Kunst / Expo binnenland

Van Eeden volgt Van Gogh

recensie: De Haagse Gasfabriek: Van Eeden & Van Gogh

Marcel van Eeden heeft zich laten inspireren door de tekening Gasfabriek van Vincent van Gogh. Hij vond hem onheilspellend en wilde op de plek waar Van Gogh de tekening maakte op zoek naar de genius loci, ofwel de geest die op die plaats hangt. In De Mesdag Collectie in Den Haag toont Van Eeden zijn onderzoeksproces en zes grote houtskooltekeningen. De tentoonstelling is droomachtig en actueel, maar houdt wel een verlangen over naar meer.

Al dertig jaar lang is Van Eeden bezig met tekeningen. Vaak in zwart-wit; met houtskool, potlood of krijt als materiaal. Meer dan eens zit er een verhalend element in, gebruikt hij tekst naast beeld, en heeft het iets weg van een graphic novel. Voor zijn onderwerpen kiest hij geregeld voor een raadselachtige en obscure inslag. De kunstenaar werkt aan de hand van gevonden beelden en alleen met fotomateriaal van voor zijn tijd. Van Eeden noemt dit een onderzoek naar het niet-bestaan. Hij vindt het interessant hoe een levend organisme zich kan bezighouden met het niet-leven. Dit is voor hem als een droom.

Van Gogh achterna

In 1881 verhuisde Vincent van Gogh naar Den Haag vanwege het gunstige kunstklimaat en kreeg een betaalde opdracht van zijn oom Cor. Deze vroeg hem een aantal stadsgezichten te maken. Van Gogh maakte toen onder andere de tekening Gasfabriek. Zijn eerste betaalde opdracht en vooruitstrevend in de kunst, omdat kunstenaars niet vaak het onderwerp industrie uitkozen. Een houtdruk van Gustave Doré, over de ellendige omstandigheden in een Londense gasfabriek, had hem geïnspireerd. Van Gogh wilde een vergelijkbaar onderwerp zoeken in Den Haag.

Van Eeden komt zelf uit de Hofstad en zijn appartement ligt vlakbij het terrein waar de gasfabriek ooit heeft gestaan. Nu is alleen nog het kantoorgebouw overgebleven en ligt er een stadspark. Bij de voorbereiding voor deze tentoonstelling heeft hij een grondig vooronderzoek gedaan. Dit wordt ook vertoond bij de expositie. Er zijn krantenknipsels uit het jaar 1882, archiefmateriaal over de gasfabriek, achtergrondinformatie over de tekening van Van Gogh en hij heeft een fotoserie gemaakt op de plek waar de gasfabriek stond. Bij het onderzoek worden parallellen met vandaag getrokken over gas als brandstof en Rusland als agressor richting Europa.

Droom wordt nachtmerrie

De expositie bevat naast het onderzoek zes grote houtskooltekeningen. Deze zijn geconstrueerd vanuit archiefbeelden van de fabriek en Van Eeden heeft er een geheel van gemaakt. Ze lijken op ansichtkaarten waar het jaartal en locatie op zijn gekrabbeld; als een bericht – en misschien wel waarschuwing – uit het verleden. In een begeleidend filmpje vertelt de kunstenaar dat zijn tekeningen een droomachtig karakter hebben door de zwarte kleuren en omdat het formaat je de mogelijkheid geeft om het werk ‘in te stappen.’

Ook de foto’s uit zijn onderzoek ademen een droomachtige sfeer, mede door de, wollig-makende, fototechniek gomdruk. Samen met de grote houtskooltekeningen creëren ze een onpasselijke droom waar het onheil achter elke hoek kan schuilen. Waar hij ons, net als Van Gogh, laat nadenken over de gasindustrie, en de consequenties die hier aan vastzitten.

Langlopend verhaal

Gezien de hoeveelheid beelden die Van Eeden normaal altijd maakt, smaakt de tentoonstelling echter wel naar meer. Alsof dit de start is van een langlopend verhaal dat over meerdere decennia uitgesmeerd kan worden. Wellicht dezelfde tijdsspanne die de mensheid van het gas af wil komen.

Marcel van Eeden houdt ons een spiegel voor over de huidige politieke situatie en de energieproblemen die hieruit ontstaan en doet dat in een interessante dialoog met één van Nederlands grootste kunstenaars.

Film / Serie

That Nostalgia Show

recensie: That '90s Show

Het is inmiddels alweer zeventien jaar geleden dat de laatste aflevering van That ‘70s Show te zien was. Nu is er een spin-off: That ‘90s Show. Maar lukt het de makers om op hetzelfde niveau te komen als het origineel?

That ‘90s Show lijkt te draaien op nostalgie. Oude karakters komen terug, de nieuwe generatie is te zien op veel bekende, iconische locaties in Point Place en het intro is hergebruikt, zij het in een nieuw jasje. Helaas zorgt dit er alleen maar voor dat je als kijker verlangt naar het origineel.

Kitty en Red

Leia, de dochter van Donna en Eric, blijft een zomer bij haar opa en oma. Ze maakt vrienden in Point Place en treedt in de voetsporen van haar ouders. Opnieuw zijn we in het huis van de lieve Kitty Forman en chagrijnige man Red. We kennen dit iconische duo uit That ‘70s Show en ze zijn gelukkig ook terug te zien in That ‘90s Show. Verrassend genoeg lijken zij de hele serie te dragen. Zonder hen was de show een reusachtige flop geweest. Kitty en Red hebben nog dezelfde leuke humor als in That ‘70s Show en de acteurs zijn ook oprecht goed. Ze dragen de humor van de serie fantastisch. Vooral in tegenstelling tot de nieuwe acteurs, die soms ongemakkelijk en voorspelbaar zijn.

