Theater / Voorstelling

Hij stikt, hij braakt, hij gilt

recensie: tgECHO - Stel je bent een koe

.

~

Ook al doet de titel van de voorstelling Stel je bent een koe van tgECHO je misschien denken aan een kindervoorstelling, in werkelijkheid is het een theatraal manifest tegen de bio-industrie en het eten van vlees. En dat is een lastig genre omdat er een balans moet worden gezicht tussen het theatrale aspect van de voorstelling en de betogende vorm van het manifest. Daarbovenop loop je als theatermaker het risico om een deel van je publiek van je te vervreemden als je ze belerend of moraliserend toespreekt. Ook ikzelf schiet soms in de puberale reflex om juist datgene te willen doen wat het opgeheven vingertje mij verbiedt. Tijdens de voorstelling worstelde ik met dat gevoel, juist ook omdat ik het zelf eens ben met het standpunt dat de wereld er beter uit zou zien als meer mensen ervoor zouden kiezen om geen vlees meer te eten.Op welk punt op de schaal van manifest tot theater bevindt deze voorstelling zich dan? Het bij vlagen harde en fysieke spel levert mooie theatrale beelden op, waarbij met enge varkensmaskers en roze latexjurkjes de vergelijking tussen mens en dier wordt gemaakt. Maar tegelijkertijd zijn er twee lange momenten in de voorstelling waar bordjes met leuzen die direct van de site van Wakker Dier lijken te komen zonder enige ironie naar het publiek omhoog worden gehouden. Dat varieert van cijfers van het aantal dieren in de Nederlandse bio-industrie (ruim in de miljoenen) tot de kreet ‘Een lijk = een lijk, vlees = vlees’.

Op zulke momenten voel je je als publiek nauwelijks serieus genomen. Een varken heeft het IQ van een kind van vijf, zo leren we tijdens de voorstelling, maar de gemiddelde theaterbezoeker zit toch wel op een hoger niveau. Sterker nog, waarschijnlijk kent deze bezoeker de meeste feiten over de bio-industrie al (het antwoord van een van de makers daarop: ‘In een voorstelling over de liefde leer je in principe ook niks nieuws’). De meeste scenes gaan net iets te lang door nadat ze hun punt hebben gemaakt om interessant en scherp te blijven, ondanks het energieke en knappe spel van de twee performers. Je bent ook niet murw geslagen door de lange opsomming van gegevens over het massale dierenleed, Stel je bent een koe is geen emotioneel bombardement.

Theatraal manifest
Langs welke lat moet je een theatraal manifest leggen? Er gelden duidelijk andere criteria dan bij andere theatergenres, omdat de makers zich ook een ander doel stellen: ze willen hun publiek niet alleen tot nadenken aanzetten, maar echt overtuigen van hun standpunt. We moeten ons bijvoorbeeld met de ogen dicht voorstellen hoe het is om zelf een slachtvarken te zijn. Wij worden zo aangesproken op ons vermogen tot verbeelding en empathie. De mensen die dat niet kunnen worden psychopaten genoemd, mensen die er niet voor open willen staan zijn onwetend. Was het maar zo simpel, dan liep iedere vleesetende bezoeker van Stel je bent een koe als vegetariër weer de schouwburg uit. 

 

Boeken / Fictie

Opgroeien tijdens een volksopstand

recensie: Adam Foulds - Het gebroken woord

Adam Foulds heeft Het gebroken woord opgezet als een opvallende tussenvorm van proza en poëzie. Foulds noemt het boek een gedicht, maar een novelle in verzen dekt de lading beter.

Hoofdpersonage Tom brengt eind jaren vijftig zijn laatste zomervakantie in Kenia door: daarna zal hij naar Engeland vertrekken om daar te gaan studeren. Zijn leeftijd wordt niet geëxpliciteerd, maar hij is nog jong en op weg richting volwassenheid. Daarom is hij des te ontvankelijker voor wat er zich in Kenia afspeelt. Het land is nog een kolonie van Groot-Brittannië en de Kenianen zijn de situatie beu. Dat leidt tot een opstand tegen de onderdrukkers. Tegen deze achtergrond groeit Tom op, en, zo zal uit Het gebroken woord blijken, dat zijn bepaald geen prettige omstandigheden.

Het gebroken woord is eerder een novelle, maar eerlijk is eerlijk: een aangrijpende novelle. Foulds weet met de gebeurtenissen in het boek een indringende subtekst op te roepen: niet zozeer de Kenianen, maar de Britse bezetters zijn de primitieve stam. De sleutelgebeurtenis is het moment waarop Tom met zijn vader en een stel andere volwassenen Kenia intrekt om de opstand van de lokale bevolking neer te slaan. Tom schiet tijdens deze toch voor het eerst iemand dood: ‘Toen sprong een kerel ergens achter vandaan / en Tom schoot hem neer. / Net als in een cowboyfilm: de indiaan valt aan’. Door cowboyfilms als referentiekader aan te halen wordt het duidelijk dat Tom ook geestelijk nog erg jong is.

