8WEEKLY

Portugal voor beginners

Artikel:

.

~

Ongeveer mijn eerste herinnering aan Portugal hangt samen met Rudi Falkenhagen. Deze lach-of-ik-schiet acteur verkondigde ooit in een televisieprogramma zijn liefde voor de Algarve en dat leek me toen als twaalfjarige reuze exotisch. Wat wist ik nu helemaal. De Algarve is sindsdien grotendeels uitgebouwd tot één groot toeristencomplex van de Torremolinos-variant. Grotendeels, maar zeker niet helemaal. De Algarve maar zeker ook Portugal heeft teveel te bieden om gereduceerd te worden tot een veel te bruine kluchtacteur. Dat doen we dus ook maar niet meer.

Het is op zich niet vreemd als Nederlanders enige verwantschap met Portugal voelen. De twee landen hebben veel gemeen: een band met de zee, een traditie als sjacheraar en een zekere internationale oriëntatie. Waar wij het met lui als Abel Tasman (die er in slaagde onderweg van Tasmanië naar Nieuw-Zeeland Australië te missen) en Willem Barentsz (zat vast in de poolzee) moesten doen, hadden de Portugezen Vasco da Gama, Magelhaes (rond de wereld) en Hendrik de zeevaarder (1394-1460), waar ze de Azoren en Madeira aan te danken hebben. Hendrik wordt nog steeds geëerd met een indrukwekkend monument in de haven van Lissabon.

Oosterbuur

Deus quer, o homem sonha, a obra nasce.
Deus quis que a terra fosse toda uma,
Que o mar unisse, já não separasse.
Sagrou-te, e foste desvendando a espuma,

E a orla branca foi de ilha em continente,
Clareou, correndo, até ao fim do mundo,
E viu-se a terra inteira, de repente,
Surgir, redonda, do azul profundo.

Quem te sagrou criou-te portuguez..
Do mar e nós em ti nos deu sinal.
Cumpriu-se o Mar, e o Império se desfez.
Senhor, falta cumprir-se Portugal!

Muziek / Album

Zelfde mosterd als die van Abraham, maar even lekker

recensie: Camera Obscura - Underachievers Please Try Harder

Het zijn de maatstaven van een belangrijke muziekscene: bandjes moeten bij elkaar af kunnen kijken en dingen van elkaar overnemen, bandleden moeten worden uitgewisseld en bovenal moeten ze een creatieve houding aannemen. Glasgow heeft zo’n belangrijke muziekscene en het beste bewijs van samenspel en creativiteit is The Reindeer Section, waarin leden van onder meer Snow Patrol, Belle & Sebastian, Mogwai en Arab Strap zitten. Dat deze creativiteit neerslag vindt bij andere bandjes, daarvan is de uit de ‘scene’ ontstane band Camera Obscura het beste voorbeeld. Met hun tweede plaat Underachievers Please Try Harder werken ze zich namelijk beetje bij beetje in de stralen van de spotlights die op Glasgow zijn gericht.

~

Stephen Pastel, de voorman van de legendarische Glasgowse band The Pastels vertelde ooit dat de kracht van Belle & Sebastian lag in het feit dat ze met hun kinderlijke liedjes, hun kinderlijke uitstraling en met hun ware folk-hart, origineel, overtuigend en goed klonken. Dat ze honderden bandjes zouden beïnvloeden, maar dat die beïnvloedde bandjes stuk voor stuk niet om aan te horen zouden zijn. Dat was waarschijnlijk voordat Stephen Pastel van Camera Obscura had gehoord. Hoewel deze groep een sterke connectie en niet uit te vlakken overeenkomsten met haar voorbeeld Belle & Sebastian toont, moet Camera Obscura toch opgemerkt worden vanwege de schone en lieflijke songs.

Opvallende connecties

De linkjes zijn bij Camera Obscura makkelijk te leggen. De lieve, zij het soms monotone, stemmetjes van Tracyanne Campbell en Carey Lander hebben veel weg van het stemgeluid van Isobel Campbell, de gedeserteerde bella van Belle & Sebastian. Op vroeger werk deed de drummer van Belle & Sebastian mee en het is de voorman die bewijst dat hij de moderne vorm van de camera obscura goed kan hanteren en want het is Stuart Murdoch die verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schitterende hoesfoto. De band ademt verder nog de invloeden van Brian Wilsons’ uitgebrachte meesterwerk Pet Sounds en het lome en humoristische van Adam Green uit.

Beregoeie nummers

Het eerste, zij het wat hilarische nummer Suspended From Class zit perfect in elkaar, evenals het Cohen-achtige Your Picture. Het Let me go Home is net Abba met diepgang. Ook andere nummers, als Books Written For Girls, kronkelen zich rondom de normen waaraan goede muziek moet voldoen. Meer is er eigenlijk niet te vertellen. Underachievers Please Try Harder is gewoon heel erg mooi. Dit is het nog te ontdekken paradepaartje van Glasgow. Misschien moet Stephen Pastel zijn mening dan ook bijstellen, want ondanks de open en bloot liggende overeenkomsten, is deze plaat van Camera Obscura er één om van te genieten. Nee, om van te smullen.

