Film / Films

Hele gave rode held

recensie: Hellboy

Comicverfilmingen zijn hot. Spider-Man 2 versloeg deze zomer alle box-office records, en het wachten is nog op de nieuwe X-Men en Blade-films. Tussendoor is daar dan de bij veel mensen minder bekende Hellboy, geïnspireerd door de Dark Horse-comic van Mike Mignola.

~

Hellboy (Ron Perlman) is een wezen, een demon als je wilt, dat door een min of meer mislukte zwarte-magieceremonie van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog op Aarde is gekomen. De Geallieerden weten hem uit de handen van het kwaad te redden, en voeden hem op. Vandaag de dag is Hellboy (al is hij echt geen kleine jongen meer) in dienst van het Bureau for Paranormal Research and Defence (B.P.R.D.) en helpt hij het kwaad op deze wereld te verslaan als monsterjager.

Plotloos

~

Het grote probleem in Hellboy is het gebrek aan een goed plot. Er is een kleine verhaallijn over grote, vreemde wezens uit een andere dimensie die veel kracht kunnen geven, maar dat is zo slecht uitgewerkt dat het vrijwel niet te snappen is. Er wordt meer aandacht besteed aan Hellboy het karakter dan aan Hellboy de film. De B.P.R.D. lijkt in het begin van de film een grootse rol te gaan spelen, getuige de mooie decors (onder andere een lift waar elk flatgebouw jaloers op mag zijn), maar dat valt nog vies tegen. Het is enkel een manier om de menselijke hoofdpersoon John Myers (Rupert Evans) te introcuceren.

Tussen de gaten

Door de focus op Hellboy zelf lijken de overige castleden er soms maar een beetje voor nop bij te lopen. John Hurts rol als ‘vader’ van Hellboy had veel mooier uitgewerkt kunnen worden, en ook de ‘bad guys’ in de film hebben te weinig diepgang meegekregen. Hellboy’s grote liefde Liz (Selma Blair) lijkt vaak niet meer dan beeldvulling, terwijl haar karakter erg interessant is. De geschiedenis tussen Hellboy en Liz wordt nu alleen tussen de regels door vermeld. Maar is bij de meeste films een plot vol gaten funest, bij Hellboy is er door de gaten heen te kijken.

Demon met humor

Hellboy is namelijk een vreselijk leuk persoon. Het is de anti-held der anti-helden. Hij ziet er op het eerste gezicht totaal niet uit, maar het is gewoonweg hilarisch als hij zijn horens afschuurt om menselijk te lijken. Hellboy heeft hele fijne humor. Een vleugje sarcasme, een beetje pit, wat jaloezie, heerlijk! Er is bijna geen ongeslaagde grap van Hellboy te vinden. Naast zijn krachten is humor absoluut zijn sterkste punt. Ron Perlman zet het personage neer zoals niemand anders dat had kunnen doen.

Tweede deel

Verder is de film ook stilistisch fijn om naar te kijken. Hij is niet doorspekt met special effects zoals zoveel films tegenwoordig. Misschien komt dat ook dat de effecten díe er zijn, gewoon niet heel erg mooi zijn. Hellboy is toch een hele humorvolle actiefilm geworden. Je zult je gewoon moeten instellen op het feit dat je door de plotgatenkaas heen moet krijgen. Want daarvoor in de plaats krijg je een hele gave rode held. Het is dan ook niet verrassend dat er inmiddels een tweede deel in de planning staat.

Film / Films

Sissi meets Assepoester in flauwe Costa-kopie

recensie: Snowfever

.

~

Dit moraliserend ‘kijk-niet-alleen-naar-het-uiterlijk-en-ga-niet-te-snel-met-een-jongen-naar-bed-want-hij-gebruikt-je-alleen-maar’-filmpje is duidelijk gebaseerd op Costa! en sneeuwvariant Pista! Hoewel Costa! al niet tot mijn favoriete films behoort, presteert Snowfever het om toch nog onder het niveau van Costa! te duiken. Waar deze laatste nog redelijk geslaagd was om de TMF-jeugd te bevredigen, zit het kinderachtige Snowfever qua niveau meer in de buurt van de gemiddelde K3-fan. De film is ontdaan van scherpe randjes en enige vorm van pit (en plotlogica, kan ik u vertellen). Het is een zoutloze kinderfilm geworden in plaats van een hitsige puberfilm. Wanneer regisseur Van Hoeve (Liever verliefd) en producent Nijenhuis (regisseur van Volle Maan) dat als doel voor ogen hadden, zijn ze in hun opzet geslaagd maar ik vermoed dat dat niet hun bedoeling was.

