Boeken / Non-fictie

Een spannend verslag over het ontstaan van IS

recensie: Joby Warrick
 - Zwarte Vlaggen: de opkomst van IS

De Amerikaanse journalist Joby Warrick onderzoekt in zijn nieuwste boek Zwarte vlaggen de ontstaansgeschiedenis van Islamitische Staat (IS). Daarbij focust hij op één man in het bijzonder: Abu Musab al-Zarqawi.

Zwarte vlaggen is niet het zoveelste boek over IS. In tegenstelling tot veel andere boeken over het onderwerp, ligt de focus niet op sociologische of geopolitieke factoren, maar op menselijke actoren. Dat vergt uiteraard meer journalistiek ‘grondwerk’. Voor het boek heeft Warrick met veel mensen gesproken – niet met experts, maar met ervaringsdeskundigen.

Een groot deel van die gesprekken gingen over één man: Abu Musab al-Zarqawi. Aan het begin van het boek maken we kennis met de jongeman die als gewetenloze crimineel in de gevangenis is beland. Daar vindt de bekering plaats: hij vindt het geloof en verandert in een even gewetenloze terrorist. Wat niemand toen kon vermoeden, was dat deze bloeddorstige Jordaniër, die niet uitblonk in intelligentie of welbespraaktheid, uit zou groeien tot een van de meest invloedrijkste terroristen ter wereld.

Degelijk onderzoek

Warrick onderzoekt hoe zo’n onbeduidende crimineel uitgroeit tot een kopstuk van het internationale terrorisme. Zarqawi heeft hij nooit ontmoet, maar Warrick spreekt met mensen die hem dicht op de huid hebben gezeten. De belangrijkste daarvan zijn Basel el-Sabha, die dokter was in de gevangenis waar Zarqawi zat opgesloten, CIA-agente Nada Bakos die hem jarenlang heeft gevolgd en Abu Haytam, topambtenaar bij de Jordaanse inlichtingendienst die een groot deel van zijn werkende bestaan met Zarqawi in een kat-en-muisspel verwikkeld was. Zij geven een uniek inkijkje in de persoonlijkheid en de werkwijze van Zarqawi.

Zarqawi’s bloeddorstigheid stuitte zelfs op verzet van Osama bin Laden en Ayman al-Zawahiri, de nummer één en twee van Al Qaeda. Maar Zarqawi trok zich daar niet veel van aan. Hij had een helder doel voor ogen: Bin Laden overtreffen als de meest beroemde terrorist ter wereld.

Om dat te bewerkstelligen bereidde Zarqawi een aanslag voor die de grootste ooit zou moeten worden. Gelukkig werd het plan kort voor uitvoering ontdekt door de Jordaanse geheime dienst. De aanslag in de hoofdstad Amman zou naar schatting 80.000 (!) mensen het leven hebben gekost.

Lokale strijd

De lokale bronnen waarmee Warrick spreekt, maken inzichtelijk dat de strijd tegen het terrorisme vooral door lokale spelers wordt gevoerd: het leger, de geheime dienst en de bevolking. Zij zijn dan ook veruit het vaakst slachtoffer van terroristische aanslagen.

In de meeste boeken over dit onderwerp wordt vooral gekeken naar de gevolgen van Westers Midden-Oostenbeleid. Warrick toont aan dat de rol van het Westen veel geringer is dan vaak wordt gedacht.

Toenemende spanningen

Dat wil niet zeggen dat Warrick blind is voor de negatieve gevolgen van Westers beleid. De Irakoorlog creëerde volgens hem een ideale voedingsbodem voor terroristen. Maar Warrick laat daarbij duidelijk zien dat de chaos in Irak het gevolg was van doelbewuste acties van terroristen. Zo dreigde Zarqawi soennieten, die zich tijdens de eerste democratische verkiezingen verkiesbaar wilden stellen, te vermoorden. Een enkeling trotseerde die bedreigingen: Tariq al-Hashimi van de Iraakse Islamitische Partij besloot zich wél verkiesbaar te stellen. Hij betaalde daarvoor een zware prijs: twee broers en een zus werden vermoord.

Buiten politici werden ook kiezers bedreigd. Met name bij stemlokalen in soennitische gebieden werden veel aanslagen gepleegd. Als gevolg van deze terreurcampagne brachten slechts 2 procent van de soennieten hun stem uit. Omdat de sji’ieten en Koerden wel waren gaan stemmen, waren de soennieten in de politiek nauwelijks vertegenwoordigd. De sektarische spanningen namen daardoor toe: precies wat Zarqawi wilde.

Toen vervolgens belangrijke sji’itische heiligdommen, waaronder de Gouden Moskee, werden opgeblazen, liepen de sektarische spanningen helemaal uit de hand. De burgeroorlog ging de meeste bloedige fase in.

Verslagen

Eind 2006 begon het tij te keren. Zarqawi werd dat jaar gedood door een Amerikaans bombardement. Kort daarna brak de Anbar-Awakening uit: soennitische stammen in de provincie Anbar kwamen in opstand tegen Al Qaeda’s overheersing.

Vervolgens besloot George W. Bush het aantal Amerikaanse troepen op te voeren. Ook werd gekozen voor een agressievere tactiek jegens de terroristen. Met succes: in 2008 was Al Qaeda’s rol in Irak uitgespeeld.

Wedergeboorte

Het keerpunt kwam in 2011. Drie ontwikkelingen droegen bij aan de wedergeboorte van Al Qaeda in Irak, dat zich inmiddels had omgedoopt tot ISIS. De terugtrekking van de Amerikaanse troepen was de eerste. Kort daarna vaardigde de sji’itische premier een arrestatiebevel uit tegen de eerder genoemde soennitische vice-president Tariq al-Hashimi die daarop naar de autonome Koerdische regio vluchtte. Dat zette kwaad bloed bij de soennieten.

Het derde omslagpunt vormde de opstand in buurland Syrië tegen het regime van Bashar al-Assad. De terroristen uit Irak maakten gebruik van het ontstane machtsvacuüm. Daar bouwden zij hun organisatie opnieuw op om in de zomer van 2014, sterker dan ooit tevoren, terug te keren in Irak. De rest is geschiedenis – en helaas nog altijd actualiteit.