Theater

Amhali wordt volwassen

recensie: Najib Amhali - Freefight

De Marokkaanse cabaretier Najib Amhali debuteerde in 1999 met zijn eerste volwaardige show Veni vidi vici. Hij begon als stand-up comedian en zat een tijdje bij het gezelschap Comedytrain. Het is logisch dat zijn eerste show dan ook vooral op het maken van een batterij goede grappen was gericht. Met Freefight gaat hij echter een stuk verder en levert hij een avondvullend volwassen theaterprogramma af.

~

Freefight begint met een scène waarin Amhali opkomt als een freefighter die zijn tegenstander helemaal tot moes gaat slaan. Hij zuigt zijn publiek daarmee direct in de show met een flitsend stukje theater en je zit vanaf de eerste minuut geconcentreerd naar de man te kijken. Opvallend is vanaf het begin dat hij veel meer de tijd neemt om zijn grappen uit te werken dan in zijn vorige show. Ook is er veel meer aandacht besteed aan bijvoorbeeld de belichting en andere theatertechnieken. Zo zit hij minutenlang te trommelen of dirigeert hij een orkest. De humor is daardoor meer doordacht en een stuk minder oppervlakkig dan de voornamelijk verbale humor van Veni vidi vici.

Feijenoord

~

Naast de gebruikelijke integratiehumor van Amhali (hij bezoekt als Marokkaan zijn ’tolerante’ schoonfamilie) is er in Freefight ook plaats voor andere onderwerpen. Een mooi moment in de show is als Amhali een liedje voor een verliefd stel in zijn publiek maakt en dit de klassieker You’ll Never Walk Alone blijkt te zijn. Het is leuk om te zien hoe hij de hele Amsterdamse Kleine Komedie mee weet te krijgen met deze klassieker, die eigenlijk vooral bekend is als clublied van Feijenoord.

Making of

De opnamen van Freefight zijn erg goed in beeld gebracht op dvd. Zo krijg je bijvoorbeeld bij You’ll Never Walk Alone snel een goed overzicht van het meezingende publiek en is er een goede afwisseling tussen close-up-beelden en overzichten van het hele podium. Ook als Amhali af en toe van het podium verdwijnt krijg je een beeld vanuit de coulissen. Dit geeft een extra dimensie aan de show. Er zijn bovendien als extra’s een korte ‘making of’ toegevoegd, en een track met commentaar van Najib zelf. Die is niet altijd even interessant, maar het is wel grappig om de show een keer met commentaar te kunnen kijken. Met deze extra’s en de perfecte weergave van de show zelf krijg je een goed pakket dat recht doet aan de voorstelling.

Goede


Najib Amhali zet met Freefight een goed afgewogen voorstelling neer. Hij neemt de tijd om grappen uit te werken en heeft ook duidelijk meer aandacht besteed aan het theatrale (non-verbale) element van de show. Deze rust zorgt er voor dat de humor een stuk krachtiger en veel minder ‘melig’ wordt. De cabaretier laat niet alleen je lachspieren werken, maar zet je bovendien ook nog even aan het denken.

Amhali is het volgende seizoen weer in de theaters te zien met een tweede seizoen van zijn show Most Wanted.

Theater / Voorstelling

Sfeervolle en komische Theaternacht

recensie: Theaternacht

Liefhebbers van cabaret, standup comedy en muziek kwamen samen tijdens de Nachten van festival Theaternacht in Naaldwijk. De Nachten (vrijdag 11 en zaterdag 12 juni) zijn altijd hét hoogtepunt van het festival. En het was dan ook niet gek dat (op een paar kaarten op zaterdag na) de Nachten waren uitverkocht. Zeshonderd man liep heen en weer tussen vier podia om hun favoriete artiest te kunnen zien en zich te laten verrassen. En om zich alvast voor te bereiden op het theaterseizoen dat nog gaat komen of terug te kijken op het afgelopen seizoen.

~

De organisatie wist onder andere Jochen Otten (winnaar persoonlijkheidsprijs Cameretten 2003, finalist Leids Cabaretfestival 2004), Arnoud Kaldeway (winnaar Wim Sonneveldprijs 2003), Paul Smit (Holland Casino Podiumprijs 2002), N.A.K.K.E.S. (finalisten Cameretten 2002) en John Schleipen (bekend van Crème Fraîche) te strikken. En als je genoeg had van de grappen en grollen van deze cabaretiers dan kon je de grote zaal induiken voor muzikale noten van niemand minder dan Kasper van Kooten, Huub van der Lubbe (zanger De Dijk) en de band Concordia. De optredens varieerden van 30 tot 45 minuten.