Vraagtekens

De makers van That ‘90s Show hebben oude verhaallijnen hier en daar aangepast, waardoor je als That ‘70s Show-fan met grote vraagtekens en teleurstelling blijft zitten. Jackie was toch met Fez geëindigd? En hoe zit het met de dochter van Michael? That ‘90s Show bood de perfecte kans om verder te bouwen op verhaallijnen waarmee That’s 70’s Show eindigde. Oude karakters komen langs en dat is wel leuk, maar het voelt niet compleet. Je zou graag willen weten hoe het de oude karakters in de tussentijd vergaan is. Verder is het jammer dat er weinig interactie is tussen de originele cast wanneer ze toch eens in beeld komen.

Wie van That 90’s Show een volwaardige remake van het origineel verwacht, blijft een beetje op zijn honger zitten. In dat geval is het een aanrader om gewoon alle seizoenen van That 70’s Show  terug te kijken. Dat zorgt voor minder verwarring en is een stuk grappiger. That 90’s Show slaagt er niet in het niveau van haar voorganger te evenaren.

Boeken / Fictie

Seks en vergankelijkheid

recensie: Hormonen in de nacht - Lu Min

Met Hormonen in de nacht levert de Chinese schrijfster Lu Min een lijvige verhalenbundel af waarin ze slices of life beschrijft uit het veelal alledaagse leven van veelal alledaagse mensen. De bundel zit vol goede vondsten, maar de uitwerking en stijl van de verhalen laat regelmatig te wensen over. 

Een pruikenverzameling en een slechte nacht

De onderwerpen van Lu Mins verhalen getuigen van haar goede oog voor kleine, maar originele situaties. Er is Het verhaal van Xu’s eend waarbij een overleden eendenverkoper vertelt hoe hij zich wilde wreken op de winkelmanager die met zijn vrouw naar bed ging. Hij liet zich door de manager overtuigen op zijn beurt met diens vrouw naar bed te gaan, maar wanneer de vrouw van de manager nogal apathisch blijft onder het hele gebeuren loopt de wraak van de man op bevreemdende wijze uit de hand. Een ander verhaal gaat over het sneeuwbaleffect aan gebeurtenissen dat door een doordeweeks pesthumeur kan worden veroorzaakt: een poortwachter die een nacht uit zijn slaap wordt gehouden door ruziënde buren weigert een sergeant die anders altijd gratis mag parkeren de toegang tot de parking. Uit verveling en colère besluit de sergeant zijn ochtend een andere invulling te geven en weer een derde een lastig dagje te bezorgen.  

Lu Min heeft oog voor grappige en herkenbare details. Ze voert een chef Administratie op die “relatief moeilijk herkenbaar” is, omdat ze haar dunner wordende haar compenseert met steeds een andere pruik. In Het verhaal van Xu’s eend laat ze de verteller een sigaret opsteken waarvan hij uit pure geilheid en verwarring vergeten is hoe hij ze moet roken. Naast die rake observaties, komen in Mins verhalen ook regelmatig vage beschrijvingen en mislukte metaforen voor. Iemand kijkt op zijn horloge “alsof hij het ding verafschuwde en tegelijkertijd blij was dat hij het had.” Een ander verandert iets in zijn houding en lijkt opeens “iets losser, of iets stijver”. Een vergadering die op haar einde loopt wordt dan weer zonder verdere toelichting vergeleken met een “aubergine, komkommer of iets dergelijks” waarvan de lijnen stilaan bij het einde, aan het steeltje zitten.  

Haast en spoed

In bijna alle verhalen speelt het verstrijken van de tijd een belangrijke rol. Er wordt gerefereerd aan de leeftijd die alle ijdelheid ten spijt groeven in voorhoofden ploegt en borsten met de zwaartekracht laat kennismaken. Er is de tijd die aftelt richting de dood en die genadeloos blijft verdergaan na het overlijden van een dierbare. Dit verbeeldt Min mooi in De paradijstuin waarin Fuma na het overlijden van zijn grootvader de tijd uitzit, gefascineerd door de draaiende getalletjes op de timer van zijn nieuwe telefoon. En er is de tristesse, door de kunstenaar uit het titelverhaal samengevat als het gevoel dat je niets meer voor de eerste keer kan meemaken wanneer je ouder bent.  

De tijd is ook aanwezig in de manier waarop Min haar vertellers aan het woord laat. Zelfs de dode eendenverkoper geeft aan geen tijd te willen verdoen aan details die niet bij het verhaal horen. Doordat deze haast zeer expliciet aan de lezer wordt meegedeeld krijgt het iets irritants en opzichtigs. Wanneer een personage je vertelt dat je de ingekorte versie van een verhaal te horen krijgt, lijkt dat meer op luiheid van de auteur dan op haast van het personage. 

Bij het lezen rijst regelmatig de vraag waarom deze verhalenbundel niet werd samengevoegd tot één verhaal. Min voert steevast gelijkaardige personages op. Zo is er bijna altijd een jonge jongen die volledig afgesloten is van de buitenwereld, omdat hij autistisch is, op zijn telefoon zit te spelen of voortdurend ligt te slapen. Een ander archetype dat ze opvoert is dat van de vrouw die op zoek gaat naar mannelijke aandacht, ofwel omdat ze zich niet kan neerleggen bij haar veranderende uiterlijk ofwel omdat ze net recent een glow-up heeft gehad. Veel vrouwen in dit boek trouwen uiteindelijk met een rijke of succesvolle man die veel van huis is en mogelijk affaires heeft. Deze terugkerende personages en dynamieken zetten aan het denken over de Chinese samenleving en de rollenpatronen daarin, maar leiden er eveneens toe dat de verhalen soms oppervlakkig en de personages karikaturaal lijken.  

