Boekenbal voor lezers
Boeken / Reportage
special: Het Boekenbal voor Lezers - 19 maart 2016
Boekenbal voor lezers

Bier, Literatur und noch ein bisschen tanzen

Waar kun je een boekenweek met het thema ‘Was ich noch zu zagen hätte’ nou beter afsluiten dan in Nijmegen? Dé studentenstad op een steenworp afstand van Duitsland.

Het statige Concertgebouw De Vereeniging bood een chique decor voor het laatste feestje van de Boekenweek. Centraal stond natuurlijk Duitsland – een relevant thema voor een literaire studentenstad op nog geen 15 kilometer afstand van de Duitse grens. Dit jaar vond Het Nijmeegs Boekenfeest er bovendien voor de tiende keer plaats. Reden om de afsluiter van de Boekenweek voor één keer om te dopen tot het ‘Boekenbal voor Lezers’.

Es gibt kein Bier auf Hawaii

De avond begint goed met het ensemble Frommermann, dat de hele zaal binnen een paar minuten aan het zingen krijgt met de blijkbaar voor iedereen nogal nostalgische hit ‘Es gibt kein Bier auf Hawaii, es gibt kein Bier, drum fahr ich nicht nach Hawaii, drum bleib ich hier.’ De toon is gezet.

Esther Gerritsen

Esther Gerritsen (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Was ich meine familien noch zu sagen hätte…

Deutsche Schlagers? Dan heb je aan Esther Gerritsen een goede. Vrolijk begint ze in de eerste minuten na opkomst nog méér Duitse slagers te zingen. Slechts een kleine greep uit haar volgens eigen zeggen ‘enorme repertoire aan smakeloze Duitse liederen.’ Een luchtig en interessant gesprek over haar schrijverschap én haar familie volgt. Zo vertelt Gerritsen dat de eerste zin van haar Boekenweekgeschenk Broer, ‘haar broer belde haar vlak voor hij zijn been zou verliezen’, gebaseerd is op een echte gebeurtenis uit haar vaders leven. En over haar fascinatie met familie: ‘Interessant aan familie is dat het totaal verschillende personen zijn die anders voor geen goud bij elkaar zouden zijn. En die moeten het dan samen maar rooien.’ Haar personages komen dan ook vaak in de problemen met familierelaties. ‘Dat doe ik expres natuurlijk, want ik geniet daarvan. Net als ik, hebben mijn personages in die relaties vaak een zekere afstand tot de werkelijkheid. Ze observeren de situatie.’

Dennis Gaens

Dennis Gaens (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Jonge schrijvers maken indruk

Na Gerritsen is het tijd voor de jonge generatie schrijvers. Ook zij putten uit hun eigen ervaringen met familie. Neem Dennis Gaens en Lotte Lentes; twee jonge schrijvers die allebei een Duitse vader hebben. Gaens, oud-stadsdichter van Nijmegen, heeft bovendien een Duits paspoort en spreekt de taal vloeiend. Maar is hij dan ook echt Duits? Hij onderzocht het en komt tot de conclusie: echte Duitsers vertellen alleen het broodnodige. Dus nee.
Lotte Lentes weigerde – in tegenstelling tot Dennis Gaens – om tweetalig te worden opgevoed. Toch neemt ze haar Duitse vader als uitgangspunt en vertelt over het belang van zijn ‘tweede blik’, waardoor je de dingen beter leert kennen. En mooi voordragen kan ze ook nog eens.

Charlotte Mutsaers

Charlotte Mutsaers (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Zeiktijd

Vreemd maar eigenlijk heel grappig is het hierop volgende optreden van Charlotte Mutsaers, die werd geïnterviewd over de Duitse psychiater Heinrich Hoffmann en zijn populaire licht-sadistische kinderboeken. Meisjes die spelen met vuur en dat moeten bekopen met de dood, dat soort dingen.  Mutsaers heeft in ieder geval geen zin om er al te diep op in te gaan. Ze lijkt juist vooral te genieten van dat sadistische element. Waarom? ‘We leven in een zeiktijd. Die opvoeding van nu waarin alles altijd “samen” is, is ongezond. Dus het is héél gezond om dit leuk te vinden.’

Inmiddels is de avond verder gevorderd en zijn de grijze haren van het begin ingewisseld voor iets meer vlotte knotjes en hippe brillen. Nijmegen is tenslotte toch ook nog een studentenstad, en dat wordt nu duidelijk. Sowieso heeft de organisatie van het Boekenbal voor Lezers een goede mix van gevestigde namen, aanstormend talent en wetenschappers geprogrammeerd. Fijn is dat je aan het eind van de avond eindelijk gehoor kan geven aan dat ene Duitse zinnetje dat na lezen van het programma steeds blijft opkomen: ‘Nein mann, ich will noch nicht gehen. Ich will noch ein bisschen tanzen.’ Op naar de Duitse disco en prost op een geslaagde afsluiter van de Boekenweek in Nijmegen.