Keuzes

Zoals bij veel festivals draaide het ook hier om keuzes maken. De twee cabaretzalen overlapten elkaar bijvoorbeeld, waardoor je onmogelijk direct twee voorstellingen achter elkaar kon zien in verschillende zalen. En bovendien was je ook wat tijd kwijt aan wachten in de rij totdat de volgende voorstelling zou beginnen; als je dat niet deed had je kans dat de zaal vol zat. Het publiek vond het allemaal niet zo erg; uiteindelijk was er de hele avond genoeg te zien en als je ergens niet meer binnen kwam, dan ging je gewoon in een andere zaal kijken (bij standup comedy was meestal nog genoeg plek) of bestelde je nog een biertje en plofte neer op een van de kussens in de sfeervol ingerichte foyer. Maar de verzonnen planning kon je dus wel op je buik schrijven. De echt slimme Theaternachtbezoeker had besloten kaarten voor beide nachten te kopen, omdat het programma van beide nachten in grote lijnen overeen kwam. Zo konden de voorstellingen die op vrijdagavond gemist waren, zaterdag nog ingehaald worden.

Podiumbeesten

~

Komische momenten waren er genoeg tijdens de Nachten. Het hoogtepunt was een duo waar we nog veel van zullen horen: Dames voor na Vieren (winnaars Amsterdams Kleinkunst Festival 2004). Met recht twee podiumbeesten die iedereen aan het lachen krijgen. De telefoonscène tussen moeder en dochter waarin de dochter huilt en brult ‘Ik wil naar huihuisssss!’ is werkelijk geweldig. Hanneke Drenth als Anne van Rijn beschikken beiden over een ijzersterke mimiek. Hou ze in de gaten als ze in de buurt spelen!

Orange upstairs

~

Jochen Otten zette een sterke show neer waarin hij op een aparte manier omgaat met de dood. Je vraagt je soms af waar het naar toe moet, maar als alles bijeen komt is het er zeker een show om over na te denken. Zijn typetjes zijn erg leuk. Philip Walkate (winnaar Holland Casino Podiumprijs 2002) speelde fragmenten uit zijn voorstelling Nederland. Wat is typisch Nederlands en wat niet? Op het Koningshuis kwam hij steeds terug. Hoogtepunt in zijn show was de inburgeringscursus, half Engels, half Nederlands: ‘Orange upstairs’ is vrij vertaald ‘Oranje boven’.

Hard oefenen

~

Sommige cabaretiers grepen de Nachten ook aan om nieuwe stukjes uit te proberen. Zo ook Karin Bruers (de hekkensluiter op zaterdag). Vorig jaar presenteerde ze de Theaternacht nog en nu moest ze zelf een half uur het publiek vermaken met haar eerste solovoorstelling die komend seizoen langs de theaters trekt. Samen met haar ‘buurvrouw’ deed ze wat sketches, maar de dames moeten nog hard oefenen (vooral in het onthouden van hun teksten) willen ze echt volle zalen trekken.

Sfeer proeven

De Theaternacht wordt voor de 17e keer georganiseerd. Toen het festival voor de eerste keer werd gehouden bestond de programmering van de Nachten voornamelijk uit regionale amateurs. Maar zoals duidelijk moge zijn heeft het fetsival de afgelopen jaren een enorme, positieve ontwikkeling doorgemaakt. Een gevarieerd programma van bekend en onbekend en amateur en professioneel theater is het resultaat. Leuk om hier eens sfeer te proeven en diverse optredens te bekijken om je zo te bekijken welke artiesten je aanspreken.

Klittenband

Helemaal voorbij is het festival nog niet. Dit weekend krijgt de Theaternacht in Naaldwijk nog een staartje. Op 18 en 19 juni vindt bij Vida Verde Export BV (Trade Parc Flora Holland) de one-woman show van Kris Niklison plaats. Met behulp van enorme klittenbandwanden en een klittenbandpak laat zij een adembenemende show zien. Deze Argentijnse dames heeft bij Cirque du Soleil gespeeld en ook op het Oerol Festival is zij meerdere keren een van de publiekstrekkers geweest. Met haar shows heeft ze al heel wat prijzen gewonnen. De voorstelling Se dice de mi combineert het gevoel, de smaak, het ritme en de stijl van een popconcert met de intimiteit van een eerlijke theatervoorstelling. Zeker de moeite waard!

Boeken / Reportage
special: Nederland-Duitsland in het Wilde Westen

Indiaantje spelen

Nederland tegen Duitsland hoef je niet alleen op een voetbalveld uit te vechten. Op duizendeneen gebieden kun je beide landen met elkaar vergelijken. Zoals het gebied van ouderwetse indianenverhalen bijvoorbeeld. Duitsland kent sinds 1893 het wereldberoemde koppel Winnetou en Old Shatterhand. Nederland doet het vanaf 1935 met Arendsoog en Witte Veder. Welke is de leukste, de beste, de mooiste? Nederland-Duitsland met indianen.

