Muziek / Album

Het betere knip- en plakwerk

recensie: Interpol - El Pintor

.

Aan het begin van het nieuwe millennium maakte Interpol furore met legendarische albums als Turn on the Bright Lights en Antics. De band werkte zich binnen no time op naar de hoogste regionen van het alternatieve rockcircuit. Nu, veertien jaar na dato, lijken de donkere gitaarriffs en golvende melodielijnen van deze ooit zo grote indieband vergeten — ver verwijderd van een nieuw meesterwerk.

Maar daar was plots El Pintor, de vijfde langspeler van de New Yorkse underground formatie. Het album — zowel een anagram voor Interpol als Spaans voor ‘schilder’  bestaat uit tien zwartgekleurde rocknummers die ons maar aan één ding doen denken: Interpol. Nog nooit klonk de band zo eigen als hier. Al bij de eerste klanken van opener ‘All The Rage Back Home’ wordt het duidelijk. Puntige riffs, onheilspellende akkoorden en die diep zwevende stem van zanger Paul Banks; liedjesschrijver en gitarist Daniel Kessler gaat dus terug naar de basis.

Herboren driemanschap
De grote vraag bleef wel of de band na het tegenvallende vierde album en het vertrek van bassist Carlos Dengler nog een sterke plaat zou kunnen afleveren. De overige leden besloten om geen vervanger te zoeken en als trio verder te gaan. Om die reden nam Banks hoogstpersoonlijk de basgitaar voor zijn rekening, wat onverwachts goed heeft uitgepakt. Songs als ‘My Desire’ en ‘Anywhere’, die samen met de opener het uithangbord van de plaat vormen, zijn daar het bewijs van. De ijle gitaar start, de bas en drums vallen in, en de lage bariton van Banks beweegt zich daar omheen.

Een verdomd goede kopie
Met El Pintor slaat Interpol dus geen nieuwe weg in, maar borduren ze voort op de klassieke Interpol-sound. Toch mist de plaats iets wat de eerste albums wel hadden. Er is geen idee achter de plaat, alle nummers staan op zichzelf en zijn inwisselbaar. Vooral nummers als ‘Everything is Wrong’ en ‘Breaker 1’ kunnen ook zo op Our Love to Admire (uit 2007) hebben gestaan. Toch staan er ook pareltjes op, zoals ‘Tidal Wave’, waarin Banks laat horen hoe breekbaar zijn stem kan zijn en bijna een dubbel octaaf op zijn lage bariton ten gehore brengt.

Banks, Kessler en drummer Sam Fogarino leveren met El Pintor weliswaar geen meesterwerk af, maar met hun rijke palet aan Interpol-klanken kleuren ze de tien songs die de plaat rijk is op meesterlijke wijze in. Het luisteren meer dan waard!

 

Theater / Achtergrond
special: Amsterdam Fringe Festival

Aan de rand van het theatercircuit

Noem een willekeurige plek in onze hoofdstad en in een kleine straal daaromheen vind je een locatie van het Amsterdam Fringe Festival. Van 4 tot 14 september kan je in Amsterdam tachtig verschillende voorstellingen zien op de meest uiteenlopende binnen- en buitenlocaties. De grote spiegeltent in het Leidsebosje is het hart van het festival waar je kaartjes koopt en tot ’s avonds laat napraat over de voorstellingen.

Het Amsterdam Fringe Festival vindt tegelijkertijd plaats met het Nederlands Theater Festival. Het NTF toont de beste theatervoorstellingen van het afgelopen seizoen. Amsterdam Fringe Festival is het antwoord op deze selectie. Theatermakers schrijven zich via een open aanmelding in, waarna de organisatie tachtig voorstellingen uitkiest. Het Fringepubliek maakt zo kennis met verschillende voorstellingen die zich buiten het gevestigde theatercircuit bevinden. ‘Fringe’betekent dan ook ‘rand’: het AFF speelt zich af aan de rand van een officieel theaterfestival. Dit is zesde editie van het Fringe Festival in Amsterdam. In onder andere Adelaide, Edinburgh en New York bestaat het festival al veel langer. Onder de naam ‘Best of Fringe’ wisselen de festivals hun beste voorstellingen uit die je over de hele wereld kunt bekijken.

