Theater / Voorstelling

De dans van de reiger

recensie: De dans van de reiger

Zomer op Mallorca. Brandende zon en verkoelende zee. Twee dertigers proberen hier een crisis in het huwelijk te boven te komen. Maar de man geniet niet van het eiland. Hij zit de hele dag in zwart pak voor het huisje in de schaduw. Hij weigert de zon in te gaan, wat zijn vrouw gek maakt. De vrouw wil dansen en zwemmen, feesten en verleiden. De man is echter onverleidbaar.

~

Vrijpartij

De crisis in het huwelijk van Edward en Elena duurt nu ongeveer een jaar. Elena heeft op een bal masqué gevreeën met een matroos. Edward was als graaf uit de pruikentijd. Op dit zonnige eiland haalt Elena alles uit de kast om haar echtgenoot weer voor zich te winnen, ze dreigt zelfs zich weer te laten nemen door een matroos. Edward schijnt echter onvermurwbaar. Pas als Elena met een eenvoudig manipuleerbare Nederlander, die ze op het strand gevonden heeft, vertrekt, geeft Edward aan het publiek toe dat hij zielsveel van zijn vrouw houdt. Zijn koppigheid kan hij echter niet zomaar opgeven; dat zou gezichtsverlies betekenen. Daar komt bij dat de problemen in het huwelijk niet alleen op die vrijpartij met de matroos stoelen. Dat blijkt wel uit het feit dat de moeder van Edward ook mee is op deze vakantie.

Absurd

De dans van de reiger is volgens critici een van de mindere stukken van Hugo Claus. Het is dan ook in geen veertig jaar meer door een professioneel gezelschap gespeeld. Het Toneel Speelt toont in dit regiedebuut van acteur Victor Löw echter dat De dans van de reiger nog best goed speelbaar is. In een mooi decor waarin strand en zee tegen de achtergrond van het rieten huisje en een grote boom schitteren in zonlicht en dof glimmen in de nacht wordt het publiek steeds meer het verhaal ingezogen. In het begin komt het stuk een beetje geforceerd en oppervlakkig over, de spanning wordt echter goed opgebouwd en naar het einde toe wordt het verhaal absurder maar duidelijker.

Film / Films

8 Femmes

recensie: 8 Femmes

Acht verschillende soorten Franse chansons, dansjes en kostuums: een achttal bekende Franse actrices geven acte de présence in 8 Femmes. Het wonderkind van de Franse cinema, regisseur François Ozon, laat na het mooie Sous le sable van vorig jaar weer grandioos van zich horen. 8 Femmes is een leuke mix van een Agatha Christiaanse detective met aanstekelijke musical.

~

Het zijn de jaren vijftig. Een groot herenhuis is het decor voor een tragedie: Marcel, de man des huizes, is dood. Er steekt een mes tussen zijn schouderbladen. Wie heeft hem vermoord? Acht vrouwen: de moeder, de echtgenoot, de schoonzus, de twee dochters en de twee bediendes, worstelen met deze pregnante vraag. Iedereen lijkt iets te weten maar men laat uiteraard slechts mondjesmaat informatie los.

Het stuk is een filmbewerking van een toneelstuk uit de jaren zestig van Robert Thomas. Dat blijkt duidelijk uit de opzet van het verhaal: het betreft een vrije interpretatie van de klassieke eenheid van tijd, plaats en handeling. Het verhaal wordt binnen de tijdsperiode van ruim een dag verteld en het speelt zich met name af op de begane grond van het van de buitenwereld afgesloten huis. Er zijn verder geen nevenplots of uitwijdingen die je afleiden van de hamvraag. Er wordt door de regisseur bijvoorbeeld geen blik special-effects opengetrokken.

Vitaliteit

François Ozon experimenteert gelukkig wel met het classicisme door verschillende genres te mixen: tussen het oplossen van de moord door presenteren de actrices zich stuk voor stuk door en dansant een Franse chanson te zingen. Deze afwisseling van mysterie en musical geven de film meer vitaliteit. Steeds weer wanneer een van de vrouwen begint te zingen veer je even een beetje op uit je stoel. Zo blijf je niet al te zeer hangen in detectivesferen maar begin je meer te letten op de acht vrouwen an sich.

~

De acht Franse actrices eigen karakter wordt op verschillende manieren benadrukt: ten eerste onthullen de Franse chansons die ze zingen een deel van hun persoonlijkheid. Achtereenvolgens tonen de actrices de rebellie van de jeugd (Ludivine Sagnier), de breekbaarheid van een jong volwassene (Virginie Ledoyen), de verleidster (Catherine Deneuve), de vamp (Fanny Ardant), het beest in de vrouw (Emmanuelle Béart), de gekreukte vrouw (Isabelle Huppert), de zachtaardige vrouw (Firmine Richard) en de melancholieke vrouw (Danielle Darrieux). Ten tweede is er een karaktereigen choreografie van het dansje dat ze uitvoeren tijdens het zingen. Ten derde zijn de actrices ieder voor zich ook nog in een typerend jaren vijftigkostuum gehesen. Kortom, het ontbreekt de film niet aan onderscheid tussen de personages.