~

Aan Duitse zijde staan opgesteld: Winnetou de indiaan en Old Shatterhand de cowboy. De indiaan, die in 1893 geboren werd uit de pen van de Duitser Karl May, belichaamt de edele wilde, die samen met zijn cowboyvriend, zijn Zilverbuks en zijn paard Iltschi strijdt voor vrede en gerechtigheid. Eerst een korte samenvatting, want we moeten wel weten wat we vergelijken.
Shatterhand reist in een groepje door het Wilde Westen voor een spoorwegmaatschappij, wanneer hij Winnetou ontmoet. Na wat schermutselingen over en weer staat Shatterhand vastgebonden aan de totempaal te wachten op zijn dood. Op het nippertje weet hij echter het vertrouwen van Winnetou voor zich te winnen. Ook Winnetous zusje Nscho-tschi valt voor de charmes van de cowboy en als de liefde wederzijds blijkt, willen ze wel trouwen. Maar wanneer er goud komt kijken bij het vergaren van de bruidsschat springt de kwaadaardige Santer uit de struiken, die Nscho-tschi en Winnetous vader vermoordt. Winnetou strijdt daarna voor gerechtigheid, beleeft avonturen en rijdt op zijn ros over de prairie.

Arendsoog

~

In de Arendsoogserie is de cowboy de hoofdpersoon en de indiaan Witte Veder het hulpje. De verhalen van Arendsoog omvatten 63 delen, dus die vatten we hier niet samen. De voorgeschiedenis kunnen we echter wel geven. Arendsoog leeft als jonge jongen in het Wilde Westen, waar een bende iedereen in een ijzeren greep houdt. Bij toeval komt de vader van Robert (zo heet Arendsoog in het echt) erachter wie de aanvoerder van de bende is, en dankzij zijn tip wordt de leider opgepakt. Deze ontsnapt echter en neemt wraak als Robert een eindje rijden is: wanneer de jongen terugkomt kan hij nog net zijn moeder en zusje redden. Zijn vader is dan al vermoord. Arendsoog zweert een eed dat hij zijn leven in dienst van de mensheid zal stellen. Wat hij doet met trouwe hulp van zijn indianenvriend Witte Veder.

Christenen

Arendsoog heeft het voordeel dat je 63 delen vooruit kunt, bij Winnetou houdt het na drie delen op. Eén-nul voor Nederland dus. Maar: dat verhaal over die moord en de bijbehorende eed de mensheid te helpen komt wel verdacht sterk overeen met de Duitse voorloper. Daar komt nog bij dat Witte Veder zich tot het Christendom bekeert, terwijl Winnetou zo onder de indruk van het Ave Maria is, dat hij de zangers van het lied de weg wijst naar een diamantmijn. Dit spreekt allemaal in het voordeel van Winnetou, omdat die er nu eenmaal het eerste was. Karl May heeft het bedacht, de schoolmeester Jan Nowee heeft het bewerkt. Naar eigen zeggen omdat de boeken van Karl May te moeilijk waren voor de Nederlandse jongens. Ruststand: één-één gelijk.

Winnetou is 110, Arendsoog is 69. Twee-één voor Duitsland. Arendsoog is in het Duits, Fins en Zweeds vertaald, Winnetou in tien talen, waaronder Esperanto en het Catalaans. Drie-één. Winnetou noch Arendsoog hebben trouwens ooit enige potten kunnen breken in hun land van oorsprong, de Verenigde Staten. Het lezerspubliek aldaar had rond 1850 allang de buik vol van verhalen over nobele wilden en lieten de boeken van May links liggen. De boeken van Jan Nowee zijn niet eens in het Engels vertaald. Toen hij in 1958 stierf en 19 complete delen en één bijna afgerond deel naliet, had Nowee nog nooit een voet op Amerikaanse bodem gezet. Zijn zoon Paul voegde vervolgens nog 43 delen aan de Arendsoogserie toe, ook zonder een bezoekje aan de States. Zijn beschrijvingen haalde hij uit andere boeken. Toen hem een reis naar Arizona werd aangeboden werd hij plotseling ernstig ziek. Jammer, maar de reis ging niet door. Nooit zou de geestelijk vader van Arendsoog het geboorteland van zijn schepping zien.

~

Hoe het ook zij, Karl May is er wel geweest. Dat zou een doelpunt moeten opleveren, ware het niet dat May de Verenigde Staten pas in 1908 bezocht, lang nadat Winnetou dood was. Het blijft drie-één. Maar dan, een slotoffensief: de boeken van Karl May zijn in de jaren zestig onsterfelijk gemaakt door de acteurs Lex Barker en Pierre Brice, die bij onze Oosterburen nog altijd worden vereerd als culthelden. Arendsoog is nooit verfilmd. Vier-één. Duitsland wint, en Nederland mag het over een paar dagen weer proberen, dan tegen Tsjechië…

Muziek / Album

Blues Brother Castro rockt van voor tot achter

recensie: Blues Brother Castro - Money Maker Me

Het nog piepjonge label Silent Minority is lekker bezig. Na het verschijnen van de sampler, met daarop veel hippe bands als Lawn, Audiotransparant, Stuurbaard Bakkebaard en Lpg, zijn daar nu de Vladimir-EP Versus Coda en het eerste full-lenghth album van het Amsterdamse Blues Brother Castro. Over jezelf op de kaart zetten gesproken. Die laatste draagt trouwens de titel Money Maker Me en bevat 12 juweeltjes. In tijden niet meer zo’n lekkere debuutplaat gehoord. Blues Brother Castro staat klaar om de wereld te veroveren.

