Boeken / Non-fictie

Geen stilte na de storm

recensie: Luuk van Middelaar en Philippe Van Parijs (red.) - Na de storm. Hoe we de democratie in Europa kunnen redden

Als voorzitter van de Europese Raad sprak Herman Van Rompuy met veel vooraanstaande denkers over de toekomst van de Europese Unie. Nu hebben vijftien wijzen op zijn verzoek in Na de storm. Hoe we de democratie in Europa kunnen redden hun gedachten ook op papier gezet. De teneur? Er is nog wat hoop voor het Europese project, maar het is vijf voor twaalf.

Van Rompuy schreef in 2014 Europa in de storm, waarin hij terugblikte op zijn vijfjarige voorzitterschap van de Raad en inging op het verleden en de toekomst van de EU. De titel Na de storm is daarom eerder te zien als een verwijzing naar dit eerdere werk, dan dat de bijdragende denkers daadwerkelijk geloven dat de wind is gaan liggen. Sterker nog, de afgelopen tijd lijkt de bries boven Europa alleen maar verder te zijn aangewakkerd. Waar de storm in het boek vooral op de eurocrisis slaat, zijn het momenteel onder meer de vluchtelingenproblematiek en de positie van Groot-Brittannië die voor onrust in Europa zorgen. Het eerste komt in Na de storm nauwelijks aan bod, het laatste wordt in de bijdrage van Larry Siedentop wel toegelicht.

Veertien mannen en één vrouw

Van Rompuy verzorgt de inleiding van het boek. Samenstellers Luuk van Middelaar en Philippe Van Parijs nemen de proloog en epiloog voor hun rekening. De overige bijdragen komen van politicologen, filosofen, economen, juristen en historici. Veertien mannen, waaronder Jürgen Habermas, Paul Scheffer en David Miller, en één vrouw – de Turkse Turkuler Isiksel – geven hun visie op de staat van de EU en mogelijke verbeteringen voor de toekomst. Bij elk artikel wordt een kort overzicht van de carrière van de schrijver gegeven, en ook wordt alvast beknopt beschreven waarop de schrijver ingaat. Dat is prettig. Wat ook aan de leesbaarheid bijdraagt, is dat de hoofdstukken niet te lang zijn, gemiddeld een pagina of twaalf. Wie op zoek is naar kant en klare oplossingen voor alle problemen in Europa, is bij Na de storm aan het verkeerde adres. Maar degenen die behoefte hebben aan achtergrond en nuance komen zeker aan hun trekken.

Hoewel de stukken in drie thema’s zijn onderverdeeld, valt – net als bij de meeste bundels – niet te voorkomen dat Na de storm enigszins een samenraapsel is, waarbij de stukken niet altijd even soepel op elkaar aansluiten. Er wordt een historische overzicht gegeven (Amartya Sen), gepleit voor een sociale (Frank Vandenbroucke) of politieke unie (Jürgen Habermas), en voor het afbreken van het euroregime (Fritz W. Scharpf). Volgens laatstgenoemde zou een ‘democratische heroprichting van de Europese Unie’ met minder wetgeving kunnen volstaan om de democratie in Europa te redden, al is dat allerminst zeker. Wie op zoek is naar een hoopvol verhaal, moet in ieder geval niet bij de Duitser Scharpf zijn.

Het nieuwe democratische tijdperk

De lezenswaardigste bijdrage komt van de hand van Ivan Krastev. Deze Bulgaarse politieke denker wijst op de veranderende opvattingen over verkiezingen. Vroeger werd je stem uitbrengen als een dramatisch hoogtepunt van de democratie gezien. Nu niet meer. Stemmen is vandaag de dag bovendien meer een ‘ritueel van vernedering’ voor de machthebbende partij dan een blijk van vertrouwen in de oppositie. En nog voordat een kabinet geïnstalleerd is, wordt het al gewantrouwd. Als verkiezingen op nationaal niveau al zo moeizaam gaan, mag dan verwacht worden dat het Europese project gelegitimeerd kan worden door stembusgang? Het is geen verrassing dat Krastev die vraag met ‘nee’ beantwoordt.

Volgens de politicoloog zal verkiezingspolitiek in ‘het nieuwe democratische tijdperk’ niet langer het belangrijkste kenmerk van democratie zijn. De nieuwe democratische burger is het stemmen zat en zal alternatieven gaan zoeken. Bijvoorbeeld door met behulp van Facebook een massaprotest te organiseren, of door politici aan te klagen. Krastev noemt het een ‘democratie van de verwerping’. In zo’n klimaat mogen we volgens hem niet verwachten dat er nieuw enthousiasme ontstaat voor het Europese project.

Regelgevende democratie

Misschien is het stuk van Pierre Rosanvallon wel het meest realistisch. De Franse historicus en politiek filosoof noemt de Europese Unie een regelgevende democratie, die vooral gericht is op het beschermen van de consument en het individu. Op die terreinen is Europa ‘bijzonder goed geslaagd’. Rosanvallon vraagt zich af of het wel gewenst is dat de EU meer dan dat wordt, en ‘over het haalbare spreken we ons niet eens uit’. Misschien moeten we niet te veel streven naar grootse veranderingen om Europa te redden. Hard blijven werken aan een status quo is wellicht een realistischere optie. Of, zoals Krastev zijn bijdrage afsluit met Rainer Maria Rilke: ‘Wie spreekt er van winnen? Erdoorheen komen is alles.’