Beavis & Butthead

~

Op zich valt de acteurs weinig aan te rekenen, zij doen allen erg hun best. Verboom speelt leuk maar is veel te knap en op die manier totaal ongeloofwaardig als muurbloempje. Schuurmans zet zijn Ryan neer zoals we verwachten: een arrogante macho wiens hersenen zich tussen zijn benen lijken te bevinden. Of hij dit heel goed speelt of dat het in zijn aard ligt (hij speelt wel erg veel van zulke rollen) laat ik in het midden. Hoewel het mijlenver afligt van mijn soort humor, zorgt het komische Beavis & Butthead-achtige duo Barney en Barney (gespeeld door twee in Duitsland zeer bekende lolbroeken) wel voor een vrolijke noot in de film. Van der Gught, bekend van haar mooie hoofdrol in Iedereen Beroemd, is een goede actrice en haar personage komt in Snowfever redelijk uit de verf. Dat laatste geldt trouwens ook voor Egbert Jan Weber, wiens Erik het meest charmante karakter uit de film is.

Product placement

Misschien wel het meest opvallende aan Snowfever is de irritant aanwezige product placement. Dat het surf- en boardmerk O’Neill overal te zien is, is tot daar aan toe (het is per slot van rekening een snowboardfilm), maar dat chocolademerk Mars zo overduidelijk is beeld is, stoort enorm. Met het wegvallen van de CV-regeling (die ervoor zorgde dat over in films geïnvesteerd geld geen belasting betaald hoefde te worden) is het misschien wel nodig om op andere manieren aan geld te komen maar door de manier waarop de chocoladerepen in beeld gebracht worden, lijkt de film af en toe meer een lange reclamespot.

Cameo

Dat Snowfever niet bepaald mijn soort film is, was u misschien al duidelijk. Ondanks dat hoeft zo’n soort film niet slecht te zijn. Het genre van de seksueel getinte tiener-romkom is nou eenmaal niet aan mij besteed. Houdt u daar wel van, huur dan Costa! nog maar een keer en ga niet voor Snowfever naar de bioscoop. De film is gewoon niet scherp of origineel en kan de gemiddelde oversekste tiener niet boeien. Zelfs de cameo van idool Jim (ongetwijfeld met dank aan de reeds genoemde chocoladerepenfabrikant) kan daar niets aan veranderen.

Muziek / Album

De andere kant van de medaille

recensie: Hermano – Dare I Say

Het was 1994 en ik was vijftien. De lokale platenboer liet me een nieuw album horen: Sky Valley van Kyuss. Ik kocht hem meteen en na een paar dagen deed ik niet anders dan ’s nachts dit magistrale album luisteren met de koptelefoon op. Het bleek dè staalkaart te zijn van de zogenaamde stonerrock. Kyuss maakte nog één album en toen was het genoeg. In navolging van die band schoten de stonerrock-bandjes als paddenstoelen uit de grond maar telkens had je het gevoel: Kyuss heeft het al gedaan. En beter.

~

Na Kyuss zou gitarist Josh Homme op zegetocht gaan met Queens of the Stone Age. Van zanger John Garcia wist ik dat hij wat projecten had, die veelal ontaardden in glam-rock. Toen kreeg ik deze week een album opgestuurd: Dare I Say van Hermano. Nooit van gehoord. Op de cover een ongeveer 12-jarig jongetje met een enorme gun. Ik zet het album op en ga een beetje stofzuigen. Een snoeiharde gitaar een beukende drum komen uit de boxen. Na een minuutje zet ik de stofzuiger toch maar uit. Dit klinkt goed, verdomd goed. En die stem, ken ik die niet ergens van? Jazeker. Het is John Garcia.

Project

Om kort te gaan de ontstaansgeschiedenis van Hermano. Ene Dandy Brown, leraar Engels, producer en multi-instrumentalist, krijgt het idee om een ‘superband’ te beginnen, in ieder geval met drummer Steve Earle (ex-Afghan Whigs) en John Garcia in de gelederen. Na een tijdje rondgekeken te hebben wordt de band gecomplementeerd met gitarist David Angstrom (Supafuzz) en tweede gitarist Mike Callahan. Hermano is een feit.