Cult

De geliefde thema’s van regisseur Ozon: familie, verleiding en ambivalente sexualiteit, komen ook in 8 Femmes aan bod. Een voorbeeld van ambivalentie is een opmerkelijke scène waarin de echtgenote Catherine Deneuve op het tapijt ligt te zoenen met de zus van haar man, Fanny Ardant. En zo zijn er nog wel meer kleine scènes in de film die een cultstatus verdienen.

Ik zou zeggen: ga naar de bioscoop en laat 8 Femmes over je heen gaan om vervolgens met Franse chansons en mysterie in je hoofd weer naar buiten te komen.

Boeken / Fictie

Strubbelen met liefde en verleden

recensie: Indian Summer

In de nieuw vertaalde roman van Grøndahl werkt het verleden wederom niet mee om het verleden te verwerken. De uitgerangeerde schrijver August denkt de liefde van zijn leven te vinden, raakt haar kwijt en lijkt haar uiteindelijk terug te winnen. Maar de kracht van het verleden en de zwakte van de psyche zorgen ervoor dat er geen plaats is voor een tweede kans. Tegen beter weten in laat Grøndahl zijn personages in liefde en verleden strubbelen; een pijnlijke maar prachtige combinatie.

~

August is een middelmatige, maar sympathieke man. Ondanks dat hij het niet ver gebracht heeft als schrijver is hij niet de verzuurde intellectueel geworden als zoveel anderen. Ondanks dat hij niet over een grote stuwende persoonlijkheid beschikt, lijkt een dragelijk leven met iemand die van hem houdt het hoogst haalbare. Hij verliest zijn hart aan Alma. Ze krijgen iets met elkaar en al heel snel weet August dat Alma hem zal verlaten. Zijn vriend, de schilder, Gustav is een man van de wereld. Welbespraakt, innemend en dwingend in de omgang. Met wie Gustav ook praat, iedereen valt voor hem. De eerste blik die Alma en Gustav wisselen is voldoende voor August. Hij weet waar hij aan toe is, Gustav is zijn meerdere in persoon en leven. Het is slechts een kwestie van tijd voor de bom barst.

De schaduw van het verleden

Alma verlaat August inderdaad voor Gustav. De liefde voor Alma heeft een onwisbare indruk op August achtergelaten. Uiteindelijk neemt hij genoegen met Harriët, een vrouw om niet alleen te zijn. Wanneer hij jaren later Alma is de schouwburg tegenkomt, wordt hij zich er bewust van dat hij slechts de tijd van Harriët heeft verspild. De schaduw van het verleden wordt sterker en bepaalt nog steeds het leven van August.

Wegkwijnen

Harriët verdwijnt uit zijn leven en wanneer Gustav op sterven ligt, lijkt August zijn enige liefde voor zich terug te winnen. Meegesleept door zijn hoop en troebele ideeën lijkt de oud geworden August nog steeds te zwichten voor zijn zwakheden. Een oude man moet afstand nemen van liefde wil hij niet wegkwijnen in eenzaamheid. Maar genoegen nemen met uiteindelijk niets is pijnlijker dan een moment genegenheid. August vraagt zich dan ook af:

(…) hoe zo’n onrijpe liefde het terugkerende thema in mijn leven had kunnen worden, ondanks alle andere vertakkingen, vrouwengezichten en open mogelijkheden daarin. Maar ik bedacht ook dat je bij het ouder worden misschien onrechtvaardiger oordeelt over de vroegere, onvolmaakter en onschuldiger stadia van je persoonlijkheid. Of dat komt doordat je je wilt wreken op je verloren jeugd of doordat je genoodzaakt bent je jeugd geringer af te schilderen dan die was, om je volwassen en illusieloos te kunnen voelen. Wanneer je terugblikt, doe je dat altijd vanuit het toppunt van ervaring, je kunt je het punt niet voorstellen vanwaar je het jaar erna niet alleen op je jeugd, maar ook op de terugblik van vorig jaar terugziet. Elk jaar wordt de geschiedenis herschreven, en elke keer denk je dat het de definitieve versie is.

Zwarte bladzijde

Maar verder gaan met het leven, het verleden keer op keer reconstrueren werkt niet. Het verleden laat zich niet kneden, en August ziet zijn geschiedenis eindigen in een zwarte bladzijde. Tegen beter weten in geloofde hij in zijn gedachten, maar herschrijven eist afstand nemen. Dit heeft August nooit gekund.

Subtiel

Grøndahl heeft met Indian Summer wederom een pareltje afgeleverd. De onmogelijkheid van liefde en omgaan met het verleden is prachtig verwoord. Grøndahl’s taalgebruik nodigt uit om zinnen keer op keer te herlezen. Talloze details en waarnemingen maken het boek tot een ontzettend subtiele vertelling. Veel gebeurt er niet, maar de kalmte en de rust dragen ertoe bij dat er voor ons misschien wel iets te leren valt.

Tijdverdrijf

Grøndahl laat zijn personages tussen eenzaamheid en hartstocht laveren. Geluk duurt niet lang, eenzaamheid des te langer. Ondanks alle inzichten die ze door de jaren heen verzamelen, weten zijn personages nog steeds niet hoe te leven. De herinneringen werken niet als katalysator tot begrip, maar als nevel voor morgen. We blijven primair handelen. En het verleden? Juist, dat is altijd een goed excuus en tijdverdrijf voor later.