Het boek geeft een goed beeld van de ontstaansgeschiedenis van IS maar is tegelijk meer dan dat: het zegt een hoop over het hedendaagse islamistisch terrorisme in het algemeen. Warricks focus op lokale actoren geeft een veel completer beeld van het terrorisme en de strijd daartegen. Iedereen die zich wil mengen in het debat over de strijd tegen het terrorisme zou er goed aan doen dit boek te lezen.

Boeken / Fictie

Het hart hongert naar vervulling

recensie: Renate Dorrestein - Zeven soorten honger

Een week in het bestaan van een instituut dat rijke dikkerds helpt zoveel mogelijk gewicht te verliezen, gerund door een nouveau riche echtpaar dat hun leven in sneltreinvaart ziet ontrafelen: laat het aan Renate Dorrestein over om er een gedegen, maar weinig vernieuwende roman over te schrijven.

De perfect gestileerde Nadine Ravendorp runt samen met haar echtgenoot Derek het William Bantinginstituut, waar corpulente heren een jaarsalaris als borg inleggen om hun streefgewicht te halen. Nadine noemt dat een kwestie van ‘de juiste motivatie aanboren’ en is trots dat het instituut, in de vijfentwintig jaar dat het bestaat, nog nooit heeft gefaald. Overigens is er geen sprake van een afvalkliniek; in het William Banting gaan de gasten, overwegend hoge piefen uit het bedrijfsleven, onder begeleiding van personal trainers aan de slag met ‘leefstijlverbetering’. Hun maag wordt onderhouden met chique maaltijden als ‘een gegrild plakje aubergine, afgeblust met balsamicoazijn en omkranst met een spoortje frambozencoulis’ en vertier vindt men in de sauna of op de tennisbaan.

Divers vlees in de kuip…

Zoals het een roman van Dorrestein betaamt, loopt deze overzichtelijke wereld al snel helemaal in de soep. Het begint wanneer Nadine met een paar wijntjes op een dakloze aanrijdt en hem mee naar huis neemt, in de hoop een aanklacht te kunnen ontwijken. Het lijkt deze ‘neef Helmut’ uitstekend te bevallen in het luxueuze William Banting. Tel daarbij op dat de zaken niet meer zo goed gaan als voorheen. Dat de heer Voetemans, de nieuwste gast, besluit zijn anorectische tienerdochter mee te nemen en dat Derek een aantal dagen vertrekt om te spreken op een symposium, waar ook niet alles in de haak is, en de chaos is compleet. Doorspekt van voedselmetaforen komen in het boek alle soorten honger aan bod: die van het oog, de neus, het oor, de mond, het hoofd, de maag, en last but not least: de honger van het hart.

…maar geen vlees zonder

Die honger van het hart laat Zeven soorten honger onvervuld. Dorrestein, een van ’s lands meest productieve schrijvers, brengt al meer dan dertig jaar lang vrijwel elk jaar een roman uit. Zeven soorten honger voelt als een product van die routine. De diverse verhaallijnen worden kundig opgebouwd en refereren aan belangrijke hedendaagse thema’s, maar de echte diepgang mist. De personages zijn weinig sympathiek, waardoor hun leed nergens echt weet te raken, hoewel neef Helmut voor komische verlichting weet te zorgen (‘Christus te paard! Ik heb uren op een fiets gezeten die nergens naar toe ging!’). Het gemis van diepgang wordt schrijnender naarmate de ontknoping nadert en Dorrestein haar vlot en vermakelijk neergezette opbouw teniet doet door de roman in een pennenstreek af te willen ronden. Dat geeft geen spek in de erwten.

Boeken / Non-fictie

Het Westen als bron van alle kwaad

recensie: Ludo De Brabander
 - Oorlog zonder grenzen

De Belgische publicist en vredesactivist Ludo De Brabander bekijkt in zijn jongste boek terrorisme vanuit historisch perspectief. Volgens hem heeft het door het Westen gevoerde Midden-Oostenbeleid van de afgelopen eeuw desastreuze gevolgen.

In Oorlog zonder grenzen zet hij de belangrijkste oorzaken van de huidige situatie in het Midden-Oosten uiteen: de koloniale overheersing, het tekenen van grenzen zonder rekening te houden met de lokale bevolking, het leveren van wapens aan autoritaire regimes en de talloze militaire interventies. Dit heeft een voedingsbodem gecreëerd voor het terrorisme.

Erger is volgens De Brabander dat het Westen niet lijkt te leren van zijn fouten. Voor problemen wordt te vaak naar militaire oplossingen gegrepen. Zie de ‘war on terror’, die door George W. Bush werd afgekondigd na de aanslagen van 11 september 2001. Een totale mislukking, vindt De Brabander. Het aantal terroristische aanslagen is de laatste vijftien jaar alleen maar toegenomen. De oorlog tegen terreur heeft in Irak, Afghanistan en Pakistan al ruim 1,3 miljoen mensen het leven gekost. “Dat zijn ontiegelijk meer slachtoffers dan het aantal doden door aanslagen van terroristische organisaties”, concludeert De Brabander.

1,3 miljoen: een weerzinwekkend aantal. Maar door dit te contrasteren met het aantal doden door aanslagen van terroristische organisaties, creëert hij een valse tegenstelling. Die zijn namelijk onderdeel van die totaalsom. Sterker nog: groeperingen als Al Qaeda en de Taliban nemen het grootste deel van die 1,3 miljoen slachtoffers voor hun rekening. Veel meer Irakezen, Afghanen en Pakistanen zijn door terroristische organisaties vermoord dan door Westerse interventionisten.

Het boek zit vol met dit soort slordigheden en verdraaiingen. Om te beginnen met wat voorbeelden: hij noemt Henry Kissinger meerdere malen ‘Henri Kissinger’ en vergist hij zich meerdere keren in data, waarvan de pijnlijkste is dat hij schrijft dat de aanslagen op het World Trade Center niet op 11, maar op 9 september plaatsvonden.

Kwade opzet?

Ook haalt De Brabander citaten uit de context en schept zo een verdraaid beeld. Zo verzet hij zich tegen de toenemende stigmatisering van moslims. Als voorbeeld neemt hij een column van Mia Doornaert getiteld ‘Het is wij tegen zij’. Wanneer men het stukje erbij pakt, blijkt het een stuk genuanceerder te liggen. Want wie verstaat Doornaert onder ‘wij’? “‘Wij’ zijn allen die, ongeacht afkomst of overtuiging, aan de kant staan van een seculiere, vreedzame samenleving.” Is dat nou zo stigmatiserend?