Delain - Lunar Prelude
Muziek / Album

Een fijn tussendoortje

recensie: Delain - Lunar Prelude
Delain - Lunar Prelude

Naast dj’s zijn symfonische metalbands een groot muzikaal exportproduct van Nederland. Delain is zo’n metalband die internationaal hard aan de weg aan het timmeren is. Ze stonden al in het voorprogramma van Within Temptation en spelen momenteel in het voorprogramma van de Noord-Amerikatour van Nightwish. Afgelopen maand brachten ze een EP uit, als voorproefje op het nieuwe album dat dit jaar nog gaat komen.

Delain bestaat inmiddels al meer dan tien jaar. De band begon als project van Martijn Westerholt (ex-toetsenist van Within Temptation), die verschillende muzikanten van (symfonische) metalbands uitnodigde om een album op te nemen.

Eigen stijl
Op het debuutalbum Lucidity spelen en zingen artiesten van bands als Nightwish, Epica, Within Temptation en Leaves’ Eyes, maar Charlotte Wessels was toen ook al hoofdvocalist. Het project ontwikkelde zich uiteindelijk tot een vaste band met Charlotte als zangeres. De invloeden van Within Temptation en Nightwish zijn op de eerste albums duidelijk te horen, maar de band ontwikkelt steeds meer een eigen stijl en verwerft meer bekendheid door regelmatig in de voorprogramma’s van Nightwish en Within Temptation te spelen.

Dat Delain steeds meer een eigen stijl vindt is te merken aan de nieuwe EP Lunar Prelude, met twee nieuwe nummers, een aantal live versies en nieuwe versies van eigen nummers. De nieuwe single ‘Suckerpunch’ is een bombastisch nummer met veel elektrische klanken, dat goed in het gehoor ligt en geschikt is voor een breed publiek. Is dit de nieuwe kant die Delain op wil gaan? De tweede nieuwe track is echter weer totaal anders en past eerder in de symfonische stijl die de band al had. Om kennis te maken met Delain is ‘Suckerpunch’ een goed nummer, om daarna te beginnen met het ‘echte werk’ zoals ‘Turn The Lights Out’.

Zoet houden
Lunar Prelude is een goed tussendoortje dat de honger naar het nieuwe album even stilt en de nieuwsgierigheid alleen maar groter maakt. Naast twee nieuwe nummers staat er een nieuwe versie van ‘Don’t Let Go’ op de EP, een aantal live-versies van nummers van voorgaande albums en een orkestrale versie van de single ‘Suckerpunch’. Hierdoor krijgt de EP de lengte van een album, om de fans even zoet te houden.

Na een tour door de VS in het voorprogramma van Nightwish treedt Delain in april, mei, september en oktober op in Nederland.

Rollercoaster
Theater / Reportage
special: Scapino Ballet Rotterdam - ROLLERCOASTER
Rollercoaster

Adrenaline als verbindende factor in ROLLERCOASTER

Onder de noemer ROLLERCOASTER trekt Scapino Ballet Rotterdam dit jaar met TWOOLS 17 (2015) het land in. Acht dansstukken achter elkaar gezet; geen pauze, daar is de energie te hoog voor. Voor de leek is het een ideale kennismaking met het danspalet en voor de kenner een luchtige verademing.

Eigenaardige Golden oldies van Marco Goecke

In ROLLERCOASTER geen premières maar veelal reprises afgewisseld met twee golden oldies van ex-huischoreograaf Marco Goecke. Experience van Lauren Flament, onderdeel van TWOOLS 17, is in dit programma vervangen door Goecke’s Ring Them Bells (2007). Met Liza Minelli door de speakers hebben de dansers zichtbaar plezier. Het duet is losjes opgezet,met flapperende handjes en loshangende spieren. Er is ruimte voor een lach, lichamelijk contact en zelfs een skateboard. In Vuurvogel (2010) komt Goecke’s donkere kant goed naar voren. Vanuit de duisternis trippelen Scapino-legendes Mischa van Leeuwen en Bonnie Doets om de beurt de spotlight in. Het hele lichaam gespannen, met de armen gestrekt zijn hun snel trillende handen slechts wazen. Deze choreografie vergt vooral virtuositeit in het bovenlichaam. Ze lijken uit een Tim Burton-film gestapt, elegant maar eigenaardig. De vuurvogel en haar prins zijn schichtig in hun contact, maar voor het daglicht hen bereikt vinden ze elkaar in de schemer.

Wubbe’s sierlijke stempel

RollercoasterOp de muziek van progressieve rockband NITS maakte Ed Wubbe Les Nuits en The Red Dog. De twee dansstukken omlijsten de rest van ROLLERCOASTER en zijn teasers van de nieuwe voorstelling TING!, een samenwerking met NITS en de opleiding Circus Arts van Codarts. Wubbe maakt er een feestje van, steekt de dansers in smoking en voegt er zelfs wat attributen bij. Zijn choreografische stempel druipt van beide stukken af. Niet verkeerd, sierlijk zeker maar vooral vertrouwd. Het stukje slapstick komt, anders dan bij Exquisit en Ring Them Bells, te geforceerd over.

