Boeken / Non-fictie

Een spannend verslag over het ontstaan van IS

recensie: Joby Warrick
 - Zwarte Vlaggen: de opkomst van IS

De Amerikaanse journalist Joby Warrick onderzoekt in zijn nieuwste boek Zwarte vlaggen de ontstaansgeschiedenis van Islamitische Staat (IS). Daarbij focust hij op één man in het bijzonder: Abu Musab al-Zarqawi.

Zwarte vlaggen is niet het zoveelste boek over IS. In tegenstelling tot veel andere boeken over het onderwerp, ligt de focus niet op sociologische of geopolitieke factoren, maar op menselijke actoren. Dat vergt uiteraard meer journalistiek ‘grondwerk’. Voor het boek heeft Warrick met veel mensen gesproken – niet met experts, maar met ervaringsdeskundigen.

Een groot deel van die gesprekken gingen over één man: Abu Musab al-Zarqawi. Aan het begin van het boek maken we kennis met de jongeman die als gewetenloze crimineel in de gevangenis is beland. Daar vindt de bekering plaats: hij vindt het geloof en verandert in een even gewetenloze terrorist. Wat niemand toen kon vermoeden, was dat deze bloeddorstige Jordaniër, die niet uitblonk in intelligentie of welbespraaktheid, uit zou groeien tot een van de meest invloedrijkste terroristen ter wereld.

Degelijk onderzoek

Warrick onderzoekt hoe zo’n onbeduidende crimineel uitgroeit tot een kopstuk van het internationale terrorisme. Zarqawi heeft hij nooit ontmoet, maar Warrick spreekt met mensen die hem dicht op de huid hebben gezeten. De belangrijkste daarvan zijn Basel el-Sabha, die dokter was in de gevangenis waar Zarqawi zat opgesloten, CIA-agente Nada Bakos die hem jarenlang heeft gevolgd en Abu Haytam, topambtenaar bij de Jordaanse inlichtingendienst die een groot deel van zijn werkende bestaan met Zarqawi in een kat-en-muisspel verwikkeld was. Zij geven een uniek inkijkje in de persoonlijkheid en de werkwijze van Zarqawi.

Zarqawi’s bloeddorstigheid stuitte zelfs op verzet van Osama bin Laden en Ayman al-Zawahiri, de nummer één en twee van Al Qaeda. Maar Zarqawi trok zich daar niet veel van aan. Hij had een helder doel voor ogen: Bin Laden overtreffen als de meest beroemde terrorist ter wereld.

Om dat te bewerkstelligen bereidde Zarqawi een aanslag voor die de grootste ooit zou moeten worden. Gelukkig werd het plan kort voor uitvoering ontdekt door de Jordaanse geheime dienst. De aanslag in de hoofdstad Amman zou naar schatting 80.000 (!) mensen het leven hebben gekost.

Lokale strijd

De lokale bronnen waarmee Warrick spreekt, maken inzichtelijk dat de strijd tegen het terrorisme vooral door lokale spelers wordt gevoerd: het leger, de geheime dienst en de bevolking. Zij zijn dan ook veruit het vaakst slachtoffer van terroristische aanslagen.

In de meeste boeken over dit onderwerp wordt vooral gekeken naar de gevolgen van Westers Midden-Oostenbeleid. Warrick toont aan dat de rol van het Westen veel geringer is dan vaak wordt gedacht.

Toenemende spanningen

Dat wil niet zeggen dat Warrick blind is voor de negatieve gevolgen van Westers beleid. De Irakoorlog creëerde volgens hem een ideale voedingsbodem voor terroristen. Maar Warrick laat daarbij duidelijk zien dat de chaos in Irak het gevolg was van doelbewuste acties van terroristen. Zo dreigde Zarqawi soennieten, die zich tijdens de eerste democratische verkiezingen verkiesbaar wilden stellen, te vermoorden. Een enkeling trotseerde die bedreigingen: Tariq al-Hashimi van de Iraakse Islamitische Partij besloot zich wél verkiesbaar te stellen. Hij betaalde daarvoor een zware prijs: twee broers en een zus werden vermoord.

Buiten politici werden ook kiezers bedreigd. Met name bij stemlokalen in soennitische gebieden werden veel aanslagen gepleegd. Als gevolg van deze terreurcampagne brachten slechts 2 procent van de soennieten hun stem uit. Omdat de sji’ieten en Koerden wel waren gaan stemmen, waren de soennieten in de politiek nauwelijks vertegenwoordigd. De sektarische spanningen namen daardoor toe: precies wat Zarqawi wilde.

Toen vervolgens belangrijke sji’itische heiligdommen, waaronder de Gouden Moskee, werden opgeblazen, liepen de sektarische spanningen helemaal uit de hand. De burgeroorlog ging de meeste bloedige fase in.

Verslagen

Eind 2006 begon het tij te keren. Zarqawi werd dat jaar gedood door een Amerikaans bombardement. Kort daarna brak de Anbar-Awakening uit: soennitische stammen in de provincie Anbar kwamen in opstand tegen Al Qaeda’s overheersing.

Vervolgens besloot George W. Bush het aantal Amerikaanse troepen op te voeren. Ook werd gekozen voor een agressievere tactiek jegens de terroristen. Met succes: in 2008 was Al Qaeda’s rol in Irak uitgespeeld.

Wedergeboorte

Het keerpunt kwam in 2011. Drie ontwikkelingen droegen bij aan de wedergeboorte van Al Qaeda in Irak, dat zich inmiddels had omgedoopt tot ISIS. De terugtrekking van de Amerikaanse troepen was de eerste. Kort daarna vaardigde de sji’itische premier een arrestatiebevel uit tegen de eerder genoemde soennitische vice-president Tariq al-Hashimi die daarop naar de autonome Koerdische regio vluchtte. Dat zette kwaad bloed bij de soennieten.

Het derde omslagpunt vormde de opstand in buurland Syrië tegen het regime van Bashar al-Assad. De terroristen uit Irak maakten gebruik van het ontstane machtsvacuüm. Daar bouwden zij hun organisatie opnieuw op om in de zomer van 2014, sterker dan ooit tevoren, terug te keren in Irak. De rest is geschiedenis – en helaas nog altijd actualiteit.

Het boek geeft een goed beeld van de ontstaansgeschiedenis van IS maar is tegelijk meer dan dat: het zegt een hoop over het hedendaagse islamistisch terrorisme in het algemeen. Warricks focus op lokale actoren geeft een veel completer beeld van het terrorisme en de strijd daartegen. Iedereen die zich wil mengen in het debat over de strijd tegen het terrorisme zou er goed aan doen dit boek te lezen.