Dansen met zand
Een oude vrouw zit achter het stuur van een auto. Plots komt de auto tot stilstand en verschijnt er een man op de bijrijderstoel. Hij stapt uit, pakt zijn gitaar en gaat op de motorkap een stukje spelen. Het gitaarspel van de man is simpel en niet erg mooi. Zo begint in het Ostadetheater de voorstelling Dust Devil van Stichting RAVENS. Geïnspireerd op het leven van balletdanseres Marta Beckett maakte Udo Thijssen de voorstelling. Beckett reed eind jaren zestig in haar auto door de woestijn in Californië toen ze een lekke band kreeg. Hier ontdekte ze een theater waar ze de rest van haar leven is gebleven. Vele malen gaf ze er performances zonder publiek. Langzaamaan trokken er mensen naar deze afgelegen plek toe om haar te zien dansen.

Amy Gale speelt in Dust Devil de eenzame balletdanseres die haar droom achterna gaat en haar fantasie de vrije loop laat. Ze is nieuwsgierig naar de man en er ontstaat een spanning tussen de twee. Langzamerhand wordt de voorstelling sierlijker en beweeglijker en draaien de danseres en de muzikant om elkaar heen. Dan komt het zand in het spel en dit is precies wat de voorstelling nodig heeft om niet al te saai te worden. Stroken zand vallen uit het plafond en op dit zandgordijn wordt een ballerina geprojecteerd, wat een prachtig effect geeft. Even later danst Gale middenin de zandstroken. Met dit magische hoogtepunt komt de voorstelling ten einde.
Ondanks de hoge verwachtingen heeft de voorstelling mij niet overtuigd. Het geheel bleef kalm en oppervlakkig, maar het prachtige beeld waarin dans en zand één worden maakte veel goed.

De Nobelprijs voor de samenwerking
Even later krijg ik in TOON Amsterdam op de Westergasfabriek een MP3-speler. Deze zet ik aan, waarna een wandeling begint richting de locatie van de voorstelling Brain Insane van Stichting Synergy. Tijdens de wandeling is de omgeving onbelangrijk en luister je enkel naar de hypnotiserende muziek en de stemmen door je MP3-speler. Ik leer over verschillende kunstenaars, filosofen en wetenschappers die zich in het verleden met het menselijk brein hebben bezig gehouden. Na een tien minuten durende wandeling kom ik aan op de locatie van de voorstelling: een speeltuin in Amsterdam-West. Het publiek neemt recht tegenover een groot klimtoestel plaats. De voorstelling is een zestig minuten durend college over het menselijke brein. Met kinderlijk enthousiasme vertelt actrice Karina Jessica Jansen op een speelse manier alles wat je nog niet wist over je hersenen. Het grote klimtoestel stelt het menselijk brein voor en twee schommels en een stopcontact worden gebruikt om de werking van neuronen aan te geven. De fabel dat we maar tien procent van onze hersenen gebruiken wordt direct ontkracht: alle onderdelen van onze hersenen staan namelijk constant met elkaar in verbinding. ‘Onze hersenen verdienen hiervoor de Nobelprijs voor de samenwerking!’. Ook leer ik dat we 94 procent van onze keuzes maken met ons onderbewustzijn. Urenlang twijfelen of piekeren heeft dus geen zin, zo luidt de tip van de actrice. Brain Insane is een enthousiaste en educatieve voorstelling op een onverwachte locatie. Er is goed gebruik gemaakt van de ruimte en er worden creatieve voorbeelden gebruikt om je hersenen beter te begrijpen. Wel bevat de voorstelling erg veel tekst en krijg je, net als in een hoorcollege, veel informatie in een keer binnen. Op een speelse manier en met ondersteuning van een muzikant ben je je na de voorstelling een stuk bewuster van de mogelijkheden van het orgaan in je hoofd.

Als afsluiter bezoek ik Het temmen van de faun van acteur Jorrit Ruijs en danser Rafael Zielinksi. De voorstelling vindt plaats op een mooie en intieme locatie in de trouwzaal van het chique Sofitel Legend The Grand Hotel, met fresco’s aan de muren en glas-in-loodramen. Met zo’n twintig personen is de zaal helemaal gevuld en kijk ik naar een prachtige dansvoorstelling. Ruijs en Zielinski zijn beiden gefascineerd door het leven van de Poolse danser Vaslav Nijinski. De voorstelling gaat over overgave en over de droom om de staat te bereiken waarin je jezelf en een ander lief hebt. De twee mannen weten zich met ontbloot bovenlijf op allerlei manieren in en op elkaar te draaien. Ruijs vertelt het publiek een geheim: hij vindt dansers aantrekkelijk. Zielinksi danst de hele voorstelling zonder een woord te noemen en Ruijs spreekt zo af en toe: ‘Als dans bewegen is en beweging het leven, waarom ben ik dan zo goed in dansen en zo slecht in het leven?’. De dans van Zielinksi is prachtig en de samenwerking tussen woord en beweging perfect uitgevoerd. Het temmen van de faun is met stip de beste voorstelling van de avond.