8WEEKLY

De biobak

Artikel:

Sommige spelletjes verdienen eigenlijk geen volledige review. Om de consument toch te kunnen waarschuwen voor sommige wanproducten introduceren wij De Biobak. Hier gaan we vluchtig in op enkele titels die u maar beter kunt laten liggen.

~

Mary Kate and Ashley: Girls night out

Uitgever: Acclaim • Platform: Gameboy Advance • Prijs: €45

Soms krijg je als recensent spelletjes binnen waarvan je weet: dit gaat een leuke recensie worden. Mary Kate and Ashly (MKAA) is zo’n spel. De cheesy cover, de glossy Barbie-achtige looks, alles heeft het doosje van dit spel tegen. In zulke gevallen roep ik er meestal een mede-reactielid bij, want de leuke dingen des levens moet je delen zeg ik altijd maar.

DUST-a-Groove

In MKAA moet je de beide pubermeisjes laten dansen op muziek. Het komt erop neer dat de gameboy je toetsen volgordes geeft, en dat je die op de maat van de muziek moet intoetsen. Zoiets zagen we al eerder in Bust-a-Groove voor de PSX. Anders dan bij dat spel heb je hier slechts de

~

beschikking over twee dansers en twee muziekjes. Verder wordt de gameplay zwaar versimpeld door het feit dat het moment waarop je moet drukken op de rechter schermhelft wordt aangegeven. De maat van de muziek, waar de gameplay toch op rust, doet er dus eigenlijk helemaal niet toe.

Conclusie

MKAA is al met al een tegenvaller geworden. Het feit dat je dit muzikale spel dus met muziek uit kan spelen is lachwekkend, even als de weinige variatie die de muziekjes bieden. De speler kan wel wat prutsen met een bijgeleverde editor, maar daar zal hij niet veel vrolijker worden. Het dansen valt helemaal weg, omdat je meestal naar de rechterkant van het scherm zit te staren. Mijn eerder genoemde mederedactielid haalde zijn neus op en verliet de kamer. Dikke onvoldoende!

~

Final Fight: ONE

Uitgever: Ubi Soft • Platform: Gameboy Advance • Prijs: €49,95

Eind jaren 80 waren side-scrolling beat ‘m up spelletjes erg populair in de speelhallen. Je koos een mannetje, en mepte vervolgens een paar levels lang boeventuig tot pulp. Omdat zo’n beetje alles gerecycled wordt op de GBA besloot Ubi Soft dit werkje nog even snel op de markt te brengen.

Mannen van hout

FF: ONE biedt de keuze aan drie vechters. Na het uitgekauwde verhaaltje over straatbendes die de stad onveilig maakten ging mijn mannetje aan de slag. In een typische afbraakbuurt gaat een grote schurk met een meisje aan de haal. In no time schop ik wat mannetjes die met een koddige schreeuw tegen het asfalt vallen. Dan komt er zo’n typische stage boss, en als die verslagen is doen we nog maar een leveltje. De controls zijn erg

~

houterig, en staan een fijne gameplay danig in de weg.

Conclusie

Voor dit gebrek aan fantasie durven de mensen bij Ubi Soft nog een kleine vijftig euro te vragen! Op de kleuren na zou dit spel prima op de klassieke Gameboy hebben gepast, maar de Advance is toch echt toch meer in staat. Wil je per se een side-scrolling beat ‘m up spelen, haal dan nog eens je Mega Drive uit de kast en speel Streets of Rage. Laat dit wanproduct maar lekker liggen in de schappen!

Film / Films

Venus Boyz

recensie: Venus Boyz

Een man in vrouwenkleding vinden we zo langzamerhand heel normaal. Extravagant uitgedoste nichten die kirren van plezier zien we niet alleen meer in het grootstedelijke uitgaansleven, maar sinds jaar en dag lopen ze domweg over straat of zingen liedjes op tv. Voor de masculien georiënteerde vrouw ligt het allemaal wat moeilijker. Er voor uitkomen dat je het hartstikke naar je zin hebt in een frisse grijze mannenslip met gulp lijkt me niet makkelijk als vrouw. Helaas portretteert Gabriel Baur in Venus Boyz slechts de excessen van het vrouwdom: hardcore potten, seksuele twijfelgevallen en miskende feministes. De gezonde potige vrouw met de behoefte de mannenwereld te imiteren lijkt in Baur’s universum niet te bestaan.

~

De drag kings lijken mannen niet als ideaalbeeld na te streven. Waarom ze zich dan aankleden als man? Eenvoudig: voor de macht en bewustwording van de vrouwelijke onderdrukking. Dat mannen anders tegen mannen praten dan tegen vrouwen wordt opgemerkt alsof het de wijsheid van de eeuw betreft. Het mannelijke schijnt voor de vrouwen alleen erotisch te werken wanneer ze de kans hebben een tiet aan het publiek te laten zien. Weer een ander speelt een lieve zorgzame vrouw, om daarna om te slaan in een kerel van het ergste soort. Typisch is dat juist deze vrouw, vol penisnijd, andere vrouwen gaat leren hoe ze zich moeten gedragen als man. Sneu is dat alleen onmacht en irrationaliteit haar werkelijkheid constitueren. Haar vrouwelijk uitziende dochter beklaagt zich erover dat moeder alles wel heel erg stereotiep bekijkt.

