|
The Stands |
Maar er was meer dan Polly Jean alleen. Met name vrijdag de elfde was het programma echt adembenemend. Om zo meteen een sprongetje te maken naar de prachtige songwriter Adem (Ilhan), die verassend genoeg zijn opwachting maakte vergezeld door een gehele band, inclusief orgel. De nummers van zijn eerder dit jaar verschenen akoestische plaat Homesongs kregen hierdoor nog meer waarde. Iemand liet een speld vallen en het publiek begon te sissen. Zoiets moois verstoor je niet, bijna magisch. Tegelijkertijd speelden The Stands, die leuke Britse band rondom zanger Howie Payne. Ook zij deden goed hun best maar moesten, net als het publiek, nog even opwarmen. Toen de heren eenmaal op stoom waren, vloog de ene na de andere prachtsong van het debuut All Years Leaving om je oren. Een beetje Beatles, wat Byrds, een vleugje Dylan en klaar is Howie. Een degelijk optreden van deze talenten, met een groots gevoel voor nostalgie.
Maurits en Jim
|
Gem |
Ook Gem deed het goed in de leuk aangeklede foyer van het Theater aan het Spui. De band bracht vorige maand het debuut Tell Me What’s New uit. Een plaat waarmee zij alle Nederlandse (en inmiddels ook buitenlandse) ogen op zich richtten. De jongens van Gem weten heel goed waar zij hun inspiratie vandaan halen. Vandaar die knipoog naar the Beatles’ Sgt. Pepper in twee van hun outfits. Zanger Maurits Westerik weet echter alle verdenkingen van zich af te schudden met een vlammende podiumpresentatie. Die man staat geen seconde stil en weet hoe je het publiek moet bespelen. Misschien hier en daar wat geposeerd, maar muzikaal is er niets op aan te merken. Gem smeekt om een groter podium. Misschien in augustus.
De verassing van de avond was Jim White, aangezien ondergetekende, waarschijnlijk zwaar onterecht, nog nooit van dit gitaarspelende ex-fotomodel had gehoord. ‘Alternatieve country’ noemt het programmaboekje het. Broeierig, bloedmooi, met humor en een traan en een mooie sobere stem aangevuld met de kleurrijke stem van de toetseniste. Wat je vaak ziet bij mensen die vrij sombere muziek maken is dat ze tussendoor erg grappig zijn. Zo ook Jim White, die er maar niet bij kon dat een Nederlands monster hetzelfde is als een sample en dus niet altijd slaat op een personage als Grover of Koekiemonster. Zijn laatste plaat heet Drill A Hole In The Substrate And Tell Me What You See. Bent u te vinden voor een date in de platenzaak?
Ane, Mark en Polly Jean
|
PJ Harvey |
De Noorse songwriter Ane Brun klonk overtuigend, net als op haar plaat Spending Time With Morgan (Morgan is de naam van haar gitaar). Ook hier is het verhaal van de speld van toepassing. Dat gold iets minder voor Sun Kil Moon, de band rond Mark Kozelek. Mooi, maar een beetje belegen. Vooral door die enorme galm in de stem klonk dit allemaal wat artificieel. Alvast klaar gaan staan voor PJ Harvey dan maar, want het was duidelijk dat een groot deel van het publiek voor deze in de jaren negentig bekend geworden kleine ‘grande dame’ van de rock ’n roll was gekomen. In een gele jurk en knalroze pumps speelde zij een carrière-omvattende en vrij harde set. Met nummers van haar nieuwste plaat Uh Huh Her, maar ook oude songs waaronder haar grote hit Down By The Water. Polly Jean heeft alles in huis om een fantastisch optreden weg te geven: de nummers, de band (te gekke energieke gitarist/percussionist) en natuurlijk haar eigen verschijning. Toch was dit optreden niet echt briljant. Heel erg goed, maar niet met dat laatste schepje dat het verschil maakt tussen erg goed en legendarisch.
Tom, Nic en Leila
Dag twee. Op papier aanzienlijk minder hip dan dag één, maar toch met grote namen uit het verleden als Roger McGuinn en Television. Die laatste band trapte af en deed dat niet bijster goed. Muzikaal zijn die lui nog wel sterk, maar van enige passie was weinig tot niets te bespeuren. De legendarische plaat Marquee Moon kwam volop aan bod, en nummers als Venus en See No Evil deden het vrij goed bij het toegewijde publiek dat stilletjes talrijker werd, maar ik ontkom niet aan het idee dat Tom Verlaine en de zijnen eigenlijk gewoon wat geld nodig hebben en profiteren van het reünieklimaat dat tegenwoordig heerst. Maar goed, het avondje rockhistorie was ingeluid, want deze zaterdag kende veelal artiesten die of hun sporen al verdiend hadden of artiesten die in die welverdiende sporen traden. Onder het motto: retro rules!
The Duke Spirit is zo’n band die het moet hebben van het verleden met referenties aan Velvet Underground en Blondie. Die laatste mede doordat zangeres Leila Moss wel iets wegheeft van een kruising tussen Debbie Harry en Nico. Klonk goed, die band. Nog een artiest die in de voetsporen treedt van The Beatles en The Byrds is Nic Armstrong. Een man die er uitziet alsof hij uit de jaren zestig is weggelopen en bovenal ook nog eens zo klinkt. Laat ik het zo zeggen: retro is prima, maar dit gaat mij net ietsje te ver. We spreken hier Beatles oude stijl, dus voor Rubber Soul en misschien nog wel voor A Hard Day’s Night en niet van dezelfde kwaliteit.