Heerlijk ongemakkelijk met Landerer

Felix Landerer’s Exquisit is net een abstracte versie van een aflevering The Big Bang Theory. Het zijn allemaal nerds, hoe – zeer gecontroleerd – stuntelig ze zich presenteren aan hun publiek. In hun blauwe pantalons en blouse, netjes met het bovenste knoopje dicht, zijn ze heerlijk ongemakkelijk. Landerer verweeft urban grondwerk van de straat soepel met hedendaagse en moderne technieken van de school. Flow wordt afgestompt in gehoekte ellebogen, knieën en enkels, van waaruit vervolgens nieuwe energie en een haakse beweging ontstaan. De choreografie zou ook goed zonder de muziek en zang van Sufjan Stevens overeind blijven. Het einde wel mag alleen iets minder ongemakkelijk.

Serussi’s gouden glimmer

RollercoasterDe bewegingsidioom van Itamar Serussi is net als dat van Landerer bijzonder origineel. Na zijn indrukwekkende – avondvullende – Henry is That’s the worst thing I could do… slechts een (gouden) glimmer van zijn kunnen. Zijn stijl is herkenbaar aan de dansers die versplinterd over elke centimeter van de vloer ieder hun eigen draai vinden. Dit keer heeft het ensemble wat weg van een stel strijders van een Egyptische farao. Er is iets meer show en shine dan in Henry. Serussi is toch wel de Kandinsky van de dans. In zijn werk kies je zelf waar je kijkt. Tableau vivantje hier, een schrijnende kreun daar. En alles op door Richard van Kruysdijk uit elkaar getrokken songs, geluidseffecten en dreunende beat.

Natuur centraal bij inventieve Dubbe en Doda

Soms ontstaat er per ongeluk een overeenkomst, een lijn tussen de voorstellingen. Zo spreken Joeri Dubbe en Gentian Doda beide de relatie tussen mens en natuur aan in hun werken Raven’s Home en Kha. Dubbe neemt de kraai als uitgangspunt en transformeert het ensemble in een zwerm. Nieuwsgierig bewegen de dansers spastisch hun koppen in de rondte, gespreide vingers hoog achter de rug suggereren vleugels. Bewonderenswaardig hoe gearticuleerd en messcherp Dubbe het waakzame en onheilspellende van de kraai heeft weten te abstraheren tot deze prachtige dans. In Kha gaat het om overleven. Kruipend en krioelend vechten de dansers zich als kleine monsters naar boven, naar het streepje licht. Je ziet alleen wat benen en armen zwaaien, af en toe een gezicht dat angstig opkijkt. Het stuk ontwikkelt van kruipen naar staan en laat zo de evolutie letterlijk zien. De Albanese choreograaf speelt inventief met meest simpele menselijke symbolen. Uitstrekkende handen en omhelzingen verbeelden de mens in haar angst én liefde voor elkaar.

Adrenaline en bloemenregen

Het creëren van een avondvullende choreografie, zoals Serussi deed, is een uitdaging. Maar dat is het organiseren van een geheel programma als ROLLERCOASTER ook. Belangrijker nog is om te bedenken hoeveel talent en professionaliteit het van de dansers vergt om tijdens een programma als dit tussen zulke uiteenlopende energieën te moeten schakelen. Toeschouwer en danser stappen wat dat betreft in dezelfde rit, adrenaline is dat wat hen verbindt. Tijdens de premièreavond bedankte Scapino Ballet Rotterdam haar publiek, trouw en nieuw, met een regen aan bosjes bloemen.

 

 

Theater / Voorstelling

De Freudjes zijn komisch, scherp en herkenbaar

recensie: mugmetdegoudentand - De Freudjes, geen familie

In De Freudjes, geen familie komen drie zussen samen omdat hun moeder op sterven ligt. Elke zus heeft echter ook haar persoonlijke sores, die ze zonder omhaal op de borden van de andere zussen smijt. Oude familiepijnen worden zo beroerd en relaties worden onder druk gezet. Het levert veel komische, scherpe en bovenal herkenbare (familie)situaties op.

Het decor van De Freudjes, geen familie is een semi-abstract vormgegeven woonkamer met een trap naar boven, alwaar moeder Freud in bed ligt. De meubelstukken stralen iets rommeligs en achteloos uit; een sfeer die wellicht kenmerkend is voor veel Nederlandse woonkamers. In dezelfde soort onopvallende stijl zijn de drie zussen gekleed; degelijk, misschien ietwat truttig, maar verder ‘gewoon, normaal’. Hun persoonlijkheden zijn ook herkenbaar. Mugmetdegoudentand karakteriseert Mathilde (Lineke Rijxman), Anna (Ariane Schluter) en Renée (Karina Smulders) als respectievelijk ‘Reddende Helper’, ‘Drama-Queen’ en ‘Workaholic’. Alle drie de actrices overtuigen; ze zijn consequent en brengen de scherpe, humoristische oneliners met verve.