Met Toms jeugdigheid in het achterhoofd wordt ook een andere belangrijke scène erg aangrijpend: Toms ontmaagding. De arme jongen wordt door zijn vader en diens vrienden opgejut tot het verkrachten van een Keniaans meisje. Toms eerste dode en zijn eerste verkrachting; het zijn beide initiatierituelen. Probeer nu nog eens vol te houden dat de Britse kolonisten niet de primitieven waren. Nadat Tom naar Engeland is verhuisd, krijgt hij een vriendinnetje, maar zijn omgang met het andere geslacht is bepaald niet voorbeeldig:

Tom. Wees alsjeblieft lief.
Ik ben toch lief.
Hij drukte tegen haar eerlijke zwakte,
duwde de warme stof in haar holte.
Tom. Doe niet. Alsjeblieft, hou op.
Maar waarom niet?

Ze trapte zich overeind,
strikte haar haar weer.

Het mag duidelijk zijn waar Tom zijn gebrek aan manieren aan over gehouden heeft. Een dergelijke scène laat de kracht van Het gebroken woord zien. De gebeurtenissen houden onderling verband, en ze hebben een kwalijke invloed op Toms ontwikkeling. Die arme jongen mag ook best als symbool voor iets veel groters opgevat worden want ook de koloniale grootmacht Groot-Brittannië heeft zo zijn littekens opgelopen.

Als gedicht is Het gebroken woord niet erg geslaagd. Het taalgebruik is vlak en erg prozaïsch. Foulds heeft zo af en toe best oog voor prima vergelijkingen, maar die zijn vooral esthetisch en voegen weinig wezenlijks toe: ‘Regen mitrailleerde de rivier.’ Met de gevoelswaarde van woorden wordt weinig gespeeld en op de vierkante centimeter gebeurt er eigenlijk weinig spannends. De kracht van het boek zit echter niet in die kleine details, maar strekt zich over het hele verhaal uit.

Dat verhaal komt tot een einde wanneer Toms vriendin terugkomt en hij haar ten huwelijk wil vragen. De suggestie is dat alles uiteindelijk gewoon doorgaat, maar echt lekker zit het allemaal niet; precies zo worstelen heel wat landen nog met hun koloniale verleden. Door al deze subtekst zal Het gebroken woord nog in het hoofd van menig lezen door blijven borrelen en dan is het Foulds gemakkelijk te vergeven dat zijn boek op poëtisch vlak te kort schiet.

Muziek / Achtergrond
special: Ben je er bij?

Sylvan Esso in Paradiso

.

The Daily Indie presents: Sylvan Esso. Met voor en na het concert plaatjes van The Daily Indie DJ team.

Sylvan Esso is een muzikaal verrassende samenwerking: Nick Sanborn (Megafaun) en zangeres Amelia Meath (Mountain Man) maken samen fraaie electropop, waarbij ritme en melodieën steeds subtiel worden verstoord door een uit de maat lopend patroontje van belletjes en geluidjes. Het zelfgetitelde album van Sylvan Esso wordt in juni verwacht, en komt uit bij Carpark Records.

Donderdag 25 september 2014 in de kleine zaal van Paradiso.

Theater / Voorstelling

Drie levensechte winnaars op één avond: GAME ON

recensie: Rudolphi Producties - Het Debuut

In één klap zijn de drie allerbeste voorstellingen van het ITs Festival 2014 te zien. Volgens Rudolphi Producties dan. Onder leiding van Marie-Anne Rudolphi en Maarten van der Cammer zijn de parels van de afstudeerlichting uit Nederland en België geselecteerd. Niet alleen het talent, maar ook de originaliteit is van hoog kaliber. Dit najaar toeren de winnaars onder de naam Het Debuut langs vele grote steden in Nederland.

~

In tegenstelling tot het fantasievolle beeld waarmee de avond begint, brengt Marijn Brussaard met Rhythm of the Night zijn pure zelf. De toeschouwers plaatsen zich rondom zijn speelvlak, waardoor al snel een boksring is gevisualiseerd. Het publiek zit Brussaard op de huid en zonder het gebruik van theaterlicht valt die huid ook nog eens goed te bekijken. Gelukkig is de jongen niet voor niets de mime-opleiding op de Toneelschool van Amsterdam gaan doen. Hij deinst er niet voor terug dat mensen als apen naar zijn lichaam staren. Dit blijkt als duidelijk wordt dat hij in zijn voorstelling zijn lichaam overgeeft aan fysieke en emotionele uitputting. De energie van de bewegingen, waarin dans, lust en verdriet domineren, komt niet té dichtbij. Wat jammer is, aangezien een harde confrontatie goed in het plaatje zou passen. Desalniettemin presenteert Brussaard een prachtige weergave van een menselijke strijd met zijn lichaam, waar zijn emotie vervolgens afhankelijk van lijkt te zijn.