Roger, Sarah en de Britse beloften
|
Roger McGuinn |
Sowieso moest hij het afleggen tegen een van zijn grote voorbeelden. Roger McGuinn zong in een bandje genaamd The Byrds en is een van de groten in de muziekhistorie en dat weet hij zelf ook wel. Gelukkig wist hij daar op een zeer nederige manier gebruik van te maken. Alleen met zijn gitaar zat hij daar op het podium oude klassiekers te spelen, allemaal voorzien van een kleine anecdote over Joni Mitchell, Peter Fonda, Bob Dylan of David Crosby. Ik kreeg kippenvel bij het zien van zoveel blijdschap voor het podium, waar de mensen die al in geen jaren meer een concert hadden bezocht keihard meezongen met Mr. Tambourine Man. En ik moet zeggen dat ik zelf ook Turn, Turn, Turn wel eventjes meeneuride. McGuinn is in al zijn bescheidenheid nog steeds een goed zanger en een topentertainer. Leuk om zo’n man nog eens te zien.
Als ik een band mag tippen voor een volgende Britse/Schotse hype dan is dat Dogs Die In Hot Cars. Een groep met een overtuigende podiumpresentatie en muziek die aansluit bij Franz Ferdinand en gezamenlijke invloedbron Talking Heads (Television, Blondie, Talking Heads – we blijven wel in die Amerikaanse new wave hangen deze avond). Hier gaan wij nog veel meer van horen, wat ik je brom. Net als van Belasco trouwens. Deze eveneens Britse band lijkt aanvankelijk wel heel erg op Muse in combinatie met Suede. Na een paar nummers komt echter het eigen geluid naar voren, dat eigenlijk steeds sterker wordt.
|
Sarah Bettens |
Sarah Bettens had de eer het hoofdpodium af te sluiten. Television, Roger McGuinn: een aardig voorprogramma dacht ik zo. Bettens bracht onlangs haar eerste solo-EP uit en staat op promo-materiaal met een akoestische gitaar afgebeeld. Tot onze verbazing bracht zij een hele band mee. Wat voegt Sarah Bettens solo dan toe aan K’s Choice? Niet zoveel ben ik bang. Met zes nummers op een EP en een uur en een kwartier speeltijd kun je ook niet anders dan veel K’s Choice spelen. Met veel succes, maar niet altijd even enerverend. Maar Sarah blijft een lieverd als je haar op een podium ziet.
Resumé
Een eerste dag met veel nieuwe hippe namen en een tweede dag met wat meer oud werk en nieuwe bands die het moeten hebben van dat oude werk. Television als grote tegenvaller en Jim White, Gem, Adem, Roger McGuinn, Dogs Die In Hot Cars en PJ Harvey als hoogtepunten. Weegt u het zelf maar af.
Combinatie van muziekhistorie en waan van de dag
/ 0 Reactiesdoor: Mark Hospers / beeld: Anneke Ruys 0 Sterren.
Maar er was meer dan Polly Jean alleen. Met name vrijdag de elfde was het programma echt adembenemend. Om zo meteen een sprongetje te maken naar de prachtige songwriter Adem (Ilhan), die verassend genoeg zijn opwachting maakte vergezeld door een gehele band, inclusief orgel. De nummers van zijn eerder dit jaar verschenen akoestische plaat Homesongs kregen hierdoor nog meer waarde. Iemand liet een speld vallen en het publiek begon te sissen. Zoiets moois verstoor je niet, bijna magisch. Tegelijkertijd speelden The Stands, die leuke Britse band rondom zanger Howie Payne. Ook zij deden goed hun best maar moesten, net als het publiek, nog even opwarmen. Toen de heren eenmaal op stoom waren, vloog de ene na de andere prachtsong van het debuut All Years Leaving om je oren. Een beetje Beatles, wat Byrds, een vleugje Dylan en klaar is Howie. Een degelijk optreden van deze talenten, met een groots gevoel voor nostalgie.
Maurits en Jim
Ook Gem deed het goed in de leuk aangeklede foyer van het Theater aan het Spui. De band bracht vorige maand het debuut Tell Me What’s New uit. Een plaat waarmee zij alle Nederlandse (en inmiddels ook buitenlandse) ogen op zich richtten. De jongens van Gem weten heel goed waar zij hun inspiratie vandaan halen. Vandaar die knipoog naar the Beatles’ Sgt. Pepper in twee van hun outfits. Zanger Maurits Westerik weet echter alle verdenkingen van zich af te schudden met een vlammende podiumpresentatie. Die man staat geen seconde stil en weet hoe je het publiek moet bespelen. Misschien hier en daar wat geposeerd, maar muzikaal is er niets op aan te merken. Gem smeekt om een groter podium. Misschien in augustus.
De verassing van de avond was Jim White, aangezien ondergetekende, waarschijnlijk zwaar onterecht, nog nooit van dit gitaarspelende ex-fotomodel had gehoord. ‘Alternatieve country’ noemt het programmaboekje het. Broeierig, bloedmooi, met humor en een traan en een mooie sobere stem aangevuld met de kleurrijke stem van de toetseniste. Wat je vaak ziet bij mensen die vrij sombere muziek maken is dat ze tussendoor erg grappig zijn. Zo ook Jim White, die er maar niet bij kon dat een Nederlands monster hetzelfde is als een sample en dus niet altijd slaat op een personage als Grover of Koekiemonster. Zijn laatste plaat heet Drill A Hole In The Substrate And Tell Me What You See. Bent u te vinden voor een date in de platenzaak?