Veelheid aan stijlen

De tien verhalen in de bundel Hormonen in de nacht werden vertaald door acht verschillende vertalers. De reden daarvoor wordt in het voorwoord niet gegeven. Lu Min zelf beroept zich in haar bundel op verschillende vertelstemmen en -stijlen. In combinatie met dat brede stijlpalet van de auteur maakt de veelheid aan vertalers dat de bundel soms te gefragmenteerd aanvoelt. Het wordt op die manier erg moeilijk de precieze auteursstem van Min te ontwaren.  

Het is bijgevolg ook moeilijk in te schatten of logge, soms lelijke zinnen – “Fuma’s benen trilden dan een beetje, alsof dat verdwijnende, bijna niet te geloven maar toch werkelijk bestaand hebbende geluksgevoel tegen zijn onderbenen sloeg” – van de auteur komen of een stijlkenmerk van de vertaler verraden. Waar een vertaler bij een goede vertaling gaandeweg onzichtbaar wordt, ontstaat in de veelheid aan vertalers een onmogelijkheid tot gewenning en een wantrouwen ten opzichte van de vertaling.   

Hormonen in de nacht is een verhalenbundel die rijk is aan ideeën en observaties over tijd en de tijdsgeest en over het menselijk doen en laten. Toch waren alle personages en verhaallijnen misschien meer tot hun recht gekomen als ze waren ingekookt tot één verhaal. 

Boeken / Non-fictie

Schijnbaar lichtvoetig

recensie: Ida Simons – Mieke Tillema

Mieke Tillema heeft voor haar biografie van Ida Simons (1911-1960) een opmerkelijke insteek gekozen. Ze legt Simons’ autobiografische roman Een dwaze maagd naast het werkelijke leven van de pianiste, schrijfster, overlevende, zoals de ondertitel van haar biografie luidt. Natuurlijk in de wetenschap dat je romanpersonages niet een-op-een kunt vertalen naar het echte leven, maar toch: opmerkelijk is het wel. 

Eigenlijk is het dan ook een goed idee om vóór de biografie Een dwaze maagd te (her)lezen. Het boek werd in 2014 herontdekt en gepubliceerd door Uitgeverij Cossee, dezelfde die de biografie uitgaf  
Wanneer Tillema, oud-lerares Nederlands in Haarlem, de roman van Simons loslaat en andere bronnen in haar verhaal betrekt, hoe weinig het er ook zijn, wint het beeld van Ida Simons aan rijkdom: over haar onzekerheid, zwaarmoedigheid, hang naar originaliteit, grote muzikaliteit, eigengereidheid en ontzag voor geleerdheid, maar ook ‘charme, brille en humor (…), stil en schuw’. Opvallend daarbij is Ida’s onzekerheid wat betreft haar taalgebruik. Ze laat haar werk graag door anderen corrigeren, zeker waar het stijl- en spellingkwesties betreft, schrijft Tillema.  
Van muziek heeft Ida meer kaas gegeten. Ze heeft les van verschillende pianisten. In 1930 debuteert zij, net negentien jaar oud, in de Circle musical juif in Antwerpen, waar ze als Ida Rosenheimer is geboren. Twee jaar na haar debuut verlooft ze zich met Dagobert (later David) Simons, een jurist. Na haar huwelijk blijft ze optreden onder haar meisjesnaam. In 1937 krijgen ze een zoon: Carel Arthur Jan, roepnaam Jan. 

De context van Ida’s leven 

Ondertussen is Hitler aan de macht gekomen, een context waar Tillema uitgebreid bij stil staat. Ze roept détails op die niet algemeen bekend zijn. Ida heeft een vooruitziende blik en zegt al aan het begin van de oorlog dat Hitler de joden wil uitroeien, ook in Nederland. ‘Uiteindelijk zal hij ons allen naar Polen of God weet waarheen wegsturen’, zegt ze tegen zangeres/verzetsstrijdster en Shoah-overlevende Lin Jaldati (pseudoniem van Rebekka Brilleslijper).

Soms veronderstelt Simons te veel als bekend of worden ons als lezer details onthouden. Zo is er bijvoorbeeld sprake van de Frederikslijst, een lijst met namen van joden die van maatschappelijke betekenis waren, en van de ‘Barnevelders’, zonder dat meteen duidelijk is, dat de meesten van de lijst werden geïnterneerd op Landgoed Schaffelaar in Barneveld om aan deportatie te ontkomen. Dat geldt ook voor de omschrijving dat Jan mastoïditus had, wat vele pagina’s later pas wordt verklaard als zijnde ‘een uiterst gevaarlijke ontsteking van zijn beide oorbotjes’. En dan: is Judith Belinfante, die enkele malen wordt genoemd, ‘de’ Judith Belinfante, de bekende historica en politica? Uit de context blijkt van wel, maar het wordt als zodanig niet vermeld. 