Platvloerse filosofie

~

De quasi-kunstzinnige acts die in het uitgaansleven worden gefilmd voegen niets toe en ondermijnen de mogelijkheden van de film. De drag kings roepen irritatie op, niet vanwege hun fetisj an sich, maar juist door de ondoordachte en platvloerse filosofie die er voor sommigen achter zit. Zelfs de grootste onbehouwen bok heeft meer van vrouwen begrepen dan de geportretteerde pottenbrigade van mannen.

Testosteron-injecties

De enige positieve uitzondering in de film is het portret van een seksueel twijfelgeval met baardhaar en een vrouwelijk geslachtsdeel. Het is natuurlijk de droom van elke heteroman een vagina te hebben en daar grondig gebruik van te maken. Maar wanneer je er echt een hebt (incluis hormoonhuishouding) is het toch geen pretje. De twijfels en problemen rondom de identiteit in combinatie met het uiterlijk zorgen voor een moeilijk leven. Opgevoed als vrouw besluit ze het roer om te gooien en verder te gaan als man. Hij neemt nu elke dag testosteron-injecties waar de gezondheidsrisico’s niet bekend van zijn. Maar ja, een man wil wat…

Tweederangs camp

Gabriel Baur heeft door haar brede keus van vrouwen en cross-overs een incoherente documentaire gemaakt. De portretten komen niet uit de verf en krijgen geen enkele diepte. Het blijft giswerk naar de ware beweegredenen van de vrouwen. Wat rest is tweederangs camp met een vleugje boerinnenpsychologie. Deze vrouwen verdienen beter.

Film / Films

Floris

recensie: Floris

.

Jaren zestig

Wat een heerlijke serie. De dialogen zijn zo star als een strijkplank en ademen in alles een belegen jaren zestig-sfeer uit. De verhaaltjes zijn bijzonder kuis en slechts in een paar van de twaalf afleveringen komen vrouwen voor. Geen schone jonkvrouwen voor Rutger, maar paardrijden en zwaardvechten met zijn vrienden in maillots. Rutger zelf en Jos Bergman als Sindala leveren prima spel, maar de soldaten zijn karikaturen van dommeknechten en ook de andere tegenspelers hebben niet al te veel kwaliteiten als acteur. Veel geschreeuw en gegil, rollende ogen en zwaar brommende bulderlachen zijn nou niet direct subtiel te noemen.

Tand des tijds

Toch kan Floris de tand des tijds prima doorstaan. Dat komt vooral door het prima stuntwerk en de goed geschreven scenario’s. Gerard Soeteman is geen ster in het schrijven van natuurlijke dialogen, maar de opbouw van het verhaal is prima. Hij speelt met verstrekken van informatie aan zowel de karakters alsook de kijkers. In een eenvoudige aflevering als De Koperen Hond weet Soeteman de spanning op te bouwen door iedereen te laten huiveren wanneer ze de term ‘Koperen Hond’ horen. Pas na een aantal scènes komt de kijker erachter wie of wat die Koperen Hond eigenlijk is. Het zijn simpele trucjes, maar ze werken prima.

Zonder stootkussens

~

Ook de algehele regie van Paul Verhoeven en het stuntwerk moeten worden geroemd. Verhoeven weet ook in zwart-wit zijn personages kleurig over te laten komen en weet wat hij filmt. Hij lijkt veel aandacht te hebben voor de historische realiteit van kleding en andere details.
Het stuntwerk van het team onder leiding van Hammie van de Beukelaar (elke aflevering op de titelrol) is prima en levensecht. De vuistgevechten zijn niet van echt te onderscheiden en stunts op paarden, zwaardgevechten en andere gevaarlijke bezigheden worden zonder stootkussentjes uitgevoerd. Petje af voor de man die zich achter een wagen aan door zand en water laat slepen.

Verzorging

De verzorging van de dvd is niet al te best. De afleveringen staan erop en ook een keur aan extra’s, maar de mogelijkheden zijn beperkt. De menu’s zijn geen visuele hoogstandjes en de afwerking is slordig. Bij sommige afleveringen zit een aftiteling, bij andere weer niet. Het geluid is mono en het beeld wordt gepresenteerd in het oorspronkelijke (televisie-)formaat. Er zitten nogal wat beschadigingen op het originele filmmateriaal, maar dit is niet echt storend en draagt eigenlijk alleen maar bij aan de nostalgische gevoelens. De drie dvd’s zitten in een kartonnen uitklapbox met oubollige tekstjes en, vreemd genoeg, kleurenfoto’s van Floris in actie. Dat doet het vermoeden rijzen dat de serie in kleur op dvd staat, terwijl dat niet het geval is.