Ane, Mark en Polly Jean
De Noorse songwriter Ane Brun klonk overtuigend, net als op haar plaat Spending Time With Morgan (Morgan is de naam van haar gitaar). Ook hier is het verhaal van de speld van toepassing. Dat gold iets minder voor Sun Kil Moon, de band rond Mark Kozelek. Mooi, maar een beetje belegen. Vooral door die enorme galm in de stem klonk dit allemaal wat artificieel. Alvast klaar gaan staan voor PJ Harvey dan maar, want het was duidelijk dat een groot deel van het publiek voor deze in de jaren negentig bekend geworden kleine ‘grande dame’ van de rock ’n roll was gekomen. In een gele jurk en knalroze pumps speelde zij een carrière-omvattende en vrij harde set. Met nummers van haar nieuwste plaat Uh Huh Her, maar ook oude songs waaronder haar grote hit Down By The Water. Polly Jean heeft alles in huis om een fantastisch optreden weg te geven: de nummers, de band (te gekke energieke gitarist/percussionist) en natuurlijk haar eigen verschijning. Toch was dit optreden niet echt briljant. Heel erg goed, maar niet met dat laatste schepje dat het verschil maakt tussen erg goed en legendarisch.
Tom, Nic en Leila
Dag twee. Op papier aanzienlijk minder hip dan dag één, maar toch met grote namen uit het verleden als Roger McGuinn en Television. Die laatste band trapte af en deed dat niet bijster goed. Muzikaal zijn die lui nog wel sterk, maar van enige passie was weinig tot niets te bespeuren. De legendarische plaat Marquee Moon kwam volop aan bod, en nummers als Venus en See No Evil deden het vrij goed bij het toegewijde publiek dat stilletjes talrijker werd, maar ik ontkom niet aan het idee dat Tom Verlaine en de zijnen eigenlijk gewoon wat geld nodig hebben en profiteren van het reünieklimaat dat tegenwoordig heerst. Maar goed, het avondje rockhistorie was ingeluid, want deze zaterdag kende veelal artiesten die of hun sporen al verdiend hadden of artiesten die in die welverdiende sporen traden. Onder het motto: retro rules!
The Duke Spirit is zo’n band die het moet hebben van het verleden met referenties aan Velvet Underground en Blondie. Die laatste mede doordat zangeres Leila Moss wel iets wegheeft van een kruising tussen Debbie Harry en Nico. Klonk goed, die band. Nog een artiest die in de voetsporen treedt van The Beatles en The Byrds is Nic Armstrong. Een man die er uitziet alsof hij uit de jaren zestig is weggelopen en bovenal ook nog eens zo klinkt. Laat ik het zo zeggen: retro is prima, maar dit gaat mij net ietsje te ver. We spreken hier Beatles oude stijl, dus voor Rubber Soul en misschien nog wel voor A Hard Day’s Night en niet van dezelfde kwaliteit.
Roger, Sarah en de Britse beloften
Sowieso moest hij het afleggen tegen een van zijn grote voorbeelden. Roger McGuinn zong in een bandje genaamd The Byrds en is een van de groten in de muziekhistorie en dat weet hij zelf ook wel. Gelukkig wist hij daar op een zeer nederige manier gebruik van te maken. Alleen met zijn gitaar zat hij daar op het podium oude klassiekers te spelen, allemaal voorzien van een kleine anecdote over Joni Mitchell, Peter Fonda, Bob Dylan of David Crosby. Ik kreeg kippenvel bij het zien van zoveel blijdschap voor het podium, waar de mensen die al in geen jaren meer een concert hadden bezocht keihard meezongen met Mr. Tambourine Man. En ik moet zeggen dat ik zelf ook Turn, Turn, Turn wel eventjes meeneuride. McGuinn is in al zijn bescheidenheid nog steeds een goed zanger en een topentertainer. Leuk om zo’n man nog eens te zien.
Als ik een band mag tippen voor een volgende Britse/Schotse hype dan is dat Dogs Die In Hot Cars. Een groep met een overtuigende podiumpresentatie en muziek die aansluit bij Franz Ferdinand en gezamenlijke invloedbron Talking Heads (Television, Blondie, Talking Heads – we blijven wel in die Amerikaanse new wave hangen deze avond). Hier gaan wij nog veel meer van horen, wat ik je brom. Net als van Belasco trouwens. Deze eveneens Britse band lijkt aanvankelijk wel heel erg op Muse in combinatie met Suede. Na een paar nummers komt echter het eigen geluid naar voren, dat eigenlijk steeds sterker wordt.
Sarah Bettens had de eer het hoofdpodium af te sluiten. Television, Roger McGuinn: een aardig voorprogramma dacht ik zo. Bettens bracht onlangs haar eerste solo-EP uit en staat op promo-materiaal met een akoestische gitaar afgebeeld. Tot onze verbazing bracht zij een hele band mee. Wat voegt Sarah Bettens solo dan toe aan K’s Choice? Niet zoveel ben ik bang. Met zes nummers op een EP en een uur en een kwartier speeltijd kun je ook niet anders dan veel K’s Choice spelen. Met veel succes, maar niet altijd even enerverend. Maar Sarah blijft een lieverd als je haar op een podium ziet.
Resumé
Een eerste dag met veel nieuwe hippe namen en een tweede dag met wat meer oud werk en nieuwe bands die het moeten hebben van dat oude werk. Television als grote tegenvaller en Jim White, Gem, Adem, Roger McGuinn, Dogs Die In Hot Cars en PJ Harvey als hoogtepunten. Weegt u het zelf maar af.
Misschien ook iets voor u
Portugal voor beginners
.