Woestijnrock

Dare I Say doet ontegenzeggelijk denken aan Kyuss. Donker, hard, psychedelisch, hypnotiserend, broeierig en agressief (“go motherfucker go motherfucker go / this is how it’s done”), om maar een paar bijvoeglijke naamwoorden te laten vallen. Het eerste nummer Cowboy Sucks is snoeihard, eigenlijk vergelijkbaar met opener Gardenia van Sky Valley. Bij beide nummers worden we eerst overdonderd door het rauwe en harde geluid met de beukende drums, maar na een minuut of twee komt er een psychedelische brug om daarna twee keer zo hard door te slaan. Verder is Dare I Say misschien nèt iets melodieuzer dan Sky Valley. Op de hele plaat valt, behalve het schreeuwerige Angry American, geen zwak punt te vinden. Hermano trapt niet in de val waarin zoveel ‘harde’ bands vallen: een muur van gitaren opzetten en ongelimiteerd raggen. Hermano maakt juist gebruik van de harde groovende gitaren om het contrast tussen stilte en rust te accentueren. Luister bijvoorbeeld naar Roll Over, wat een harde repeterende southern rock gitaarloop bevat. Halverwege verdwijnt de gitaar en krijgt de bas ruimte om zich helemaal uit te leven. Het recept is simpel maar blijkbaar moeilijk te bereiden.

Koptelefoon

Dare I Say is een topplaat. Een plaat waar ik waarschijnlijk vergeefs mee ga leuren bij vrienden. Het is niet een album dat je opzet als je op de koffie bent. Voor Dare I Say moet het donker zijn zodat je de plaat, het liefst liggend met een koptelefoon op, over je heen kunt laten komen. Het is een album dat je uitleent aan je beste vrienden en anders voor jezelf houdt. En dat het lijkt op Sky Valley maakt helemaal niks uit. Het is de andere kant van de medaille. En hij blinkt net zo hard.

Film / Films

Celerities bij de neus genomen

recensie: Punk'd – Het eerste seizoen

Laten we eerlijk zijn: deze serie had eigenlijk ‘fucked’ moeten heten. Punk’d is niet meer dan een creatief eufemisme voor ‘verneukt worden’. Gelukkig heeft de MTV-censuur niet alle harde randjes van de serie afgesneden en blijft Punk’d daarom te pruimen. Desondanks blijft het niet meer dan leedvermaak gebaseerd op een prehistorisch concept.

~

Punk’d is eigenlijk een variant op de klassieker Bananasplit (of later, het iets hippere Boobytrap). De programmamakers proberen met een practical joke iemand keihard in de zeik te nemen. Presentator en celebrity Aston “Dude, Where’s My Car” Kutcher neemt echter vooral bekende Amerikanen in de zeik. Rijke vriendjes uit het society-wereldje wordt de zenuwen op het lijf gejaagd. En natuurlijk kijkt iedereen graag mee, want afgunst is de mooiste gunst die je iemand kan verlenen, nietwaar? Persoonlijk vond ik TROS-coryfee Ralph Inbar interessanter en origineler. Misschien zegt dat genoeg?

Via Google

~

De grappen die Kutcher uithaalt, zijn allemaal potentieel grappig. Zo krijgt Justin Timberlake te maken met een deurwaarder die al zijn spullen in beslag neemt en krijgt Kelly Osbourne het aan de stok met een image-consultant. Ook komen Pink, Jack Osbourne en Britney Spears in de serie voor. Daarnaast komen er nog een aantal bekende Amerikanen uit Kutchers vriendenkring voorbij die wij alleen maar met behulp van Google weten te herkennen. Dat is op zich jammer, want leedvermaak is alleen maar leuk als je het lijdend voorwerp kent. Deze celebs ken ik niet en die afleveringen worden dan ook snel saai.

Balans herhaling en programma zoek

Er zijn een paar puntjes in de opzet van het programma die goed passen in het MTV-concept, maar die de serie op DVD ondergraven. Zo wordt voor elke aflevering nog een keer uitgebreid herhaald wie er (na de reclame) gepunk’d wordt. Er zijn ook veel flashy animaties te zien, waardoor er minder tijd is voor de eigenlijke inhoud van het programma. Behoorlijk irritant, omdat eigenlijk maar weinig tijd wordt besteed aan de opbouw van een grap. Op het moment dat je de sterren echt diep ziet gaan, komt Aston al te voorschijn en verlost ze uit hun lijden. De balans tussen herhaling en het echte programma is echt zoek.