Extra’s

~

Op de eerste twee dvd’s staan elk zes afleveringen van Floris. Het derde schijfje bevat interessant bonusmateriaal. De twaalf originele inleidingen van de serie staan er allemaal op. Steeds vertelt een onbekende, nogal betweterige verslaggever de jongens en meisjes wat over een aspect van de Middeleeuwen: over munten, ridders, de geneeskunde, wapens en meer van dat soort dingen. Die inleidingen zijn een bijzonder vermakelijk staaltje van educatieve journalistiek die de plank misslaat. Het is echter jammer dat ze volledig losgekoppeld zijn van de aflevering waar ze aan vooraf gaan, terwijl de verslaggever daar wel aan refereert.

Eerste making-of ooit

Het kijkje achter de schermen is misschien wel de eerste making-of ooit gemaakt en belicht in een half uur alle aspecten van het maken van Floris. Je ziet een piepjonge Paul Verhoeven met zijn brillepoot in een beker koffie roeren en aanwijzingen geven, terwijl Rutger Hauer nog wat extra stoppelbaard opgeschminkt krijgt. Een stuntman wordt aan een boom opgehangen (voeten boven, dat wel), kleermaaksters strijken de mantels, scriptgirls geven aanwijzingen, zelfs het componeren van de muziek en de special effects worden behandeld. Deze authentieke making-of is een prima aanvulling op de dvd.

~

Op de extra’s-dvd staat ook een andere documentaire. De Ridder & de Fakir is een drie kwartier durende beschouwing op Floris uit 1999, die interviews bevat met o.a. Paul Verhoeven, Rutger Hauer en Gerard Soeteman. Op het recensie-exemplaar haperde deze documentaire, dus er valt in deze recensie niet over te oordelen. Verder staan er nog wat foto’s (in kleur) en summiere credits op de dvd.

Dus

Alhoewel de inhoud van de set boven verwachting is, laat de presentatie te wensen over. De interactiviteit is miniem: zelfs de afleveringen zijn niet in hoofdstukken onderverdeeld. Het was ook leuk geweest krantenartikelen of andere commentaren over Floris op de dvd te zetten, om de tijdgeest nog meer op te roepen. Het gaat echter om de afleveringen, en die zijn nu gedigitaliseerd en gaan nooit meer verloren. Go Floris! Paam, papapam papam papam!

Muziek / Concert

Jon Spencer Blues Explosion

recensie:

Het zal niet veel kerken gebeuren, maar afgelopen zondag stonden mensen in Amsterdam te dringen om binnen te komen. Op de stoep werden de laatste toegangskaarten nog snel verhandeld, waarbij overigens geen spoor van enige barmhartigheid merkbaar was. Waar je in de voorverkoop €15 (excl. servicekosten) voor een kaartje moest betalen, werd hier gerust het dubbele gevraagd. Het Volk van Nederland was massaal uitgelopen om de Messias van de Rock ’n Roll te zien. Deze avond zou Jon Spencer zijn aanhangers, verzameld in Paradiso, verlichten.

~

Heilige Geest

Het optreden van de Blues Explosion had aan het kerkgebouw een goed décor. De muziek past niet meteen binnen het traditionele plaatje van de Nederlandse geloofsbeleving, maar de performance van de zanger zou binnen een zwarte geloofsgemeenschap niet misstaan. Jon Spencer jutte het publiek op, hield een korte preek, oreerde in termen als sacred place, viel bij herhaling op zijn knieën voor het publiek en wist de spanning tot een hoogte te brengen waarbij iedereen aangeraakt werd door de Heilige Geest van de Rock ’n Roll. Als Jimi Hendrix in persoon uit het nirvana was neergedaald om de Blues Explosion een handje te helpen, had niemand raar opgekeken.

Judah Power

~

Muzikaal gezien lag de geest van Jimi Hendrix wél over de avond. De Blues Explosion kwam op, pakte haar gitaren, begon te spelen en speelde de vuige rock aan één stuk door. Tussen de verschillende nummers zaten slechts luttele seconden, waarin het publiek niet eens de kans kreeg te applaudisseren.
Naast Jon Spencer (zanger/gitarist) zelf staan Judah Bauer (gitaar/zang) en Russell Simins (drums) op het podium. De Blues Explosion doet het dus zonder bassist. Die mis je echter geen moment: de drie leden vormen samen één groot blok energie, dat het publiek meesleurt in haar enthousiasme.

Dat het publiek genoot van de sfeer en het optreden bleek wel toen de band er na de uitputtingsslag mee stopte. Het gejoel was massaal en men bleef hopen op een terugkeer. Toen de DJ al enige nummers gedraaid had hield het applaus en geschreeuw nog aan. Pas toen de roadie met het drumstel onder zijn arm het podium afliep begreep iedereen dat het écht afgelopen was. De Jon Spencer Blues Explosion had een geweldig optreden gegeven, waarbij iedereen volstrekt in de muziek zat. Deze avond hebben jammer genoeg geen wonderen plaatsgevonden, of het moet zijn dat het podium niet bestormd werd. Want we namen het Jon Spencer eigenlijk allemaal wel een beetje kwalijk dat het concert was afgelopen.

