Theater / Voorstelling

Comeback van de rockopera

recensie: Jonas Vermeulen en Boris Van Severen – The Great Downhill Journey of Little Tommy

.

Niet alleen in Amsterdam, maar ook in Antwerpen stond het theaterleven van 4 tot 14 september in het teken van het jaarlijkse Theaterfestival, waarbij de beste voorstellingen van het afgelopen theaterseizoen nog eens herbeleefd konden worden. Naast oude bekenden als Guy Cassiers, Alain Platel en Anne Teresa De Keersmaeker werden ook nieuwe namen in de kijker gezet in het kader van Circuit X, de randprogrammering van het festival, waarvoor vijf voorstellingen werden geselecteerd die nog niet bekend zijn bij het brede publiek.

In het geval van The Great Downhill Journey of Little Tommy, één van de geselecteerde voorstellingen voor Circuit X, zal die grote bekendheid waarschijnlijk niet lang op zich laten wachten. Het project waarmee kleinkunstenaars Jonas Vermeulen en Boris Van Severen deze zomer afstudeerden is inmiddels al geselecteerd voor de volgende editie van het Fringe Festival in Edinburgh en wist op het Theaterfestival de Roel Verniers-prijs voor jonge theatermakers weg te kapen. Alsof dat nog niet genoeg is, beginnen de twee heren de komende maanden ook nog aan een theatertour door Vlaanderen. Hun spraakmakendheid zou wel eens te maken kunnen hebben met het feit dat de vrienden met The Great Downhill Journey een vorm van muziektheater onder het stof vandaan hebben gehaald die al lang niet meer is vertoond in de Vlaamse theaterzalen. The Great Downhill Journey of Little Tommy is namelijk een rockopera waarin in tien liedjes het verhaal wordt verteld van de kleine Tommy, die met zijn moeder op een heuvel woont en op een dag besluit de heuvel af te fietsen omdat hij de zee wil zien.

Tommy, maar dan anders
Bij een rockopera waarin de hoofdrol is weggelegd voor een personage dat Tommy heet, denkt een beetje muziekliefhebber natuurlijk meteen aan Tommy (1969) van The Who, de eerste officiële rockopera uit de muziekgeschiedenis. Behalve de naamverwantschap zijn er echter weinig inhoudelijke en muzikale gelijkenissen tussen het dramatische verhaal van The Who en de voorstelling van Vermeulen en Van Severen. Dat is opvallend, want voor hun voorstelling hebben de twee geput uit een indrukwekkende hoeveelheid aan muzikale invloeden. Zo doet het openingsnummer, waarin Jonas Vermeulen schreeuwend met een megafoon gestalte geeft aan Tommy’s hysterische moeder die net heeft ontdekt dat haar zoon verdwenen is, denken aan de muziek van Rage Against the Machine. Deze heftige opening maakte me enigszins ongemakkelijk. Was een concertzaal geen betere setting geweest voor deze voorstelling (of moet ik zeggen: dit concert)? En zouden de mensen in het publiek nu niet eigenlijk voor het podium mee moeten springen en zingen, in plaats van in doodse stilte toe te kijken vanuit hun pluchen theaterstoelen? Boris Van Severen en Jonas Vermeulen zoeken de grens tussen concert en theater voortdurend op. Toch is The Great Downhill Journey meer dan een concert: het is het verhaal van de kleurrijke figuren die Tommy ontmoet op zijn weg naar beneden. Zoals het intense openingsnummer al deed vermoeden, is The Great Downhill Journey ondanks zijn eenvoudige verhaallijn en de jeugdige leeftijd van het hoofdpersonage zeker geen jeugdtheatervoorstelling. Dat blijkt ook uit het scala aan personages dat Tommy onderweg tegenkomt. Hij treft achtereenvolgens ongeletterde stadswachten, ruwe werkmannen, een bange jager, een brouwer die zichzelf blind heeft gedronken, de onzekere prostituee Verona, een cynische dokter, een overenthousiaste herbergier en zijn stamgasten.

Bij zulke uiteenlopende personages horen even uiteenlopende muziekstijlen. Zo volgt op de hiphopact van de stadswachten het pompende lied van de werkmannen, geïnspireerd op de oude slavenliederen uit Amerika. Terwijl het personage van Tommy vergezeld gaat van een Beach Boys-achtige medley, doet het lied van de brouwer eerder denken aan muzikale verhalenvertellers als Tom Waits en Nick Cave. De verlepte Verona mag haar hart vervolgens uitschreeuwen in een soulballad. Met zijn tweeën nemen Vermeulen en Van Severen op een vaak bijzonder komische wijze alle rollen voor hun rekening. Daarnaast verzorgen ze ook nog eens het gitaar- en pianospel, begeleid door een band. Met deze verscheidenheid aan muziekstijlen en personages laten de twee kersverse kleinkunstenaars zien dat ze als performers en muzikanten van alle markten thuis zijn. Tegelijkertijd wordt het risico op onsamenhangendheid slim omzeild door de live tekeningen van Sarah Yu Zeebroek (de dochter van Kamagurka), die een belangrijk eenheidscheppend kader vormen in de voorstelling. Verborgen achter een horizontale strook doek verbeeldt en verbindt zij de verschillende episodes en figuren uit het verhaal in één reusachtige tekening, die doet denken aan de glasschilderingen van Picasso. Haar tekeningen geven de voorstelling een nieuwe dimensie en het aanschouwen van hun ontstaansproces is net zo fascinerend als de performances van Vermeulen en Van Severen.

De menselijkheid van de marge
De excessieve, surrealistische stijl van Zeebroeks tekeningen wijst bovendien op een belangrijke overeenkomst tussen de personages. Die zijn namelijk voor een groot deel afkomstig uit de marge van de maatschappij. De “great downhill journey” die Tommy aflegt kan dan ook metaforisch opgevat worden als een reis naar de onderste regionen van de samenleving, die worden bevolkt door figuren waarvan de naïeve Tommy in zijn huis bovenop de heuvel totaal geen weet had. De voorstelling biedt deze outcasts niet alleen een stem en gezicht, maar ook een luisterend oor in de figuur van de jonge Tommy. In zijn ogen zijn dit geen buitenstaanders, maar mensen zoals hij. Op die manier tonen Vermeulen en Van Severen de menselijkheid van de marge en geven ze hun verhaal een politiek tintje. Ondanks deze onderliggende kritiek wordt de voorstelling door zijn komische gehalte nergens moralistisch. Sterker nog: de boodschap voorziet de voorstelling van de nodige inhoud. Met The Great Downhill Journey of Little Tommy hebben Jonas Vermeulen en Boris Van Severen een voorstelling afgeleverd die het niveau van een gemiddeld afstudeerproject ver overstijgt. De cross-over tussen concert, theater en beeldende kunst blijkt een gouden combinatie in deze voorstelling, die door zijn menselijke boodschap aan de vrijblijvendheid ontsnapt. Het is te hopen dat dit muzikale duo hun vruchtbare samenwerking voortzet en na Vlaanderen ook Nederland zal aandoen.