Stapeltje extra’s

De DVD stikt van de extra’s. Zo staan er veel deleted scenes op en is er een commentaartrack aanwezig. Ook zijn er twee niet uitgezonden afleveringen op de schijf gezet. Dit alles geeft een beter beeld van de serie, maar het is eigenlijk niet veel meer dan een stapel gearchiveerde beelden. Je ziet direct dat het tweedekeus beelden zijn die eigenlijk niets toevoegen aan de show. Waarom staan er geen exclusieve interviews op met de makers of een verhaal over het ontstaan van de serie? De beelden die er nu op staan zijn alleen maar extra materiaal voor fans van de gepunkte beroemdheden.

Knip Ashton eruit

Punk’d is in het kort gezegd niet origineel en een grote herhaling. Het is best een aardige serie om zo op televisie langs te zappen, maar meer ook zeker niet. Het gaat redelijk ver om dit soort materiaal op DVD te zetten en lijkt ook meer voer voor fans van de gepunkte bekende mensen dan een echte serieuze poging om een leuke DVD uit te brengen. Voorlopig blijft het een DVD waar je veel op moet zappen om er een spannend geheel van te maken. Ik zou zeggen: knip Ashton eruit en laat die celebrities harder op hun bek gaan. Een leuk voorstel is bijvoorbeeld om Britney Spears te laten bezoeken door iemand die het bed met haar deelde toen ze pas 14 was, en nu voor de camera zijn verhaal wil doen. Dan zien we pas echt leedvermaak.

Muziek / Album

Een uitstapje naar de USA

recensie: Elvis Costello & The Imposters - The Delivery Man

Wie de liner notes van The Delivery Man, de nieuwste cd van Elvis Costello, leest, zal zien dat Emmylou Harris en Lucinda Williams meedoen, dat het album helemaal in Amerika is opgenomen en is uitgebracht op Lost Highway, een Americana-label. Dat betekent niet dat deze plaat een countryplaat is geworden, maar hij heeft wel een heel Amerikaans tintje meegekregen.

~

Natuurlijk is er wel country te vinden op deze plaat, want anders nodig je natuurlijk niet twee vrouwelijke countrygrootheden uit om mee te spelen. There’s a Story In Your Voice, met Lucinda Williams, is een sterk countryrocknummer dat echt in je hoofd blijft zitten. Nothing Clings Like Ivy, met een andere countryster op de achtergrond, Emmylou Harris, klinkt lang niet zo country, maar meer naar een liedje als de klassieke Costello-song Good Year For The Roses. Wel erg country is Heart Shaped Bruise, waarin Harris een veel belangrijker aandeel heeft. Helaas zorgt dat er wel voor dat het nummer een stuk sentimenteler klinkt, en dat zal lang niet iedereen mooi vinden. Daarentegen is het titelnummer The Delivery Man, dat erg doet denken aan Johnny Cash, met een poëtische, iets mysterieuze tekst wel mooi country.

Smeuïg

De country op The Delivery Man blijft echter beperkt tot een nummer of vijf van de in totaal dertien nummers. Opener Button My Lip is bijvoorbeeld een vreemde eend in de bijt, want het is een soort jazzrock die je eerder zou verwachten bij, ik noem maar wat, Zita Swoon. Wel minder freaky dan die band, maar beslist geen typisch Costello-nummer. Die zijn verder op de plaat wel te vinden, waarmee Button My Lip een nogal eenzaam nummer blijft op deze plaat. Er zijn wel een aantal nummers te vinden met een meer soulachtige inslag, zoals Bedlam of juist met een rocksound, zoals Needle Time, of Monkey To Man dat een beetje rockabilly is. Deze nummers geven de smeuïgheid tussen de andere nummers die de plaat nodig heeft.