Is De Brabander ongenuanceerd of oneerlijk? Naarmate men verder leest, gaat men meer het laatste vermoeden. Zo stelt De Brabander dat CDA-lijsttrekker Sybrand Buma “vluchtelingen herhaaldelijk definieert in termen van een bedreiging, gericht tegen ‘onze waarden’ en tegen ‘onze joods-christelijke Europese samenleving’”. In het interview dat De Brabander aanhaalt, gebruikt Buma die woorden maar één keer en hebben ze geen betrekking op vluchtelingen, maar op strijders van de Islamitische Staat. Hier is De Brabander niet meer ongenuanceerd, maar simpelweg oneerlijk.

Wantrouwen

Die oneerlijkheid lijkt voort te komen uit zijn manier van denken. Deze vredesactivist vormt zijn wereldbeeld niet op basis van feiten, hij vervormt feiten op basis van zijn wereldbeeld. Zo ook met de gifgas-aanval in Ghouta, een buitenwijk van Damascus. Algemeen wordt aangenomen dat het Syrische regime achter die aanval zat. De Brabander ziet dat anders. Interessant, zou je zeggen, wachtend op zijn onderbouwing. Die blijkt er niet te zijn. Zijn enige argument is dat we wantrouwend moeten zijn tegenover de beweringen van Westerse politici omdat ze rond de Irakoorlog ook niet de waarheid hebben gesproken. Redenen waarom een alternatieve verklaring logischer zou zijn, geeft hij niet. Hij ‘onderbouwt’ het met een verwijzing naar een of ander vaag, amateuristisch blog.

Wanneer het op terroristen aankomt, is hij een stuk minder wantrouwend. Verklaringen van Osama bin Laden en IS-strijders slikt hij voor zoete koek. Bin Ladens haat jegens het Westen zou vooral gevoed zijn door het onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan en IS pleegt aanslagen omdat het Westen onschuldige moslims vermoord. Het lijkt niet bij normaal zo wantrouwige De Brabander op te komen dat dat mogelijk wel eens propaganda zou kunnen zijn.

Eurocentrisme

Deze manier van denken is het gevolg van een te eenzijdige focus op de rol van het Westen in het Midden-Oosten. De Brabander heeft een blinde vlek voor de dynamiek in de regio zélf, terwijl de oorlog tegen terreur vooral een lokale oorlog is. Alles wat in het Midden-Oosten gebeurt, voert hij terug op Westerse acties: de Arabische Lente is een opstand tegen door het Westen opgelegde neoliberale economie, de Iraakse invasie van Koeweit was het gevolg van de bij Saddam Hoessein ontstane onduidelijkheid over de Amerikaanse bereidheid Koeweits soevereiniteit te beschermen en het terrorisme is het gevolg van Westerse bemoeienis met de regio. Door zijn eenzijdige focus op de fouten van het Westen, maakt hij zich schuldig aan een omgedraaide vorm van eurocentrisme. ‘Alles komt door ons’, maar dan in negatieve zin.

Na alle kritiek op het gevoerde Midden-Oostenbeleid wordt men nieuwsgierig naar hoe het volgens De Brabander wél moet. Daar is hij vrij helder in: het Westen moet zich uit de regio terugtrekken. Een serieuze denker heeft oog voor de gevolgen die zijn voorstellen zouden hebben. Denkt hij dat Al-Qaeda of de Taliban hun wapens zullen neerleggen als het Westen stopt met bombarderen? Zal IS de Yezidi’s, de christenen en de sji’ieten met rust laten? Die vragen stelt hij niet. Dat komt doordat hij in zijn zoektocht naar de oorzaken van het terrorisme, zich te weinig richt op de terroristen zelf. Zijn idee dat al het slechte in het Midden-Oosten door het Westen komt, zou dan wel eens aan het wankelen kunnen worden gebracht. De Brabanders wereldbeeld zou er genuanceerder van kunnen worden. Maar voor nuance lijkt bij deze ‘vredeshitser’ geen plaats te zijn.

Boeken / Fictie / Strip

In eenvoudig letterschrift opgesteld

recensie: Heer Bommel en Tom Poes: Het Lastpak

Marten Toonder is ontegenzeggelijk een van de grote namen uit de Nederlandse stripwereld. Bommel en Tom Poes zijn immers namen die bijna iedereen kent. Iets wat niet gezegd kan worden van Panda en Koning Hollewijn, laat staan van het boekje waarin Toonder de technieken achter het stripverhaal ontleedt en uitlegt. En juist dat laatste werk is hier het meest relevant. Niet door het onderwerp, maar door de ondertitel: Uit tekenluiheid in eenvoudig letterschrift opgesteld.

Van tekenluiheid zal hier geen sprake zijn. Op de kaft staat immers al de mededeling ‘naar Marten Toonder’. Welke reden er ook achter zit, feit blijft dat Het Lastpak hooguit gezien kan worden als een geïllustreerd verhaal. Anders dan we bij Bommel gewend zijn is er geen sprake van drie plaatjes met tekst eronder. Nee, het is gewoon een boek met af en toe een tekening erbij. Niet eens op iedere pagina één. Daar staat wel tegenover dat de tekeningen die erin staan van hoge kwaliteit zijn. Alsof Toonder ze zelf op papier heeft gezet.

Makkelijk

Het Lastpak is een makkelijk product. Niet slecht gemaakt, niet slecht geschreven en niet slecht bedacht. Maar daarmee is het nog geen goed werk. De premisse is typisch: een schijnbaar onschuldig voorval blijkt de start van een scala aan steeds groter wordende gebeurtenissen die destructie en chaos tot gevolg hebben. De sluwe Tom Poes bedenkt echter een oplossing. Uiteraard noemt Tom Poes die oplossing een list, maar of daar nu echt sprake van is valt te betwijfelen.