~

Live schijnt de band een sensatie te zijn, en daar kan ik me er wel iets bij voorstellen. Het enthousiasme spat er op de plaat namelijk vanaf. Naast de onontkoombare vergelijking met The Pixies (luister maar eens naar de overstuurde samenzang van zanger/gitarist Leon Caren en bassiste Mila van der Wall in Good Enough) hoor ik ook wat Joy Division (Dress), The Posies (Want To) en in de rockrefreinen veel Black Rebel Motorcycle Club (Welcome To My Rock ’n Roll, Drunken Boy, Solid Gold). Hoe Blues Brother Castro het er in deze vergelijking afbrengt? Behoorlijk goed eigenlijk! Genoeg om een glimlach op mijn gezicht te toveren. Wat een heerlijke dag is het toch vandaag! Waar is die fanclub? kan ik nog lid worden?

Pittige mosterd

Natuurlijk is alles op Money Maker Me al eens eerder gedaan, spreekwoordelijk gezien weet Abraham waar hij de mosterd moet halen, maar desondanks rockt het van voor tot achter. De teksten (over moeilijk verlopende relaties en de verleidingen van het leven) worden ons ingefluisterd, er wordt geschreeuwd, gevloekt, getierd en gekrijst alsof het een lieve lust is, maar nergens heb je het idee dat het een gimmick is. Deze jongens (en meisje) doen niet alsof. Wat een passie.

Hallucinerend

Voor een potje rauwe noiserock ben ik altijd te porren, vooral als het zo goed in elkaar zit als bij Blues Brother Castro. De gitaarintro’s zijn ingetogen, spacy en hallucinerend (Dress), de refreinen rauw, hard en puntig en het creepy orgeltje in Good Enough is helemaal op zijn plaats. Alles klopt gewoon. Is er dan echt helemaal niets op deze debuutplaat aan te merken? Nee, eigenlijk niet! Niet voor niets is de cd gemastered door Zlaya (Sonic Youth, Motorpsycho, The Gathering). Koesteren dat talent en kopen die cd! Ik ben benieuwd hoe ze het eraf zullen brengen op een groot festival.

Muziek / Album

Als een feniks herrezen

recensie: Ash – Meltdown

Ash, de Britpopband die ooit in een ver verleden begon als Iron Maiden-rip-off, lijkt bij beluistering van de eerste maten van de nieuwe plaat Meltdown terug te zijn bij zijn metal-roots. Zware riffs stampen in de intro uit je boxen en gedurende het hele album komen die terug, maar dan wel als luchtige pop in een nu-metal-sausje.

Meltdown is alweer het vierde full-length album van deze van oorsprong Noord-Ierse band, bestaand uit drie jongens en een meisje met ballen, die in 1996 doorbrak met een van de Britse toppers van dat jaar: 1977 (het geboortejaar van zanger/gitarist Tim Wheeler en bassist Mark Hamilton). Ash had voor een band in het Britpop-genre altijd al een redelijk stevig rockend geluid, dat vaak werd beschreven met termen als ‘veel feedback’ en ‘vals zingende jongetjes’. De band is bij het grote publiek echter vooral bekend door hun wat softere culthitjes Oh Yeah en Goldfinger, afkomstig van het eerder genoemde 1977.

Britrock

De combinatie van britpop en rock die Ash de afgelopen jaren sterk voortzette op Nu-Clear Sounds (1998) en Free All Angels (2001) slaat op Meltdown duidelijk door naar de stevige kant. Titelnummer Meltdown en de single Clones hebben een tik meegekregen van de in Amerika en ook ons land erg populaire nu-metal. Dit ligt zonder twijfel aan de productie van Nick Raskulinecz die de afgelopen jaren ook platen van Foo Fighters, System of a Down en Velvet Revolver produceerde. Maar voor de liefhebber van de melodieuze kant van Ash valt er gelukkig ook nog genoeg te genieten, zoals het Weezeresque Evil Eye en Starcrossed, dat erg veel heeft van de hits van 1977.

Groter publiek?

Meltdown is absoluut het beluisteren waard, hoewel het album voor de long-time Ash-fan wel even wennen is. Toch zal ook die moeten toegeven dat Tim Wheeler het schrijven van catchy popsongs nog niet is verleerd. Zijn band verdient het om in Nederland eindelijk eens bij een wat groter publiek door te breken, wat hopelijk door de nieuwe sound wat beter gaat lukken. Ash maakt elke twee à drie jaar dé zomerplaat bij uitstek en is daardoor steeds weer een van de weinige bands uit de jaren-negentig-Britpop-tijd die als een feniks opnieuw herrijst uit haar eigen as, een metafoor die ze zoals blijkt uit de voorkant van de cd-hoes zelf ook ziet.