8WEEKLY

Gaming Legends: Sega Mega Drive

Artikel:

We schrijven 1988. Het Nederlands elftal wordt Europees kampioen, het Oostblok staat op instorten, ik ben een jaar of elf en SEGA brengt de Genesis 16-bit spelcomputer uit. In 1990 zou deze computer onder de noemer MEGA DRIVE een ware games revolutie teweeg brengen. Het was het begin van een nieuw games-tijdperk, en de geboorte van Sonic the Hedgehog. Those were the days…

~

Sonic the Hedgehog

Het was mijn dertiende verjaardag, 1991. Zoals elke pre-puber weet: het zijn niet de kleine cadeautjes die er toe doen. Size does matter. Eindelijk mocht ik het laatste pakje openmaken, die hele grote. Met fraaie flashy letters las ik de woorden die ik wilde lezen: SEGA MEGA DRIVE! In no time was de spelcomputer aangesloten op de TV. De visite was vergeten, een platformspelletje genaamd Sonic trok alle aandacht naar zich toe. Mijn beste vriend kon niet langer patsen met Nintendo’s Mario, Sonic was sneller, flitsender, mooier en domweg beter (op de achtergrond hoor ik duizenden Nintendofans protesteren).

Tweedracht onder gamers

~

De Mega Drive was de opvolger van het wat tegenvallende Master System. Omdat Sega inmiddels de speelhallen had veroverd was de verovering van de huiskamers niet heel erg moeilijk. Spelletjes als Sonic, Hang On, Shinobi, Ecco the Dolphin en Streets Of Rage werden allen grote hits. Michael Jackson bracht de gameversie van zijn film Moonwalker exclusief op de Mega Drive uit. De concurrentie van Nintendo’s Super NES was moordend. Alsof het twee bekende Nederlandse voetbalclubs betrof (over welke teams zou ik het nu hebben?), zo lijnrecht stonden de gamers tegenover elkaar.

Bloed verkoopt

Het verschil tussen de twee consoles was het imago. Terwijl Nintendo vooral op de jongere gamer mikte (lachende wolkjes, lieve kleurtjes) ging SEGA voor de tieners met een harder imago. Gamen moest vooral cool zijn. Een straatvechtersimago werd rond de Mega Drive gekweekt. Toen het bloedige vechtspel Mortal Kombat vanuit de speelhallen de huiskamer binnendrong werd dat verschil extra duidelijk. Nintendo bracht een gecensureerde versie zonder bloed uit, terwijl het bloed op de SEGA met een simpele code was te bezichtigen. Het bleek een gouden greep. Mortal Kombat werd een enorme hit op de SEGA, terwijl de verkopen van Nintendo’s versie zwaar teleurstelden. Toegegeven, de Nintendo was technisch en grafisch superieur, maar de keiharde, snelle games van SEGA maakten een hoop goed.

This is the end my friend

~

Halverwege de jaren 90 liep het 16-bits tijdperk op zijn laatste benen. SEGA startte het 3D-tijdperk goed door met zijn VIRTUA games-lijn te komen. Virtua Soccer, Virtua Racing en Virtua Fighter bleken in de speelhallen grote hits. De games waren op de Mega Drive met een extra apparaatje (de 32X add-on) te spelen. Omdat er echter niet voldoende titels voor de 32X uitkwamen was het einde van de Mega Drive een feit. Haar opvolger, de SEGA Saturn, zou heftig floppen, evenals uiteindelijk de (overigens voortreffelijke) SEGA Dreamcast. De Sony Playstation bleek de verrassende winnaar van de console war. In Japan bracht SEGA nog wel een handheld versie van de Mega Drive uit, maar die wist niet aan te slaan. SEGA ging zich na het Dreamcast debacle weer toeleggen op dat waar ze het best in zijn: Het uitbrengen van uitstekende games.

TOP 10 SEGA MEGA DRIVE:

  1. Sonic the Hedgehog
  2. Mortal Kombat II
  3. NBA JAM
  4. Ecco the Dolphin
  5. Sonic & Knuckles
  6. Spiderman: Maximum Carnage
  7. Streetfighter II: The new challengers
  8. Streets of rage
  9. Eternal Champions
  10. Mortal Kombat

Links

Sega.com: Waar is SEGA tegenwoordig mee bezig?

Muziek / Concert

Costello struikelt in zijn haast

recensie: Elvis Costello live

Met Elvis Costello weet je het nooit. De ene keer is hij buitengewoon charismatisch en speelt hij de sterren van de hemel, dan is hij weer nukkig en kortaf. In een uitverkocht Paradiso lijkt Costello deze keer zijn draai niet te kunnen vinden en een enorme haast te hebben om terug te keren naar zijn hotel. En dat terwijl dit concert geldt als startschot van Costello’s tournee die een jaar gaat duren. Een snelle start…

~

Geen geouwehoer

Een zwerver bedelt om 15 cent bij de mensen die zich voor Paradiso verzamelen. Een vrouw verzucht medelijdend: “Dat vind ik toch zo zielig.” In Paradiso zijn de zitplaatsen op het balkon als eerste gevuld, terwijl de zaal nog half leeg is. Opvallend veel grijze hoofden en -net zo opvallend- weinig sigarettenrook.

Costello-publiek is duidelijk wat ouder en wellicht wijzer en daarbij buitengewoon beschaafd. Geen geouwehoer door de muziek heen, keurig wachten met klappen en juichen tot een nummer is afgelopen. Hier en daar wordt voorzichtig een dansje gewaagd voor het podium. Misschien zit het Costello dwars dat zijn publiek niet meer uit angry young men bestaat? Wil hij met zijn nogal up-tempo repertoire laten zien dat hij het nog wel is? Wie zal het zeggen.