Kunst / Achtergrond
special:

EXbunker: van schuilplaats tot expositieruimte

.

Schoonheid 

~

Samen met drie andere Utrechtse kunstenaars bedacht Daan Bramer het concept: ‘Ik was op zoek naar een plek voor kunstenaars die wel al mooie dingen maken, maar nog geen podium hebben. Toen ik hoorde dat de bunker te huur was, dacht ik: dit is de plek.’ Het betonblok in het Wilhelminapark heeft jarenlang op de nominatie gestaan voor sloop, maar daar is het nooit van gekomen. Bramer: ‘Zo’n bouwwerk moet je ook bewaren en een nieuwe functie geven. Op de Maliebaan zijn nog kamers waar martelingen hebben plaatsgevonden, die ga je toch ook niet slopen? Oorlog is geen prettige gedachte, maar je kan het ook omkeren.’ En dus is de bunker nu een onderkomen voor schoonheid

Vleermuizen 
De bunker in het Wilhelminapark werd in 1944 gebouwd door Oberleutnant der geheime Feldpolizei Richard Becker, als onderdeel van de laatste fase van het bunkerprogramma van de Duitsers. De geallieerden rukten op aan de kust, zodat de Duitsers hun defensie meer gingen richten op Utrecht, waar commando’s zaten op de Maliebaan en bij het Wilhelminapark. Na de oorlog diende de bunker als verblijfplaats voor vleermuizen, opslagruimte voor gereedschap, kabels en oude brommers, en kantine voor werknemers van een energiemaatschappij. Vanwege de relatief kleine omvang (5 bij 3 meter) en, met name, de schubben aan de buitenkant (waarschijnlijk ter camouflage) is de bunker vrij uniek in Nederland. Volgend jaar mei -70 jaar na de bevrijding- vormt de EXbunker op Culturele Zondag, heel toepasselijk, het decor voor het thema oorlog.

Delete en save

~

Vanaf juni dit jaar is er (gratis) plek voor spraakmakende kunstenaars op het gebied van foto’s, poëzie, beelden, schilderijen, films en performances. Bezoekers kunnen er op zaterdag en zondag binnenlopen. In de maand september tref je in de ene ruimte van EXbunker drie oude typemachines aan, met een enorme lap tekst erboven en een versnipperaar eronder, de andere kamer is aangekleed met omgekeerde kennisboeken en een spiegelend plafond. Een idee van kunstenaar Roos Coenraad en volgens Bramer een weerspiegeling van het delete en save- verhaal: ‘Hoe gaat je hoofd om met informatie en ervaringen? Welke ervaring en kennis sla je op en welke laat je gaan? Mensen die daar moeite mee hebben, kunnen redelijk gestrest raken.’

De EXbunker is geopend op zaterdag en zondag van 12.00 tot 18.00. Bramer: ‘We hanteren het idee van inloopkunst: als het je iets doet blijf je een kwartier binnen, als het je niks doet ben je na drie minuten weer weg.’ Voor meer info over de komende exposities: http://exbunker.nl

Boeken / Fictie

De roman kan goed zijn, ‘als God het wil’

recensie: Selva Almada (vert. Adri Boon) - Het onweer

Een nieuw Argentijns talent is opgestaan, als we de flaptekst van Selva Almada’s Het onweer mogen geloven. Uit deze roman blijkt dat nog niet.

Twee mensen, vader en dochter, zijn in Argentijns niemandsland gestrand. Een toevallige passant rijdt hen naar een monteur. ‘Kunt u hem repareren?’ vraagt de vader aan de monteur. ‘Ik denk het wel,’ antwoordt deze. ‘De auto zal vanmiddag klaar zijn,’ zegt de vader vervolgens tegen de dochter, ‘als God het wil.’ ‘En als Hij dat niet wil?’ geeft zij als antwoord, waarna ze naar muziek gaat luisteren.