Superstrak

Overigens zit bij de special edition van Meltdown een live-registratie van één van de promotieconcerten die Ash maakte in de maanden voorafgaand aan de release van het album. De setlist is vrijwel gelijk aan de gewone cd, met slechts de toevoeging van drie oude nummers. Alles wordt superstrak gespeeld, waardoor je je door de hoewel charmante, maar soms net te valse zang en het gejoel van het publiek wat ergert en het gevoel de luisteraar bekruipt dat hij net zo goed het reguliere album op had kunnen zetten.

Theater / Voorstelling

Kijken naar de bezoeker

recensie: Insideout

In onze recente special over straattheater constateerde theaterredacteur Nathalie van Eck dat deze kunstvorm in het buitenland op een hoger peil staat dan in Nederland. Hier wordt het vooralsnog vooral gebruikt als simpel vermaak op festivals, maar daar komt langzaamaan verandering in. Het Holland Festival heeft nu de voorstelling Insideout van de Duitse choreografe Sasha Waltz geprogrammeerd. Dit optreden ligt dichter bij straattheater dan bij een klassieke dansvoorstelling, maar is zeker geen eenvoudig amusement.

~

Insideout speelt in de Docklands, een oude loods in Amsterdam Noord. Op deze mooie plek aan het IJ staan tijdens het Holland Festival vaker stukken – dit jaar Gesualdo Considered As A Murderer en NYC Dance & Co – maar de locatie is vooral Insideout op het lijf geschreven. Deze voorstelling is niet gemaakt voor een schouwburg of concertzaal: Insideout heeft ruimte nodig en past goed in de vervallen omgeving van Docklands.

Rode draad

In een lege hal zijn verschillende bouwwerken neergezet waar mensen op staan of in liggen. Als bezoeker zit je niet een tribune, maar beweeg je tussen en in de verschillende bouwsels. Overal gebeurt wel iets en iedere bezoeker vormt zo zijn eigen voorstelling. Bij binnenkomst word je eerst geconfronteerd met een man bovenop een rond bouwwerk. Hij snijdt met een zakmes stukken draad van kluwen rode wol af, die hij vervolgens naar het schuchter binnendruppelende publiek blaast. Dan meteen wordt zichtbaar hoe verschillend de mensen zich gedragen. Een vrouw vangt de stukken draad op en blaast ze terug, wat een deel van het publiek zichtbaar irriteert: zij willen eerst acclimatiseren en zien wat er allemaal gaande is. In de eerste paar minuten blijkt die verdere activiteit echter minimaal. De spelers liggen voor dood in en op de verschillende bouwwerken. Pas na een minuut of tien verandert dat: langzaam komt iedereen dan in beweging.

Identiteit

Het Holland Festival heeft Insideout gelabeld als dansvoorstelling, maar dans is zeker niet de hoofdmoot van de avond. De spelers bewegen veel, en choreografie speelt daarbij een belangrijk rol, maar de show biedt veel meer: het is een tentoonstelling, een theatervoorstelling en een blik op de mens in één. Identiteit is een kernbegrip in Insideout: de dansers vertellen over zichzelf en tegen het einde van de avond wordt ook het publiek agressief het hemd van het lijf gevraagd. Gewapend met megafoons rennen de spelers door de zaal en vragen naar naam, beroep, paspoortnummer en reden van aanwezigheid.

Blik op bezoeker

Maar interessanter dan de grote en geforceerde vragen naar het bestaan is misschien wel de blik op de bezoeker. De voorstelling heeft leuke en diepgaande aspecten, maar biedt voor de honderd minuten die het duurt te weinig spanning. Als de verveling dreigt toe te slaan blijkt Insideout echter de mogelijkheid te bieden om ongegeneerd naar echte mensen te kijken: niet de ingestudeerde verhalen van de acteurs maar de primaire reacties van de bezoekers blijven het meeste bij. De verschillen die bij de man met de rode draad al zichtbaar waren, lopen door de hele voorstelling. De een bekijkt de spelers van een afstandje en schrikt terug als hij bij de voorstelling wordt betrokken, anderen groepen samen en benoemen voortdurend onder elkaar wat de acteurs allemaal doen (‘ha, die danst met een foto van zichzelf’), terwijl weer een ander de spelers het liefst zo dicht mogelijk op de huid zit. Zo komen de ideeën van Sasha Waltz op een onbedoelde manier toch nog tot werking.

Insideout speelt nog op 15 en 16 juni om zowel 19.00 uur als 21.30.

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: juni 2004

Ons maandelijkse overzicht waarin we dvd’s bespreken die op de een of andere reden de moeite waard zijn, maar te weinig extra’s bevatten om er een complete recensie aan te wijden.

Gallipoli

~

(Peter Weir, 1981 • Paramount)

Door de bizarre allianties in de Eerste Wereldoorlog kwam het voor dat Australische soldaten in Turkije tegen Duitsland vochten. Op dit gegeven baseerde Peter Weir deze verpletterende film. Mel Gibson is in een van zijn eerste hoofdrollen te zien als een jonge flierefluiter die zich in 1915 tegen wil en dank aanmeldt voor het Australische leger. Samen met zijn vriend, de hardloper Archy Hamilton, wordt hij verscheept naar het Turkse schiereiland Gallipoli, waar hun regiment gruwelijk in de pan wordt gehakt door een falende legerleiding. Mocht je om de een of andere reden vinden dat oorlog cool is, dan zal Gallipoli je snel van dit waanbeeld af helpen. Het is simpelweg een van de beste anti-oorlogsfilms die ik ooit heb gezien.