De Freudjes, geen familieKomische botsingen

Mathilde en Anna hebben hun jongste zus Renée opgeroepen om naar huis te komen. De reden: hun moeder heeft niet lang meer. Mathilde werkt al een hele tijd hard om alle mantelzorgtaken piekfijn uit te voeren. Hierdoor zijn haar eigen behoeften ondergesneeuwd geraakt. Ze heeft daarom regelmatig neurotische uitbarstinkjes. Zo maant ze af en toe met ‘geweld’ een ander personage tot stilte. Ze gooit bijvoorbeeld met opzet gloeiende thee over iemand heen of douwt ineens een heet borrelhapje in iemands mond.

Anna heeft zichzelf toen haar man Hector haar verliet – niet voor zomaar een andere vrouw, nee, voor ‘een jongere versie van zichzelf’ – ook nog aan Mathilde vastgeklampt. Ze grijpt elk moment aan om in de schijnwerpers te zetten hoe ontzettend zielig ze is. Daar slaat ze grote glazen wijn bij achterover. Het beginbeeld bestaat dus uit een clash tussen een neuroot en een aandachttrekker – en het zet zo meteen de humorvolle toon die de voorstelling grotendeels zal vasthouden.

Dol gesprek

Dan staat Renée voor de deur. Ook zij zit in de stress. Haar geldingsdrang zorgt ervoor dat ze haar werk geen moment kan loslaten. Al snel blijkt dat Mathilde en Anna hun zusje niet hebben laten opdraven omdat hun moeder binnenkort zal sterven. In plaats daarvan wilden ze graag dat Renée ook eens aandacht zou besteden aan de situatie. Natuurlijk kan Renée dat niet waarderen. Toch blijft ze hangen. De zussen raken in een vaak dol gesprek over de situatie, over hun eigen sores, en uiteindelijk ook over hun relaties tot elkaar. Ze concluderen dat ze allemaal gewoon graag hebben dat er iemand voor ze zorgt en van ze houdt. ‘Wat te doen met moeder?’ blijft ook een belangrijk thema. Steeds komt deze vraag terug. Had moeder het nou wel gehad met leven? Wilde ze euthanasie? De Freudjes, geen familieWas het zo erg nog niet? Het is een zwaar thema dat luchtig wordt gebracht.

Dat is ook de achilleshiel van deze voorstelling: doordat veelal de komedie wordt benadrukt, is het soms lastig om helemaal mee te gaan met de tragische elementen van het verhaal. De typetjes staan, maar doordat het typetjes zijn en ze dus een bepaalde oppervlakkigheid behouden, is het niet altijd makkelijk om met ze mee te leven als ze écht omvallen van ellende. Daarvoor hebben we al te veel gelachen om de eerdere narigheid. Desalniettemin schetst Mugmetdegoudentand met De Freudjes, geen familie over het algemeen een scherp en herkenbaar (familie)beeld in een humoristische sfeer.

Simone Kleinsma
Theater / Voorstelling

Simone gooit het over een andere boeg

recensie: Theatershow Simone! @ Stadsschouwburg Deventer
Simone Kleinsma

Simone Kleinsma valt meteen met de deur in huis en laat weten dat het een intieme soloshow gaat worden met alleen een pianist (Bernd van den Bos). Niet omdat ze geen rollen meer zou krijgen, maar omdat ze even wat anders wil dan een grote musical. Het derde soloprogramma van Simone Kleinsma is inderdaad een intieme avond zonder poespas.

Musicalster Simon Kleinsma gooit het, na haar succesvolle soloshows Songs From The Heart (2008/2009/2010) en Simone’s Songbook (2010/2011), over een andere boeg. Geen dansers, geen orkest, maar ontroerende anekdotes en bijzondere liedjes.

Grappig en ontroerend
Voor het eerst geeft Simone een inkijkje in haar leven. Dat doet ze niet alleen met grappige anekdotes, maar ook met ontroerende verhalen. Ze vertelt over complimenten met een dubbele laag, het gebit van tante Ida dat kwijt is, over ouderdom en over loslaten. Simone weet de aandacht van het publiek vast te houden door beeldend te vertellen en soms stukjes te acteren. Af en toe lijkt het ook of ze een rol speelt als ze over haar eigen leven vertelt, maar als het emotioneel wordt zien we de echte Simone.

Hoogtepunt
Het dramatische en muzikale hoogtepunt is het nummer voor de pauze ‘Verloren’, een bewerking van ‘Je Suis Malade’ van Serge Lama. Simones vertolking geeft je kippenvel, maar het publiek wordt ruw uit zijn emotie gehaald als het ineens pauze blijkt te zijn. De voorstelling wordt steeds persoonlijker en werkt toe naar het moment waarop Simone praat over het thema ‘loslaten’. Ze vertelt over haar moeder, die zes jaar geleden is overleden toen Simone ook op solotour was, over haar doodgeboren dochtertje dat nu bijna volwassen zou zijn en over haar liefde voor haar man. Ze doet dit met weinig woorden, maar weet de emotie goed te vatten in de liedjes die ze zingt.

Bijzondere liedjes
Naast mooie anekdotes wordt de meeste tijd gevuld met het zingen van liedjes. De show bevat er maar liefst 27 en duurt zo ruim twee uur (exclusief pauze). Opvallend is ook het repertoire dat Simone zingt. In voorgaande shows bestond dit vooral uit musicalnummers, grotere shownummers en bewerkingen van een aantal bekende liedjes. Deze show is voor het eerst helemaal in het Nederlands, met veel bewerkingen van Franse en Nederlandse liedjes, en liedjes die bekend in de oren klinken maar die je niet meteen kunt plaatsen.