Zo ongeveer begint Selva Almada’s debuutroman Het onweer (pas in een later hoofdstuk wordt duidelijk hoe vader en dochter bij de monteur gekomen zijn). Vader is een rondreizende dominee, die de uitgestrekte vlakten van Noord-Argentinië verkozen heeft om het woord van God te verspreiden. Op weg naar een bevriende dominee begeeft hun auto het van de hitte.

Personages onder druk
Almada plaatst haar personages – naast de dominee, zijn dochter en de monteur ook nog diens zoon – in een kleine, benauwde omgeving. Ze trekken als het ware naar elkaar toe – het land is broeierig en dor. De vier zitten op elkaars lip. Het stelt Almada in staat de onderlinge verschillen te benadrukken: de stugge, aardse monteur en zijn zoon, en de wereldse, begerige dominee en dochter.

De belangrijkste handeling in het boek bestaat uit de pogingen van de dominee om de monteurszoon, Tapioca geheten, te bekeren. Hij ziet een simpele, naïeve, maar ook pure jongen, die het licht van God bijgebracht moet worden. Zijn woorden over Jezus en Jeruzalem, goed en kwaad vallen in vruchtbare aarde bij de jongen – en zijn tegen het zere been van diens vader, die alleen in de krachten van de natuur gelooft.

Een lome roman
Almada was iets te tevreden met haar initiële opzet om haar personages vorm te geven. De dominee wordt van begin tot eind gekarakteriseerd als een man van God, misschien zelfs als een godsdienstwaanzinnige. Zijn dochter gaat met haar vader mee, maar verzet zich ook tegen hem – in ieder geval in gedachten. De monteur is een stugge, conservatieve man, wie alles overkomt (zelfs zijn kind is hem geschonken). Tapioca, als laatste, is al helemaal een niet-handelend personage.

Gedurende het grootste deel van Het onweer blijven de personages zo. In de lome uren dat ze wachten tot de monteur de auto heeft gerepareerd, denken ze terug aan belangrijke gebeurtenissen in hun leven. Het is daarbij opvallend dat alle kinderen in deze roman maar één ouder hebben: de dominee denkt aan zijn moeder, zijn dochter aan haar verdwenen moeder, en de monteur aan een vriendin die hem Tapioca gaf en er daarna vandoor ging.

Net wanneer de voortkabbelende flashbacks de roman op beginnen te breken, arriveert het titulaire onweer. De personages breken uit hun schil: er wordt gevochten en er worden beslissingen genomen. Helaas heeft Almada de spanningsboog naar dit moment toe onvoldoende opgebouwd. Het onweer overvalt de personages, hun handelingen de lezer. Alsof Almada zich opeens realiseerde dat er nog iets moest gebeuren in deze onevenwichtige roman.

Kunst / Expo binnenland

Opzettelijk subjectief, onbedoeld chaotisch

recensie: Marlene Dumas - The image as burden

.

Marlene Dumas, Het Kwaad is Banaal, 1984, courtesy Van Abbemuseum, Eindhoven

Marlene Dumas, Het Kwaad is Banaal, 1984, courtesy Van Abbemuseum, Eindhoven

De titel van de tentoonstelling The Image As Burden slaat op de verantwoordelijkheid die kunstenaars dragen over hun werk. Beelden zijn namelijk krachtige middelen voor manipulatie, ongeacht hun oorspronkelijke doel. Kunstenaars beïnvloeden met hun werk de toeschouwers ervan. Marlene Dumas (1953, Kaapstad) stelt in haar werk deze zaken aan de orde.

Bombastische manipulatie
De fotografie, met name de persfotografie, is vaak in opspraak gekomen. De schijnbaar naakte waarheid van fotografische beelden is louter bedrog. Met een juiste camerahoek, timing of uitsnede kan een beeld een verkeerde indruk geven. In veel van haar werken schildert Dumas persfoto’s na. Het weinig objectieve ervan omarmt Dumas met volle overgave. Van de foto’s worden persoonlijke, emotionele portretten gemaakt.