Tweede Wereldoorlog

Toch wordt het gezin vanuit Barneveld gedeporteerd naar Westerbork en vervolgens naar Theresienstadt. Simons schrijft erover in haar novelle In memoriam Mizzi; een betrouwbaardere autobiografische bron dan de roman Een dwaze maagd. Door de muziek die Ida zelf speelt en hoort, kan ze het leven volhouden. Op een gegeven moment, in februari 1945, wordt een groep van twaalfhonderd joden uit Theresienstadt op een bijzonder transport naar Zwitserland gesteld. 
Op 3 juni 1945 komen ze weer in Nederland aan, op Jan na, die nog in Zwitserland blijft om aan te sterken. Ida treedt weer snel op, met wisselend succes, hoewel ze niet meer terneergeslagen is; nog een karaktertrek die Tillema uitlicht. Wat niet wil zeggen, dat Ida zowel fysiek als psychisch onaangetast is. Ze treedt uiteindelijk steeds minder op en is soms somber en depressief. Ze gaat aquarelleren, componeren en schrijven.  
Tillema gaat beknopt in op haar composities die in de nalatenschap van Ida zijn gevonden, maar als je gericht op internet zoekt, kom je ook een stukje in een openbare collectie tegen: La señorita op eigen tekst in de collectie Muziekschatten, het bladmuziekarchief van de Stichting Omroep Muziek (SOM-013058). Het toont de luchtige kant van Ida. Tillema schrijft echter terecht dat Simons’ literaire werk zich ‘op een ander’ (lees: hoger) niveau beweegt dan haar muziek. De humor en lichte toon van haar muziek klinkt er ook in door, maar die ‘laten de grauwheid van het kampbestaan’ waarover ze schrijft ‘niet alleen intact, ze laten die nog scherper uitkomen’, aldus de auteur.  

Receptie van Simons’ werk

Toch boort Jan Greshoff Simons’ Slijk en sterren (1956) in Het Vaderland de grond in. Hier had ik ook graag wat meer context gezien. De context is namelijk van de ontvangst van vrouwelijke auteurs door sommige mannelijke recensenten in die tijd; die was vaak negatief en neerbuigend. Die context geeft Erica van Boven in haar proefschrift Een hoofdstuk apart (1992), waarin Greshoff er niet zo goed vanaf komt.
Een uitzondering vormt onder anderen Adriaan van Veen, die in de NRC van 18 april 1959 Een dwaze maagd lovend bespreekt, zoals hij dat later met het postuum verschenen Als water in de woestijn zal doen. Dat is Simons laatst geschreven boek. Ze overlijdt op 27 juni 1960, hoogstwaarschijnlijk door zelfmoord.  

Mieke Tillema heeft bergen werk verzet om een contextueel grotendeels sterke biografie te schrijven. Ondanks het weinige bronmateriaal dat tot haar beschikking stond. Dankzij Uitgeverij Cossee komt Ida Simons’ werk de laatste tijd terecht meer in de belangstelling. Het is een mooi geïllustreerde biografie geworden, die al in 2021 verscheen, maar nu weer in een nieuwe oplage beschikbaar is en een ruim lezerspubliek verdient. 

Theater / Voorstelling

Stoffige voorstelling met fenomenale musici

recensie: Yevgeni Onegin
9467 (78)_© Copyright_KarlForster_kleinKarlForster

Wie De Munt in Brussel bezoekt kan niet om de pro-Oekraïne posters heen. Huizenhoog hangen ze aan de façade van het gebouw. De associatie met het vrijwel identieke gebombardeerde theater in Oekraïne stemt tot nadenken: wat daar gebeurt, is dichterbij dan je denkt. Zo ook de thematiek in Poesjkins roman Yevgeni Onegin voor De Munt als gelijknamige opera in de regie van de Franse regisseur Laurent Pelly: het bereikbare verveelt, het onbereikbare is een bron van verlangen.

Tsjaikovski wilde een opera met mensen van vlees bloed in een voor hem herkenbare situatie. Het werd een onbeantwoorde liefde tussen een gefrustreerde en narcistische Onegin (door de bariton Stéphane Degout en de Oekaïnse bariton Yuriy Yurchuk in wisselende bezetting) en Tatjana (door Sally Matthews en Natalia Tanasii eveneens in wisselende bezetting): een als boerendochter door hem afgewezen tiener maar later toch door hem begeerde prinses.

Regisseur Laurent Pelly koos ervoor het verhaal universeel neer te zetten om alle thema’s recht te doen. Zo zijn de kostuums van de hoofdrolspelers licht van kleur in luchtige materialen en zweeft het plateau twee meter boven de grond. Zijn hun bewegingen kort en vluchtig, komen de in donkere kleren gehulde landarbeiders nooit op het rijk verlichte draaiende plateau annex woonkamer van de familie Larin, zijn liefdes zelden naar volle tevredenheid en kent het karakter van Onegin vele kanten.

Op het moment dat het houten plateau verandert in een boek is de zaal muisstil. We ervaren de werkelijkheid door de ogen van Tatjana die droomt over Onegin vanuit een romanperspectief. Ze begeert hem als knappe, aantrekkelijke mysterieuze man. Gevangen zit ze van kaft tot kaft in haar leeswereld en tevens slaapkamer op het platteland. Ze fantaseert over een liefdesrelatie met Onegin en schrijft hem een brief met een aanzoek. Zelfs het kindermeisje Filippjevna (gezongen door Cristina Melis) kan haar niet op andere gedachten brengen: de brief moet naar hem toe.

Pelly legt met belichting en posities op het podium de nadruk op Tatjana waardoor zij feitelijk de hoofdrol krijgt. Dit in tegenstelling tot Onegin die volgens Poesjkin slaapwandelend door het leven gaat en zich uitsluitend ervaart door het verstrijken van de tijd. Tatjana evolueert van een dromerige tiener tot een zelfverzekerde aantrekkelijke vrouw. Door haar ontwikkeling te accentueren plaatst Pelly de opera in de geëmancipeerde huidige tijdgeest die meer rekening houdt met de beleving van de vrouw.