When I Was Cruel

Stipt om half 9 loopt Costello met zijn band The Imposters het podium op. De band bestaat bijna uit zijn oude band The Attractions, met drummer Pete Thomas en pianist/toetsenist Steve Nieve. Alleen bassist Bruce Thomas ontbreekt. Die werd vervangen nadat hij in een boek wat nare uitlatingen over Elvis had gedaan. De nieuwe bassist Davey Faragher doet het echter uitstekend en is ook niet vies van het spelen met effecten, zo blijkt later.

Het is even stil voordat Costello, gekleed in een sober zwart pak en een bril met oranje glazen, zijn bijtend nasale stem de microfoon in knalt: “Accidents will happen”. Na wat oude up-tempo nummertjes komen al snel de nieuwe songs aan bod van de afgelopen weekend onverwachts uitgekomen CD When I Was Cruel, zijn eerste plaat in zeven jaar. De schijf werd pas 23 april verwacht, maar lag afgelopen weekend plots al in de schappen. Opvallend is dat een groot deel van het publiek de nieuwe songs meezingt! Costello speelt bijna alles van de nieuwe CD.

Nukkig en angry

~

Deze avond heeft Costello duidelijk geen zin in langzame, gevoelige songs: alles wordt up-tempo gespeeld. De man met de bril sjeest in een noodgang door de set van die avond, zegt nauwelijks wat tussendoor. Galmt wel een paar seconden lang She (een nogal commerciële cover van een lied van Charles Aznavour, waarmee Costello een paar jaar terug bij een groot publiek scoorde dankzij de soundtrack van de film Notting Hill). Daarna mompelt hij nukkig iets van “No more of that shit”, en zet weer een nieuwe snelheidsmaniak in. Angry is hij dus nog steeds.
Tegelijkertijd onderstreept Costello zijn antiheld-imago op subtiele wijze met het prijskaartje dat nog aan een van zijn (vele) gitaren hangt. Alsof hij hem net nog even gejat heeft.

De koek is op

Nieuwe nummers als 45, Spooky Girlfriend, het liefdeslied Tart (Costello blijft grappig) en het slepende When I Was Cruel No.2, met een te gekke sample en een Satie-pingeltje van Steve Nieve, komen voorbij in hoog tempo. Naast het nieuwe repertoire speelt hij vrijwel alleen oud werk, niets uit eind 80-er of begin 90-er jaren. En niets van de nummers die hij samen met Burt Bacherach maakte.

Technisch gezien is er niks op het concert aan te merken, iedere noot zit op zijn plaats. Maar de magie ontbreekt deze avond, het wil maar niet komen. Er wordt teveel gehaast, en dat is zelden goed. Op het moment dat Costello nog verder door had moeten gaan om het publiek en zichzelf werkelijk op te warmen (het had nog kunnen gebeuren), stapt hij opeens van het podium af. Hij is door zijn set heen, de koek is op. Niet te geloven, het concert heeft amper een uur geduurd!

Oranje bebrilde antiheld

Natuurlijk komt Elvis terug, maar pas na tien minuten luid applaudisserend en gillend publiek, dat uiteraard meer muziek wil horen in ruil voor het duur (35 euro!) betaalde kaartje. Costello continueert met Alibi, waarna nog twee nummers volgen. De band wordt vlug voorgesteld en de oranje bebrilde antiheld verdwijnt weer van het toneel, om voor een tweede keer terug te worden geroepen.

Tot grote vreugde van het publiek speelt Costello dan uiteindelijk nog zijn grote hit I Want You. Niet slecht gespeeld, maar ik heb het hem wel eens (veel) beter horen doen. Het publiek neemt evenwel genoegen met deze middelmatige uitvoering en gaat uit haar dak. Dan is het afgelopen. Dankzij het gejakker van de heer Costello struikelen wij om tien uur alweer naar buiten, de regen in.

Film / Achtergrond
special: Een interview met Paul Verhoeven

‘De cirkel is rond’

Naast Goudse kaas en wiet zou Paul Verhoeven wel eens het meest succesvolle Nederlandse export-product kunnen zijn. De man achter de legendarische TV-serie Floris, een paar van de meest succesvolle en best gewaardeerde Nederlandse speelfilms aller tijden en een hele rits controversiële en zeker niet minder succesvolle Amerikaanse films werd afgelopen weekend in Amsterdam bekroond met een heuse Lifetime Achievement Award op het 18e Festival van de Fantastische Film. Wij spraken met de regisseur over zijn drijfveren en keken met hem naar de toekomst.

~

Ironisch genoeg heeft Verhoeven, wiens werk sinds 1987 voor het grootste deel uit science fiction heeft bestaan, weinig op met het genre. “Ik kijk graag naar een science-fictionfilm, maar als ik lees, dan lees ik over het verleden. Of het nu over Nederland gaat of over andere landen, geschiedenis is voor mij tien keer interessanter omdat het echt is gebeurd. En dan maakt het niet uit hoeveel vervalsing er plaatsvindt; er blijft een kern van waarheid in zitten die bij science fiction gewoon ontbreekt.”
En daarom is Verhoeven na zeventien jaar nu weer terug in Europa, met tenminste twee grote projecten in ontwikkeling, allebei stevig geworteld in de Europese geschiedenis. “Het idee van de Batavia bestaat al meer dan twintig jaar bij [scenarist] Gerard Soeteman en mij,” zegt hij enthousiast, “maar pas nu lijkt het kringetje rond te zijn.”