Marlene Dumas, The Blindfolded Man, 2007, courtesy The Rachofsky Collection

Marlene Dumas, The Blindfolded Man, 2007, courtesy The Rachofsky Collection

En hoe! In het schilderij The Blindfolded Man (2007) zijn kleine blauwe randen nog net zichtbaar onder de zwarte laag verf die uitvloeit over het hele voorhoofd van de geportretteerde. Enkele puntjes en streepjes die dit fragiele oppervlak durven te doorbreken, komen angstaanjagend agressief over. Het voorhoofd wordt afgesneden door een stuk onbewerkt canvas, spierwit. Dat is de blinddoek. Tussen de wilde kwaststreken die de kaak vormen, komt de mond tevoorschijn. De mond staat links in het gezicht gedrukt maar versmelt rechts met de achtergrond. Op de neus staan grove vegen. Deze technische ‘fout’ maakt het gezicht subtiel misvormd, en daarmee nog kwetsbaarder. Door naar het schilderij te kijken krijgen bezoekers gierende compassie met deze man, nog zonder diens gedachtegoed te kennen.

Marlene Dumas, Lucy, 2004 en Stern, 2004, courtesy Tate

Marlene Dumas, Lucy, 2004 en Stern, 2004, courtesy Tate

De emotie onderbouwd
De meeste werken vertegenwoordigen eveneens grote triomfen der schilderkunst. Veel van de composities refereren aan beroemde schilderijen. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de twee werken Lucy (2004) en Stern (2004). De gezichten komen van foto’s van leden van de Rote Armee Fraktion, en waren in 1988 verwerkt tot meesterlijke schilderijen door Gerard Richter (1931, Dresden). Waar Richter, als statement over de manipulatieve rol van de fotografie, de schilderijen data had gegeven als titel (18, 1977), heeft Dumas ze namen gegeven. Zowel de persoonlijke titels als haar ontroerende manier van schilderen geven de geportretteerden iets vertrouwds.

Marlene Dumas, Waiting (For Meaning), 1988, courtesy Kunsthalle zu Kiel

Marlene Dumas, Waiting (For Meaning), 1988, courtesy Kunsthalle zu Kiel

Deze kijk op de manipulatieve rol van de schilderkunst vindt zijn oorsprong in het schilderij Waiting (For Meaning) uit 1988. Het lichaam, dat hierin over een doodskist ligt gedrapeerd, stelt de bezoeker voor de vraag: wat voor rol heeft het naakt, de huid, het fragiele, nog in de kunst? Het schilderij verklaart veel van Dumas’ werk, maar helaas hangt dit schilderij niet aan het begin, maar midden in de tentoonstelling.

In The Image As Burden zijn schitterende werken te zien, maar er zijn er ook vooral heel erg veel te zien. Allerlei thema’s en periodes uit het oeuvre van Dumas hangen in zalen naast elkaar, wat de tentoonstelling enigszins chaotisch maakt. De werken, die in hun emotioneel overtuigende kracht veel aandacht opeisen, worden in de getalen waarmee ze hier tentoongesteld staan haast een ‘trucje’. Dat is zonde. Niettemin is The Image As Burden, met een overzicht van het werk van een van Nederlands beroemdste levende kunstenaars, zeker de moeite waard om te bekijken. 

Muziek / Achtergrond
special: The Brave

Braaf maar charmant

.

Dapper moet je in Nederland zijn om in augustus een festival te organiseren. Het is de maand die door de weergoden lijkt te zijn uitgeroepen tot strijdtoneel der elementen. Toch had de organisatie van The Brave geluk. Na korte perioden van regen brak de zon toch nog door. Die wisselvalligheid paste op momenten ook goed bij de sfeer van de muziek.

The Brave is gesitueerd op een strategische plek tussen Haarlem en Amsterdam, bij de tuinen van West. De insteek is toegankelijke folk, altcountry en Americana van beginnende of nog relatief onbekende bandjes. Nufolk-nimfen en bebaarde Americana-saters waren massaal uitgetrokken naar de groene velden van het festivalterrein. Daar stonden twee tenten en een groot buitenpodium hen op te wachten. De geringe eetkraampjes lieten nog wel wat te wensen over en stroomden dan ook al snel vol. Qua leeftijd was het een gemêleerd publiek, met hier en daar wat kinderen. Een folkfestival is nu eenmaal een rustige aangelegenheid in vergelijking met al die dance- en rockfestivals; ideaal voor hele gezinnen die gezamenlijk op kunnen gaan in relaxtere klanken.

Ingetogen duo & pretfolkRue_Royale.jpg
Man-vrouwduo Rue Royale wist op het grote buitenpodium een mooie en ingetogen sfeer neer te zetten. Rustige, melancholische nummers met hier en daar een duister randje in de Americana-traditie van Low en Midlake. Het paar kan putten uit een rijk repertoire — ze zijn al sinds 2007 actief — met nummers als het mooie ‘Set out to Discover’.