De zangers doen hun rol eer aan. Schitterend is het volle en open stemgeluid van de sopraan Sally Matthews in de rol van Tatjana. Knap hoe ze ook in haar lamlendigheid helder en krachtig blijft klinken. Mooi klinkt ze ook in duet met haar zusje Olga, vertolkt door de contra-alt Lilly Jorstad (in afwisselende bezetting gezongen door Lotte Verstaen). Prachtig gezongen is ook de lyrische duel-aria door Lensky (tenor Bogdan Volkov en Sam Furness) waarin hij zijn liefde voor Olga bezingt maar er toch voor kiest Onegin uit te dagen in een duel op leven en dood. Hij heeft immers met hem een appeltje te schillen na een openlijke flirt met zijn geliefde.

Alle artistieke keuzes in beschouwing genomen, is het de vraag of Pelly er verstandig aan heeft gedaan het decor en de kostuums te situeren rond het einde van de negentiende eeuw dus vrijwel in dezelfde tijd als de roman geschreven is en de opera door Tsjaikovski gecomponeerd. Dat regisseur Pelly het vertelperspectief verschuift naar Tatjana maar toch kiest voor een laat negentiende-eeuws toneelbeeld doet afbreuk aan de productie. Het resultaat is daardoor toch een wat stoffige voorstelling in historische context met fenomenale musici die de voorstelling ruimschoots optillen.

Boeken / Poezie

Leesvoer voor grote dromers

recensie: Je droomt het niet zomaar - Myron Hamming

Myron Hamming (1994) wilde na een topsportcarrière als schaatser iets compleet anders doen. Al snel ontdekte hij dat hij een talent had voor het vertellen van verhalen en daar ook mensen mee wist te inspireren. Inmiddels is Myron uitgegroeid tot stadsdichter van Groningen en heeft hij meegedaan aan de Martin Luther King Spoken Word wedstrijd waarbij hij als derde is geëindigd. Dit jaar komt zijn debuutbundel Je droomt het niet zomaar uit. Een zinnenprikkelend boek vol korte speelse gedichten over de schoonheid van het leven.

Wat direct opvalt is de vormgeving van zijn boek. Je kunt duidelijk zien dat er is nagedacht over een aantrekkelijke lay-out met veel witruimte op de pagina’s. De teksten spreken tot de verbeelding en sluiten aan bij de belevingswereld van jonge ambitieuze mensen. Als lezer word je volledig meegezogen in Myrons gevoelsmatige benadering van het leven en hoe alles met elkaar verbonden lijkt. Dus ook je dromen zeggen soms meer dan je denkt.

Uit het hoofd en in je hart

‘Ik hoop dat je na het lezen van deze gedichten de urgentie van je eigen dromen, de onvervalste liefde voor jezelf en de ander, en het ondoofbare vuur van verlangens door je heen voelt razen. Het na een tussentijd weer terugvindt, of misschien voor een eerste keer ontdekt.’ Zo begint de Groningse Surinaamse artiest Myron Hamming de eerste zinnen van zijn boek. Met zijn expressieve vorm van dichten weet hij direct de aandacht van zijn lezers te pakken. Onderwerpen die aan bod komen zijn liefde, vrijheid en ontwikkeling. Het is werkelijk een feest om doorheen te bladeren. En juist bij jongeren een prachtig middel om in te zetten. Myron laat zien dat je nooit te oud bent om te leren en werpt zichzelf op als voorbeeld. Zijn eigen leerproces staat centraal en ook blikt hij terug op zijn vroegere jeugd. Een van zijn gedichten gaat bijvoorbeeld over de vertrouwensband met zijn ouderlijk huis, waarbij ieder kraakje en piepje een behaaglijk gevoel oproept.

Naast oude jeugdherinneringen worden er ook doelen voor de toekomst gesteld. Een van zijn belangrijkste doelen was het schrijven van dit boek. ‘Als ik een wens mocht doen wat zou het zijn en ik antwoordde een boek, netjes geschreven waarin alles duidelijk werd.’ Inmiddels is het hem gelukt om die wens in vervulling te laten gaan. Daarmee laat Myron de jeugd zien dat dromen wel degelijk uit kunnen komen. Als je maar bereid bent om ervoor te willen werken.

Taalgebruik

Grappig genoeg is Myron zelf dyslectisch maar dat weerhoudt hem er niet van om dag in dag uit met taal bezig te zijn. Zijn korte toegankelijke zinnen zijn recht voor zijn raap en op bepaalde momenten zelfs muzikaal ritmisch. Je gaat erover nadenken en dat allemaal zonder dat het rijmt. Doordat de meeste teksten maar kort zijn, soms alleen een paar losse verdwaalde woorden op papier, ben je zo door het boek heen. Dat maakt de stap om daadwerkelijk aan het lezen te beginnen voor jongeren alleen nog maar kleiner. Natuurlijk is dit boek net zo goed voor volwassenen bedoeld, maar jongeren zijn wat hem betreft de toekomst. Inmiddels is bekend dat de Nederlandse literatuur steeds minder goed verkocht wordt, maar misschien kunnen we daar met deze boeken verandering in brengen.