Alles start met Tom Poes die op vakantie wil. Wanneer hij dit aan Bommel komt zeggen komt er een klein mannetje aan met een enorm pak op zijn rug. Dit pak (het Lastpak) wil de lasten van anderen overnemen, wat dan ook bij Bommel gebeurt. Wanneer Bommel het mannetje later weer tegenkomt neemt hij het pak over. Tegen die tijd ligt Bommelstein half in puin, heeft Joost ontslag genomen (met permissie) en is Bommels echtgenote Doddeltje er vandoor gegaan.

Oei! Problemen!

Bommel neemt het pak mee Rommeldam in, waar het pak begint iedereens lasten over te nemen. Chaos volgt, uiteraard. Plunderingen, protest, een klopjacht op Bommel – die volgens justitie een rugzak vol gifgas bij zich heeft – en politiek gekonkel zijn het gevolg. En ondertussen is Tom Poes op vakantie. Nou ja, vakantie… Een lange wandeling lijkt een betere omschrijving, of hooguit een weekendje weg. En als Tom Poes eenmaal terug is in Rommeldam is het hele zaakje zo opgelost. De onvermijdelijke ‘list’ van Tom Poes is succesvol en alles komt weer goed in Rommeldam en omgeving.

Al met al is niet alleen de vorm versimpeld door minder tekeningen te gebruiken, ook het verhaal is minder gecompliceerd en schreeuwt zijn uitkomst bijna vanaf het begin van de daken. Het is een leuk idee, dat zelfs nog gelezen kan worden als een commentaar op de huidige tijd van (massa)hysterie, onbetrouwbare politici, een doorgeschoten ambtelijk apparaat en een algehele zucht naar de lusten, maar niet de lasten. Misschien zit er voor de oplettende lezer zelfs wel een boodschap in. Maar uiteindelijk is het een mager verhaal, dat zogezegd een eenvoudige doch voedzame maaltijd kan gebruiken, als je begrijpt wat ik bedoel. De personages zijn tot hun extremen getrokken, zonder dat er enige nuance aangebracht wordt. Tom Poes wordt op zijn blauwe ogen geloofd en Bommel waait met elke wind mee, terwijl Dickerdack wanhopig probeert zijn positie veilig te stellen en Canteclear aast op Bommelstein. Alle klassieke Bommel-elementen zijn aanwezig, maar het hele verhaal is een groot cliché.

LVL UP Promo foto
Muziek / Album

Lo-fi: niks mis mee bij LVL UP

recensie: LVL UP: Return to Love
LVL UP Promo foto

LVL UP komt vijf jaar na debuutplaat Space Brothers en na tekening door het label Sub Pop met het album Return to Love. Vier nerdy New-Yorkers halverwege de twintig die nog niet heel veel ervaring in de liefde lijken te hebben, waar draait dat op uit?

Hoewel de albumtitel anders vermoeden doet, gaat de plaat niet over romantische liefde. Het album gaat meer over God (‘Hidden Driver’) en spiritualiteit (‘Spirit Was’). Drie van de vier bandleden schrijven de songteksten, eenieder vanuit zijn eigen diverse invalshoek op het thema liefde. Dit zorgt ervoor dat de liedteksten verschillende onderwerpen behandelen.

Verhalende teksten over liefde en haat

Openingsnummer ‘Hidden Driver’ belooft veel goeds; met zijn onderkoelde stem zingt Dave Benton maar door en door. Wat opvalt is het verhalende karakter van de tekst. Coupletten zijn er niet, de tekst gaat maar door. Alleen halverwege en aan het eind wordt de tekst afgewisseld door een refreintje, dat overigens niet uit je hoofd gaat. Het nummer verliest geen moment zijn vaart en komt pas na de outro piepend en knarsend als een goederentrein tot stilstand. Ondanks dat alle nummers verschillende auteurs hebben, is het narratief karakter opvallend.

‘Pain’ opent met orgel en rondzingende galm op de achtergrond. Er wordt tijd genomen voor de opbouw met hier en daar ruimte voor een gitaarstuk. Het halve nummer is feitelijk een opmaat naar de gemene paradoxale slotzin ‘I hope you grow old and never find love’. Gitaren en drums pakken flink uit om dit gevoel nog maar eens te bekrachtingen.

Een felicitatie van een vijftigjarig jublieum gaat vooraf aan ‘She Sustains Us’, hoewel uit de tekst verder niet is op te maken dat het om een langdurige relatie gaat. Zangeres Sussanah Cutler (Yours Are The Only Ears) zorgt voor een tweede stem. De samenzang zorgt voor een nog omfloerster geluid en komt het liedje ten goede.

Lo-fi irriteert niet

‘Spirit Was’ heeft een ontspannen melodie, waarin de zinnen om en om worden gezongen. Dit geeft het liedje wat meer beweging. De zang valt wat weg door de gitaren en drums, wat op de rest van het album soms ook voorkomt. Waar dat bij sommige lo-fimuziek wat kan irriteren, hier is dat niet het geval. Vergelijk je LVL UP met bijvoorbeeld lo-fiband Pavement, dan heeft deze laatste wat meer emotionele zanguitbarstingen en is de zang ook wat meer op de voorgrond. Wat overeenkomt is het soms gruizige en het gebrek aan de couplet refrein structuur plus het expres niet mooi willen zingen.

Slotnummer ‘Naked in the River With the Creator’ is de vreemde eend in de bijt. Hoewel ‘Cut from the vine’ met akoestische gitaar en emotieloze zang al een voorbode is, wordt dit overtroffen. De track heeft meer weg van een bezweringsritueel dan van een exponent van dit toch wel energieke album.

Na een tour langs de grotere steden in de VS doet LVL UP ook Europa aan. Op 8 april staat de band in Groningen. Met een paar hits als ‘Hidden Driver’ en ‘Pain’ en nog wat andere goede songs zou ook Europa moeten vallen voor de lo-fi en fuzzy sound van LVL UP.