~
Het is op zich niet vreemd als Nederlanders enige verwantschap met Portugal voelen. De twee landen hebben veel gemeen: een band met de zee, een traditie als sjacheraar en een zekere internationale oriëntatie. Waar wij het met lui als Abel Tasman (die er in slaagde onderweg van Tasmanië naar Nieuw-Zeeland Australië te missen) en Willem Barentsz (zat vast in de poolzee) moesten doen, hadden de Portugezen Vasco da Gama, Magelhaes (rond de wereld) en Hendrik de zeevaarder (1394-1460), waar ze de Azoren en Madeira aan te danken hebben. Hendrik wordt nog steeds geëerd met een indrukwekkend monument in de haven van Lissabon.
Oosterbuur
Deus quer, o homem sonha, a obra nasce.
Deus quis que a terra fosse toda uma,
Que o mar unisse, já não separasse.
Sagrou-te, e foste desvendando a espuma,
E a orla branca foi de ilha em continente,
Clareou, correndo, até ao fim do mundo,
E viu-se a terra inteira, de repente,
Surgir, redonda, do azul profundo.
Quem te sagrou criou-te portuguez..
Do mar e nós em ti nos deu sinal.
Cumpriu-se o Mar, e o Império se desfez.
Senhor, falta cumprir-se Portugal!
Zelfde mosterd als die van Abraham, maar even lekker
Het zijn de maatstaven van een belangrijke muziekscene: bandjes moeten bij elkaar af kunnen kijken en dingen van elkaar overnemen, bandleden moeten worden uitgewisseld en bovenal moeten ze een creatieve houding aannemen. Glasgow heeft zo’n belangrijke muziekscene en het beste bewijs van samenspel en creativiteit is The Reindeer Section, waarin leden van onder meer Snow Patrol, Belle & Sebastian, Mogwai en Arab Strap zitten. Dat deze creativiteit neerslag vindt bij andere bandjes, daarvan is de uit de ‘scene’ ontstane band Camera Obscura het beste voorbeeld. Met hun tweede plaat Underachievers Please Try Harder werken ze zich namelijk beetje bij beetje in de stralen van de spotlights die op Glasgow zijn gericht.
~
Opvallende connecties
De linkjes zijn bij Camera Obscura makkelijk te leggen. De lieve, zij het soms monotone, stemmetjes van Tracyanne Campbell en Carey Lander hebben veel weg van het stemgeluid van Isobel Campbell, de gedeserteerde bella van Belle & Sebastian. Op vroeger werk deed de drummer van Belle & Sebastian mee en het is de voorman die bewijst dat hij de moderne vorm van de camera obscura goed kan hanteren en want het is Stuart Murdoch die verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schitterende hoesfoto. De band ademt verder nog de invloeden van Brian Wilsons’ uitgebrachte meesterwerk Pet Sounds en het lome en humoristische van Adam Green uit.
Beregoeie nummers
Het eerste, zij het wat hilarische nummer Suspended From Class zit perfect in elkaar, evenals het Cohen-achtige Your Picture. Het Let me go Home is net Abba met diepgang. Ook andere nummers, als Books Written For Girls, kronkelen zich rondom de normen waaraan goede muziek moet voldoen. Meer is er eigenlijk niet te vertellen. Underachievers Please Try Harder is gewoon heel erg mooi. Dit is het nog te ontdekken paradepaartje van Glasgow. Misschien moet Stephen Pastel zijn mening dan ook bijstellen, want ondanks de open en bloot liggende overeenkomsten, is deze plaat van Camera Obscura er één om van te genieten. Nee, om van te smullen.
Camera Obscura
Album: Underachievers Please Try HarderMisschien ook iets voor u
Amhali wordt volwassen
De Marokkaanse cabaretier Najib Amhali debuteerde in 1999 met zijn eerste volwaardige show Veni vidi vici. Hij begon als stand-up comedian en zat een tijdje bij het gezelschap Comedytrain. Het is logisch dat zijn eerste show dan ook vooral op het maken van een batterij goede grappen was gericht. Met Freefight gaat hij echter een stuk verder en levert hij een avondvullend volwassen theaterprogramma af.
~
Freefight begint met een scène waarin Amhali opkomt als een freefighter die zijn tegenstander helemaal tot moes gaat slaan. Hij zuigt zijn publiek daarmee direct in de show met een flitsend stukje theater en je zit vanaf de eerste minuut geconcentreerd naar de man te kijken. Opvallend is vanaf het begin dat hij veel meer de tijd neemt om zijn grappen uit te werken dan in zijn vorige show. Ook is er veel meer aandacht besteed aan bijvoorbeeld de belichting en andere theatertechnieken. Zo zit hij minutenlang te trommelen of dirigeert hij een orkest. De humor is daardoor meer doordacht en een stuk minder oppervlakkig dan de voornamelijk verbale humor van Veni vidi vici.
Feijenoord
~
Making of
De opnamen van Freefight zijn erg goed in beeld gebracht op dvd. Zo krijg je bijvoorbeeld bij You’ll Never Walk Alone snel een goed overzicht van het meezingende publiek en is er een goede afwisseling tussen close-up-beelden en overzichten van het hele podium. Ook als Amhali af en toe van het podium verdwijnt krijg je een beeld vanuit de coulissen. Dit geeft een extra dimensie aan de show. Er zijn bovendien als extra’s een korte ‘making of’ toegevoegd, en een track met commentaar van Najib zelf. Die is niet altijd even interessant, maar het is wel grappig om de show een keer met commentaar te kunnen kijken. Met deze extra’s en de perfecte weergave van de show zelf krijg je een goed pakket dat recht doet aan de voorstelling.