Of dit boek het hart van iedere poëzieliefhebber zal weten te veroveren is niet zeker. Maar dat zijn woorden een inspiratiebron kunnen zijn voor de huidige jeugd laat dat duidelijk zijn. Myron Hamming is een eigengemaakte woordkunstenaar die onderwerpen uit het gewone dagelijkse leven tot uiting weet te brengen. Zijn frisse blik op poëzie blaast gelijk het stoffige imago van de dichtkunst af.

Muziek / Album

Een haastige tour langs de rockgeschiedenis

recensie: RECENSIE Måneskin - Rush!

Waar vele songfestivalwinnaars jaren teren op de faam van dat ene one-hit wonder voordat ze in de vergetelheid raken, bewijzen de muzikanten van Måneskin dat ze meer in petto hebben. Nadat ze met ‘Zitti e buoni’ de winst pakten in Rotterdam, scoorden de extravagante Italianen hits met singles als ‘I Wanna Be Your Slave’ en ‘Supermodel’. Op 20 januari kwamen ze met hun derde plaat: Rush!

Dat de bandleden nog maar zes jaar geleden begonnen als straatmuzikanten in Rome is lastig voor te stellen. Via de Italiaanse X-Factor verwierf Måneskin nationale bekendheid en via het Eurovisie Songfestival veroverden ze de rest van de wereld. Ondertussen hebben ze tientallen gouden, platina en zelfs diamanten platen op hun naam staan en kunnen ze beroemdheden als Iggy Pop en Mick Jagger tot hun fans rekenen. Het mag duidelijk zijn dat de band rondom zanger Damiano David klaar is voor superstardom en dat is zeker te horen in hun nieuwe album.

Contact met de realiteit

Rush! vindt haar thematiek in een loskoppeling van de realiteit, onder andere veroorzaakt doordat de opnames van het album plaatsvonden in Los Angeles. Zo vertelt de gevoelige rockballad Timezone een verhaal over hoe zanger Damiano elk uur iemand belt om te vertellen dat hij langzaam zijn verstand verliest en gaat het nummer Gossip over omgaan met een hevig roddelcircuit. Voor het laatstgenoemde nummer wist de band een samenwerking met Tom Morello (bekend van o.a. Rage Against the Machine) te regelen, wiens agressievere gitaarstijl mooi samenwerkt met het karakteristieke stemgeluid van Damiano. Morello rekent zichzelf tot de fans van Måneskin, hij is naar eigen zeggen trots op zijn Italiaanse roots en wilde maar wat graag samenwerken met deze nieuwe rockband. Samen maken ze een helder statement: hoe sappig je roddels ook zijn, Måneskin ligt er niet wakker van.

Offers

Voor die grote internationale doorbraak lijken ook offers gemaakt te zijn. Italiaans is niet langer de voertaal van de groep: het overgrote deel van het album is in het Engels. Van de zeventien nummers zijn er drie in het Italiaans en die worden pas na elf nummers als een blokje achter elkaar geplakt. Toch vormen Mark Chapman, LA Fine en Il dono della vita het hoogtepunt van het album. Damiano klinkt in zijn moedertaal nog altijd op zijn best, maar nummers als Bla Bla Bla laten zien dat hij ook in het Engels niet onderschat mag worden.
Gitarist Thomas Raggi en zanger Damiano David benadrukten in een interview dat ze het Italiaans een belangrijk element vinden dat ze nooit kwijt willen De Italiaanse taal en cultuur maakt namelijk deel uit van de groep.

Maar de voertaal is niet het enige gemaakte offer voor dit album. Zanger Damiano was twee jaar geheelonthouder, maar voor het opnemen van dit album besloot hij het anders aan te pakken. Hij greep opzettelijk naar de drank, omdat hij hoopte op een agressiever stemgeluid voor het nummer Kool Kids. Het nummer klinkt als een barlied waarmee ze zich afzetten tegen hun critici.

Reis door de rockgeschiedenis
Rush! schiet alle kanten op, van stevige punk stampers naar emotionele ballads. De Harry Styles-achtige tranentrekker The Loneliest werd in oktober 2022 uitgebracht en veroverde meteen een plek in de Top2000. Dit nummer belooft nu al een grote meezinger te worden tijdens liveoptredens. De invloeden van the White Stripes klinken duidelijk door in Bla Bla Bla, maar de oplettende muziekliefhebber hoort ook invloeden van andere rockgrootheden terug, waaronder Guns ’n Roses en Aerosmith. Zo vormt Rush! een ware reis doorheen de geschiedenis van het rockgenre, maar vooral ook langs de muzieksmaak van de bandleden zelf. In een interview vertellen ze dat ze ieder hun persoonlijke smaak in het album hebben proberen te verwerken. Zo heeft elk bandlid minimaal één nummer dat helemaal in diens eigen straatje past.

Is Måneskin met Rush! erg vernieuwend? Nee. Is dat erg? Absoluut niet. Voor jonge muziekfans gaat er via Måneskin een hele wereld aan muziek open en voor de oudere rockliefhebbers vormt het album een voortzetting van hun favoriete genre. En inderdaad, afgelopen jaar bestond het publiek van de band uit een gevarieerde groep van alle leeftijden. Wil jij je in dat publiek mengen? Dat kan! Hun show in het Ziggo Dome op 27 februari is, als een van de weinige shows van hun tour, nog niet uitverkocht!

Broker 2.0
Film / Films

Kinderen zijn kleine mensen, grote mensen zijn grote kinderen

recensie: Broker
Broker 2.0

Op 26 mei werd het Zuid-Koreaanse drama Broker (2022) vertoond op het 75ste Filmfestival van Cannes. Hier was de film bekroond met de prijs van de oecumenische jury. Daarnaast heeft de protagonist Song Kang-ho, eveneens protagonist in de succesrijke film Parasite (2019), de prijs voor beste acteur weten te bemachtigen.