11829-3.jpgNa een flinke lading testosteron van twee eindigt de avond met drie meiden van de Rits School of Arts in Brussel.
Linda Lugtenborg, Greet Jacobs en Julie Delrue transformeren in hun voorstelling Metamorphosen van wilde beesten in fel gekleurde jackies naar naakte godinnen. De voorstelling is gebaseerd op het klassieke werk van Ovidius. In het beeld wordt veel gespeeld met contrasten, met name door middel van het licht. Het gebruik van de stroboscoop in combinatie met de klassieke muziek en de heavy metal draagt uiteindelijk de voorstelling. De timing van de meiden is ook uitermate goed, waarmee de voorstelling zijn portie humor absoluut bevat. De lichtheid van het spel is fijn en leidt de toeschouwer door het beeldende spektakel over het ‘echte’ leven heen. 

Theater / Voorstelling

Comeback van de rockopera

recensie: Jonas Vermeulen en Boris Van Severen – The Great Downhill Journey of Little Tommy

.

Niet alleen in Amsterdam, maar ook in Antwerpen stond het theaterleven van 4 tot 14 september in het teken van het jaarlijkse Theaterfestival, waarbij de beste voorstellingen van het afgelopen theaterseizoen nog eens herbeleefd konden worden. Naast oude bekenden als Guy Cassiers, Alain Platel en Anne Teresa De Keersmaeker werden ook nieuwe namen in de kijker gezet in het kader van Circuit X, de randprogrammering van het festival, waarvoor vijf voorstellingen werden geselecteerd die nog niet bekend zijn bij het brede publiek.

In het geval van The Great Downhill Journey of Little Tommy, één van de geselecteerde voorstellingen voor Circuit X, zal die grote bekendheid waarschijnlijk niet lang op zich laten wachten. Het project waarmee kleinkunstenaars Jonas Vermeulen en Boris Van Severen deze zomer afstudeerden is inmiddels al geselecteerd voor de volgende editie van het Fringe Festival in Edinburgh en wist op het Theaterfestival de Roel Verniers-prijs voor jonge theatermakers weg te kapen. Alsof dat nog niet genoeg is, beginnen de twee heren de komende maanden ook nog aan een theatertour door Vlaanderen. Hun spraakmakendheid zou wel eens te maken kunnen hebben met het feit dat de vrienden met The Great Downhill Journey een vorm van muziektheater onder het stof vandaan hebben gehaald die al lang niet meer is vertoond in de Vlaamse theaterzalen. The Great Downhill Journey of Little Tommy is namelijk een rockopera waarin in tien liedjes het verhaal wordt verteld van de kleine Tommy, die met zijn moeder op een heuvel woont en op een dag besluit de heuvel af te fietsen omdat hij de zee wil zien.

Tommy, maar dan anders
Bij een rockopera waarin de hoofdrol is weggelegd voor een personage dat Tommy heet, denkt een beetje muziekliefhebber natuurlijk meteen aan Tommy (1969) van The Who, de eerste officiële rockopera uit de muziekgeschiedenis. Behalve de naamverwantschap zijn er echter weinig inhoudelijke en muzikale gelijkenissen tussen het dramatische verhaal van The Who en de voorstelling van Vermeulen en Van Severen. Dat is opvallend, want voor hun voorstelling hebben de twee geput uit een indrukwekkende hoeveelheid aan muzikale invloeden. Zo doet het openingsnummer, waarin Jonas Vermeulen schreeuwend met een megafoon gestalte geeft aan Tommy’s hysterische moeder die net heeft ontdekt dat haar zoon verdwenen is, denken aan de muziek van Rage Against the Machine. Deze heftige opening maakte me enigszins ongemakkelijk. Was een concertzaal geen betere setting geweest voor deze voorstelling (of moet ik zeggen: dit concert)? En zouden de mensen in het publiek nu niet eigenlijk voor het podium mee moeten springen en zingen, in plaats van in doodse stilte toe te kijken vanuit hun pluchen theaterstoelen? Boris Van Severen en Jonas Vermeulen zoeken de grens tussen concert en theater voortdurend op. Toch is The Great Downhill Journey meer dan een concert: het is het verhaal van de kleurrijke figuren die Tommy ontmoet op zijn weg naar beneden. Zoals het intense openingsnummer al deed vermoeden, is The Great Downhill Journey ondanks zijn eenvoudige verhaallijn en de jeugdige leeftijd van het hoofdpersonage zeker geen jeugdtheatervoorstelling. Dat blijkt ook uit het scala aan personages dat Tommy onderweg tegenkomt. Hij treft achtereenvolgens ongeletterde stadswachten, ruwe werkmannen, een bange jager, een brouwer die zichzelf blind heeft gedronken, de onzekere prostituee Verona, een cynische dokter, een overenthousiaste herbergier en zijn stamgasten.