Goede
Najib Amhali zet met Freefight een goed afgewogen voorstelling neer. Hij neemt de tijd om grappen uit te werken en heeft ook duidelijk meer aandacht besteed aan het theatrale (non-verbale) element van de show. Deze rust zorgt er voor dat de humor een stuk krachtiger en veel minder ‘melig’ wordt. De cabaretier laat niet alleen je lachspieren werken, maar zet je bovendien ook nog even aan het denken.
Amhali is het volgende seizoen weer in de theaters te zien met een tweede seizoen van zijn show Most Wanted.
Najib Amhali - Freefight
Artiest: Najib AmhaliLink: Najib Amhali Fansite
Misschien ook iets voor u
Sfeervolle en komische Theaternacht
Liefhebbers van cabaret, standup comedy en muziek kwamen samen tijdens de Nachten van festival Theaternacht in Naaldwijk. De Nachten (vrijdag 11 en zaterdag 12 juni) zijn altijd hét hoogtepunt van het festival. En het was dan ook niet gek dat (op een paar kaarten op zaterdag na) de Nachten waren uitverkocht. Zeshonderd man liep heen en weer tussen vier podia om hun favoriete artiest te kunnen zien en zich te laten verrassen. En om zich alvast voor te bereiden op het theaterseizoen dat nog gaat komen of terug te kijken op het afgelopen seizoen.
~
De organisatie wist onder andere Jochen Otten (winnaar persoonlijkheidsprijs Cameretten 2003, finalist Leids Cabaretfestival 2004), Arnoud Kaldeway (winnaar Wim Sonneveldprijs 2003), Paul Smit (Holland Casino Podiumprijs 2002), N.A.K.K.E.S. (finalisten Cameretten 2002) en John Schleipen (bekend van Crème Fraîche) te strikken. En als je genoeg had van de grappen en grollen van deze cabaretiers dan kon je de grote zaal induiken voor muzikale noten van niemand minder dan Kasper van Kooten, Huub van der Lubbe (zanger De Dijk) en de band Concordia. De optredens varieerden van 30 tot 45 minuten.
Keuzes
Zoals bij veel festivals draaide het ook hier om keuzes maken. De twee cabaretzalen overlapten elkaar bijvoorbeeld, waardoor je onmogelijk direct twee voorstellingen achter elkaar kon zien in verschillende zalen. En bovendien was je ook wat tijd kwijt aan wachten in de rij totdat de volgende voorstelling zou beginnen; als je dat niet deed had je kans dat de zaal vol zat. Het publiek vond het allemaal niet zo erg; uiteindelijk was er de hele avond genoeg te zien en als je ergens niet meer binnen kwam, dan ging je gewoon in een andere zaal kijken (bij standup comedy was meestal nog genoeg plek) of bestelde je nog een biertje en plofte neer op een van de kussens in de sfeervol ingerichte foyer. Maar de verzonnen planning kon je dus wel op je buik schrijven. De echt slimme Theaternachtbezoeker had besloten kaarten voor beide nachten te kopen, omdat het programma van beide nachten in grote lijnen overeen kwam. Zo konden de voorstellingen die op vrijdagavond gemist waren, zaterdag nog ingehaald worden.
Podiumbeesten
~
Orange upstairs
~
Hard oefenen
~
Sfeer proeven
De Theaternacht wordt voor de 17e keer georganiseerd. Toen het festival voor de eerste keer werd gehouden bestond de programmering van de Nachten voornamelijk uit regionale amateurs. Maar zoals duidelijk moge zijn heeft het fetsival de afgelopen jaren een enorme, positieve ontwikkeling doorgemaakt. Een gevarieerd programma van bekend en onbekend en amateur en professioneel theater is het resultaat. Leuk om hier eens sfeer te proeven en diverse optredens te bekijken om je zo te bekijken welke artiesten je aanspreken.
Klittenband
Helemaal voorbij is het festival nog niet. Dit weekend krijgt de Theaternacht in Naaldwijk nog een staartje. Op 18 en 19 juni vindt bij Vida Verde Export BV (Trade Parc Flora Holland) de one-woman show van Kris Niklison plaats. Met behulp van enorme klittenbandwanden en een klittenbandpak laat zij een adembenemende show zien. Deze Argentijnse dames heeft bij Cirque du Soleil gespeeld en ook op het Oerol Festival is zij meerdere keren een van de publiekstrekkers geweest. Met haar shows heeft ze al heel wat prijzen gewonnen. De voorstelling Se dice de mi combineert het gevoel, de smaak, het ritme en de stijl van een popconcert met de intimiteit van een eerlijke theatervoorstelling. Zeker de moeite waard!
Theaternacht
Gezien op zaterdag 12 juni 2004 in de Naald, NaaldwijkMisschien ook iets voor u
Indiaantje spelen
/ 0 Reactiesdoor: Els Bertens0 SterrenNederland tegen Duitsland hoef je niet alleen op een voetbalveld uit te vechten. Op duizendeneen gebieden kun je beide landen met elkaar vergelijken. Zoals het gebied van ouderwetse indianenverhalen bijvoorbeeld. Duitsland kent sinds 1893 het wereldberoemde koppel Winnetou en Old Shatterhand. Nederland doet het vanaf 1935 met Arendsoog en Witte Veder. Welke is de leukste, de beste, de mooiste? Nederland-Duitsland met indianen.
~
Shatterhand reist in een groepje door het Wilde Westen voor een spoorwegmaatschappij, wanneer hij Winnetou ontmoet. Na wat schermutselingen over en weer staat Shatterhand vastgebonden aan de totempaal te wachten op zijn dood. Op het nippertje weet hij echter het vertrouwen van Winnetou voor zich te winnen. Ook Winnetous zusje Nscho-tschi valt voor de charmes van de cowboy en als de liefde wederzijds blijkt, willen ze wel trouwen. Maar wanneer er goud komt kijken bij het vergaren van de bruidsschat springt de kwaadaardige Santer uit de struiken, die Nscho-tschi en Winnetous vader vermoordt. Winnetou strijdt daarna voor gerechtigheid, beleeft avonturen en rijdt op zijn ros over de prairie.