 

Theater / Voorstelling

De hel van het huwelijk

recensie: Theater Utrecht - La Musica 2

Hoewel de toneeltekst soms erg onverwachts overschakelt naar filosofische vraagstukken en daardoor de kwetsbaarheid van de personages belemmert, is La Musica 2 een intrigerend stuk over een stukgelopen liefde.

la-musica-2_theater-utrecht_foto-roel-van-berckelaer-1409-grDe spanning zit er vanaf het begin goed in, zelfs als je al weet dat La Musica 2 over een recent gescheiden koppel gaat. We zien een man (Peter Blok) aan de telefoon met zijn vriendin (de stem van Karina Smulders). Hij zegt dat ‘het’ voorbij is en dat hij niet weet waar ‘ze’ verblijft. Hij ergert zich steeds meer aan de intieme vragen die zijn vriendin stelt en hangt vervolgens op. Dan komt ‘ze’ binnen: zijn ex (Ariane Schluter), en weet je dat de vork heel anders in de steel zit dan de man zojuist tegen zijn vriendin heeft beweerd.

De hotellobby als louteringsberg

Liegen en verzwijgen – daar gaat het in La Musica 2 vaak over. Het stuk van Marguerite Duras speelt zich af in de lobby van het hotel waar het ex-koppel ooit maanden heeft gewoond, toen het nog goed ging tussen hen en ze niet in het huis woonden waarin uiteindelijk ‘de hel’ losbarstte. la-musica-2_theater-utrecht_foto-roel-van-berckelaer-1902-grNu, jaren later, op de dag van de scheiding, zien ze elkaar weer om zich te zuiveren van alle fouten uit hun verleden. Die lobby is overigens niet de gezellige lobby zoals je zou verwachten. We zien enkel het karkas: een grote kale ruimte met een kroonluchter, een blikjesautomaat en het hokje van de receptie, waarin het Rosa Ensemble voor de muzikale begeleiding zorgt.

Aanvankelijk houden de personages zich groot tegenover elkaar. Elke keer wanneer het een van hen te confronterend wordt, vlucht diegene naar het einde van de ruimte om de afstand tot de ander te bewaken. Hierdoor komt de onderlinge spanning sterk naar voren. Die spanning wordt door het Rosa Ensemble des te intenser, niet alleen vanwege de filmische muziek met hier en daar een onheilspellende ondertoon, maar ook omdat de muzikanten het erg gezellig hebben in hun hokje. Zij zitten veilig en lachen met elkaar, terwijl het oud-koppel daarbuiten de laatste strijd van het huwelijk voert.

Kwetsbaarheid versus filosofische one-liner

la-musica-2_theater-utrecht_foto-roel-van-berckelaer-1363-grGaandeweg komen de man en de vrouw steeds meer tot elkaar en biechten ze alle verdriet en frustraties uit het verleden op. Een mooi moment is wanneer de man bekent dat hij zijn ex ooit een week lang elke dag heeft gevolgd. Zonder hem iets te zeggen ging ze naar de film, het casino, de bar, en ga maar door. Ze bevonden zich toen fysiek in dezelfde ruimte, maar waren emotioneel mijlenver van elkaar verwijderd. Dit heeft Duras subtiel aan hun huidige situatie van het tweetal gekoppeld.

Op zulke intieme momenten is het stuk op z’n best. Dat komt ook door het gevarieerde en natuurlijke acteerwerk van Blok en Schluter. Ze durven kwetsbaar te zijn, zoeken naar woorden, verliezen soms hun beheersing, maar tonen in alles dat ze altijd, hetzij tegen wil en dank, van elkaar zullen houden. De enige valkuil is dat Duras deze intieme momenten regelmatig erg onverwacht afwisselt met filosofische, bijna existentialistische vraagstukken. Dit resulteert eerder in expliciete one-liners over de liefde en doet de geloofwaardigheid en kwetsbaarheid van de personages meer onrecht aan, dan dat het de tragiek intensiveert. Gelukkig lukt het Blok en Schluter om met hun natuurlijke acteerspel deze schade enigszins te beperken. Zodoende weet La Musica 2 je alsnog te intrigeren.

Boeken / Fictie / Strip

Een Amerikaanse dynastie

recensie: Erik Varekamp en Mick Peet - De Kennedy Files 1

Op 22 november 1963 werd John Fitzgerald Kennedy vermoord in Dallas, waarmee een voortijdig einde kwam aan zijn presidentschap. Het is een moord waar het nodige over geschreven is. Maar het is ook een plotselinge terugval in de droom en het levenswerk van Joseph Kennedy, de vader van John. In 1968 zou Robert Kennedy proberen het succes van zijn broer te herhalen. Maar als verwachte winnaar van de verkiezingen in dat jaar werd ook Bobby vermoord, waarmee de droom van Joseph eindigde.

In de Kennedy Files wordt het verhaal van Joseph verteld. Deel 1 behandeld de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Joseph wordt als ambassadeur naar Londen gestuurd, waar hij zijn werk als importeur van whiskey voortzet en probeert een oorlog in Europa te voorkomen. Niet alleen omdat oorlog slecht is voor de handel, maar ook omdat hij eigenlijk wel sympathie heeft voor de politiek van Hitler. In de VS gaat is er immers ook al sprake van maatschappelijke segregatie van verschillende bevolkingsgroepen. Niets nieuws onder de zon dus.

Intrige

De gehele loopbaan van Joseph Kennedy is gericht op het presidentschap. En op het vergaren van fortuin. Dat fortuin wordt ingezet om van het leven te genieten en om de politieke ambities van Kennedy te financieren. Maar Joseph loopt voortdurend tegen problemen op. De houding van het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van Hitler bijvoorbeeld. Chamberlain wil dan wel ‘Peace in our time’, maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan.

Joseph bedenkt plannen, heeft gesprekken, stuurt mensen aan en werkt zich te pletter om Europa vredig te houden door in feite Hitlers macht te verstevigen. Ondertussen broedt hij op plannen om het presidentschap te bemachtigen, maar besluit dat de tijd daar nog niet rijp voor is. Kennedy is geen populist, tenzij dat zijn doel dichterbij haalt. Hij is een intrigant met duidelijke plan voor hem en zijn familie. En iedereen wordt in de uitvoering van die plannen meegesleept.

Deugniet

In een Amerikaans narratief zou Kennedy neergezet worden als een slimme, gewiekste zakenman die probeert zijn ‘American Dream’ uit te laten komen. Zo zouden De Kennedy Files ook gelezen kunnen worden, met een beetje moeite. Joseph is vooral een corrupte zakenman met een verdachte ideologie die vooral gestuurd wordt door geld verdienen. Met zijn inspanningen heeft hij de loop van de geschiedenis veranderd. Waarschijnlijk niet ten goede.