Dark Water

~

(Hideo Nakata, 2002 • Dutch Filmworks)

Veel recente Oosterse griezelthrillers draaien meer om sfeer dan om inhoud. Ook Dark Water, van de maker van het vergelijkbare en zeer populaire Ring, bevat weer veel mysterieuze beelden, ijle geluidseffecten en spannende situaties, maar als de film is afgelopen vraag je je af waar al die poeha nu voor nodig is geweest. Het verhaal van Dark Water is simpel: een vrouw trekt met haar dochtertje in een flatje, waar al gauw vochtplekken aan het plafond verschijnen. Het heeft iets te maken met een meisje dat enkele jaren eerder is verdwenen, maar het maakt niet veel uit: Dark Water is heel eng voor degenen die gevoelig zijn voor dit soort thrillers maar een beetje saai voor de mensen die gemakkelijk door de stijlmiddelen van regisseur Nataka heenkijken.

Titus

~

(Julie Taymor, 1999 • RCV)

Julie Taymor verfilmde een van de vroege werken van Shakespeare op bijzondere wijze: hoewel het verhaal zich afspeelt in het oude Rome, zijn er in de wereld van Titus ook pooltafels, videospellen en auto’s te vinden. Dit is volgens Taymor om de gruwelen uit die tijd te verbinden met al het geweld van deze tijd. Titus werd al in 2000 in Amerika uitgebracht als een uitgebreide dvd-set met twee commentaartracks (waaronder de geïsoleerde filmmuziek van Taymors echtgenoot, Elliot Goldenthal), een documentaire van bijna een uur en vele andere extra’s. In de Nederlandse heruitgave is Titus echter van al zijn extra’s ontdaan; zelfs de trailer mist. De liefhebbers van de film doen er goed aan de Nederlandse versie te laten voor wat hij is en via internet de Amerikaanse editie aan te schaffen.

Young Sherlock Holmes

~

(Barry Levinson, 1985 • Paramount)

Deze vroege Spielberg-productie staat te boek als de eerste live-actionfilm waarbij computeranimatie werd gebruikt. De film vertelt het niet-canonieke verhaal van de jonge Sherlock Holmes, die in de 19e eeuw zijn trouwe metgezel Watson ontmoet en zijn eerste grote zaak oplost. Young Sherlock Holmes is geweldig leuk voor jongere kijkers, maar volwassenen zullen hun schouders ophalen bij het voor de hand liggende mysterie en glimlachen om de vele vooruitwijzingen naar de beroemde boeken van sir Arthur Conan Doyle.

The Dirty Dozen

~

(Robert Aldrich, 1967 • Warner Home Video)

De ultieme “men on a mission”-film: twaalf gevangenen, veroordeeld tot levenslang of de galg, worden in de Tweede Wereldoorlog door Lee Marvin getraind om een zelfmoordactie uit te voeren op een Duits kasteel. Het grootste deel van de film bestaat uit de opleiding van de twaalf nietsnutten, die gaandeweg als een echt team leren werken. De rest van de film is gereserveerd voor de aanval op het kasteel, die tot in de puntjes is voorbereid maar waarbij uiteraard het nodige mis gaat. Veel actie en spanning is het gevolg, en The Dirty Dozen is terecht een klassieker in het genre geworden. Als extraatje is onder de noemer “korte film” een curieus staaltje filmjournalistiek bijgevoegd, waarin we de sterren uit de film volgen bij hun werk op de set van de film en daarbuiten. Zo zien we Lee Marvin en Charles Bronson gespeeld ontspannen in de kroeg zitten en Donald Sutherland en Telly Savalas kleding kopen in Londen.

Theater / Achtergrond
special: Een interview met Stomp

‘Alles loopt soepel zo, dus waarom zouden we het veranderen?’

‘Daar zit muziek in,’ moeten Steve McNicholas en Luke Cresswell twaalf jaar geleden hebben gedacht bij bijna alles wat ze deden. Of ze nu de gang veegden of een sigaret aanstaken, alles maakte geluid en als ze die geluiden maar vaak genoeg herhaalden kregen ze vanzelf een ritme. Moderne muzikanten samplen op deze manier hele platenkasten vol, maar McNicholas en Cresswell brachten het idee naar het theater, waar Stomp werd geboren.

Het succesverhaal van Stomp, de dansers/acteurs/muzikanten/komedianten die al trommelend de wereld veroverden, is onderhand wel bekend. Het gezelschap tourt nu al meer dan tien jaar onafgebroken met nog altijd dezelfde show over de aardbol. In ieder land zijn ze al wel geweest en overal boekten ze daverende successen.