Bedrieglijk Costello

Een aantal nummers van de cd zijn typische Costello-nummers, vooral vergelijkbaar met zijn rustigere liedjes uit het begin van de jaren 80. Al de verschillende invloeden op deze plaat maken dat The Delivery Man moeilijk onder één noemer te vatten is. Het is gewoon een heel eigenzinnige, typische Elvis Costello-plaat. Prima om naar te luisteren, maar niet echt een van zijn uitschieters, hoewel hij wel na een aantal luisterbeurten groeit. Er is een ding dat blijft hangen, en dat is het gevoel dat de poging die Costello kennelijk heeft gedaan om een typisch Amerikaanse plaat te maken niet goed gelukt is. Dat komt deels doordat Costello zelf een Engels accent heeft, en dat zijn begeleidingsband The Imposters ook Engelsen zijn. (The Impostors zijn trouwens gewoon The Attractions, maar met een andere bassist). En als je eenmaal een Engels geluid hebt, dan kun je niet meer doen alsof je Amerikaans bent. Misschien ook daarom wel de nieuwe naam The Imposters: de bedriegers.

Theater / Voorstelling

De wereld blijft hetzelfde

recensie: Don Carlos (Huis aan de Amstel)

.

~

Don Carlos speelt uitsluitend in het eigen theater van Huis aan de Amstel. De zaalcapaciteit is klein en hierdoor is het een intieme voorstelling. Het geeft een huiskamergevoel, alsof je bij de Koningsfamilie op bezoek bent. Je zit zowat bij je buren op schoot en de gezichtsuitdrukkingen van de acteurs zijn goed te zien. Ik zie zelfs tranen! Er wordt goed en met enthousiasme geacteerd. Het spel is vlot en vol gevoel. De soms gedateerde teksten klinken niet stijf of onnatuurlijk, maar juist helder en gemeend.

Don Carlos

~

Don Carlos is de Spaanse kroonprins en de zoon van Philips II. Carlos wordt door zijn vader verafschuwd en heeft het vuur voor het leven verloren; zijn politieke toekomst én de liefde van zijn leven zijn hem door zijn vader ontnomen. Nog voordat Carlos in het huwelijk kon treden met zijn geliefde Elisabeth, werd zij uitverkoren door Philips om zijn echtgenote te worden. Nu verneemt Philips geruchten over de nog steeds bestaande liefde tussen zijn zoon en zijn vrouw. Prinses Eboli is verliefd op Carlos, maar wordt door hem afgewezen. Haar wraak doet het rijk op haar grondvesten schudden. Om de waarheid te achterhalen zet Philips de boezemvriend van Carlos, de Markies van Posa, in. Posa is een sterke voorvechter van de vrijheidsidealen en Philips kijkt hierdoor op hem neer. Posa slaagt er toch in om de onschuld van de Koningin te bewijzen. Hij ruikt de macht en maakt met Carlos een plan waarbij ook zij hun idealen verloochenen. Dit zal hen duur komen te staan. Het is een verhaal vol intriges, iedereen bedondert elkaar om er zelf beter van te worden omwille van zijn of haar idealen.

Moderne accenten

De bovenzaal en de buitengevel op de binnenplaats van Huis aan de Amstel zijn door Guus van Geffen omgetoverd tot een kasteel. Alles is wit geverfd, zelfs de ramen. Er staat een stelling waarop het publiek plaatsneemt. De acteurs maken gebruik van de hele ruimte en klimmen ook in de stellingen. Zo zijn ze op ooghoogte van het publiek. De acteurs zijn door Carly Everaert in denim en zwarte kleding gestoken, een mooie uniformiteit; hip, maar toch past het goed in dit tijdsbeeld. Er zijn meer moderne accenten zoals een koelkast en wasmachines. Die hadden ze vast niet in de tijd van Don Carlos! Er wordt speels gebruik gemaakt van dance- en popmuziek, zoals het moment dat er heel melig Stand By Your Man gezongen wordt. Al tijdens de voorstelling wordt als proloog op de pauze koffie gezet. De pauze vindt plaats in de zaal, je bent dan even onderdeel van de set en voorstelling.

Drama

Iedere uitvoering van Don Carlos is een bewerking van het originele, wel erg lange toneelstuk. Binnen deze vrije bewerking is plek voor de hoogtepunten, maar ook zeker voor de menselijke diepgang en een tikje humor. Alle ingrediënten voor een goed drama zijn vertegenwoordigd; macht, onmacht, passie, bedrog, jaloezie, wraak, woede en liefde. Een avontuurlijke voorstelling die zeker de moeite waard is om te gaan zien.