Theater / Voorstelling

(H)eerlijke hommage aan somberheid

recensie: De Warme Winkel & Theater Artemis - De meest zwaarmoedige voorstelling ooit (waarvan het hele publiek moet huilen)

De plaatselijke gymzaal wordt omgebouwd tot tranenkathedraal om zwaarmoedigheid te verwelkomen en te omarmen. Want hoe lekker is het om af en toe een stevig potje te janken? Met heerlijke over the top clichés en aandoenlijk gestuntel, zie je hier gelukkig de humor wel van in.

De co-productie De meest zwaarmoedige voorstelling ooit (waarvan het hele publiek moet huilen) van De Warme Winkel en Theater Artemis onder regie van Jetse Batelaan is een groot pleidooi voor melancholie. In een wereld waarin het door Facebook en Instagram lijkt alsof iedereen een fantastisch leven leidt, is het nu tijd voor oprechte somberheid. Het verhaal gaat over vijf triestige, weinig succesvolle individuen, die ieder voor zich een uiterst zwaar en moeilijk leven hebben. Terwijl ze kapotgaan van eenzaamheid en een drastisch laag zelfbeeld, vinden ze steun en vriendschap bij elkaar.

Slimme tweestrijd

De aaneenschakeling van goed gevonden clichés heeft als helder doel het publiek te laten zwelgen in verdriet. Alle trucs worden daarbij uit de kast gehaald. Batelaan gaat bewust over the top, voor een duidelijk omgekeerd effect ten aanzien van verdriet. De humoristische toon van de voorstelling wordt daarmee vanaf de allereerste minuut gezet. Een reeks losse kreten, in de vorm van droefgeestige clichés, tonen meteen die dubbele lading. ‘Een gescheiden vader op eerste kerstdag. Een gondel met een buitenboordmotor. Een verloren kinderhandje waar al heel vaak overheen gereden is.’ Beeldspraak die zo pijnlijk en ongemakkelijk is, dat het komisch wordt. Ook de voorstelronde van de personages maakt dit duidelijk. Stuk voor stuk treurige karakters met een handicap, een zware thuissituatie of onpopulaire, stoffige hobby’s en interesses. Werkelijk alles zit tegen. Doordat ingespeeld wordt op een gevoel van medelijden, zijn de karakters stiekem ook heel geestig. Het hele stuk leunt op deze tweestrijd. Batelaan weet feilloos gevoelens van verdriet en neerslachtigheid te raken, om je er vervolgens hard om te laten lachen.

Ontroerende uitvoering

De tweestrijd wordt goed aangevuld met een toepasselijke imperfectie in de uitvoering van scènes. Deze imperfectie creëert ontroerende en aandoenlijke beelden, die door hun knulligheid weer komisch zijn. De bewust provisorisch in elkaar geknutselde rekwisieten en ietwat stuntelig uitgevoerde special effects zorgen voor een ongemakkelijke sfeer en plaatsvervangende schaamte. Zo ontstaat er een prachtig beeld van een halfnaakte Joy (Florian Myjer) als een neergeschoten hertje roerloos in de sneeuw. Een kwetsbaar beeld, dat wordt opgebouwd uit een geknutseld gewei van aluminiumfolie, medespelers in de weer met handjes nepsneeuw en een ventilator, en het licht van een bouwlamp. Door een telkens verrassend theatraal eindresultaat, wordt de stunteligheid nooit flauw, maar voegt hij juist iets toe aan de kwetsbare sfeer.

Uitvergrote pijn

Fans van televisieprogramma’s als Man Bijt Hond en Jambers zullen ook genieten van deze voorstelling. Pijnlijk ongemakkelijke scènes worden bewust lang gerekt. Het zachte gesnik van Whisper (Anneke Sluiters) ontwikkelt zich tot een ongecontroleerde huilbui in een scène die minutenlang duurt. Elke subtiele vorm van somberheid wordt gerekt tot een climax met een absurdistisch randje. Het verhaal omtrent de absentie van gezamenlijke vriendin Tracy Mathijsen beschrijft dan ook een buitensporige opeenstapeling van alle pech, drama en ellende op haar pad. Ook middels de creatieve teksten worden simpele details explosief vergroot. Zo lijdt Tristan (Vincent Brons) niet aan een keelontsteking, maar aan een ‘structureel permanente keel-noodsituatie’.

Is dit de meest zwaarmoedige voorstelling ooit? Zeker! De meest treurige, droevige, sentimentele verhalen, situaties en personages komen aan bod. Moet het hele publiek huilen? Ja, van het lachen. Daarmee heeft de titel niets te veel beloofd en is het stuk zeer zeker geslaagd.

Big Bo Lead
Muziek / Album

Ga op tijdreis

recensie: Big Bo – Traveling Riverside
Big Bo Lead

Bo Brocken, artiestennaam Big Bo, won afgelopen jaar de felbegeerde Blues Challenge Award. De afgelopen maand bracht hij door in de streek in de USA waar de blues geboren is: het gebied rond de Mississippi. Met zijn album Traveling Riverside neemt hij ons mee naar de Delta blues-historie.

Wie Big Bo ooit aan het werk heeft gehoord, kan bevestigen dat hij weet waar de bluesgitaristen de felbegeerde ‘blues-mosterd’ halen. Omdat de blues-historie zo enorm rijk is en omdat de inspiratie daaruit blijft stralen, heeft dit Nederlands blues-talent een greep gedaan uit de doos met onvergetelijke blues-liedjes uit de jaren ’30 tot en met ’50 en heeft er vijftien voorzien van een Big Bo- interpretatie, die dicht bij het origineel blijven. We moeten wel even terug in de tijd.