Net als in haar andere shows zingt ze een aantal Nederlandse versies van liedjes van Charles Aznavour, zoals ‘Voor mijn dochter’, dat ze zingt voor haar doodgeboren dochtertje. Ook is er een drietal liedjes speciaal gemaakt voor de voorstelling, onder meer ‘Liedje voor jou’ dat ze zingt voor haar man.

De musicalster is met al haar successen geen diva geworden, maar staat nog met beide benen op de grond. Na de show is er dan ook nog tijd voor een kort praatje tijdens een signeersessie. Ze laat weten dat ze deze avond op een gegeven moment een kikker in haar keel had. Dat niemand dit opviel, laat zien hoe professioneel Simone is. De show zorgt voor een mooie en bijzondere avond, zonder opsmuk. Simone inspireert, niet alleen met haar stem maar ook met haar levensverhaal.

Gezien: 16 maart Stadsschouwburg Deventer

Paper Kites
Muziek / Concert

Enthousiaste fans, intieme sfeer en onzichtbare inkt

recensie: The Paper Kites @ Paradiso
Paper Kites

“I believe I am getting a bit emotional now.” Het is niet vreemd dat het zanger Sam Bentley even teveel wordt tijdens zijn eerste optreden in Amsterdam: alles lijkt hem en zijn band The Paper Kites mee te zitten op deze dinsdagavond. Wegens de succesvolle kaartverkoop werd het optreden van de Australische band al naar de grote zaal van Paradiso verplaatst, en nog voor de eerste noten klinken, is de zaal al razend enthousiast. Amsterdam heeft lang moeten wachten op dit optreden en dat is te merken.

De band was in Nederland vanwege het in 2015 verschenen album twelvefour. De titel verwijst naar de tijd tussen twaalf en vier uur ’s nachts – in deze uren schijn je het creatiefst te zijn. Voor Bentley een reden om alle nummers midden in de nacht te schrijven. Met twelvefour lijken The Paper Kites een nieuwe weg in te slaan: de sprookjesachtige folkmuziek van eerdere albums maakt plaat voor een volwassener geluid met een elektronisch tintje. Toch is het nog steeds onmiskenbaar een plaat van The Paper Kites, en dat is mede de danken aan de altijd even poëtische teksten van Bentley.

Intieme sfeer

De set begon met het mooie ‘Electric Indigo’, dat al veel radio-aandacht heeft gekregen in Nederland. In dit nummer is goed de langzame, dromerige stijl te horen die kenmerkend is voor twelvefour. Diezelfde stijl kwam terug in, bijvoorbeeld, het prachtige ‘Revelator Eyes’ en ‘I’m Lying To You Cause I’m Lost’. Toch werden er maar weinig liedjes van het nieuwe album gespeeld; de band speelde voornamelijk oudere nummers van States en Woodland EP. Juist omdat de muziek op deze eerder verschenen albums zo verschilt van twelvefour leverde dit een afwisselende set op.

Een van de hoogtepunten was het nummer ‘Bloom’, wellicht het bekendste nummer van de band. Het publiek, dat zich tot dat moment redelijk koest had gehouden, begon heel zachtjes mee te zingen. Net hard genoeg om het te kunnen horen, maar niet hard genoeg om het over te nemen van Bentley. Die samenzang zorgde voor een mooie sfeer die goed paste bij het nummer. Voor even werd het in Paradiso nóg intiemer, en mocht het publiek onderdeel uitmaken van de band.

Die intimiteit was kenmerkend voor de sfeer gedurende de rest van het optreden. Er werd nauwelijks gepraat tussen de nummers door, en weinig fans haalden hun camera of telefoon tevoorschijn. Dat zorgde ervoor dat het publiek The Paper Kites de volledige aandacht kon geven. Aandacht die ze verdienden.

Onzichtbare inkt

Misschien werkte dit enthousiasme aanstekelijk, want ook de band had kreeg zichtbaar steeds meer plezier in het optreden. Ze prezen de zaal en het publiek meerdere keren op de avond, en Bentley vulde de stiltes tussen nummers met grapjes en verhalen. Zo vertelde hij over het nummer ‘Paint’ dat hij met onzichtbare verf een boodschap voor een ex-vriendin op zijn plafond had opgeschreven, waarin hij zijn liefde aan haar verklaarde. Om er daarna achter te komen dat de verf niet zo onzichtbaar was als hij had verwacht. Toen de relatie uit ging, moest Bentley natuurlijk het plafond opnieuw schilderen, wat ook een symbolische betekenis had die terug te horen is in ‘Paint’.

Als toegift werd nog een prachtige versie van het bekende ‘Featherstone’ gespeeld, waarna het publiek de band trakteerde op een lang, daverend slotapplaus. Het is duidelijk: Paradiso had The Paper Kites  niet beter welkom kunnen heten in Amsterdam. Niet gek dus dat Bentley de hoop uitsprak snel terug te komen en dat wij die hoop delen.