Het Yelmo Cines Ideal, een bioscoop met een bijzondere gevel, goudgele muren en glas-in-lood is gevestigd in het centrum van Madrid. Hoewel in de meeste Spaanse bioscopen vooral nagesynchroniseerde films te zien zijn, wordt hier de originele versie uitgebracht. Broker was in dit klassieke gebouw al twee weken eerder dan in Nederland te zien en in deze setting zeker een bezoekje waard.

Ik ga op reis en ik neem mee…

Twee mannen runnen een adoptiebureau waarbij recent bevallen vrouwen hun baby in een kastje kunnen achterlaten. De baby’s horen naar een internaat te gaan, maar Sang-hyeon en Dong-soo verkopen hen illegaal aan koppels die geen kinderen kunnen krijgen. Een van de moeders komt hier achter nadat ze terugkeert voor haar baby, en besluit mee te werken om nieuwe ouders voor hem te zoeken. Wat de drie niet weten, is dat ze worden gevolgd door de politie: twee vrouwelijke detectives. Onderweg pikken de vriendelijke criminelen Hae-jin op. Dit is een eigenwijs kind dat buitengewoon bewust is van zijn omstandigheden en de mensen om hem heen. Echter, het levert wel grappige scènes op. Naast het verhaal van de reis van de vijf figuren loopt een verhaallijn met een moordplot. Ondanks deze verhaallijn is er niet veel spanning aanwezig in de film, maar storend is het niet, want het acteerwerk is sterk van begin tot eind.

Babyrechten

Broker zet je aan het denken. Zo vraag je je bijvoorbeeld af wat ‘familie’ betekent wanneer er een familiaire sfeer ontstaat tussen de protagonisten. De vondenlingenluiken bestaan wel degelijk in sommige landen en zijn een controversieel onderwerp. Worden de moeders zo gestimuleerd hun baby op te geven in plaats van deze zelf op te voeden? Heeft de baby op deze manier de grootste kans op een mooi leven? En hebben de baby’s een betere toekomst bij de koppels aan wie de baby’s worden verkocht of in het internaat?

Dozijn sublieme beelden

Regen is een element dat vaker terugkomt in Broker, soms esthetisch gecombineerd met de weerspiegeling van glas. Richting het einde van de film is er een scène waarin bij een gesprek het profiel van een van de acteurs wordt gefilmd. Een simpel tafereel, een voorbeeld van de gevarieerdere cinematografie, maar een dat zelden wordt gebruikt in de filmindustrie. Ook is er een aantal prachtige beelden in Broker, zoals een opname van een groen landschap met windmolens dat uit de hoogte is gefilmd en meerdere beelden van wateren en gebergten toont die Korean Air zo zouden kunnen gebruiken in haar reclames. De film had zeker nog meer punten kunnen scoren als regisseur Hirokazu Kore-eda dergelijke cinematografie nog meer had toegepast.

Boeken / Fictie

Niet voor het slapengaan

recensie: De gevaren van roken in bed - Mariana Enriquez

Wat moet je met een dode baby die je achtervolgt? Omzwachtelen en meedragen. Wat als je favoriete rockster na het album Vlees zichzelf doodt? Hij fluisterde zelf al het antwoord: ‘Drink dan uit mijn ogen.’

Het begint al gelijk in de stijl van het boek. Zoals de personages van Mariana Enriquez verdwijningen meemaken, verdwijnt ook het eerste recensie-exemplaar dat de uitgever mij toestuurde ergens in de verborgen wereld van de posterijen. Zelf zagen zij daar ook wel de symboliek van in. ‘Het is een duister boek maar het boek zelf is blijkbaar ook verduisterd…’, stuurde De Bezige Bij met het tweede exemplaar mee. Ik troost mij met de gedachte dat er nu ergens een bezorger in gestolen pauzemomenten geniet van deze verhalen.

Waar de horror begint

Verdwijningen, vermissingen, bijna elk personage in de verhalen uit deze bundel moet zich tot een gemis verhouden. Al eerder is de lijn getrokken van de geschiedenis van haar geboorteland naar de verhalen van de Argentijnse schrijver. In het laatste verhaal uit de bundel Toen we met de doden spraken, is het essentieel voor de betrokkenen om een vermist familielid of vermiste vriend te hebben. Juist degene zonder trekt aan het kortste eind. Soms wordt Enriquez zelf moe van de politiek in haar verhalen: ‘(…)verdwijningen, dictatuur, politiegeweld, geweld tegen vrouwen, het is onontkoombaar. Maar ik wilde eraan ontsnappen’, vertelde ze eerder op het Edinburgh International Book Festival (link), over een andere bundel met haar verhalen De dingen die we verloren in het vuur (AtlasContact, 2017). Maar zelfs als ze probeert over een van haar vrienden te schrijven, vindt de geschiedenis een weg erin, als planten die maar blijven terugkomen.

De horror is niet iets dat ontstaat wanneer de personages tot leven komen, wanneer het verhaal op gang komt. Het is eerder andersom, in de meeste gevallen is de wereld al verschrikkelijk en zijn de personages daarin terechtgekomen. De verhalen starten daar wanneer de personages in die wereld moeten leven, en dat proberen zo kwaad als dat gaat. Toch lijkt het ze ook goed af te gaan, sommigen althans. Zo gezien zou je het kunnen interpreteren als verhalen over leven in een verschrikkelijk wereld, die angstwekkend veel lijkt op de onze behalve dat de verhalen duidelijker maken waar de horror begint.