Het weer sloeg tijdens het optreden een paar keer om. Een milde regenbui maakt weer plaats voor zonnestralen door de wolken heen. Het paste perfect bij het tempo van de liedjes die schipperden tussen treurig en troostend. Daarna ging het er vrolijker aan toe met het Nederlandse Town of Saints, dat het publiek trakteerde op pretfolk met een sterk Amerikaanse vibe. Leuk en spontaan, maar niet erg verrassend.

Van folk naar alternatieve pop

Minder folky was de programmering in de tenten. Het Duitse duo Sea + Air gaf een intiem optreden in een geïmproviseerde tent op de picknickheuvel. De band heeft een alternatieve, poppy sound die vooral opvalt door de hoge stem van zanger Daniel Benjamin. Een goed voorbeeld is het nummer ‘Heart of the Rainbow’, dat extra apart klinkt door de toevoeging van een klavecimbel.

Het Australische Lowlakes had met zijn volle en grootse sound iets weg van Wild Beasts en Future Islands. Zanger Tom Snowdon vulde de nummers perfect aan met zijn melancholische stem en hoge uithalen à la Antony Hegarty. Lowlakes heeft een grootstedelijk geluid dat niet alleen folky klinkt, maar ook invloeden kent uit de synthpop en de shoegaze. De band had daarmee perfect op het grote podium kunnen staan, waar bepaalde nummers beter tot hun recht waren gekomen in de weidsheid van de tuinen van West. Een intieme ervaring was het wel, mede door de vreemde dansbewegingen die Snowdon maakt als hij opgaat in zijn eigen muziek.
Lowlakes.jpg
Crowdpleaser als afsluiter

De grote afsluiter was mainliner Dotan, die in korte tijd een nummer 1-hit heeft gescoord met ‘Home’. Zijn sympathieke maar onverrassende mix van folk en pop was aanstekelijk en vormde een mooie afsluiter van het festival. Het feest ging daarna echter nog tot laat door met kampvuur-optredens van verschillende artiesten. Helaas waren de weergoden toen wat slechter gestemd.

Al met al is The Brave niet zozeer dapper, maar vooral braaf en charmant. Op sommige momenten miste je wel wat muzikale variatie, gezien het doorgaans lage tempo van de muziek. Luistermuziek voerde de boventoon in plaats van muziek waar je op kan dansen of rocken. Het concept zorgt echter wel weer voor afwisseling in het gehele Amsterdamse festivalaanbod, en het publiek was enthousiast en tevreden. Laat die nieuwe festivals dus maar komen!

Film / Achtergrond
special: In Secret

Erotisch wordt het nergens

In Secret verbouwt een Frans literair meesterwerk tot Bouquetreekspulp.

In Secret is gebaseerd op de Franse roman Thérèse Raquin van Emile Zola uit 1867. De Amerikaanse televisieregisseur Charlie Stratton had er een gedegen romantisch kostuumdrama van kunnen maken. Met aanstormende Hollywoodtalenten Oscar Isaac en Elizabeth Olsen in de hoofdrollen zou dat toch moeten lukken.

Orale diensten

~

Maar nee, Stratton vindt een ambachtelijk noodlotsdrama niet genoeg en voegt een dosis Vijftig tinten grijs toe voor een portie 21ste-eeuwse erotiek. Grijs is In Secret zeker, maar dan hebben we het over het morsige kleurenpalet van de film. Erotisch wordt het nergens. Of u moet opgewonden raken van een onbedoeld lachwekkende scène waarin Isaac, verstopt onder een hoepelrok, orale diensten verleent terwijl een nietsvermoedende schoonmoeder een gewoon gesprek voert met de overspelige Olsen.

Het grote probleem van In Secret is, dat alle personages eendimensionale typetjes zijn. Thérèse (Olsen) wordt door haar boze tante – Jessica Lange in sprookjesmodus – gedwongen te trouwen met haar neef Camille (Tom Felton), een zwetend en stotterend gedrocht die zo weggelopen lijkt uit de exploitatieshow The Undatables.

Onaangename typetjes

~

Geen wonder dat Thérèse een smeulend vat vol onvervulde verlangens is. Enter Laurent (Isaac), een schilderende womanizer en vriend van Camille, die wel raad weet met dit soort meisjes. 8De twee beginnen een verhouding, Camille wordt uit de weg geruimd, het schuldgevoel drukt zwaar op de relatie.