Bij zulke uiteenlopende personages horen even uiteenlopende muziekstijlen. Zo volgt op de hiphopact van de stadswachten het pompende lied van de werkmannen, geïnspireerd op de oude slavenliederen uit Amerika. Terwijl het personage van Tommy vergezeld gaat van een Beach Boys-achtige medley, doet het lied van de brouwer eerder denken aan muzikale verhalenvertellers als Tom Waits en Nick Cave. De verlepte Verona mag haar hart vervolgens uitschreeuwen in een soulballad. Met zijn tweeën nemen Vermeulen en Van Severen op een vaak bijzonder komische wijze alle rollen voor hun rekening. Daarnaast verzorgen ze ook nog eens het gitaar- en pianospel, begeleid door een band. Met deze verscheidenheid aan muziekstijlen en personages laten de twee kersverse kleinkunstenaars zien dat ze als performers en muzikanten van alle markten thuis zijn. Tegelijkertijd wordt het risico op onsamenhangendheid slim omzeild door de live tekeningen van Sarah Yu Zeebroek (de dochter van Kamagurka), die een belangrijk eenheidscheppend kader vormen in de voorstelling. Verborgen achter een horizontale strook doek verbeeldt en verbindt zij de verschillende episodes en figuren uit het verhaal in één reusachtige tekening, die doet denken aan de glasschilderingen van Picasso. Haar tekeningen geven de voorstelling een nieuwe dimensie en het aanschouwen van hun ontstaansproces is net zo fascinerend als de performances van Vermeulen en Van Severen.

De menselijkheid van de marge
De excessieve, surrealistische stijl van Zeebroeks tekeningen wijst bovendien op een belangrijke overeenkomst tussen de personages. Die zijn namelijk voor een groot deel afkomstig uit de marge van de maatschappij. De “great downhill journey” die Tommy aflegt kan dan ook metaforisch opgevat worden als een reis naar de onderste regionen van de samenleving, die worden bevolkt door figuren waarvan de naïeve Tommy in zijn huis bovenop de heuvel totaal geen weet had. De voorstelling biedt deze outcasts niet alleen een stem en gezicht, maar ook een luisterend oor in de figuur van de jonge Tommy. In zijn ogen zijn dit geen buitenstaanders, maar mensen zoals hij. Op die manier tonen Vermeulen en Van Severen de menselijkheid van de marge en geven ze hun verhaal een politiek tintje. Ondanks deze onderliggende kritiek wordt de voorstelling door zijn komische gehalte nergens moralistisch. Sterker nog: de boodschap voorziet de voorstelling van de nodige inhoud. Met The Great Downhill Journey of Little Tommy hebben Jonas Vermeulen en Boris Van Severen een voorstelling afgeleverd die het niveau van een gemiddeld afstudeerproject ver overstijgt. De cross-over tussen concert, theater en beeldende kunst blijkt een gouden combinatie in deze voorstelling, die door zijn menselijke boodschap aan de vrijblijvendheid ontsnapt. Het is te hopen dat dit muzikale duo hun vruchtbare samenwerking voortzet en na Vlaanderen ook Nederland zal aandoen. 

Kunst / Expo binnenland

Een persoonlijke reis

recensie: JH Engström - Close Surrounding

In een vogelvlucht van Zweden naar Parijs? In het Foam is dat nu mogelijk. Close Surrounding brengt je er naartoe met de foto’s van JH Engström. Een tentoonstelling waarbij het contrast tussen het platteland en de stad centraal staat.

JH Engström, From the series Far from Stockholm, 2013 © JH Engström

JH Engström, From the series Far from Stockholm, 2013 © JH Engström

JH Engström is afkomstig uit een dorpje in Zweden. Op tienjarige leeftijd verhuist hij naar de drukke stad Parijs en in zijn verdere leven blijft hij reizen tussen de tegenpolen dorp en stad. De tentoonstelling begint zoals Engströms leven ook begon: in het rustige Zweden. Grote omlijste foto’s van het prachtige landschap zijn te zien in combinatie met portretten van mensen. Ensgström ziet Zweden als zijn thuis. Dit wordt getoond door een foto van een persoon die met graffiti ‘This is where I’am from’ op een muur schrijft. Zijn herinneringen legt hij vast in de foto’s van de natuur en de mensen, maar ook zijn er enkele unieke collages te zien waarin Engström zelf poseert in zijn omgeving. De zaal ademt, net als de foto’s zelf, rust door de geordende weergave van de foto’s.

Transit-zone

De overgang tussen de twee verschillende werelden wordt op een krachtige wijze getoond. Door grijze, overbelichte foto’s van een vliegveld wordt de reis tussen Zweden en Frankrijk sprekend. De donkere kiekjes wekken verschillende gevoelens op die Engström ook ervaren moet hebben, zoals angst, eenzaamheid en onzekerheid over wat komen gaat.