Muziek / Album

Vloek en een zegen

recensie: Finn Brothers – Everyone Is Here

Op vakantie draaiden we vroeger altijd een bandje met daarop het album Recurring Dream: alle grote hits van Crowded House. Een plaat vol perfecte popliedjes met een hoog meezinggehalte. Weather With You, Don’t Dream It’s Over en onze persoonlijke meezingfavoriet It’s Only Natural passeerden allen de revue. Met elk één oordopje in probeerden mijn zus en ik de vocale harmonieën van de gebroeders Finn te evenaren. Op eenzelfde manier, of zo stel ik me voor, zijn Tim en Neil Finn ook ooit begonnen, zo’n veertig jaar geleden. Maar anders dan mijn zus en ik beschikten zij wel over de muzikale capaciteiten.

~

Als kinderen traden Tim en Neil al op voor vrienden van hun ouders, later speelden ze samen in Split Enz en Crowded House. Maar ook solo maakten beide heren carrière. In 1994 kwamen ze weer samen als The Finn Brothers en brachten het album Finn uit. Op hun nieuwe plaat Everyone Is Here zijn ze opnieuw herenigd.

Ouder

De liedjes klinken warm en vertrouwd. Als vanouds glijden de stemmen moeiteloos langs en om elkaar heen. Vooral op Disembodied Voices, een lieflijk liedje over hun kindertijd, laten de broers een prachtig staaltje samenzang horen. In hun gedeelde slaapkamer praatten ze lang nadat het licht uitging tot ze de slaap uiteindelijk vatten. Heel herkenbaar en misschien daarom wel zo mooi.

Melancholie

Het is goed te horen dat de gebroeders Finn ouder zijn geworden, de toon van de nummers is wat serieuzer en minder zorgeloos dan voorheen. Ze blikken terug en overdenken het leven. Soms melancholisch, dan weer vol goede moed. De liedjes met een dosis melancholie werken het best. Zoals Edible Flowers, over het verstrijken van tijd, ouder worden en de dood. Een ander hoogtepunt van het album is het sobere en werkelijk prachtige Gentle Hum. De simpele melodielijn zuigt je het nummer in en laat je niet meer los. Mooie liedjes schrijven kunnen ze dus nog wel.

Geen magie

Jammer genoeg wil op de rest van het album de vonk maar niet echt overslaan. Het zijn leuke popliedjes met hier en daar weer een lekkere meezinger, maar nergens is het echt pakkend. Luckiest Man Alive slaat zelfs de plank helemaal mis. Het nummer is zo’n cliché rockballade dat het bijna gênant wordt. Ook tekstueel valt er geen greintje originaliteit te bespeuren: “You saw me / And what I could be / And now I know what love is for / It’s the only thing sets you free / Must be the luckiest man alive.” Gelukkig sluit het album wel goed af met het eerder genoemde Gentle Hum.

Everyone Is Here is absoluut geen slecht album, maar de magie die The Finn Brothers in hun Crowded House-periode konden creëren, komt helaas te weinig naar boven. De broers lijken over hun hoogepunt heen te zijn. Het moet ook wel een vloek en een zegen zijn om zo’n rijk muzikaal verleden te hebben. Laten we het maar op een zegen houden.

Muziek / Album

Getemporiseerde melodica

recensie: Voicst - 11 11

.

~

De jongens wisten al te verrassen met een nummer op de unsigned-bands-sampler College Radio van het Nederlands Popinstituut en natuurlijk met hun EP Eat the Evidence, maar nu, met het grote werk, houden ze dat verrassingseffect stevig vast. Vanaf het eerste nummer Whatever You Want From Life stap je in de stoomtrein van Voicst en in ben je in no time bij het laatste, dertiende nummer. Gelukkig is er in een ver verleden de repeat-knop uitgevonden zodat het hele energieke proces van voren af aan kan beginnen. Opnieuw een kleine veertig minuten aan onversneden rock, geschoeid op de leest van Foo Fighters, Nada Surf en Weezer.

Concurrentie tussen de songs

De drie Amsterdammers weten op een boeiende manier dertien nummers te brengen, die niet vernieuwend zijn, maar nagenoeg allemaal aan een kritische keuringsdienst getoond kunnen worden. Het drietal vult elkaar perfect aan en houden keer op keer oog voor een pakkende melodie. Je kunt zo ver gaan dat de songs elkaar zelfs beconcurreren. Hoewel Upside en Porn beide niet echt weten te boeien en nergens echt op gang weten te komen, haalt een nummer als Dazzled Kids zonder moeite het fascinerende niveau van de opener. Ook Shut Up and Dance, You Look Like Coffee en Retail 2003 blijven na vijftien luisterbeurten nog steeds overeind, terwijl het laatste nummer, Enjoy the Kickback, na een aantal keer horen aan de klasse van de rest van de plaat ten onder gaat.