Gitaarspel met ervaring

Wie de Delta blues wil spelen maakt het zichzelf moeilijk. De gitaartechniek die nodig is om volmaakt de grote meesters na te spelen is van een zo hoog niveau dat sommigen, volgens de legende, daarvoor hun ziel moesten verkopen aan de duivel. Dat laatste heeft natuurlijk betrekking op de legende rond Robert Johnson, maar is ook van toepassing op meerdere iconen uit zijn tijd en daarna. Brocken speelt al zo’n dertig jaar gitaar en dat is hoorbaar. De vingervlugheid, die hij nodig heeft voor deze muziek, gaat hem schijnbaar gemakkelijk af.

Big Bo 2Als je ooit een concert hebt bijgewoond van Big Bo, dan heb je kunnen beleven dat deze gitarist makkelijk lijkt te spelen. Zonder problemen tovert hij diverse benaderingen van hetzelfde liedje uit zijn instrument; hij laat de ene bekende riedel na de andere klinken, zodat duidelijk is waar het verschil zit in de bewerking van hetzelfde liedje. Als je dat kan moet je niet alleen over een behoorlijke dosis talent en ervaring beschikken, maar ook een uitstekend muzikaal gevoel ontwikkeld hebben. Om nog maar te zwijgen over de vingervlugheid: je mag niet over je vingers struikelen in zo’n presentatie.

Prima reisgenoot

De tijdreis op Traveling Riverside begint met een liedje van Charley Patton, getiteld ‘Pony Blues’ en eindigt met ‘Grinnin’ In Your Face’ van Son House. Onderweg maken we een tussenstop bij ‘Devil Got My Woman’, dat geschreven is door Skip James en te boek staat als het favoriete liedje van Bo.

Big Bo 3Natuurlijk kan niemand in de blues, zelf Big Bo niet, om grootheden als Muddy Waters, Robert Johnson, Leadbelly en Blind Willie McTell heen. McTell en Waters worden op dit album zelfs vereerd met uitvoeringen van twee composities elk. Meestal horen we Big Bo alleen, maar af en toe wordt het mondharmonicaspel van Ruurd ‘Skinny Dog’ van der Vegt toegevoegd. Van der Vegt ’s stembanden horen we zelfs in de achtergrondzang van ‘Pick A Bale Of Cotton’ van Leadbelly. Dat is een van de meest in het oor springende liedjes als het gaat om de Mississippi Delta, waar de blues haar oorsprong heeft.

De reis die Big Bo ons geeft langs de oorsprong van de blues is aangenaam. Het gitaarspel van de meester is uitmuntend. Dat Big Bo geen donkere voorouders heeft, is hoorbaar aan de soms iets te zoetgevooisde stem, maar dan roepen de liedjes vanzelf de herinnering op aan de rauwe stemmen uit het verleden. Met deze braampjes op de stem, of een wat ruwere benadering, zou een sterproducer het volgende album van Big Bo meer kunnen laten kleuren. Voor de honger naar de historie van de liedjes mag er dan ook wat meer informatie toegevoegd worden.

Tot die tijd zullen we zeker vaak de fijne reis door de blueshistorie herhalen door het draaien van Traveling Riverside: een prima reisgenoot, kan ik u verzekeren en dus ook aanbevelen!

 

 

Live in Nederland:
13 maart, P79, Den Bosch
20 maart, Café Goei Volluk, Cuijk

 

Elfie Tromp - Underdog
Boeken / Fictie

Doggy style

recensie: Elfie Tromp - Underdog
Elfie Tromp - Underdog

Literaire fictie bezit een wonderlijke kracht die je op de meest vreemde plekken kan doen belanden. Het is maar net hoe ver de auteur wil gaan. Schrijfster Elfie Tromp neemt ons aan de hand in de bevreemdende wereld van de hondenfokkerij.

Afghaanse windhonden, daar is het om te doen in Tromps Underdog. Ze presenteert een kwakkelend familiebedrijfje dat probeert naam te maken door het fokken van raszuivere ‘winnaars’. De honden in kwestie zijn goed voor twee dingen: kampioen worden op de alom georganiseerde hondenshows en daardoor naam maken om garant te staan voor kwalitatief nageslacht. Het is een curieuze omgeving, waar de schrijfster kennelijk in thuis is.

Metaforen

De autistische Rein werkt als schoonmaker in de familiekennel en brengt de rest van zijn tijd door achter het beeldscherm. Zijn wereld wordt volledig in beslag genomen door World of Warcraft waarin hij, als fictief personage, deel uitmaakt van een zelfgecreëerd universum en met zijn medespelers iedere vijandige tegenpartij te lijf gaat. Zijn zus Adelien is, samen met moeder Vera, de drijvende kracht achter de hondenbusiness. Ze proberen het hoofd boven water te houden door de eindjes aan elkaar te knopen en hun tophonden als fokmateriaal aan de man te brengen.

Elfie Tromp weet haar karakters goed neer te zetten. De uitgebeelde typering maakt nieuwsgierig naar het verdere verloop, hoewel de verhaallijn vanaf het begin wordt afgebakend. We zitten voornamelijk in de binnenwereld van Rein, die probeert om te gaan met zijn ambitieuze familieleden en ook nog een virtuele relatie met een gamepartner aangaat. Tromp laat haar schrijfkunsten zien in moeiteloos geplaatste metaforen die haar vindingrijkheid onderstrepen. Zoals de kitesurfende man van Adelien die ‘in zijn tuigje het strand op en neer rent. Alsof hij wordt uitgelaten door God’. Ook de schuchterheid van broer Rein wordt neergezet in prachtige zinnetjes:

Hij probeert zijn opgejaagde ademhaling te vertragen. Het lukt niet. Zijn hart is een bange egel. Opgerold ligt hij in zijn borstkas. Elke slag steekt.