JH Engström, From the series Sketch of Paris 6, 2013 ©JH Engström, Courtesy Galerie VU

JH Engström, From the series Sketch of Paris 6, 2013 ©JH Engström, Courtesy Galerie VU

De andere wereld

In tegenstelling tot de geordende zaal van het platteland, staat chaos juist centraal in de zaal van stad. De omlijsting is hier achterwege gelaten, er zijn alleen kleinere foto’s te zien in zwart-wit en in kleur die als een collage zijn opgehangen. De ‘chaotische’ stijl waarop de foto’s tentoongesteld worden, komt overeen met de foto’s zelf, die een impressie geven van het turbulente leven in Parijs. In de eerste zaal bevonden zich foto’s van mensen en van de omgeving, in deze zaal worden helaas alleen foto’s van mensen getoond. Hierdoor valt het nauwelijks op dat de foto’s in Parijs zijn gemaakt. De ongeordendheid die de sfeer van een stad oproept, stoort ook enigszins. Bepaalde foto’s worden hierdoor namelijk in zekere mate aan het zicht onttrokken.

Persoonlijke touch

De sfeer van de verschillende plekken wordt heel goed weergeven in de foto’s. Het is duidelijk dat het om persoonlijke foto’s gaat die gevoelens, herinneringen en observaties uiten. De tentoonstelling geeft als het ware een kijkje in het leven van JH Engström. “Not even in photography is it possible to seperate objectivity from emotion” is een passende quote van hemzelf. Hoewel de foto’s op het eerste gezicht alledaags, toevallig en misschien wel betekenisloos lijken, wordt het al snel duidelijk dat het gaat om foto’s met een persoonlijk randje. Met Engströms stijl wordt dit versterkt: hij toont namelijk dat de foto’s slechts constructies zijn, niet de werkelijkheid zelf. Dit doet hij door soms nog delen van het negatief te tonen, de foto’s over te belichten of te vervagen en een mix van zwart-wit en kleur te gebruiken.

From the series Sketch of Paris 7, 2013 © JH Engström, Courtesy Galerie VU

From the series Sketch of Paris 7, 2013 © JH Engström, Courtesy Galerie VU

De zaal van de stad doet Parijs helaas weinig eer aan. Zweden wordt daarentegen wel goed vertegenwoordigd en als bezoeker krijg je een helder beeld over hoe het er aan toe gaat op het Zweedse platteland. De persoonlijke draai die Engström aan zijn foto’s heeft gegeven en de manier waarop deze tentoongesteld zijn, zorgen voor een goede sfeerimpressie. De landschapsfoto’s van Zweden zijn prachtig en op zichzelf al de moeite waard om de tentoonstelling te bezoeken.

Muziek / Album

Heeft vooral veel niet

recensie: Caribou - Our Love

.

Kwam Caribou in 2010 nog met een van dé platen van de laatste paar jaren, zo klinkt zijn nieuwste worp een pak ongeïnspireerder en eigenlijk op elk front minder.

In een lijst met platen van dit decennium die je gehoord moet hebben, hoort Swim — het album waar Dan ‘Caribou’ Snaith in 2010 mee kwam — absoluut thuis. De frisse, avontuurlijke dancemuziek, waar geregeld pakkende popliedjes in zijn verwerkt, is namelijk van zeldzame kwaliteit. Als we een album van Daphni (een andere artiestennaam die Snaith gebruikt) even buiten beschouwing laten, dan is Our Love de opvolger, en dat betekent hoge verwachtingen. Die worden helaas niet bepaald ingelost.

Schoonheidsfoutjes
Het is niet zo dat Snaith is vergeten hoe hij moet produceren. Het zwoele ‘Silver’ heeft bijvoorbeeld een heerlijke, lome instrumentatie, met een bijpassende, slepende beat, die je helemaal tot rust brengt. Het is wel enigszins jammer dat een continu aanwezige vocale sample steeds de woorden ‘hear it’ (of iets dat daar op lijkt) herhaalt. In ‘Second Chance’ wordt heerlijk gespeeld met het vervormen van geluid in de stuiterende productie, maar waarom toch in vredesnaam die zeikerige vrouwenstem?

Het is immers juist zo fijn als Caribou zelf zingt, met zijn enigszins hese kopstem die hij als een geest over de electronica laat zweven. Dit gebeurt ook wel, zoals tijdens hoogtepunt ‘Back Home’: een heerlijk popliedje met een melodieuze en spannende begeleiding. Het is een van de weinige nummers op dit album dat memorabel is en waar níets aan lijkt te mankeren. Zo heeft het prettig kalme ‘Can’t Do Without You’ enorm veel potentie, maar bevat het nummer veel te drammerige, voortdurend herhaalde vocalen, waardoor dit effectief de kop in wordt gedrukt.

Alleen maar minder
Te veel herhaling en te weinig ontwikkeling binnen nummers, dat lijkt het grote mankement van de hele plaat te zijn. Kennelijk heeft Caribou zich bewust op repetitie en ritmiek gestort, maar dat gaat hem niet bijster goed af. Schoolvoorbeeld is ‘Mars’, dat bijna zes minuten duurt, maar waarin weinig anders gebeurt dan dat een geinig panfluitje en wat vervreemdende vocale samples elkaar afwisselen — een totaal oninteressante track.