Arendsoog
~
Christenen
Arendsoog heeft het voordeel dat je 63 delen vooruit kunt, bij Winnetou houdt het na drie delen op. Eén-nul voor Nederland dus. Maar: dat verhaal over die moord en de bijbehorende eed de mensheid te helpen komt wel verdacht sterk overeen met de Duitse voorloper. Daar komt nog bij dat Witte Veder zich tot het Christendom bekeert, terwijl Winnetou zo onder de indruk van het Ave Maria is, dat hij de zangers van het lied de weg wijst naar een diamantmijn. Dit spreekt allemaal in het voordeel van Winnetou, omdat die er nu eenmaal het eerste was. Karl May heeft het bedacht, de schoolmeester Jan Nowee heeft het bewerkt. Naar eigen zeggen omdat de boeken van Karl May te moeilijk waren voor de Nederlandse jongens. Ruststand: één-één gelijk.
Winnetou is 110, Arendsoog is 69. Twee-één voor Duitsland. Arendsoog is in het Duits, Fins en Zweeds vertaald, Winnetou in tien talen, waaronder Esperanto en het Catalaans. Drie-één. Winnetou noch Arendsoog hebben trouwens ooit enige potten kunnen breken in hun land van oorsprong, de Verenigde Staten. Het lezerspubliek aldaar had rond 1850 allang de buik vol van verhalen over nobele wilden en lieten de boeken van May links liggen. De boeken van Jan Nowee zijn niet eens in het Engels vertaald. Toen hij in 1958 stierf en 19 complete delen en één bijna afgerond deel naliet, had Nowee nog nooit een voet op Amerikaanse bodem gezet. Zijn zoon Paul voegde vervolgens nog 43 delen aan de Arendsoogserie toe, ook zonder een bezoekje aan de States. Zijn beschrijvingen haalde hij uit andere boeken. Toen hem een reis naar Arizona werd aangeboden werd hij plotseling ernstig ziek. Jammer, maar de reis ging niet door. Nooit zou de geestelijk vader van Arendsoog het geboorteland van zijn schepping zien.
~
Link: Arendsoog.info
Misschien ook iets voor u
Blues Brother Castro rockt van voor tot achter
Het nog piepjonge label Silent Minority is lekker bezig. Na het verschijnen van de sampler, met daarop veel hippe bands als Lawn, Audiotransparant, Stuurbaard Bakkebaard en Lpg, zijn daar nu de Vladimir-EP Versus Coda en het eerste full-lenghth album van het Amsterdamse Blues Brother Castro. Over jezelf op de kaart zetten gesproken. Die laatste draagt trouwens de titel Money Maker Me en bevat 12 juweeltjes. In tijden niet meer zo’n lekkere debuutplaat gehoord. Blues Brother Castro staat klaar om de wereld te veroveren.
~
Live schijnt de band een sensatie te zijn, en daar kan ik me er wel iets bij voorstellen. Het enthousiasme spat er op de plaat namelijk vanaf. Naast de onontkoombare vergelijking met The Pixies (luister maar eens naar de overstuurde samenzang van zanger/gitarist Leon Caren en bassiste Mila van der Wall in Good Enough) hoor ik ook wat Joy Division (Dress), The Posies (Want To) en in de rockrefreinen veel Black Rebel Motorcycle Club (Welcome To My Rock ’n Roll, Drunken Boy, Solid Gold). Hoe Blues Brother Castro het er in deze vergelijking afbrengt? Behoorlijk goed eigenlijk! Genoeg om een glimlach op mijn gezicht te toveren. Wat een heerlijke dag is het toch vandaag! Waar is die fanclub? kan ik nog lid worden?
Pittige mosterd
Natuurlijk is alles op Money Maker Me al eens eerder gedaan, spreekwoordelijk gezien weet Abraham waar hij de mosterd moet halen, maar desondanks rockt het van voor tot achter. De teksten (over moeilijk verlopende relaties en de verleidingen van het leven) worden ons ingefluisterd, er wordt geschreeuwd, gevloekt, getierd en gekrijst alsof het een lieve lust is, maar nergens heb je het idee dat het een gimmick is. Deze jongens (en meisje) doen niet alsof. Wat een passie.
Hallucinerend
Voor een potje rauwe noiserock ben ik altijd te porren, vooral als het zo goed in elkaar zit als bij Blues Brother Castro. De gitaarintro’s zijn ingetogen, spacy en hallucinerend (Dress), de refreinen rauw, hard en puntig en het creepy orgeltje in Good Enough is helemaal op zijn plaats. Alles klopt gewoon. Is er dan echt helemaal niets op deze debuutplaat aan te merken? Nee, eigenlijk niet! Niet voor niets is de cd gemastered door Zlaya (Sonic Youth, Motorpsycho, The Gathering). Koesteren dat talent en kopen die cd! Ik ben benieuwd hoe ze het eraf zullen brengen op een groot festival.
Blues Brother Castro
Album: Money Maker MeLink: Silent Minority Records
Misschien ook iets voor u
Als een feniks herrezen
Ash, de Britpopband die ooit in een ver verleden begon als Iron Maiden-rip-off, lijkt bij beluistering van de eerste maten van de nieuwe plaat Meltdown terug te zijn bij zijn metal-roots. Zware riffs stampen in de intro uit je boxen en gedurende het hele album komen die terug, maar dan wel als luchtige pop in een nu-metal-sausje.