Tempo

Het tempo van de liedjes van Voicst ligt steevast op een hoog niveau. Bij het rustige nummer Someone Wake Me, dat erg veel op Road Trippin’ van the Red Hot Chili Peppers lijkt, is er bijvoorbeeld een up tempo baslijntje. And You Taste Like Something’s Wrong doet denken aan een snelle variant van de band Pinback. Ook het meest rustige nummer, de pianosolo How To Put It, kan het gevoel voor tempo niet onderdrukken. Maar nergens wordt het onrustige tempo storend en nergens verveelt de plaat. 11-11 heeft zelfs zo’n houdbaarheidsfactor, dat de band alleen moet afwachten hoe snel het buitenland reageert. Maar dat kan niet lang meer duren.

Film / Films

Samen alleen

recensie: Solas

Je hebt van die termen die haast onvertaalbaar zijn. Het Spaanse woord ‘Solas’ is zo’n woord waar geen precies Nederlands equivalent van is. Het betekent zoiets als ‘eenzamen’, en dan het vrouwelijk meervoud. ‘Eenzame vrouwen’ komt misschien het beste in de buurt. In Solas schetst regisseur Zambrano een portret van twee eenzame vrouwen die beiden teleurgesteld zijn door het leven.

~

Maria (Ana Fernández), een chagrijnige vrouw van 35, is teleurgesteld in het leven. Ze woont in haar eentje in een achterbuurt, drinkt meer dan goed voor haar is en is zwanger van een scharrel die absoluut niet van haar houdt. Wanneer haar vader in een nabijgelegen ziekenhuis opgenomen wordt, komt haar moeder Rosa (María Galiana) tijdelijk bij haar in te wonen zodat zij haar zieke man kan bijstaan. Dat zij dit doet mag al een godswonder heten aangezien haar man haar onderdrukt en als oud vuil behandelt. Hoewel Maria haar moeder bits behandelt, probeert de warmhartige Rosa het leven van haar dochter wat op te vrolijken.

Symboliek

~

De overeenkomst tussen beide vrouwen is dat ze een leven hebben waar je niet jaloers op zou worden. Het grote verschil is de manier waarop ze met tegenslagen omgaan. Solas laat zien dat zowel de vriendelijke houding van Rosa, die haar noodlot met een glimlach accepteert, als de wantrouwende en cynische instelling van Maria beide geen garantie zijn voor een fijn leven. Zambrano biedt slechts één uitweg die de vrouwen behoedt voor dit deterministische doemscenario: de medemens. Waar Maria’s leven door Rosa (let op de symboliek in naam) letterlijk en figuurlijk wordt opgefleurd, gebeurt hetzelfde bij Rosa door het contact met Maria’s bejaarde onderbuurman, Vecino (Carlos Álvarez-Novoa).

Eendimensionaal

Naast het aangrijpende verhaal zal Solas je vooral bijblijven om de prachtige acteerrollen. Met name de vertolking van de twee hoofdrollen door Fernández en Galiana is ijzersterk, maar ook Vecino wordt als een onvergetelijke innemende man neergezet. Dat bij een aantal personages één karaktertrek erg dominant is, en dat deze personages daardoor eendimensionaal blijven, is aan de ene kant wel jammer maar het is niet zo storend dat het afbreuk doet aan de film.

Blijf zoeken

Solas vergaarde een indrukwekkend aantal prijzen op filmfestivals, en terecht. Het is een mooie film waarin niets mooier gemaakt hoeft te worden dan het is. Het is een typische film voor het filmhuis: een ontroerend familieportret waarin emotie meer aandacht krijgt dan de actie, waarin personages het plot stuwen in plaats van andersom. Een film over opoffering, het aanvaarden van je lot en over de wetenschap dat geluk altijd om de hoek kan liggen. Als je maar blijft zoeken.