~

Tegenvallende verkoop

Op de middag voor hun optreden zitten we met de Deense Peter Nielsen en de Franse Leela Petrioni, beide derdejaars Stompers, in de binnentuin van de Groningse Oosterpoort. Twee uur eerder hebben ze samen met zes andere groepsleden een klein optreden in het centrum van de stad gegeven. ‘Dat doen we niet altijd,’ vertelt Petronio. ‘Het is om het publiek te laten zien dat we in de stad zijn. Meestal doen we dit soort mini-optredens als de kaartverkoop tegenvalt of voor persbijeenkomsten.’ In Groningen is het vanwege de kaartverkoop. Afgelopen weken stond de groep al in Amstelveen, Oss, Rotterdam en Arnhem; daar verkochten de kaarten beter. ‘Als we in een stad zijn, blijven we altijd een week. Normaal verkopen we dan minimaal tachtig procent van alle kaarten. Soms is het wel zo dat de eerste avond tegenvalt, maar dat de verkoop daarna door mond-op-mondreclame omhoog schiet. Dat is het mooiste wat kan gebeuren natuurlijk. Dan blijkt pas echt dat mensen de show waarderen.’

Fysiek theater

De Stomp-show bestaat uit een flink aantal sketches die in sommige gevallen lijken op het fysieke theater zoals Waardenberg en de Jong dat vroeger maakten. Met dat verschil dat de twee cabaretiers ook nog eens rap van tong waren, terwijl tijdens de anderhalf uur Stomp geen woord wordt gesproken. Alle communicatie, ook die met het publiek, verloopt via mimiek, met af en toe een instemmend of juist verstoord gehum.
Humor speelt een belangrijke rol in de show. Er wordt niet alleen getrommeld en naar ritme gezocht, maar iedereen op het podium speelt een typetje. Doordat Stomp meer dan allen muziek biedt, moeten de artiesten van veel markten thuis zijn. Vaak zijn ze opgeleid in een specifiek deelgebied en hebben ze de rest er gaandeweg bijgeleerd. Zo is Nielsen afgestudeerd conservatoriumstudent en speelde hij als drummer in rockbands. Petronio trad eerder als tapdanseres op. ‘Iedereen bij Stomp heeft een muziek- of theaterachtergrond. We brengen een combinatie van ritme, muziek, theater, komedie, dans-surprises en humor. Als je bij Stomp komt, moet je als speler al wel een aantal van die aspecten beheersen. De rest kun je er dan wel bij leren, maar helemaal blanco Stomp binnenstappen kan niet.’

Vast stramien

~

Doordat in Stomp geen woord wordt gesproken, kan iedereen het begrijpen. Momenteel zijn er vier Stomp-groepen die overal ter wereld precies dezelfde show opvoeren. ‘Dat is allemaal ontwikkeld door oprichters McNicholas en Cresswell. Als groep hebben wij geen invloed op de uitvoering. Soms bedenken zij nog eens iets nieuws, dan leren ze ons die trucjes.’ Improviseren is er voor de leden dus niet bij. Alles bij Stomp gebeurt binnen een vast stramien, opdat de spelers binnen de verschillende groepen kunnen rouleren. Wie nu in Nederland staat, kan volgende week in New York spelen. Klagen doen de twee daar echter niet over: ‘Alles loopt soepel zo, dus waarom zouden het veranderen?’

Vrij reizen

Naast dat ze het opvoeren van de voorstelling erg leuk vinden (beiden denken na drie jaar Stomp nog niet aan stoppen) houden ze erg van het reizen. Nielsen: ‘We touren meestal in blokken van acht weken; dan hebben we één of twee weken vrij. Tijdens die reizen hebben we veel tijd om de steden te bekijken. Overdag zijn we meestal vrij, dus kunnen we doen wat we willen. En ook ’s avonds na de shows kunnen we de stad in. Gisteravond ben ik hier nog in het jazzcafé geweest.’

Cultuurverschillen

Door de shows in al de verschillende landen te spelen leren ze de achterliggende culturen ook kennen: ‘Ieder land reageert op een heel eigen manier op wat we doen. Je merkt duidelijke cultuurverschillen tussen bijvoorbeeld noord en zuid. In Portugal treden we ’s avonds laat op. Dan heeft het publiek al lekker gedronken, waardoor de sfeer meteen uitgelaten is. In het noorden zijn mensen eerst terughoudender. Maar als ze loskomen zijn ze nog wel warmer dan in het zuiden. Meer naar het oosten zie je dat mensen niet bekend zijn met dergelijke shows. In Estland was iedereen erg verbaasd en in Boedapest moesten we iedereen overtuigen dat ze mochten klappen. In Duitsland daarentegen zijn de mensen altijd erg enthousiast. Duitsers houden van humor.’

Stomp speelt nog tot 13 juni in Groningen, daarna in Zaandam (15 – 20 juni), Terneuzen (22 – 27 juni) en Eindhoven (29 juni – 4 juni). Daarna weer vanaf 24 mei t/m 26 juni 2005 in verschillende plaatsen.