Pepijn Lanen
Boeken / Fictie

Rappende roman

recensie: Pepijn Lanen - Naamloos
Pepijn Lanen

Velen kennen Pepijn Lanen beter als Faberyayo, de rapper en tekstschrijver van De Jeugd van Tegenwoordig. Zijn achtergrond in de Nederhiphop schijnt door in zijn debuutroman, die als rauw, eerlijk en humoristisch wordt gepresenteerd.

Lanen debuteerde als romancier met de bundel Sjeumig, die in 2013 door Ambo Anthos werd uitgegeven. De verhalen in Sjeumig hadden surrealistische, absurdistische en sprookjesachtige elementen in combinatie met beschrijvingen van de banale realiteit. In zijn debuutroman Naamloos gaat Lanen op diezelfde voet verder.

Taalvernieuwing

Naamloos gaat over een maand uit het leven van een jonge dertiger, die zijn eigen naam vergeet en worstelt met alledaagse taferelen. De hoofdstukken zijn bijzonder kort en bevatten de inhoud van de dagen van de desbetreffende maand. De lezer volgt zodoende continu de verloren hoofdpersoon, al zijn de hoofdstukken niet telkens op chronologische wijze geordend.

Het vermogen tot taalvernieuwing en de creativiteit en handigheid met woorden spatten van de pagina’s af. De vaardigheden die Lanen als tekstschrijver van songteksten heeft opgebouwd, zullen door niemand onopgemerkt blijven. Daarbij komt dat de beelden die opgeroepen worden in de meeste gevallen origineel en geestig zijn.

Mager als verhaal

De keuze om met korte hoofdstukken te werken lijkt een goede te zijn, want de kwaliteit van deze debuutroman ligt vooral op zinsniveau. Naamloos is een opeenstapeling van literair interessante passages en vernieuwende metaforen. De keerzijde hiervan is echter dat de roman als geheel weinig inhoud heeft en dat het plot flinterdun is.

Potentie als romanschrijver heeft Lanen wel. Om zijn talent volledig tot wasdom te laten komen, zal hij in de toekomst toch iets minder moeten leunen op de ironische en melancholische stijl. Wat betreft de ontwikkeling van de karakters en de constructie van het plot is er nog ruimte voor verbetering.

Jong en zoekende

De roman van Lanen is vergelijkbaar met het klassieke Less than Zero van Bret Easton Ellis als het om de leefwereld en het wereldbeeld van het hoofdpersonage gaat. De naamloze held van Naamloos doet aan drank, drugs en seks terwijl hij zoekt naar verheffing in een teleurstellende en grijze wereld. Op stilistisch niveau is Naamloos net zo boeiend als Less than Zero, maar als verhaal weet het minder te overtuigen.

Wie Naamloos leest zal een aantal malen hardop lachen, een paar keer versteld staan van de interessante vergelijkingen en geconfronteerd worden met een intrigerende mengeling van het absurde en het alledaagse. Het stilistische vertoon hoeft een sterke verhaallijn niet in de weg te staan, maar als geheel is de roman toch vlak en vluchtig te noemen.

Judith versus Edith
Kunst / Expo binnenland

Judith versus Edith; Twee vrouwen rond het fin de siècle

recensie: Klimt-Schiele
Judith versus Edith

De tentoonstelling over Gustav Klimt (1862-1918) en Egon Schiele (1890-1918), nu te zien in het Gemeentemuseum Den Haag, beslaat slechts vier zalen. In twee zalen bevinden zich de eyecatchers. In de ene zaal wordt het decadente portret van Judith I (1901) getoond, geschilderd door Klimt; in de andere het eenvoudige portret van Edith (1915) gemaakt door Schiele. Waarom is aan deze twee werken een speciale tentoonstelling gewijd?

Fin de siècle

In het Wenen van het fin de siècle draait het allemaal om het verschil tussen openbaar gedrag, dat onberispelijk moet zijn, en de wereld achter gesloten deuren, waar van alles mag. Van mannen wordt verwacht dat zij eerst in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, alvorens in het huwelijksbootje te stappen. Dat gebeurt zo rond vijfentwintig jarige leeftijd. Voor die tijd zoekt hij zijn genot en vertier in andere regionen, maar vooral bij prostituees. Er wordt geschat dat negentig procent van de mannelijke bevolking in die tijd gebruik maakte van deze diensten. Klimt en Schiele vormen hier geen uitzondering op. De gemeenschappelijke obsessie van Klimt en van Schiele is de vrouwelijke seksualiteit.