Maakbaarheid

Als de kennel op het randje van faillissement staat, komt de streberige Adelien met een uitweg. Broer en zus moeten met hun kampioenshonden naar Australië om bij een wereldberoemde fokker de dieren te laten kruisen met andere kanjers. Door de introductie van deze als Mexicaanse maffioso geportretteerde topfokker, begint Tromp de greep op haar roman te verliezen. Grillige fantasie neemt de overhand en rekt de grenzen zodanig op dat er weinig ruimte is om tot een aannemelijk einde te komen. Het Australische avontuur slaat om in een slechte James Bond-film, waarbij vrijwel alle losse verhaallijnen als een compact geheel worden afgeleverd. Dat is jammer, want het zorgt ervoor dat de bespiegelende en licht ironische verteller in Tromp op de achtergrond verdwijnt.

In een interview stelt Elfie Tromp dat Underdog over ‘de maakbaarheid van het leven’ gaat. Dat is een brede armzwaai om dit vele kanten uitspringende verhaal te omschrijven. De gemankeerde kinderwens van Adelien zou een verwijzing kunnen zijn, net als de veilige beslotenheid van Reins beeldschermleven. Maar Tromp doelt vooral op de gekunstelde wereld van de hondenfokkerij, waar de omgang met erfelijkheid en voortplanting door mensen wordt gestuurd en door commercie wordt gedreven. Dat bepalende decor drukt een iets te groot stempel op het verloop van deze verder goed geschreven roman.

Boeken / Fictie

Een moeder ontwaakt

recensie: Maxim Gorki - De moeder

Radicaliserende jongeren, ze komen om de haverklap in het nieuws. Dat het niet altijd jongeren hoeven te zijn die zich ontwikkelen tot revolutionairen, toont Maxim Gorki’s roman De moeder aan.

Aan het begin van de twintigste eeuw was Gorki (1868-1936) Ruslands op een na belangrijkste schrijver – van Tolstoj viel niet te winnen. Naast schrijver was hij een verbeten vijand van het toenmalige tsaristische regime. De schrijver was een socialist in hart en nieren. Opmerkelijk is overigens dat hij het grootste gedeelte van zijn manuscript voor De moeder in het kapitalistische Amerika schreef.

De held

In 1907 verscheen in Rusland het door Maxim Gorki geschreven boek Matj, in het Nederlands vertaald ‘moeder’. Het geldt als de eerste socialistisch realistische roman, een stroming die tot diep in de twintigste eeuw leidend zou blijven onder het communistische bewind. Een van de – verplichte – karakteristieke kenmerken van het socialistisch realisme is de aanwezigheid van een held. In De moeder is dat de zoon van Pelageja Nilovna. Haar enig kind is de zonder angst handelende held Pavel, een intellectuele strijder die het grootste gedeelte van de roman tussen vier muren gevangen zit.

Zijn moeder is wanneer het verhaal aanvangt een bang en teruggetrokken muisje. Zij is zich onbewust van de wereld om haar heen, onwetend en bovenal bijzonder ongelukkig. Wanneer haar erop los slaande man overlijdt, kruipt ze ietwat uit haar schulp. Als dan ook nog Pavels stadse vrienden over de vloer komen en Pelageja hun verhalen en discussies aanhoort, verandert zij langzaam in een zelfbewuste vrouw.

Vroeger had ze nooit het gevoel gekend voor wie dan ook van enig nut te zijn, maar nu drong het helder tot haar door dat ze voor velen een belangrijke plaats innam; dat was een plezierige gewaarwording en ze liep met opgeheven hoofd.

Pelageja’s eerste echte daad van belang is het binnensmokkelen van verboden krantjes in de fabriek. Later, wanneer Pavel gevangen zit om zijn leidersrol bij de 1-meistaking, neemt haar activiteit alleen maar toe. Uiteindelijk zal haar lot niet veel beter zijn dan dat van haar zoon, maar dat ze zich heeft weten te ontworstelen aan een ongekende eentonigheid en daarmee bovendien een grote zaak dient, is voor haar vele offers waard.

Een mens

Voor de roman is het een zegen dat deze vrouw het hoofdpersonage is. Zij is veruit de meest interessante bewoonster van Gorki’s bekendste werk. Iemand van vlees en bloed, iemand met angsten, twijfels en empathie. Dat is niet bij alle karakters het geval. Wanneer haar zoon en zijn beste vriend bijvoorbeeld in de rechtbank terechtstaan voor hun opruiende gedrag, met verbanning naar Siberië boven hun hoofden hangend, zijn zij de rust zelve en vegen ze in fraaie bewoordingen de vloer aan met de uitgebluste rechter en procureur. Zij lijken geen vrees te kennen. Dat kan natuurlijk, maar daardoor zijn ze als personage niet bijster interessant. Wanneer de moeder in het laatste hoofdstuk ten prooi valt aan gewelddadige gendarmes is zij wél bang, al weet zij zich te herpakken en met opgeheven hoofd ten onder te gaan.