Stratton brengt het allemaal zo plat en voorspelbaar dat In Secret soms wel een ironisch bedoelde Bouquetreeksverfilmg lijkt, inclusief overdreven aanzwellende violen en een over the top finale. Instant cult dan? Dat ook niet, daarvoor zijn al die onaangename typetjes simpelweg te saai.

Muziek / Album

De som der delen

recensie: Angus & Julia Stone - Angus & Julia Stone

Herenigd klinkt het duo Angus & Julia Stone als een waar feest voor de oren. Natuurlijk kunnen deze muzikale broer en zus zonder elkaar ook een fijn stuk muziek maken, maar de chemie doet iets bijzonders met deze talenten.

Feitelijk is Angus & Julia Stone het derde studioalbum van het duo. Daarbij worden allerlei ep’s en bijzondere uitgaven niet meegerekend. En na een periode van vier jaar waarin het duo solo aan de weg timmerde, is deze hereniging een welkome muzikale lekkernij. Beiden maakten zo’n twee jaar geleden een solo-album. Deze zijn allebei goed ontvangen door de pers en commercieel niet onverdienstelijk.|

De katalysator
Dat het nieuwe album van broer en zus Stone gesierd wordt met de productie van niemand minder dan Rick Rubin heeft mogelijk nog een extra katalysator opgeleverd in de creativiteit van dit koppel. Rubin is in ieder geval verantwoordelijk voor het feit dat broer en zus weer samen muziek maken. Of de Stone’s met dit derde album een meer dan verdienstelijke plaat hebben gemaakt die mogelijk nog boven de vorige Down The Way uitstijgt, zal de tijd moeten gaan leren. Ook na een aantal luisterbeurten is het nog steeds moeilijk kiezen tussen deze twee albums.

Alle dertien composities op Angus & Julia Stone zijn van de hand van het duo. Onmiskenbaar singer-songwriter muziek in alternatieve pop-/rocksferen. De vocalen zijn voornamelijk in duetvorm door beiden gezongen. Er is slechts één song, ‘Death Defying Acts’, die alleen door Julia gezongen wordt en in ‘Crash and Burn’ is het de beurt aan Angus om te soleren in zang.

Toppen van hun kunnen
Het album ademt een degelijke voorbereiding uit, of zou het de meesterlijke hand van Rubin zijn, die de touwtjes stevig in handen heeft gehouden zonder de creativiteit van de twee muzikanten te beknotten? Dat laatste kennen we van Rick Rubin die met zijn enorme staat van dienst steeds het beste in artiesten naar boven weet te halen. In Australië en Nieuw-Zeeland is er een cd-versie van het album verkrijgbaar, met zestien composities in de zogenaamde deluxe editie. Of die versie de oversteek zal maken naar Europa. is maar de vraag. Dat zal wel dure import worden om nog drie extra nummers te genieten van dit duo.

Het album zal hoog gaan scoren, zowel in de jaarlijstjes van de critici als in de verkoopcijfers. Het zal vooral als compleet album geconsumeerd worden. Hitsingles komen er naar verwachting niet van omdat de liedjes geen hitpotentie uitstralen. De coherentie van het album is dermate hoog dat het advies luidt: bij voorkeur in zijn geheel tot je nemen. 

Live in Nederland:
26 november Heineken Music Hall Amsterdam

Muziek / Album

Stevig bijeengehouden

recensie: Eileen Rose - Be Many Gone

Onwillekeurig zal de luisteraar bij het horen van Eileen Rose denken aan singer-songwriterklanken van bijvoorbeeld Emmylou Harris.

Voor Be Many Gone laat Eileen Rose weinig aan het toeval over terwijl ze de touwtjes stevig in handen heeft. Het album komt uit op haar eigen label. De productie is in handen van niemand minder dan Rich Gilbert en de studio staat in Nashville. Gelauwerde muzikanten staan haar terzijde. De composities zijn allen van eigen hand met bij één nummer een co-schrijverschap.

Uit meer vaatjes tappen
Rich Gilbert tekent niet alleen voor de productie, maar bespeelt op zijn virtuoze wijze de pedal-steelgitaar en zijn kenmerkende Telecaster-solo’s. Dat deed hij eerder voor o.a. Wanda Jackson en Jack White. Verder horen we violist Buddy Spicher die eerder speelde met Bob Dylan, Linda Rondstadt en Emmylou Harris, drummer Johnnie Barber die speelde met Merle Haggard, Loretta Lynn, Johnny Paycheck en bassist Bard Albin die bij Vince Gill en Time Jumpers de snaren plukte.