Wachten op een doorbraak

In klare zinnen zet Enriquez haar personages snel neer. Binnen enkele alinea’s of een pagina zijn de verhalen op gang gekomen en ontvouwen zich daarna verder. De heldere structuur (begin, midden, wendingen, eind) doet de verhalen tot hun recht komen. Er worden wel dingen achtergehouden en er is genoeg spanning, maar het wordt lezers niet extra moeilijk gemaakt. Misschien juist als tegenhanger voor de inhoud.

De verhalen zijn sterk, stuk voor stuk. Internationaal bejubeld – de bundel haalde de shortlist van de International Booker Prize – maar in Nederland nog niet doorgebroken. Vergeleken met Nederlandse korte verhalen is dit werk anders dan gebruikelijk, er zit meer magie in, meer politiek zonder dat het een aanklacht is, en de opbouw en helderheid zijn anders dan je bij de meeste korte verhalen van Nederlandse schrijvers vind. Hopelijk komt er een heruitgave van haar eerdere verhalen of vertalingen van nieuwe verhalen.

En het gevaar van roken in bed? Lees het boek.

Film / Documentaire

Film met korte adem

recensie: United we stand. Musicians in times of war

De documentairefilm United we stand van David van Tijn kent drie lagen: korte muziekfragmenten, korte interviews en flitsen van de oorlog in Oekraïne. Als kijker moet je er eigenlijk je eigen, vierde laag of invulling aan geven om de film ten volle binnen te laten komen.

Nagenoeg aan het begin speelt de Russische, in Nederland wonende celliste Maya Fridman (1989) samen met meestercellist Mischa Maisky en pianiste Daria van den Bercken een stuk van Händel. De muziek gaat onder de volgende fragmenten door en snijdt door de ziel, zo mooi is het, zeker in contrast met de gruwelijke beelden en met wat de vader van Maya Fridman, Alexander, via een internetverbinding tegen haar zegt: ‘We zullen overleven!’ En dat ze, als de twijfel toeslaat, echt verder moet gaan met meewerken aan de film van Van Tijn. Telkens weer die haast dwingend gespeelde muziek van Händel.

Maya Fridman brengt musici uit Oekraïne en Rusland samen om tijdens benefietconcerten in Nederland te spelen. Het geld dat binnenkomt, is bedoeld voor humanitaire en medische hulp. Het bij elkaar brengen van de musici en de reacties van het publiek brengt, zegt Fridman, mensen bij elkaar. ‘Het voorkomt dat ik gek word’. Het versterkt de moraal, meent Maisky, wat misschien nog meer waard is.

De violoncel en oorlog

Het opvallende is dat de cello in films vaak met oorlog in verband wordt gebracht. Meestal met de Tweede Wereldoorlog. Dan klinkt er joodse muziek. Ook in deze film is dat laatste het geval. We horen bijvoorbeeld een fragment uit Prayer van Ernest Bloch (1880-1959), een deel uit diens From Jewish Life. Het gedeelte krijgt in deze film een extra lading: het gebed is niet alleen een joods gebed, maar een gebed voor vrede van iedereen. Zoals de oorlog in Oekraïne ook niet alleen een oorlog met Rusland is, zoals Maisky terecht stelt. Het is een denkbeeld dat Van Tijn je zelf, als het lukt, als kijker in laat vullen.

Hetzelfde geldt voor een Spaans liedje van een tijdgenoot van Bloch, de Spaanse componist Manuel de Falla (1876-1946), dat allerlei invloeden (waaronder die van de joodse muziek) in zich bergt. Je kunt die invloeden uiteenrafelen, maar ze laten je ook beseffen dat muziek universele gevoelens uitdrukt.

Korte interviews

Als je als kijker dit niet zelf op het spoor komt, zijn er de korte interviews die je soms verder helpen. Soms – want er zitten ook platitudes en open deuren in. Mooi is het fragment dat de van origine Russische, in Israël wonende pianist Evgeny Kissin speelt: een fragment uit de zogenaamde Heroïsche polonaise van Chopin. Hij vertelt erbij dat Chopin hierin de zege verklankte van de Polen over het Russische leger. Hij pleit ervoor het geld van de benefietconcerten ook ten goede te laten komen aan militaire hulp, want dat moment is nu volgens hem gekomen.

Veelzeggend, meer dan welk interview ook, is het hulpeloze gebaar dat hij maakt wanneer Fridman en hij op een bank zitten en met elkaar van gedachten wisselen. Hij maakt het op het moment wanneer Fridman zegt dat ze haar geboortegrond zo mist en haar twijfel uitspreekt of ze ooit terug zal kunnen keren.

Flitsen van de oorlog

We mogen niet zeggen dat we de flitsen van de oorlog die tussen de muziekfragmenten en korte interviews zijn gemonteerd inmiddels wel kennen, want ze maken nog steeds diepe indruk. Het beeld van kapotte huizen in Marioepol, de metro in Charkov, een verdrietig meisje in de bus, een eenzame dode midden op straat. Ze emotioneren, net als dat stuk van Händel aan het begin en het ‘vurige beest’ op het podium dat Maya Fridman volgens zangeres Channa Malkin óók is.

Het zijn allemaal flitsen die indruk maken, maar als geheel zou een langere adem, wat langere fragmenten en interviews, de film als zodanig goed hebben gedaan.

Nog te zien op picl tot 10 april 2023