Actualiteit

De moeder is een boek waarin radicaal gedachtegoed centraal staat. Daarmee behoudt het werk, ook 110 jaar na verschijnen, zijn actualiteitswaarde. In tijden waarin radicalisme links en rechts in het politieke landschap aanwezig is, extreme ideologieën en fundamentalistische  godsdienststromingen de aandacht op zich vestigen, gunt De moeder ons een kijkje in de keuken van het radicaliseringsproces. Wat altijd weer naar voren komt: er is een charismatische leider die zijn volgelingen zo weet te inspireren dat ze – schijnbaar – zonder angst en twijfel hun vijanden tegemoet treden. We hebben het hier niet over daden die hieruit voortvloeien, maar over de aanleiding, de voedingsbodem die dit mogelijk maakt. De moeder is als letterkundig werk an sich niet het beste dat er ooit geschreven is, maar als uiteenzetting hoe radicaal gedachtegoed langzaamaan de wereld kan veroveren, is en blijft het waardevolle literatuur.

Douwe Bob in Concert
Muziek / Achtergrond
special: Kapelconcerten
Douwe Bob in Concert

Bijzondere sfeerlocaties

In Nederland hebben we veel kerken en kapellen die maar sporadisch gebruikt worden of zelfs helemaal leegstaan. En dat terwijl ze niet alleen een bijzondere sfeer oproepen, maar ook een heel eigen akoestiek herbergen.

Een van meest bekende en beruchte podia van ons land, Paradiso, is gehuisvest in een oude kerk. Ook cultuurpodia als Vanslag in Borger of cultuurpodium Roepaen te Ottersum zijn gevestigd in oude kerken, kloosters of kapellen. ‘Puur Wit’-concerten komen vanuit het Witte Kerkje in Terheijden. De Kapel in Eindhoven valt voor zijn populaire programma onder de Effenaar.

Akoestiek met een doel

Wat veel mensen niet weten, is dat de akoestiek van kerken en kapellen is ontworpen voor de muziek. Het zijn niet alleen pracht- en praalhuizen voor de dienst van het woord, maar ze zijn tevens zo gebouwd om de (kerkelijke) muziek te laten klinken zoals we dat kennen. Klassieke en akoestische muziek zijn daarom bij uitstek geschikt om ook in deze gebouwen gespeeld en aanhoort te worden. Leegstaande gebouwen vinden zo een herbestemming, maar ook zijn er steeds meer nog in gebruik zijnde kerken en kapellen, waar men maar wat graag de deuren opent voor andere bijeenkomsten dan alleen de kerkdiensten.
Kapelconcerten

Ik wil hier even inzoomen op een aantal bijzondere concerten dat is gehouden in de kapel van het klooster van Maria Roepaen in Ottersum. Denk hierbij aan het concert van Woven Hand dat in 2012 plaatsvond en werd vastgelegd door de WDR uit Duitsland. Zo’n twee jaar later verscheen een bijzonder album van de Nederlandse rockformatie Navarone. A Date At The Chapel werd opgenomen in deze kapel en was het sluitstuk van hun tournee in 2013 langs kapellen in Nederland. Speciaal voor deze tournee had de band haar rockmuziek gearrangeerd voor een heus orkest, met harpspel en een akoestische bezetting. De eerste ervaringen werden opgedaan in De kapel in Nijmegen, waarna het idee ontstond om deze dvd/cd in 4K-formaat vast te leggen in Ottersum. Wie de band ook live heeft meegemaakt op festivals als Paaspop en dan deze bezetting hoort, weet wat een knappe prestatie dat is.

Memorabele concerten

Naast een aantal concerten die zijn vastgelegd, zijn er nog veel meer memorabele concerten die in dezelfde kapel in Ottersum plaatsvonden. Wat te denken van de concerten van Blaudzun en Venice. Een keer stond Venice er rond de kersttijd en ontstond er een memorabele synergie tussen hun muziek en de sfeer in de kapel. Op vrijdag 26 februari jongstleden was er plaats voor een akoestische show van singer-songwriter Douwe Bob. Samen met zijn muzikale maatje Maurice van Hoek speelde Bob de sterren van de hemel en hing er andermaal een bijzondere vibe in de kapel. Artiesten en publiek voelden dat er die avond weer muziekgeschiedenis geschreven werd. Dit soort concerten neemt al snel een bijzondere plaats in de herinneringen van iedereen in die erbij was.
Venice on stageWe kunnen alleen maar aanraden om dit soort locaties op te zoeken voor hen die dit nog niet meegemaakt hebben. Op korte termijn zullen twee Belgische acts in één dubbelconcert het podium van de kapel van Roepaen te Ottersum betreden. Ex-Isbells Chantal Acda maakte in 2015 samen met onder andere Peter Broderick een van de mooiste plaatjes van dat jaar met als titel The Sparkle in Our Flaws. De andere act is de band Dez Mona, die al sinds 2003 actief is en door een grote schare liefhebbers al lange tijd gerekend wordt tot de crème-de-la-crème van België.
Wie liever wat klassiekers wil horen in een dergelijke omgeving kan naar het Stringtime Niederrhein concert van de Gochse Strijkers Academie of kan zich laten verrassen door een jazz-optreden van het Ricciotti Ensemble samen met het trio Kapok. Het is bij aanvang direct hoorbaar dat een kapel voor vele muziekstijlen een prima locatie is voor een aparte belevenis die je niet snel zult vergeten.

 

Live in Nederland:
13 maart, Roepaen Ottersum, Dez Mona & Chantal Acda
24 maart, Roepaen Ottersum , Ricciotti Ensemble & Kapok Kapelconcert
25 maart, Roepaen Ottersum, Stringtime Niederrhein

 

Jan Toorop Den Haag
Kunst / Expo binnenland

Balancerend tussen werkelijkheid en symboliek

recensie: Jan Toorop - Gemeentemuseum Den Haag
Jan Toorop Den Haag

Toorop is in Nederland vooral bekend geworden door zijn affiche voor de Delftsche slaolie. Wie denkt dat dit zijn werk zo’n beetje omvat, vergist zich schromelijk. De nu lopende overzichtstentoonstelling in het gemeentemuseum in Den Haag opent je ogen.