Judith versus Edith

Gustav Klimt: Judith I, 1901, Olieverf en verguldsel op doek. Österreichische Galerie Belvedere © Belvedere, Vienna

Judith

De eerste twee zalen zijn gedecoreerd met geometrische patronen in zwart en wit. Aan de wanden hangen tekeningen van met name vrouwen van de kunstenaars Kokoschka, Klimt en Schiele. Er bevindt zich maar één tekening in kleur. Vanuit zaal twee is er een opening naar de derde zaal. Een overgang van strakke geometrie naar een schemerige boudoirachtige sfeer. De wanden zijn gedecoreerd met verlichte parfumflesjes met als decoratie een fragment van ‘het schilderij’. Want daar hangt ze dan, de beroemde Judith, die zojuist een moord heeft gepleegd. Groot is het schilderij niet, het heeft maar een afmeting 84 bij 42 centimeter en is geschilderd met olieverf en bladgoud. Het beeld wordt omkaderd door een goudkleurige lijst met bovenin de namen Judith and Holofernes. De verwachting is iets veel groters naar aanleiding van het Bijbelse verhaal van de Joodse Judith uit het Oude testament. Er is geen zwaard en geen tent te zien in het schilderij. Ook het hoofd van Holofernes is maar vaag rechts onderin te zien. Het gaat hier ook niet om het Bijbelse verhaal, het is de bedoeling dat alleen Judith de aandacht op zich vestigt. De vrouw die Klimt inspireerde tot het schilderij Judith was de Joodse vrouw Adèle Bloch-Bauer. Wat je hier ziet is een moderne vrouw, weergegeven als een femme fatale, halfnaakt, een extatische blik in haar ogen, een Weens kapsel en met een gouden collier de chien rond haar nek.

Judith versus Edith

Egon Schiele: Portret van Edith (vrouw van de kunstenaar), 1915 Olieverf op doek Gemeentemuseum Den Haag

Edith

De vrouw die Schiele inspireert is Edith Harm, dochter van een spoorwegmedewerker, waar hij in 1915 mee trouwt.  Hoewel hij juist bekend staat om zijn expliciet erotische naakten, schildert hij zijn vrouw in haar hoog gesloten huwelijksjurk. Die jurk maakte Edith zelf van de gestreepte gordijnen uit Schieles atelier. De wanden van de zaal zijn ook gedecoreerd met een zelfde soort gestreepte gordijnen, waardoor je een besloten gevoel ervaart. Edith staat er nogal houterig bij met haar armen slap langs haar lichaam. Een portret van een femme fragile, een brave echtgenote. Want hoe mooi een femme fatale ook is, je trouwt er niet mee.

Het gaat in deze tentoonstelling niet alleen om twee schilderijen, maar ook om de hele wereld erachter, het gedachtegoed van het fin de siècle en dan met name hoe de vrouw wordt gezien door de ogen van mannen. Ondanks dat blijft de vraag: ‘Had men hier niet iets meer van kunnen maken?’ Qua inrichting heel bijzonder, maar qua inhoud te summier.

Only the Sound Remains
Muziek / Concert

Alleen het geluid blijft

recensie: Only the Sound Remains – opera van Kaija Saariaho
Only the Sound Remains

De Finse componiste Kaija Saariaho creëert in haar vierde en nieuwste opera Only the Sound Remains een intieme klankwereld. De muziek wordt door zeven musici plus vier zangers in de bak en twee solisten op het toneel uitgevoerd. Toch is er geen sprake van kamermuziek. Door de minimalistische aanpak komen details zoals fluisteren, ritselen, ruisen en elektronica in de grote zaal van het Muziektheater goed uit de verf en de sound verrast met een sonore complexiteit.

Verder dan de dood

De twee Japanse stukken uit het Nôh-theater handelen op het eerste gezicht over twee verschillende gebeurtenissen. Toch legt de befaamde Peter Sellars een link tussen de twee vertellingen. In het eerste verhaal ‘Always strong’ beklaagt een jonge luitspeler, die een gewelddadige dood gestorven is, zich dat hij zijn lichamelijke geluk kwijt is. Zijn geest bespeelt de luit nog wel maar ook die verdwijnt. De klank blijft als enige herinnering in leven.

In het tweede verhaal ‘Feather Mantle’ vindt een visser een verenmantel. De engel die de mantel kwijtraakte verschijnt maar de visser weigert zijn vondst terug te geven. Uiteindelijk laat de oude man zich overhalen als de engel belooft onder hemelse muziek voor hem te dansen. De engel krijgt de mantel en betovert de man met zijn bewegingen totdat hij helemaal verdwijnt. De muziek is alles wat de visser nog aan de engel herinnert. De titel Only the Sound Remains krijgt ook hier zijn invulling. Sellars verbeeldt de twee verhalen aan de hand van twee immense doeken, die de beroemdheid Julie Mehretu voor hem, zonder enige kennis van scenografie, ontworpen heeft. Met lichtspel dat aan 3D effecten doet denken komt hij dicht bij de zen filosofie. De boeddhistische gedachte over wat er in het leven echt toe doet rijst als een wijsvinger van de regisseur omhoog : niet het materialisme maar de spirituele muziek bezit de kracht verder dan het leven te gaan, zelfs over de dood heen.