Als je dan Swim nog eens opzet, wordt het vooral heel erg verleidelijk om te gaan roepen wat die plaat allemaal wel had en deze niet. Dat zegt eigenlijk genoeg. Our Love klinkt minder geïnspireerd en minder origineel. Snaith trekt zijn eigen mond te weinig open en komt met minder sterke popnummers. De nummers kennen minder knappe opbouwen, geen verrassende wendingen, en de melodieën die langskomen zijn minder memorabel. Caribou slaagt er hierdoor te weinig in om te pakken en ontroert al helemaal niet. Our Love is geen slechte plaat en bevat wel degelijk prima momenten, maar er is te weinig dat het goed genoeg maakt om het een lange houdbaarheid te geven, laat staan om de hoge verwachtingen in te lossen.

Muziek / Album

Een koffer vol zonneschijn en mooie beloften

recensie: Yellow Suitcase - Maze of Mind

.

Op 1 mei trad Yellow Suitcase op in Luxor Live in Arnhem. De band had daar de cd-presentatie van hun debuutalbum Maze of Mind. Met hun muzikaliteit, hun frisse liedjes en hun driemanschap zal het niet lang meer duren voordat deze jonge band getekend wordt door een label.

Een beginnende band is vaak aan een aantal dingen te herkennen: kleinschalig, veel doe-het-zelf, en gelukkig ook trots en blij zijn met relatief kleine dingen. Zo is de cd te koop via een mailtje naar het emailadres van de band, en zijn de website en het artwork van het cd-boekje gemaakt door bassiste Dayenne Wielheesen. De optredens beperken zich voornamelijk tot het oosten van het land, en is er de oprechte blijdschap van het behalen van de finale van het Open Podium in Doetinchem. Hier tegenover staat ook de nodige professionaliteit. De cd is te koop via iTunes en te beluisteren op Spotify, en natuurlijk is Yellow Suitcase te vinden op diverse sociale media.
58.jpg
Vrolijkheid en ontluikende liefde
Het up-tempo openingsnummer ‘I’m Sick of It’ bevat naast keyboard en drums geen andere instrumenten. De aangename stem van zangeres Roos van den Broek klinkt helder en geeft het nummer mede daarmee zijn opgewekte karakter. Bij het laatste couplet wordt haar stem onnodig vervormd, maar het afsluitende refrein laat de zon weer schijnen. Het eveneens vrolijke en snelle ‘Better Condition’ bevat veel tweede en derde stem en vingergeknip.

De meeste liedjes gaan over — hoe kan het ook anders — de liefde. En dan vooral prille, ontluikende liefde, en de onzekerheid die daarbij hoort. Ongetwijfeld heeft dit te maken met de twintig jaren van tekstschrijfster en zangeres van den Broek. Hierbij moet gelijk het compliment worden gemaakt dat ze overtuigend zingt en haar gevoel goed overbrengt. Door haar (vaak verhalende) eigen taal te kiezen, vermijdt ze te clichématige teksten.

Multi-instrumentalisten
Naast de eerder genoemde zangeres die ook percussie speelt, is er bassiste Waalheesen, die ook voor percussie en zang zorgt. De enige man in het driemanschap is toetsenist Joël Groen, die hiernaast ook drums, percussie en melodica speelt. Vooral de toetsen komen goed naar voren in ‘Hold Me Tight’, en ook de stopmomentjes geven het nummer een afwijkend karakter.

Titeltrack ‘Maze of Mind’ valt ook op. Na een bijzonder intro van synthgeluiden en meerstemmige zang bouwt het nummer op, wat relatief lang duurt. Met enkel toetsen en minimale percussie zet de band met ‘Frosted Flower’ een zeer teer nummer neer, waarbij Van den Broek ook wat meer de hoogte en laagte in gaat. De band gebruikt een loop als achtergrond tijdens de outro, waardoor er een heel aardig achtergrondkoor bijkomt, waar dan weer overheen gezongen wordt.
image.jpg
Van Beatles tot Leaf
‘French Lullaby’ is langzaam en lichtelijk verdrietig, met toetsen, melodica en zang die ook bij hoge noten zuiver is. Het van de Beatles’ ‘Michelle’ geleende Engels wordt afgewisseld met een paar woordjes Frans. Bij het nummer ‘Sunwire’ denk je onbewust aan Keane, door de eenvoud en vooral de sfeer die wordt neergezet door de geluidseffecten en de lichte galm over de zangstem. Verder doet de dynamiek en de blijheid van ‘Better Condition’ denken aan ‘Wonder Woman’ van Leaf.

Door de instrumenten die beheerst worden, de soepele zangstem, en door het lef nummers niet helemaal dicht te stoppen, ontstaat een behoorlijk afwisselend album. Yellow Suitcase is nu nog te boeken voor een intiem optreden in je eigen huiskamer. Grijp die kans, want voor je het weet moet je de band zelf opzoeken op diverse podia in het land.