Muziek / Album

De La Soul, you done it again!

recensie: De La Soul – The Grind Date

Niet vernieuwend, wel verfrissend. Het nieuwe album van De La Soul, ondeugend The Grind Date getiteld, borduurt voort op de vrolijk eclectische stijl waarmee de New Yorkse hiphoppers naam maakten. Temidden van het gangbare gangstageweld en klatergoud blijven de veteranen trouw aan zichzelf. Hiermee zet De La Soul zich welbewust af tegen de vluchtige roem van hun collega’s.

~

De naam De La Soul zal bij velen herinneringen oproepen aan lang vervlogen tijden. Vijftien jaar geleden debuteerden Kelvin Mercer, David Jude Jolicoeur en Vincent Mason met het al snel legendarische album 3 Feet High and Rising. Ook wie minder bekend is met hiphop of De La Soul, zal opveren bij het horen van het hitnummer Me, Myself And I. De prettige, onbezorgd klinkende mix van rap, soul en disco op 3 Feet leverde de heren het etiket “neo-hippies” op. Het is een indicatie voor de bijzondere positie die de groep inneemt binnen de hiphop – een wereld die tenslotte geassocieerd wordt met wapens, het harde straatleven, klatergoud en blote borsten.

Opwekkende soul

Alhoewel het tweede album (De La Soul Is Dead, 1991) duisterder was, zijn de heren altijd blijven voortborduren op de sfeer waarmee ze aanvankelijk furore maakten. Inmiddels zijn we aanbeland bij het achtste albumm, en The Grind Date klinkt, hoe gek dit ook mag klinken als het gaat om hiphop-veteranen, verfrissend. De La Soul is in de publiciteit voorbijgestreefd door een hele generatie gangsta’s, en draait niet meer volop mee in het MTV-circuit, maar precies hierin schuilt de verrassende werking van The Grind Date.

Experimenteel

Uiteraard worden de heren hierin bijgestaan door uiteenlopende artiesten. Aardig is de introductie die regisseur Spike Lee geeft op het nummer Church, dat bijna een onvervalste soulkraker genoemd kan worden. Samen met vooral Much More (feat. Yummy) en He Comes (feat. Ghostface) is het één van de meer “vloeiende”, melodieuze nummers waarin Motown lijkt te herleven, en waarin De La Soul haar naam eer aandoet. Het nummer dat het meest duister klinkt is Verbal Clap, maar overheersend zijn de bekende opwekkende loops. Wat uiteindelijk het album als geheel zo sterk maakt, is het feit dat vrijwel elke track een experiment lijkt. Dit is misschien een dooddoener, omdat het experiment een wezenlijk element is van hiphop (zoniet van alles wat zich muziek mag noemen), maar wie niet meer gewend is dan wat aan hiphop en R&B doorgaans op MTV voorbijkomt, zal oren te kort komen bij het luisteren naar The Grind Date.

Ouder en wijzer

Geen moordlustig geschreeuw, noch aalglad hedonisme. “No doubt, y’all care anymore about this hiphop man / I mean, how far will you punk motherfuckers go, for fifteen sentences of fame / microwave popcorn ass niggers, / yeah, we give you much more, longevity baby,” klinkt het snerend in Church. De La Soul is dus ouder en wijzer, maar allesbehalve sadder, want “Life is beautiful, it’s just the shit in it that’s fucked up” (The Grind Date). En deze levenswijsheid levert dan opnieuw album op dat lekker alle kanten uitspringt, dat anarchistisch en zomers is. Als referentie is Outkast te noemen. The Grind Date straalt muzikaliteit en plezier uit. Tergend slepende beats en hoekige samples (het zijn de betere nummers: de eerste single Shopping Bags, Days Of Our Lives, Rock Co.Kane Flow, met MF Doom) worden afgewisseld met ouderwetse opgewektheid, zoals in No. In Come On Down heet het terecht: “De La Soul is now back on the map,” en het nummer eindigt met de herhaalde uitroep “De La Soul, you done it again!”, begeleid met een duivels lachje. En zo is het. Als ‘European bonus track’ is opgenomen Shoomp, waarin Sean Paul de loftrompet mag uitsteken over de heren. Een overbodig nummer, niet alleen muzikaal: ze weten het zelf ook wel. Ten slotte is de inlay van de CD geinig vormgegeven als kalender, maar daarop ontbreekt een niet onbelangrijk gegeven: op 7 december treedt De La Soul op in Tivoli in Utrecht.