De Kennedy Files is interessant leesvoer. Het tekent de tijd van vóór de oorlog en de complexe politieke situatie die in die tijd bestaat. Maar het doet dat een beetje van de hak op de tak. Het springt door het leven van Kennedy heen, en verzamelt momenten die van belang zijn. Op die manier is de ontwikkeling door de jaren heen lastig te volgen. Af en toe lijken er hele happen verdwenen te zijn. Het zorgt voor een haperend, stotterend en onregelmatig ritme, wat botst met de tekenstijl, die helder en scherp is. En wat die stijl betreft: verwarring met Agent Orange is niet uitgesloten. Agent Orange en De Kennedy Files zijn overduidelijk door dezelfde tekenaar gemaakt. De pagina-indeling is vergelijkbaar, het kleurgebruik is hetzelfde en de personages zijn op dezelfde manier ontworpen. In dusdanige mate dat Kennedy en Bernard op elkaar lijken.

HEXA
Muziek / Interview
special: HEXA: Lawrence English en Jamie Stewart
HEXA

Fysieke geluidsschetsen voor het industriële niemandsland van David Lynch

Met de verschijning van het derde seizoen van Twin Peaks in het vooruitzicht neemt de aanwezigheid van cineast David Lynch op het publieke toneel geleidelijk weer toe. Vorig jaar was bijvoorbeeld in Brisbane al een retrospectieve viering op het werk van Lynch waar ook de fotoserie Factory Photographs getoond werd: een serie zwart-witte beelden van leegstaande fabrieken, een industrieel niemandsgebied.

Toen David Lynch Lawrence English en Xiu Xiu-frontman Jamie Stewart benaderde voor een soundtrack bij de fotoserie Factory Photographs was de beslissing snel gemaakt. Daar ontstond HEXA, volgens English een onderzoek naar de fysiologische en psychologische impact van geluid op het menselijk lichaam. Vorig jaar zag een cassettebandje met twee schetsen het licht en inmiddels is de volledige soundtrack op plaat verschenen: Factory Photographs. Tien brute, inktzwarte en hoogst ongezellige sfeerschetsen.

Via het Berlijnse promohuis Dense Promotion komen we terecht bij de Australiër Lawrence English. Jamie Stewart bevindt zich in de promotiemolen voor het volgend jaar te verschijnen Forget en is niet in staat aan de uitwisseling deel te nemen.

Kun je een omschrijving geven van je huidige omgeving? Welke geluiden hoor je?

“Ik bevind me nu in een huis, in Brisbane, Australië. Het is rond middernacht en ik zit achter de computer. Ik hoor een trein, de ventilator van de computer, een ventilator elders in het huis, geruis van verkeer, de roep van een uilnachtzwaluw en mijn vingers op het toetsenbord.”

In een interview op ZoomTV geef je aan dat je veel geluidsideeën opdoet door naar locaties te gaan en daar actief te gaan luisteren. Hoe heb je dat gedaan bij Factory Photographs?

“Een groot deel van het ‘luisterwerk’ dat vooraf is gegaan aan deze plaat is mentale inbeelding geweest. De foto’s van David Lynch dragen een enorm krachtig geluid in zich – een geluid dat je hoort als je de foto’s heel aandachtig bekijkt. Dat geluid is precies datgene wat die foto’s voor mij zo essentieel en sprekend maken.”

“Ik heb eerder in een groot aantal fabrieken en industriële omgevingen geluid opgenomen. Wat ik meeneem uit dergelijke locaties zijn niet zozeer de geluiden op zich, maar vooral de indruk van uitgeoefende fysieke druk; machines en mensen onder druk. Voor HEXA zijn we dus op zoek gegaan naar bepaalde frequenties, geluiden en texturen die niet zozeer op een emotioneel of psychisch niveau invloed uitoefenen, maar juist op het fysieke, lichamelijke vlak. Muziek die het lichaam letterlijk onder druk zet. Dit is één van de leidende principes voor de plaat en de live-presentatie.

Wat is voor jou de schoonheid van Lynch’s Factory Photographs?

“Deze fotoserie is één van mijn favoriete werken van Lynch. Wat Lynch met deze foto’s heeft vastgelegd, is de laatste adem van het industriële tijdperk. Als je de foto’s chronologisch bekijkt zie je nog duidelijker dat ze reflecteren op de laatste momenten van een levenswijze die kenmerkend is geweest voor zoveel mensen en dorpen in de westerse wereld.”

“Voordat de industriële revolutie losbarstte klonken overal economische heilbeloftes: de massaproductie van de twintigste eeuw zou bijdragen aan een betere levenskwaliteit voor iedereen. In bijvoorbeeld Noord-Amerika bestaat het industriële erfgoed tegenwoordig grotendeels uit roest, hulzen en kapotte beloftes. De foto’s van Lynch schrijven de necrologie op de gemaakte, uiteindelijk holle beloftes.”

Kun je iets vertellen over de texturen en geluiden van de plaat? Bepaalde geluiden waar je met tevredenheid op terug kijkt?

“Ik ben erg tevreden met het eerste geluid, de eerste textuur, op opener ‘Sledge’. De compressie van die eerste slag. Lichaam in de machine en de machine neemt het over. Precies het soort geluid dat we gedurende het vervolg van de plaat verder uitwerken.”

“We hebben een groot deel van de geluiden op Factory Photographs ontwikkelt op basis van onze eerste HEXA-show, waarvoor we bijvoorbeeld een grote, metaalplaten percussie-constructie hebben gemaakt. Op de één of andere manier is Jamie erin geslaagd om het ding aan stukken te slaan tijdens de show (op een intens moment). Jamie en ik hebben het trouwens erg goed als we samen muziek maken. Zo ook tijdens het maken van Factory Photographs: veel donuts, veel koffie, vogels spotten en woestijn-hiken.”

Nacht

Voor wie het retrospectieve overzicht van David Lynch heeft gemist haalt met Factory Photographs alsnog een bijzonder fysieke Lynch-ervaring in huis. Net zo benauwd en immens als het industriële maanlandschap van Eraserhead, de cultklassieker uit ‘77 die het begin markeerde van Lynch’ loopbaan als filmmaker. Factory Photographs bevat gelijkaardige, loodzware muziek waar het laatste beetje licht, lucht en menselijkheid uit is gevlucht. In de buik van de machine is er alleen nog maar ruimte voor de nacht.