Boeken / Non-fictie

Een bundel geschenken

recensie: Cyrille Offermans - Wat er op het spel staat. Literatuur en kunst na 1945

Criticus Cyrille Offermans bundelt essays vol afwisselend kritische en bewonderende analyse. In Wat er op het spel staat maakt hij de balans op van de naoorlogse literatuur.

Eerst een inventarisatie. Losjes groepeert Offermans – van 1945, onder meer winnaar van de Busken Huetprijs – zijn essays in een aantal blokken. Grofweg rond enkele vijftigers en geestverwanten, dan rondom allerlei soorten vernieuwend proza en ten slotte rondom veelal nieuwer werk van voornamelijk een aantal Vlamingen (wier werk hij beschouwt als het beste van dit moment). Dit alles leidt hij in met een groot essay waarin hij de avant-garde, en dan met name André Breton en navolgers, de maat neemt, om vervolgens af te sluiten met een aantal wat mij betreft even rake als overbodige cultuurpessimistische essays.

Een cultuur van generositeit
In de inleiding zijn enkele hoofdthema’s al uiteengezet. Twee kerncitaten uit dezelfde pagina verhelderen al veel:

Een ambitieuze schrijver heeft geen boodschap aan de lezer, hij schenkt hem iets, het beste wat hij te bieden heeft – een’promesse du bonheur’. In plaats van zich hardhandig van hem af te wenden of hem stroop om de mond te smeren, bewijst hij hem eer door een beroep te doen op zijn hoogste intellectuele en creatieve vermogens.

Literatuur is een geschenk. Tegelijkertijd mag, nee moet, de lezer voor dat geschenk wel moeite doen. Offermans bekritiseert de radicale delen van de twintigste-eeuwse avant-garde omdat zij ‘de Europese oefencultuur’ overboord zetten. Dat terwijl oefening – en het reikhalzen, zou ik willen toevoegen – onontbeerlijk is om de Europese cultuurtraditie én haar literatuur in ere te kunnen houden, te begrijpen en voort te zetten. Positiever geformuleerd is de gevraagde moeite een vast onderdeel van het geschenk:

Wie met koninklijke egards wordt behandeld, wist Kant, gaat zich vanzelf een beetje koninklijk gedragen. (…) elke reële verandering begint met een fictieve. Hoger kan de betekenis van literatuur, hoezeer ook verdrongen naar de maatschappelijke periferie, niet worden aangeslagen. Wat er op het spel staat is een cultuur van de generositeit, het enige alternatief voor onze doorgeslagen consumentencultuur.

Hollanders versus Vlamingen
Offermans’ essays herbergen veel scherpe en verhelderende analyse, vaak over de relatie tussen literatuur en de (historisch-)maatschappelijke context. Evenzo bevat de bundel veel ‘genereuze’, bewonderende, zelfs liefdevolle stukken. Ik zal niet de enige lezer zijn die niet alle schrijvers, laat staan al hun werk gelezen had. Maar Offermans doet wat een criticus toch ook moet doen, namelijk aanzetten tot de gulzige wens de besproken boeken te (her)lezen. Met als gevolg dat ik nu uitkijk naar, bijvoorbeeld, het lezen van Camperts Het satijnen hart, Bernlefs Vallende ster of werk van Jacq Vogelaar.

Evenals naar werk van allerlei Vlamingen. Offermans is met name lovend over Edwin Mortier, wiens Godenslaap hij op gelijke hoogte zet met Claus’ Het verdriet van België. Door de essays heen komt vaak de tegenstelling terug tussen de stereotypen van de Nederlands-calvinistische, droge stijl en de Vlaamse opsmuk. Zijn voorkeur voor de zeer beeldend schrijvende Mortier geeft aan dat Offermans niet wars is van Vlaamse vlezige zinnen. Tegelijkertijd besluit hij als volgt een lichtvoetige recensie over ‘krullendraaier’ Pjeroo Roobjee: ‘Ik sta hoofdzakelijk paf.’

Geschenken
Uiteindelijk is dit een, weliswaar vermakelijke, non-discussie. Het gaat er gewoonweg om: is het goed, of is dat het niet. Zo vindt ook Luc Devoldere, essayist en onder meer directeur van Ons Erfdeel, een Vlaams-Nederlandse culturele instelling (met tijdschrift), die in een groot, slingerend en veel verrassingen bergend stuk door Offermans aan het woord gelaten wordt. Retorisch beschuldigt hij

alle woordomhaal die de werkelijkheid versmacht [in de betekenis van verstikt]; elke krul, elke rillerige rococo, elke beate bombastische guirlande die de helderheid van de uitdrukking aan het gezicht onttrekt, en – als laatste maar niet als minste – de beroezende, bedwelmende onanie die de taal met zichzelf bedrijft om ons te doen vergeten dat de Waarheid alleen uit Exactheid kan bestaan, de Exactheid alleen bescheiden kan worden nagestreefd en dat men over datgene waarom men niet kan spreken, moet zwijgen.