Meltdown is alweer het vierde full-length album van deze van oorsprong Noord-Ierse band, bestaand uit drie jongens en een meisje met ballen, die in 1996 doorbrak met een van de Britse toppers van dat jaar: 1977 (het geboortejaar van zanger/gitarist Tim Wheeler en bassist Mark Hamilton). Ash had voor een band in het Britpop-genre altijd al een redelijk stevig rockend geluid, dat vaak werd beschreven met termen als ‘veel feedback’ en ‘vals zingende jongetjes’. De band is bij het grote publiek echter vooral bekend door hun wat softere culthitjes Oh Yeah en Goldfinger, afkomstig van het eerder genoemde 1977.
Britrock
De combinatie van britpop en rock die Ash de afgelopen jaren sterk voortzette op Nu-Clear Sounds (1998) en Free All Angels (2001) slaat op Meltdown duidelijk door naar de stevige kant. Titelnummer Meltdown en de single Clones hebben een tik meegekregen van de in Amerika en ook ons land erg populaire nu-metal. Dit ligt zonder twijfel aan de productie van Nick Raskulinecz die de afgelopen jaren ook platen van Foo Fighters, System of a Down en Velvet Revolver produceerde. Maar voor de liefhebber van de melodieuze kant van Ash valt er gelukkig ook nog genoeg te genieten, zoals het Weezeresque Evil Eye en Starcrossed, dat erg veel heeft van de hits van 1977.
Groter publiek?
Meltdown is absoluut het beluisteren waard, hoewel het album voor de long-time Ash-fan wel even wennen is. Toch zal ook die moeten toegeven dat Tim Wheeler het schrijven van catchy popsongs nog niet is verleerd. Zijn band verdient het om in Nederland eindelijk eens bij een wat groter publiek door te breken, wat hopelijk door de nieuwe sound wat beter gaat lukken. Ash maakt elke twee à drie jaar dé zomerplaat bij uitstek en is daardoor steeds weer een van de weinige bands uit de jaren-negentig-Britpop-tijd die als een feniks opnieuw herrijst uit haar eigen as, een metafoor die ze zoals blijkt uit de voorkant van de cd-hoes zelf ook ziet.
Superstrak
Overigens zit bij de special edition van Meltdown een live-registratie van één van de promotieconcerten die Ash maakte in de maanden voorafgaand aan de release van het album. De setlist is vrijwel gelijk aan de gewone cd, met slechts de toevoeging van drie oude nummers. Alles wordt superstrak gespeeld, waardoor je je door de hoewel charmante, maar soms net te valse zang en het gejoel van het publiek wat ergert en het gevoel de luisteraar bekruipt dat hij net zo goed het reguliere album op had kunnen zetten.
Ash
Album: MeltdownMisschien ook iets voor u
Kijken naar de bezoeker
In onze recente special over straattheater constateerde theaterredacteur Nathalie van Eck dat deze kunstvorm in het buitenland op een hoger peil staat dan in Nederland. Hier wordt het vooralsnog vooral gebruikt als simpel vermaak op festivals, maar daar komt langzaamaan verandering in. Het Holland Festival heeft nu de voorstelling Insideout van de Duitse choreografe Sasha Waltz geprogrammeerd. Dit optreden ligt dichter bij straattheater dan bij een klassieke dansvoorstelling, maar is zeker geen eenvoudig amusement.
~
Rode draad
In een lege hal zijn verschillende bouwwerken neergezet waar mensen op staan of in liggen. Als bezoeker zit je niet een tribune, maar beweeg je tussen en in de verschillende bouwsels. Overal gebeurt wel iets en iedere bezoeker vormt zo zijn eigen voorstelling. Bij binnenkomst word je eerst geconfronteerd met een man bovenop een rond bouwwerk. Hij snijdt met een zakmes stukken draad van kluwen rode wol af, die hij vervolgens naar het schuchter binnendruppelende publiek blaast. Dan meteen wordt zichtbaar hoe verschillend de mensen zich gedragen. Een vrouw vangt de stukken draad op en blaast ze terug, wat een deel van het publiek zichtbaar irriteert: zij willen eerst acclimatiseren en zien wat er allemaal gaande is. In de eerste paar minuten blijkt die verdere activiteit echter minimaal. De spelers liggen voor dood in en op de verschillende bouwwerken. Pas na een minuut of tien verandert dat: langzaam komt iedereen dan in beweging.
Identiteit
Het Holland Festival heeft Insideout gelabeld als dansvoorstelling, maar dans is zeker niet de hoofdmoot van de avond. De spelers bewegen veel, en choreografie speelt daarbij een belangrijk rol, maar de show biedt veel meer: het is een tentoonstelling, een theatervoorstelling en een blik op de mens in één. Identiteit is een kernbegrip in Insideout: de dansers vertellen over zichzelf en tegen het einde van de avond wordt ook het publiek agressief het hemd van het lijf gevraagd. Gewapend met megafoons rennen de spelers door de zaal en vragen naar naam, beroep, paspoortnummer en reden van aanwezigheid.