De werken van Toorop die het museum bijeen heeft weten te brengen zijn indrukwekkend. Zijn werk is vertegenwoordigd in al zijn diversiteit: stijlen zoals het impressionisme en pointillisme, zijn eigen ‘Indisch’ symbolisme, art nouveau en divisionisme. Hij maakte tekeningen, schilderijen, affiches en tegeltableaus. Inhoudelijk variëren de thema’s van het weergeven van het dagelijkse leven tot mystieke en christelijke symboliek.

Jan Toorop Den Haag

Jan Toorop, The New Generation, 1892, olieverf op doek.

De eerste jaren

Toorop werd in 1858 op Midden-Java geboren. Hij kreeg bij zijn geboorte Javaans, Chinees en Engels bloed mee. Hoewel hij al op elfjarige leeftijd uit Nederlands-Indië vertrok om zich in Nederland te vestigen, bleef zijn Indische achtergrond een grote rol spelen. Het was de bedoeling dat hij in Nederland zou worden opgeleid tot Oost-Indië-ambtenaar. Dat liep echter anders. Tijdens zijn studieperiode tekende hij veel. Dat waren vooral romantische droomwouden; hij had voortdurend heimwee naar de zonnige verte. Al snel ging hij dan ook naar de Rijksakademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam. Hij studeerde daar van 1880 tot 1882 en vertrok in 1883 met behulp van een studiebeurs naar de Academie voor Schone Kunsten in Brussel.

Jan Toorop Den Haag

Jan Toorop, O Grave, where is thy Victory, 1892, potlood en krijt op papier.

Van Brussel naar Nederland

In Brussel kwam hij in aanraking met verschillende kunstenaars en hun manier van werken. Ook maakte hij reizen naar Frankrijk en Engeland. In 1885 werd hij opgenomen als lid van Les XX (Les Vingt), in 1883 opgericht door Octave Maus, een Belgisch advocaat en schrijver. Onder de leden werd kunst, literatuur en muziek samengebracht. Ieder jaar werd er een tentoonstelling georganiseerd, waar ook Toorop exposeerde. Tussen 1885 en 1889 maakte hij zijn eerste impressionistische en pointillistische werken.

In 1890 besloot Toorop zich voorgoed in Nederland te vestigen; hij woonde onder andere in Katwijk aan Zee en Den Haag. In 1892 bezocht hij lezingen van Joséphin Péladan, leider van de Franse Ordre de la Rose-Croix in Amsterdam, Leiden en Den Haag. De orde was niet alleen geïnteresseerd in occultisme (leer van de magie en het spiritisme), maar ook in kunsten en esthetiek. De mystiek, die Péladan propageerde, maakte grote indruk op Toorop en inspireerde hem mede tot zijn eerste symbolistische werken, zoals The New Generation uit 1892.

Jan Toorop Den Haag

Jan Toorop, The Sphinx, 1897, potlood en krijt op papier. Foto: gemeentemuseum Den Haag.

1892-1897 ‘Indisch’ symbolisme

Gedurende deze periode werd Toorop sterk beïnvloed door zijn jeugdherinneringen aan Java en Banka, met hun tropische plantengroei, wajangvoorstellingen en batik stoffen. Voorbeelden van werk waarin deze invloeden duidelijk worden zijn onder andere: O Grave, where is thy Victory? (1892) Fatalism en Songs of the Time (1893), The Three Brides (1894) en The Sphinx (1897). Juist hier gaat het in de tentoonstelling een beetje mis; er wordt niet genoeg informatie gegeven. Hoewel alle werken zijn voorzien van titels, jaartallen en een korte beschrijving van de periode waarin Toorop het werk maakte, ontbreekt de betekenis van de symbolen. Die symbolen zijn essentieel om het werk te kunnen begrijpen. In The Three Brides staat de Madonna-lelie voor maagdelijkheid, de chrysant voor vruchtbaarheid en de schedels voor verdorvenheid. Maar wie dringt zover door tot deze symboliek als je een dergelijk werk voor het eerst ziet?

In 1905 bekeerde Toorop zich tot het rooms-katholicisme, waarna hij veel religieus werk maakte. Hij stierf in 1928, op 69-jarige leeftijd in Den Haag.

Kunst / Kunstboek

Een pop-up museum om te bewaren

recensie: boek DWDD Pop-Up Museum

Na het grote succes van vorig jaar opende eind januari een tweede editie van het DWDD Pop-Up Museum. Negen gastconservatoren doken opnieuw de depots in van musea in Nederland op zoek naar verborgen kunstwerken. Nieuw dit jaar is de gelijktijdig verschenen publicatie. ‘Om de zalen en de keuzes van de gastconservatoren te bewaren’ schrijven de samenstellers Dieuwke Wynia en Pieter Eckhardt in de inleiding. Dat doel wordt absoluut bereikt, het is een prachtige uitgave, vol mooie woorden en kunstwerken. Toch mist de catalogus een stukje verdieping, een gemiste kans voor dit bijzondere tentoonstellingsconcept.