 

Boeken / Fictie

Het graf van de duivel

recensie: Vrouwkje Tuinman - Afscheidstournee

Als de jonge Achille zijn overleden vader, de wereldberoemde violist Nicolò Paganini, wil begraven, blijkt de duistere reputatie van de musicus dit onmogelijk te maken. Vrouwkje Tuinman weet met Afscheidstournee de geschiedenis van een verstoorde familie in een roman te vatten.

Het blijft een fenomeen in de muziekgeschiedenis: de magistrale violist en componist Nicolò Paganini (1782-1840). Zijn muziek, zijn vioolspel en zijn voorkomen maakten hem populair tot ver over de Italiaanse grenzen. Met een goed gevoel voor marketing en niet vies van enig effectbejag wist hij zijn imago als ‘duivelskunstenaar’ tot in detail uit te venten. Dat heeft hem tijdens zijn leven geen windeieren gelegd, maar zorgde na zijn dood voor veel tegenwerking.

Duivelsgebroed

Met dat gegeven gaat Vrouwkje Tuinman aan de slag. Ze maakt de puberzoon van Nicolò tot hoofdpersoon en laat deze Achille vertellen over zijn worsteling om zijn vader een passende begrafenis te geven. De instanties – lees De Kerk – staan dit niet toe. Paganini was geen praktiserend katholiek, heeft de laatste sacramenten aan zijn sterfbed geweigerd en staat alom bekend als verbeelding van de duivel. Het gesleep met de doodskist van zijn vader, met de erfenis van zijn vader, is letterlijk en figuurlijk de ballast die Achille met zich mee zal moeten dragen.

Tuinman weet een pakkend verhaal op te starten. Ze verbindt de feiten die bekend zijn uit de Paganini-geschiedenis met een flinke dosis fantasie en komt zo tot een nieuwe, geheel eigen compositie. Na jaren van omzwervingen, waarbij de kist op veel geheime plekken wordt gestald, strijkt Achille met zijn jonge vrouw Paolina neer op het door de componist nagelaten landgoed Gaione in de buurt van Parma. Hier wordt de kwestie om een eervolle begrafenis met een gepast monument te kunnen verzorgen, na nog wat geharrewar met de plaatselijke clerus, min of meer naar de achtergrond geschoven.

Bijenhouderij

Wat volgt is een vrij prozaïsch relaas over de wederwaardigheden van de familie dat door de schrijfster wordt uitgesmeerd over komende generaties. Achille en Paolina krijgen een reeks kinderen die allen op hun eigen manier met de erfenis van de grote violist te maken hebben. De een groeit op als bevlogen musicus, de ander beheert de muzikale nalatenschap van grootvader en een derde ontpopt zich als zakenman die op slimme wijze munt uit de situatie weet te slaan. De kern van het verhaal blijft echter Achille, de zoon die nooit zal loskomen van zijn vader en zijn eigen identiteit altijd heeft gevormd naar diens overweldigende aanwezigheid.

In het verloop van Afscheidstournee blijft continue het gevoel overheersen dat de achterliggende geschiedenis van de musicus Paganini vele malen interessanter is dan het geconstrueerde verhaal over zijn nazaten. Tuinman heeft veel ‘omgeving’ nodig om tot een substantieel verhaal te komen: de geest van Paganini blijft aandringen, terwijl de schrijfster zich uitentreuren bezighoudt met de ziekelijke moeder van Achille, zijn nuchtere halfzusje en het wel en wee van zijn kinderen. Dat Achille zijn tijdverdrijf in de bijenhouderij zoekt – mede om zijn vaders kist onzichtbaar te kunnen verbergen – is een aardige metafoor voor de overgang van het leven in de dood, maar blijft tegelijkertijd iets geforceerds houden.

Uiteindelijk komt het goed met het graf van Nicolò Paganini. ‘Het kleine beetje dat er nog van zijn vader over was, verdiende het in alle openheid te worden geprezen, in plaats van verketterd.’ De zoon, die zichzelf wegcijferde voor de zielenrust van zijn vader, is door Vrouwkje Tuinman op enigszins wijdlopige manier aan de vergetelheid onttrokken.

Film / Films

Non-stop lachen, neuken en moorden

recensie: Dick Maas dvd-box (2016)

Met het tempo van een dobberend lijk botst een rondvaartboot vol hyperactieve kinderen op een aan stukken gesneden hoer, hangend aan een brug in Amsterdam. Haar lichaam laat een bloederig spoor op het schip achter, tot ze door het open dak zakt. De tere kinderziel is voor eeuwig gebroken – tot groot genoegen van de kijker. Het is een hilarisch gruwelijke scène uit Amsterdamned (1988), de beste actiefilm ooit op Nederlandse bodem gemaakt, en exemplarisch voor de sfeer en humor van de films van Dick Maas.

 

Want Maas houdt van geweld en seks, en al helemaal van de humoristische varianten daarop. Zijn films zijn gevuld met afgehakte lichaamsdelen, auto-achtervolgingen en louche taxichauffeurs aan de ene kant, en onnozele hoertjes en geile goedzakken aan de andere. Zijn horrorthrillers lopen over van de zwarte humor en zijn komedies zitten vol grotesk geweld. Je kunt van Maas houden of niet, maar zijn films zijn altijd dat: Maas.

Aso met een hart van goud

Het bekendst is natuurlijk Flodder (1986), de komedie over de asociale familie die in het ondraaglijk nette Zonnedael komt te wonen. Het is ongelooflijk hoe raak alles in deze film is: knettergrove sigarenrookster Ma Flodder (Nelly Frijda), de geblondeerde aso-met-een-hart-van-goud Johnnie (Huub Stapel), zijn even seksbeluste als domme broer Kees (René van ’t Hof), de roze Chevrolet, de goedgelovige Sjakie (Lou Landré) met zijn groene Eend, de onmiddellijk herkenbare muziek – en dan heb ik het nog niet eens gehad over Tatjana Simic. Haar ‘Buurman, wat doet u nu?’ markeerde voor een hele generatie jongens het moment waarop zij in een man veranderden.