Voor een duet heeft Rose niemand minder dan Pixies frontman Frank Black uitgenodigd, een keuze die het nummer naar een bijzondere hoogte tilt. Dat mag gezien worden als een hele eer want Black doet maar met weinig artiesten een duet. Op eerdere albums bediende Rose zich vooral van de traditionele country. Met Be Many Gone tapt ze uit meer vaatjes waardoor ze bij een breder publiek aansluiting kan vinden dan in de altcountry en americana-hoek.

Stijlen mixen
Dat niet alle songs van Be Many Gone in het country-genre vallen, bewijst Rose in ‘Each Passing Hour’, terwijl onwillekeurig de vergelijking met Los Lobos om de hoek komt kijken. Dit is het duet waarin Rose wordt bijgestaan door Black. De accordeon- en trompetklanken vervolmaken het Los Lobos-gevoel. Het met fraaie vioolklanken omhulde ‘She’s Yours’ zit meer in de jazzhoek dan in de country, waar Rose mee startte bij de opening van het album: ‘Queen of the Fake Smile’.

In ‘Prove Me Wrong’ zingt Rose een machtige countryballad. Als luisteraar hang je aan de lippen van deze zangeres om de volgende strofe van het liedje te kunnen horen. Hoewel het halverwege even aan Dolly Parton doet denken, blijft Rose met haar ietwat droge, nasale stem vooral het eigen geluid behouden. Maar sta niet verbaasd als bij ‘Just Ain’t So’ herinneringen aan Buddy Holly ineens om de staldeur van de country komen kijken. Be Many Gone is een album dat niet snel zal vervelen door de stijlen-mix. De songkwaliteit en de stem van Rose houden alles stevig bijeen.

Live in Nederland:
7 sept. Lichtenvoorde – HCR t Zwaantje (Stonevalley)
12 sept. Barneveld – Schaffelaartheater
14 sept. Midlaren – Paviljoen Meerzicht

Kunst / Achtergrond
special: o.a. Cindy Bakker & Reyndert Guiljam - ROOT Exposition

Studenten voor studenten

.

ROOT Exposition is een initiatief van jonge kunstenaars, nog nauwelijks afgestudeerd van de Willem de Kooning academie, dat de huidige studenten een kans geeft hun werk te laten zien. In de tentoonstelling zijn zowel de werken van afgestudeerde, als van nog studerende kunstenaars te zien. Na een strenge selectie zijn de beste studenten uitgekozen voor deze tentoonstelling.

Het overgrote deel van de werken is van studenten autonome beeldende kunst, maar er is ook design en illustratie te zien. De Willem de Kooning academie staat bekend om zijn conceptuele kijk op de kunst. Het idee achter het werk speelt een belangrijke rol, en wordt voor elk kunstwerk apart uitgelegd aan de hand van naamplaatjes bij de kunstwerken.

Ambitieuze bedoeling


Cindy Bakker, WIJ ZIJN DOOD, 2013, courtesy of ROOT Exposition

Cindy Bakker, WIJ ZIJN DOOD, 2013, courtesy of ROOT Exposition

De meeste werken in Root Exposition houden zich bezig met brede, maatschappelijke thema’s. WIJ ZIJN DOOD (2013) van Cindy Bakker probeert de toeschouwer een ander beeld bij de dood te geven. De urnen waaruit het werk bestaat, hebben allemaal een andere vorm en daarmee een andere persoonlijkheid. De dood is zo minder beangstigend. Conformity Birds (2014) van Reyndert Guiljam laat de defecten zien van de hedendaagse consumptiemaatschappij middels geschilderde duiven. De duiven kunnen overal heen vliegen, maar lijken ervoor te kiezen om in een hokje te blijven zitten alsof dit beter voor ze is.

Reyndert Guiljam, Conformity Birds, 2014, courtesy of ROOT Exposition

Reyndert Guiljam, Conformity Birds, 2014, courtesy of ROOT Exposition

Het is verrassend dat deze tentoonstelling niet onderdoet voor gerenommeerde tentoonstellingen. De uitwerking van de verschillende werken komt professioneel over. Het is goed voor te stellen dat zeker één of twee van de getoonde kunstenaars succesvol zullen blijken in de komende jaren.