De opbouw van de catalogus is helder en simpel. Een inleiding van Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gevolgd door een inleiding van de DWDD-redacteuren Dieuwke Wynia en Pieter Eckhardt. Zowel de eerste als tweede editie van de tentoonstelling zijn opgenomen in het boek. Per editie komen alle gastconservatoren aan het woord, een ieder heeft op persoonlijke wijze invulling gegeven aan zijn of haar pagina’s. Bijvoorbeeld met een gedicht of verhaal, gecombineerd met afbeeldingen van de geselecteerde kunstwerken. Tot slot is er een hoofdstuk opgenomen uit het laatste boek van Joost Zwagerman De stilte van het licht over de schilder J.M.W. Turner.

Verrijking vs. verdieping

Door alle gastconservatoren een voor een aan het woord te laten blijven hun zalen inderdaad ‘levend’. Bijvoorbeeld Nico Dijkshoorn die ons meeneemt door zijn zaal en bij elk kunstwerk dat hij tegenkomt een gedicht schrijft. Of Carice van Houten die in zeer persoonlijke woorden uitlegt waarom ze juist deze kunstwerken heeft geselecteerd en wat ze voor haar betekenen. Merlijn Doomernik fotografeerde speciaal voor deze publicatie alle gastconservatoren in zijn of haar museum, het resultaat is indrukwekkend en een esthetische toevoeging.

In de inleiding kondigen Wynia en Eckhardt al aan dat niet alle gastconservatoren iets extra’s hebben aangeleverd: ‘Vaak zijn de teksten uit hun zalen overgenomen, soms geven zij een uitgebreidere toelichting’. Verborgen in die zin kunnen we precies lezen wat er ontbreekt in het boek. In een catalogus willen we toch juist die informatie kunnen vinden die we nog niet op de museummuren hebben kunnen lezen? Alle geselecteerde musea hebben een rijke geschiedenis en de collecties zijn bijna altijd tot stand gekomen door een langdurig en zorgvuldig geformuleerd museumbeleid of de bijzondere visie van een excentrieke museumdirecteur. Alle collecties hebben specifieke verzamelgebieden en belangrijke speerpunten. Het is alles behalve toeval dat juist Robbert Dijkgraaf het depot van het Teylers Museum in is gedoken en dat Cecile Narinx ‘geshopt’ heeft in het Centraal Museum. Iets meer achtergrond-informatie was dan ook een welkome aanvulling geweest.

Het maatschappelijke vraagstuk

Het meest opvallend is echter het feit dat de belangrijkste reden voor het organiseren van deze tentoonstelling alleen door Jet Bussemaker echt duidelijk aangehaald wordt. Het overgrote deel van ons nationale erfgoed ligt in depots en wordt zelden of nooit aan het publiek getoond. DWDD schenkt met dit tentoonstellingsconcept aandacht aan een complexe culturele kwestie. Het is voor alle musea een Nederland een probleem en ook zij proberen hier oplossingen voor te vinden. Juist in deze publicatie had er meer aandacht geschonken kunnen en moeten worden aan dit maatschappelijke vraagstuk. Geef bijvoorbeeld specialisten op het gebied van het beheer en behoud van cultureel historisch erfgoed het woord en er ontstaat een extra dimensie die de catalogus net wat meer inhoud en diepgang zou geven.

Wynia en Eckhardt zijn er absoluut in geslaagd een wereld van verbeelding te schetsen, immers wil je een dergelijke catalogus open slaan en weer even het gevoel hebben door de museumzalen te dwalen. Daarmee is het ze gelukt om de tentoonstelling te bewaren voor de toekomst. Dat in combinatie met het prachtige beeldmateriaal, een sterk grafisch ontwerp en de ode aan de vorig jaar overleden Joost Zwagerman maakt het een heerlijk boek om door heen te bladeren. Helaas door zijn kleine formaat en uitgave in paperback niet chique genoeg voor de categorie ‘coffee table books’ maar absoluut een mooie toevoeging aan de (kunst-)boekenkast.

Uitgever: Lebowski Publishers
Prijs: € 24.99
ISBN: 9789048832521

Muziek / Album

Zonnige duetten

recensie: Albumrecensie Tip Jar – Let Go

Nu de krokussen en narcissen de koppen weer uit de grond steken lijkt ook de tijd rijp geworden om het tweede album van Tip Jar te draaien. Let Go staat vol met vrolijke duetten die doen verlangen naar het voorjaar en de zomer.

Het Nuenense duo Tip Jar wordt gevormd door Bart de Win en zijn levenspartner Arianne Knegt. Een jaar geleden debuteerden ze met Back Porch. Hun muziek is sterk geworteld in americana, maar ze spelen ook leentjebuur bij de pop, folk, bluegrass, blues en niet te vergeten de jazz. Dit tweetal in een hokje stoppen gaat dan ook niet lukken.

Muzikale kwaliteiten

De muzikale kwaliteiten van Bart de Win zijn in de pers reeds breed uitgemeten. Met zijn drie soloalbums oogstte hij veel positieve kritieken. De laatste, getiteld Easy To See, verscheen in 2012.
Verder speelt de Win met veel nationale en vooral internationale artiesten mee, als die op tournee zijn in Nederland. Een greep uit de namen: Iain Matthews, Walt Wilkins, Birds of Chicago, Greg Trooper en Kevin Welch. Bovendien coacht hij beginnende talenten. Een van zijn leerlingen is bijvoorbeeld Maurice van Hoek, die vaak samen speelt met Douwe Bob en Charl Delamarre, maar binnen een paar maanden met zijn eigen album zal komen. Kortom: muziek zit in het wezen van de Win. De Knegt en hij zijn graag geziene gasten tijdens menig concert, of ze nu zelf spelen of dat ze komen luisteren naar collega’s of vrienden.