“Ik bouw ‘m toch”

~

Verhoeven doelt op de merkwaardige loop van gebeurtenissen rond het project Batavia. Het verslag van het schip dat verging tijdens zijn eerste reis in 1629 werd al in het midden van de zeventiende eeuw gepubliceerd en Soeteman liet het Verhoeven lezen in de jaren 70. Niet alleen de schipbreuk, maar vooral de gebeurtenissen daarna, toen er muiterij uitbrak en vele bemanningsleden werden afgeslacht door de muiters, spraken tot de verbeelding. “Het leek ons meteen een fantastische basis voor een film.”
Rond diezelfde tijd liep scheepsbouwer Willem Vos met plannen rond om een replica van een oud schip te bouwen, maar hij wist niet welk. Pas nadat hij in 1981 een interview las in de Telegraaf met Soeteman en Verhoeven waarin ze hun enthousiasme voor de Batavia uiteenzetten, stond zijn besluit vast. “Hij belde me op en vroeg wanneer we de film gingen maken, zodat hij op tijd zijn schip af kon hebben. ‘Maar Willem,’ zei ik, ‘we krijgen nooit zoveel geld bij elkaar in Nederland!’
‘Geeft niks,’ zei hij, ‘ik bouw ‘m toch.’

Batavia’s Graveyard

Veertien jaar later was het schip klaar. De filmplannen waren er nog steeds, maar Verhoeven zat inmiddels al lang in Amerika, bezig met films als Basic Instinct, Starship Troopers en Hollow Man. Het project kwam weer terug onder de aandacht toen Verhoeven het manuscript las van Batavia’s Graveyard van de Engelsman Mike Dash. “De Engelse filmmaatschappij FilmFour heeft de rechten van het boek voor me gekocht en Gerard begint binnenkort aan het script waar we vijfentwintig jaar op hebben gewacht. We zijn net begonnen met de onderhandelingen met Willem Vos en de scheepswerf in Lelystad om het schip gedurende een paar maanden te gebruiken, want zonder het schip hoef je niet eens over de film te denken. Het is het grootste schip dat ooit gebouwd is en het zou voor alle partijen geweldig zijn.”

Onevenwichtig

~

Maar financiën en een nog niet gebouwd schip waren niet de enige redenen waarom het project pas nu van de grond lijkt te komen. “Thematisch gezien had ik het verhaal van de Batavia twintig jaar geleden nooit kunnen verfilmen,” aldus Verhoeven. “Voor een evenwichtige invalshoek tussen goed en kwaad op een situatie die overwegend kwaad is, is het beter om wat ouder te zijn. Ik weet niet of ik dat tien jaar geleden wel had gekund. Hetzelfde geldt voor Keetje Tippel. Die film zou ik liever nu hebben gemaakt dan toen ik hem maakte. Ik vind dat ik veel dingen heb laten liggen en dat ik er meer mee had kunnen doen als ik ouder was geweest.”

Gestolen

Dat wil niet zeggen dat Verhoeven in die tijd zware thema’s uit de weg ging. Zijn eerste Engelstalige film, het middeleeuwse spektakel Flesh & Blood (1985), stond bol van de verkrachtingen en martelingen. “Flesh & Blood was eigenlijk een voorstudie voor Batavia,” zegt Verhoeven nu. “Tal van elementen die in die film zitten, hebben we gewoon gestolen van de Batavia. Bijvoorbeeld het feit dat ze allemaal rode kleren gaan dragen: dat gebeurt allemaal op dat eiland. Toen we ons realiseerden dat we nooit het geld bij elkaar zouden kunnen krijgen in Nederland om zo’n groot project als de Batavia te kunnen doen, hebben we alles wat zich op het water afspeelde verplaatst naar het land en de kastelen.”

Rammstein

~

Omdat het niet lukt om Batavia in één jaar rond te krijgen, heeft Verhoeven eerst zijn zinnen gezet op een iets kleiner project: de verfilming van het boek Fandorin, het eerste deel uit een uiterst populaire Russische detectiveserie van Boris Akoenin. Voor Verhoeven is het terug naar het jeugdsentiment van Kuifje en Floris, met een snufje Indiana Jones en een goede dosis Sherlock Holmes. “Het boek gaf mij hetzelfde plezier tijdens het lezen als Kuifje dat deed toen ik een jaar of twaalf was. Dat is voor mij de voornaamste reden om de film te maken: het komt bij mij zelden voor dat een roman me zo weet te vermaken als Fandorin. Ik ben in Amerika ook wel met projecten bezig, maar die hebben allemaal dat harde Amerikaanse karakter. Dit is iets anders, en het is voor mij een verademing om iets te maken dat zo’n andere stijl heeft. Fandorin is zeg maar Mozart vergeleken bij de Rammstein van Batavia.”