondanks de moeder/zoon-problematiek, bungelen aan de oppervlakte. De karakters zijn vrij vlak en leeg en dat geldt ook voor de dialogen. Daarbij komt dat het scenario weinig verrassend is. Met name de scènes in Thailand, waar kritiek op het sekstoerisme opzichtig doorschemert, zijn weinig overtuigend. Maar een ding moet gezegd: de film weet te beroeren met hoofdrolspeler Kim Kold als Dennis. Een man van weinig woorden, het lichaam één spierbundel, op zoek naar een beetje liefde in zijn leven. En wanneer hij die gevonden heeft, is de kinderlijke en oprechte blijdschap van zijn gezicht af te lezen. Aandoenlijkheid troef, deze grote knuffelbeer, en de liefde is hem gegund.

Donnie Darko Light

Safety Not Guaranteed
Colin Trevorrow • VS, 2012
4.0

~

Darius werkt als stagiaire bij een tijdschrift. In plaats van op te vallen met artikelen, moet ze toiletrollen vervangen en andere onbenullige klusjes uitvoeren. Dan komt een van de journalisten op het idee een artikel te schrijven over een opvallende advertentie, namelijk: iemand die een maatje zoekt om tijd te reizen. Let wel, veiligheid niet gegarandeerd.  Darius wordt gevraagd mee te gaan om onderzoek te verrichten. Wat volgt is een spannende ontmoeting met een buitenstaander, waarbij de absurditeit plaatsmaakt voor vriendschap en de veronderstelling dat tijdreizen wellicht mogelijk is…

Safety Not Guaranteed is gebaseerd op een origineel geplaatste advertentie. De schrijver is zelfs als cameo in de film te zien. Maar meer dan over tijdreizen gaat de film over buitenstaanders en vriendschap. Adverteerder Kenneth is een wereldvreemde gozer, die zijn omgeving met argwaan bekijkt. Ook de jonge Darius is een buitenstaander, door anderen bestempeld als ‘bizar’ en ‘freak’. Niet gek dus dat journalist Jeff besluit Darius aan Kenneth te koppelen. Terwijl zij zich moet voordoen als maatje om samen door de tijd te reizen, ontstaat er een band tussen de twee en wordt het voor Darius steeds moeilijker de schijn op te houden.

Met de thematiek van tijdreizen en buitenstaanders doet de film wat denken aan Donnie Darko. Daarmee houdt de vergelijking echter ook meteen op, want Safety Not Guaranteed is een stuk zonniger. Ondanks onderwerpen als verlies en er niet bij horen is de toon komisch en warm. Ook een pré is dat hoofdrolspelers Aubrey Plaza en Mark Duplass in hun rol van Darius en Kenneth een overtuigende chemie hebben. En het tijdreizen? De film had prima in het LFF ‘science & cinema’ programma gepast, met Kenneths eeuwige geknutsel aan zijn geheime tijdmachine. Het open einde in de film is wat overdreven, maar als geheel is Trevorrows debuut origineel en verfrissend te noemen. Een beetje vreemd, maar wel lekker, zoiets. Het publiek waardeerde de film met de Iron Herring-prijs, waarmee de film een officiële bioscooprelease in Nederland krijgt.

Aangewezen op elkaar

Sister (L’Enfant d’en Haut)
Ursula Meier • Frankrijk/Zwitserland, 2012
3.5

~

Met zijn bivakmuts over zijn hoofd getrokken struint Simon de kleedkamers van het skioord af. Gejaagd om zich heen kijkend rommelt hij in tassen, hopend op kostbaarheden die toeristen hebben achtergelaten. Broodjes, geld, skibrillen, ski’s, al wat hij kan vinden aan eten en waarde neemt hij mee.  Het is een dagelijkse routine. Wat Simon aan buit verzamelt is nodig om te overleven, voor hem en zijn oudere zus Louise. Ondanks dat Simon de jongste is van de twee, neemt hij de meeste verantwoordelijkheid in het gevecht te overleven. Louise houdt zich vooral bezig met mannen en geld er doorheen jagen. Simons geld welteverstaan. Gaandeweg wordt Louise steeds afhankelijker van Simon en wordt hun verhouding, die complexer is dan op het eerste gezicht lijkt, op de proef gesteld.

Sister is Ursula Meiers tweede speelfilm na het aardige Home, waarin het reilen en zeilen binnen een gezin op zijn kop komt te staan na de opening van de snelweg waaraan zij wonen. De snelweg heeft in Sister plaatsgemaakt voor het prachtige Zwitserse berglandschap, waar welgestelde toeristen zich met hun dure skiuitrusting van de pistes laten glijden.  Niet verwonderlijk dus dat de arme Simon, die vlakbij de pistes woont, het beroven van de toeristen tot zijn inkomstenbron heeft gemaakt.

Qua sfeer doet Sister denken aan films van de Dardenne broers: een grauwe wereld waarin kinderen aan zichzelf overgeleverd zijn. Hoewel niet vernieuwend, slaagt Meier erin een fascinerend en beklemmend portret neer te zetten van broer en zus die niet met en niet zonder elkaar kunnen. De rol van Gillian Anderson als toerist en voorbeeldmoeder is wat overbodig en beladen, maar verder is Sister een gebalanceerde film, waarin Léa Seydoux en Kacey Mottet Klein als zus en broer overtuigen en beklijven. Tot in dat laatste subtiele shot.