Geniet meer!

De liedjes op Let Go zijn op één uitzondering na van de hand van Bart de Win. Slechts een compositie schreef hij samen met zijn partner Arianne de Knegt. De dertien liedjes (het veertiende nummer van de cd is een reprise op een van de liedjes) zijn allemaal van even hoge kwaliteit. Het album gaat vrolijk van start met het titelnummer ‘Let Go’, dat de luisteraar aanmoedigt om echt los te laten, meer te laten gebeuren en alles lekker over je heen te laten komen. Het is de perfecte manier van leven in plaats van alsmaar te streven. Dit gevoel weet het duo het hele album lang vast te houden. Het is een boodschap die het gelukkige koppel eigenlijk al glimlachend vanaf het hoesje uitstraalt. Ze staan op een wereldbol met muziek, bergen, wegen en een oud Volkswagenbusje.

Toch passeren ook minder vrolijke onderwerpen de revue, zoals in ‘She Knew’, waar het verglijden van de tijd en de vergankelijkheid van het leven bezongen wordt. Een naderend einde is in dit nummer bijna voelbaar, maar uiteindelijk overheerst, na luisteren en herbeluisteren van het album, een blij gevoel vooral door de vaak springerige melodieën van de composities.

Muziek

‘Fucking zenuwachtig’ Birth of Joy presenteert nieuw album

recensie: Birth of Joy @ Gebr. de Nobel, 25-02-2016

In een halfleeg Gebr. de Nobel wordt vanavond het (overigens te gekke) derde studioalbum van Birth of Joy gepresenteerd. Een avond die jammer genoeg nergens echt op gang wil komen.

Birth of Joy zal met meer dan 450 shows de afgelopen drie jaar en een record van 172 in 2014 een van de meest tourende bands van Nederland zijn. Met orgel, drums en gitaar produceren ze psychedelische bluesrock met fijne ’60 en ’70 invloeden.

Avond begint moeizaamBreaking Levees

Als opwarmer staat de nog jonge Amsterdamse rockband Breaking Levees op het podium. De onwennigheid straalt er af en toe nog vanaf, nummers klinken hier en daar wat afgeraffeld en ook de stiltes ertussen zijn soms ietwat ongemakkelijk. Wel zijn de nummers gevarieerd en maakt de afwisseling van eerste stem tussen de twee zanger/gitaristen het boeiend om naar te luisteren.
Het optreden had een mooie opwarmer kunnen zijn die qua stijl mooi bij het hoofdprogramma aansluit, maar Breaking Levees zal nog veel meer uren moeten maken om op hetzelfde niveau te komen quBOJ2a liveperformance.

Dan is het tijd voor de band waarvoor iedereen die avond is gekomen. Hoewel, een deel van het publiek lijkt er ook te zijn om op donderdagavond met vrienden en een biertje in hun hand bij te kletsen. Birth of Joy opent met ‘You Got Me Howling’, een eerder uitgekomen single van hun vanavond gereleasede album Get Well. Ook de daaropvolgende drie nummers zijn afkomstig van het nieuwe album. Hier lijkt het publiek niet erg van gediend te zijn. Bezoekers verliezen hun aandacht en er wordt in de zaal meer gepraat dan geluisterd.

Zenuwen niet merkbaarBOJ3

Gelukkig komen er vanavond ook wat oudere nummers voorbij, zoals het rauwere ‘Devils Paradise’ van het eerste album. Wel jaagt de band deze er helaas wat snel doorheen. Na ‘Numb’ van het nieuwe album laat de zanger/gitarist weten: ‘’We zijn echt fucking zenuwachtig, veel nummers doen we nu voor het eerst live.’’ Bravo Birth of Joy, dit is niet te merken. Er is vanavond weinig op het spel van de band aan te merken.

Het is mooi om te zien hoe de drie muzikanten op elkaar ingespeeld zijn. In ‘Envy’ zitten veel tempowisselingen waarbij ze elkaar perfect aanvoelen, en in meerdere nummers geven ze elkaar uitgebreid de ruimte om te soleren. Vooral de synthsolo in het bluesy ‘Midnight Cruise’ van de nieuwe plaat maakt veel indruk.

Psychedelisch hoogtepunt

Tijdens het oudere nummer ‘Dead Being Alive’ laat de band echt zien waartoe ze in staat is. Het nummer wordt lang uitgerekt en mondt uit in een intense climax. Ook het publiek weet dit te waarderen en er is eindelijk wat meer beweging te zien in de zaal. In de nummers daarna is de hoofdrol vooral voor de drums, naast vijf bekkens is er zelfs een gong meegenomen die de drummer in enkele intro’s gebruikt.

Het is jammer dat de band zichzelf een beetje teniet doet door de ironische opmerkingen tussendoor, bijvoorbeeld door na een van hun nieuwe nummers, als de laatste klanken nog niet eens zijn weggestorven, te melden dat ‘‘dat nummer echt een zware bevalling was’’. Ook de fel aanspringende lampen tussen de nummers door komen de sfeer niet ten goede.

Na het laatste nummer neemt de band niet de moeite om het podium te verlaten, maar gaat het, na het applaus, meteen door met de toegift. Birth of Joy heeft vanavond haar kwaliteit bewezen maar was nergens echt geniaal. Misschien was het te wijten aan een wisselwerking tussen de statische halfgevulde ruimte en de band. Gelukkig touren ze voorlopig nog met hun nieuwe album; gaat dat zien en help ze aan een volle zaal!

BOJ4