Blik op bezoeker
Maar interessanter dan de grote en geforceerde vragen naar het bestaan is misschien wel de blik op de bezoeker. De voorstelling heeft leuke en diepgaande aspecten, maar biedt voor de honderd minuten die het duurt te weinig spanning. Als de verveling dreigt toe te slaan blijkt Insideout echter de mogelijkheid te bieden om ongegeneerd naar echte mensen te kijken: niet de ingestudeerde verhalen van de acteurs maar de primaire reacties van de bezoekers blijven het meeste bij. De verschillen die bij de man met de rode draad al zichtbaar waren, lopen door de hele voorstelling. De een bekijkt de spelers van een afstandje en schrikt terug als hij bij de voorstelling wordt betrokken, anderen groepen samen en benoemen voortdurend onder elkaar wat de acteurs allemaal doen (‘ha, die danst met een foto van zichzelf’), terwijl weer een ander de spelers het liefst zo dicht mogelijk op de huid zit. Zo komen de ideeën van Sasha Waltz op een onbedoelde manier toch nog tot werking.
Insideout speelt nog op 15 en 16 juni om zowel 19.00 uur als 21.30.
Insideout
Gezien op zaterdag 12 juni 2004 in Docklands, AmsterdamMisschien ook iets voor u
Videotapes op een schijfje
Ons maandelijkse overzicht waarin we dvd’s bespreken die op de een of andere reden de moeite waard zijn, maar te weinig extra’s bevatten om er een complete recensie aan te wijden.
Gallipoli
~
(Peter Weir, 1981 • Paramount)
Door de bizarre allianties in de Eerste Wereldoorlog kwam het voor dat Australische soldaten in Turkije tegen Duitsland vochten. Op dit gegeven baseerde Peter Weir deze verpletterende film. Mel Gibson is in een van zijn eerste hoofdrollen te zien als een jonge flierefluiter die zich in 1915 tegen wil en dank aanmeldt voor het Australische leger. Samen met zijn vriend, de hardloper Archy Hamilton, wordt hij verscheept naar het Turkse schiereiland Gallipoli, waar hun regiment gruwelijk in de pan wordt gehakt door een falende legerleiding. Mocht je om de een of andere reden vinden dat oorlog cool is, dan zal Gallipoli je snel van dit waanbeeld af helpen. Het is simpelweg een van de beste anti-oorlogsfilms die ik ooit heb gezien.
Dark Water
~
(Hideo Nakata, 2002 • Dutch Filmworks)
Veel recente Oosterse griezelthrillers draaien meer om sfeer dan om inhoud. Ook Dark Water, van de maker van het vergelijkbare en zeer populaire Ring, bevat weer veel mysterieuze beelden, ijle geluidseffecten en spannende situaties, maar als de film is afgelopen vraag je je af waar al die poeha nu voor nodig is geweest. Het verhaal van Dark Water is simpel: een vrouw trekt met haar dochtertje in een flatje, waar al gauw vochtplekken aan het plafond verschijnen. Het heeft iets te maken met een meisje dat enkele jaren eerder is verdwenen, maar het maakt niet veel uit: Dark Water is heel eng voor degenen die gevoelig zijn voor dit soort thrillers maar een beetje saai voor de mensen die gemakkelijk door de stijlmiddelen van regisseur Nataka heenkijken.
Titus
~
(Julie Taymor, 1999 • RCV)
Julie Taymor verfilmde een van de vroege werken van Shakespeare op bijzondere wijze: hoewel het verhaal zich afspeelt in het oude Rome, zijn er in de wereld van Titus ook pooltafels, videospellen en auto’s te vinden. Dit is volgens Taymor om de gruwelen uit die tijd te verbinden met al het geweld van deze tijd. Titus werd al in 2000 in Amerika uitgebracht als een uitgebreide dvd-set met twee commentaartracks (waaronder de geïsoleerde filmmuziek van Taymors echtgenoot, Elliot Goldenthal), een documentaire van bijna een uur en vele andere extra’s. In de Nederlandse heruitgave is Titus echter van al zijn extra’s ontdaan; zelfs de trailer mist. De liefhebbers van de film doen er goed aan de Nederlandse versie te laten voor wat hij is en via internet de Amerikaanse editie aan te schaffen.
Young Sherlock Holmes
~
(Barry Levinson, 1985 • Paramount)
Deze vroege Spielberg-productie staat te boek als de eerste live-actionfilm waarbij computeranimatie werd gebruikt. De film vertelt het niet-canonieke verhaal van de jonge Sherlock Holmes, die in de 19e eeuw zijn trouwe metgezel Watson ontmoet en zijn eerste grote zaak oplost. Young Sherlock Holmes is geweldig leuk voor jongere kijkers, maar volwassenen zullen hun schouders ophalen bij het voor de hand liggende mysterie en glimlachen om de vele vooruitwijzingen naar de beroemde boeken van sir Arthur Conan Doyle.
The Dirty Dozen
~
(Robert Aldrich, 1967 • Warner Home Video)
De ultieme “men on a mission”-film: twaalf gevangenen, veroordeeld tot levenslang of de galg, worden in de Tweede Wereldoorlog door Lee Marvin getraind om een zelfmoordactie uit te voeren op een Duits kasteel. Het grootste deel van de film bestaat uit de opleiding van de twaalf nietsnutten, die gaandeweg als een echt team leren werken. De rest van de film is gereserveerd voor de aanval op het kasteel, die tot in de puntjes is voorbereid maar waarbij uiteraard het nodige mis gaat. Veel actie en spanning is het gevolg, en The Dirty Dozen is terecht een klassieker in het genre geworden. Als extraatje is onder de noemer “korte film” een curieus staaltje filmjournalistiek bijgevoegd, waarin we de sterren uit de film volgen bij hun werk op de set van de film en daarbuiten. Zo zien we Lee Marvin en Charles Bronson gespeeld ontspannen in de kroeg zitten en Donald Sutherland en Telly Savalas kleding kopen in Londen.
Gallipoli, The Dirty Dozen, Dark Water, Titus, Young Sherlock Holmes
Regie: DiverseJaar: 2024
Misschien ook iets voor u