 

Opera Forward Festival

Met dit stuk begon het tiendaagse Opera Forward Festival waarmee oprichter Pierre Audi de grenzen van een klassieke opvatting van het vierhonderd jaar oude genre wil openbreken. Helaas lijkt het concept van Only the Sound Remains nog te ver van onze perceptie te staan. Ondanks goede bedoelingen is de esthetische bewieroking te weinig om onze Westerse verbeelding te activeren. De ster van de avond: Philippe Jaroussky, countertenor, schittert samen met de jonge basbariton Davone Tines in wisselende rollen. Zelfs de geliefde stem van Jaroussky is echter machteloos tegenover de overkill aan mooie klanken zonder dramatiek. De grens tussen aards en hemels lijkt tijdens de twee uur lange voorstelling daardoor onbereikbaar, alsof we juist door het opkomende besef afgewezen worden in plaats van betrokken. Gebrek aan spanning, toch een basiselement van een opera, en het wegblijven van emotioneel hoogtepunt, nemen de kracht van de – weliswaar – bijzondere productie weg. Minimalisme mag de toekomsttendens zijn en op vernieuwing is ook niets aan te merken, maar toch pleit ik tenminste voor handhaven van de speelregels. Hoera voor de edele gedachte aan een frisse wind in de De Nederlandse Opera maar alstublieft zonder verlies van vorm en onze Westerse tradities!

 

Productie:

Peter Sellars – regie
André de Ridder – dirigent
Dudok Kwartet
Eija Kankaanranta (kantele)
Camilla Hoitenga (fluit)
Niek KleinJan (slagwerk)
Vocaal kwartet van het Nederlands Kamerkoor

 

Boeken / Fictie

Over waanzin en chimpansees

recensie: Yann Martel - De Hoge bergen van Portugal

In zijn nieuwste boek De Hoge bergen van Portugal beschrijft Yann Martel drie verschillende episodes uit het leven van drie verschillende mannen in drie verschillende periodes. Ze zijn verbonden door verdriet, rouw, Portugal, en chimpansees.

Verrassend genoeg komt het boek niet als een verrassing. In Het Leven van Pi schreef de fictieve auteur in het voorwoord dat hij oorspronkelijk een boek zou schrijven dat zich in Portugal, 1939, afspeelt. Maar dat verhaal bleek “emotioneel dood”, dus hij gaf het op. Met zo een aankondiging is het merkwaardig dat Martel het toch aandurft een boek te publiceren dat zich volledig in Portugal afspeelt, en deels in 1938. Het is dan ook een merkwaardig boek, waarin Martel gaten laat vallen en die probeert op te vullen met doorzichtige metaforen. Zo loopt een van de hoofdpersonen achteruit – hij heeft zijn rug naar de wereld toegekeerd.

Drie losse verhalen

In het eerste deel, ‘Thuisloos’, dat zich afspeelt in 1904, maken we kennis met de jonge Tomás. Hij is diep in rouw en geobsedeerd geraakt door het zeventiende-eeuwse dagboek van de waanzinnige Pater Ulisses. Tomás rijdt rond in een van de eerste auto’s van Portugal op zoek naar een “schat” beschreven en gemaakt door Pater Ulisses, die als missionaris in Afrika van zijn geloof is gevallen. Tomás kan amper auto rijden, en het verhaal gaat dan ook net als zijn autorit – met horten en stoten.

Het verhaal wordt abrupt afgebroken om door te gaan op oudejaarsavond 1938, waar de patholoog Eusebio Lozora nog aan het werk is in zijn werkkamer. Hij wordt onderbroken door zijn vrouw en een oude dame – beiden met vreemde verhalen, die uiteindelijk duidelijk maken wat er met Eusebio aan de hand is.

Chimpansees

Ook dit deel van het boek – getiteld ‘Thuiswaarts’ – komt resoluut tot zijn einde, om over te gaan op het laatste deel, ‘Thuis’. Dit deel, waarin de Canadese senator Peter Tovy de hoofdrol speelt, is veruit het vloeiendste van het boek, maar desalniettemin merkwaardig. Het is duidelijk dat dat Martels leidraad voor het hele boek was; onder het mom van rouw creëerde hij drie karakters die door waanzin gedreven worden. Dit komt pas goed tot uiting in het terugkerende thema van een chimpansee, waar alle drie de karakters mee te maken hebben. De laatste woont er zelfs mee samen. Het moge duidelijk zijn dat dit niet echt getuigt van gezond verstand. Waarom het een chimpansee moet zijn, is niet erg duidelijk. Dat Martel goed is in het beschrijven van dieren, waaronder chimpansees, wisten we al door Het Leven van Pi. In een interview met het Canadese CBC vertelt Martel dat dieren zo een belangrijke rol spelen in zijn boeken, omdat hij ze iets goddelijks toedicht.

De Hoge bergen van Portugal doet zijn titel in die zin eer aan, dat het sferisch mooi geschreven is. Iedereen die ooit in Portugal is geweest (en verder is gekomen dan het strand), kan het land voor zich zien. Verder werkt het boek niet echt naar een punt toe. Met de titels van de drie delen, Thuisloos, Thuiswaarts, en Thuis, heeft Martel het thema van ergens thuis horen in het boek willen verweven, maar zonder die titels was dat nooit opgevallen. De drie delen zijn eigenaardige, losse vertellingen van een episode uit het leven van drie eigenaardige, verdrietige mannen.