Dus de Hollandse droge stijl wint? Nee, want bij nader inzien:

Het gaat niet om waarheid, zelfs niet om exactheid, een respectabele tweede keus: het gaat om hardnekkig formuleren. In het beste geval wordt de formulering bezwerend – ofwel: literatuur.

Want dat is het geschenk literatuur toch ook: bezwering en betovering. Offermans bundelt mooie voorbeelden en toelichtingen.

Kunst / Achtergrond
special: Maurice van Es, Gordon Cheung, Levi van Veluw e.a. - Unseen Photo Fair

Een internationaal hoogtepunt voor de fotografie

Dit weekend vindt in de Westergasfabriek de Unseen Photo Fair plaats. Het thema van de beurs gaat dit jaar letterlijk in op haar naam: nog nooit getoond. Dit is met succes ingevuld want de bezoekers worden verrast door zo’n 60 Unseen Premières: werken die nog nooit in een galerie of museum, op een beurs óf online zijn getoond.

Maurice van Es, Geen titel, 2013. Uit de serie YES. Bron: <a href=

www.mauricevanes.nl” width=”223″ />Maurice van Es, Geen titel, 2013. Uit de serie YES. Bron: www.mauricevanes.nl

Dit jaar zet Unseen pas de derde editie van de beurs neer. Vorig jaar was zij met zo’n 24.000 bezoekers al een groot succes. Unseen heeft zichzelf in no time internationaal op de kaart gezet en dat zien we terug aan de 53 internationale galeries die een stand hebben op de beurs. Er is daarom een veelzijdig aanbod te zien: zowel grote namen als jonge talenten worden gepresenteerd en kunstenaars van over de hele wereld krijgen de kans hier hun werk te laten zien.

Jong talent
Unseen is het platform voor jong talent. Zo organiseert de ING de New Talent Photography Award. Het werk van de vijf genomineerden wordt op Unseen gepresenteerd en afgelopen donderdag is de prijs op Unseen uitgereikt aan Anne Geene (1985). De Gerrit Rietveld Academie, broedplaats voor jong artistiek talent, heeft ook een eigen stand waar werk van studenten en net afgestudeerden te bewonderen is.

Daarnaast besteden ook veel galeries aandacht aan jonge kunstenaars. Boetzelaer Nispen presenteert werken van de jonge kunstenaar Maurice van Es (NL, 1984). Van Es probeert alledaagse dingen op een bijzondere manier vast te leggen. Hij is gefascineerd door het tijdselement van fotografie; het vastleggen van datgene wat al is geweest. Als toeschouwer wordt je gedwongen even stil te staan, enerzijds bij wat er eigenlijk wordt afgebeeld en anderzijds bij de schoonheid van wat we zien.


Heden en verleden

Gordon Cheung, Still Life II (New Order), 2014. Copyright Gordon Cheung, courtesy Edel Assanti  

Gordon Cheung, Still Life II (New Order), 2014. Copyright Gordon Cheung, courtesy Edel Assanti  

Galerie Edel Assanti uit Londen toont als Unseen Première werk van Gordon Cheung (China, 1975). Cheung maakte speciaal voor Unseen de bijzondere serie New Order. Cheung omschrijft zijn werk als ‘Hyper Painting by Numbers’. Hij selecteerde een aantal stillevens uit het Rijksmuseum en verdeelde de afbeeldingen in zo’n 3000 verschillende pixels. Door middel van speciale software vormt hij de pixels om tot beursgenoteerde cijfers. Het resultaat is een stilleven dat digitaal reageert op de ontwikkelingen van de economische markt. Hij liet zich inspireren door de Tulpenmanie uit de Nederlandse Gouden Eeuw, waar op het hoogtepunt één tulpenbol gelijk stond aan de waarde van een grachtenpand. Een prachtige interpretatie van de huidige crisis waar heden en verleden samenkomen en die ook nog een lust voor het oog is. Naast het werk van Cheung is er nog veel meer te zien op Unseen. Zo vinden we er werk van Levi van Veluw, Tom Butler, Lorenzo Vitturi en hangt bij The Ravenstijn Gallery één van de drie exemplaren van Horse and Rider van Freudental/Verhagen.

Freundenthal/Verhagen, Horse & Rider, 2012. Bron: <a href=

www.theravenstijngallery.nl” width=”223″ />Freundenthal/Verhagen, Horse & Rider, 2012. Bron: www.theravenstijngallery.nl

Succesformule
Unseen is niet alleen een succesvolle beurs. We kunnen gerust zeggen dat het hele Unseen-concept succesvol is. Naast de beurs is er onder andere het Unseen Magazine, een speciale uitgave waarin de deelnemende kunstenaars uitgebreid worden besproken, de Unseen Living Room, waar lezingen en andere activiteiten plaatsvinden en de Unseen Collection, waar werken met prijzen tot €1.000 worden verkocht. En laten we niet vergeten dat Unseen dé aanleiding is voor een brede randprogrammering in heel veel culturele instellingen in Amsterdam.