Los daarvan is de film ook nog eens ontzettend goed gemaakt. De fragmentarische opbouw – veel meer dan een serie sketches is Flodder eigenlijk niet – houdt het geheel constant interessant, en het maatschappelijk commentaar van de film is nog altijd even relevant. De film trok 2,3 miljoen bezoekers in de bioscoop en leverde Maas een Gouden Kalf voor beste regie op.

De vervolgen weten dat niveau helaas niet vast te houden. Flodder in Amerika! (1992) is maar een flauwe herhaling van zetten. Een boel grappen wordt één op één overgedaan en bovendien duurt de film veel te lang. Flodder 3 (1995), met Coen van Vrijberghe de Coningh in de rol van Johnnie en Stefan de Walle als Kees, is weer iets beter. De film opent met een strakke auto-achtervolging en eindigt met een hilarisch lange scène waarin heel Zonnedael met de grond gelijk wordt gemaakt. Maas zou geen komedie meer maken tot Moordwijven (2007). Die kent een paar van zijn typisch lompe grollen, maar moet het vooral hebben van de om te moorden zo mooie Bracha van Doesburgh.

Lachen en neuken

In 1983 brak Maas door bij het grote publiek met horrorfilm De Lift, de beste film over een moordende lift tot nu toe. Het uitgangspunt is even absurd als hilarisch, maar nog veel leuker zijn de dik aangezette personages waar Maas mee strooit. De non-stop lachende en neukende groep yuppen, die het haast met een verstikkingsdood moeten bekopen, gun je het lot volkomen. Shagroker/liftmonteur/werknemer van de maand Felix Adelaar (Huub Stapel) zet zelfs zijn huwelijk én zijn leven op het spel in een poging de lift te repareren.

Op de momenten dat er niet gemoord wordt, valt vooral het mooie kleurgebruik op. De Lift kent diverse shots in monochroom: diep blauw of groen met een rood accent, liftmechanieken wier schaduwen abstracte schilderijen vormen. Samen met de moddervette synthesizersoundtrack, tilt het De Lift mijlenver boven Maas’ andere slasher uit, Sint (2010). Die film kent dezelfde hilarische moorden en foute personages, maar mist die onmiskenbare jaren ’80-sfeer. Het voelt wat vlakker, wat flauwer, en is vooral leuk om je vervelende tienjarige neefje cadeau te doen op 5 december.

Wraakzuchtige creep

Maar één film uit Maas’ recentere werk brengt echt iets nieuws, en dat is Quiz (2012). In deze Hitchcockiaanse thriller wordt quizmaster Leo (Barry Atsma) door een mysterieuze man (Pierre Bokma) gedwongen steeds persoonlijkere quizvragen over zijn familieleven te beantwoorden. De inzet: zijn vrouw en kind levend terugzien. Bokma steelt absoluut de show als wraakzuchtige creep en het moment dat Atsma hem alle hoeken van het openbaar toilet laat zien, behoort tot het lompste en vetste dat Maas ooit op het scherm heeft getoverd.

Helaas is de film niet helemaal zonder fouten. Atsma’s quiz is pijnlijk gedateerd, de muziek is af en toe om te huilen zo melig en de climax van de film voelt gehaast en rommelig. Vooral dat laatste is zonde, maar het draait de film niet de nek om. Quiz is, mede dankzij zijn korte speelduur, een vlotte film voor op een regenachtige zondagmiddag. Maas laat vooral gedurende het eerste uur zien dat hij ook zonder grotesk geweld een interessante film op het scherm weet te brengen.

Speedbootachtervolging

Dat gezegd hebbende: op zijn best is de cultregisseur als hij dat wél doet, en in Amsterdamned doet hij dat met volle overtuiging. De actiethriller rondom de seriemoordenaar in de Amsterdamse grachten is niet alleen Maas’ beste film, het is een van de beste Nederlandse films überhaupt. Het script is goed geschreven, de personages lekker cynisch neergezet en de regie is ronduit fenomenaal. Maas heeft duidelijk goed gekeken naar Amerikaanse toppers in het genre. De speedbootachtervolging door de Amsterdamse grachten (in werkelijkheid in Utrecht opgenomen, overigens) maakte van de film een cultklassieker, maar de auto/motorachtervolging eerder in de film is minstens even goed.

Zelfs de minder grote setpieces zitten vol met heerlijke momenten. Het Leger des Heils-meisje, dat uit de collectebus steelt en dus de volgende scène niet haalt, wordt bijvoorbeeld in een prachtig vloeiend shot geïntroduceerd. Als keiharde politieman Eric Visser (opnieuw een rol van Huub Stapel) even vast komt te staan in het Amsterdamse verkeer, duwt hij criminelenneuzen in slagroomtaarten. Uiteraard met geërgerde bakkerspraat als gevolg. En de moord op Tatjana Simic – je kent hem wel: zonnend in de Amsterdamse gracht, het mes tussen haar gespreide benen – weet zich zonder in beeld te komen nog op je netvlies te branden.

O, over niet in beeld komen gesproken: aan het eind van de film mist een bloederig shot van de moordenaar. Het is schandalig dat Dutch Filmworks deze klassieker in gecensureerde versie heeft uitgebracht. Dat er uitgerekend met het hoogtepunt in Maas’ oeuvre zo achteloos wordt omgesprongen, is zeer kwalijk en vooral onnodig. Jammer.

Puur entertainment

‘Ruim 40 jaar Nederlandse blockbusters’ staat er op de voorkant van de Dick Maas dvd-box, en dat klopt. Maas’ films kenmerken zich door zijn grove humor, zijn liefde voor geweld en zijn compromisloze streven om puur entertainment op het scherm te toveren. Het hoogtepunt van zijn oeuvre ligt in de jaren tachtig. De Lift, Flodder en Amsterdamned, alle drie met Huub Stapel in de hoofdrol, zijn klassiekers in de Nederlandse filmgeschiedenis, met de laatste als onbetwist hoogtepunt.

Later in zijn carrière valt Maas vooral in herhaling. Moordwijven is een aardige komedie met een paar lekker groteske gruwelgrappen, en Sint een prima horrorfilm met een komisch uitgangspunt. Alleen in Quiz laat Maas zien dat hij ook iets anders kan. Toch is de lompheid nooit ver weg, en dat is maar goed ook, want zonder zou Maas niet Maas zijn.