Kunst / Expo binnenland

In de herhaling

recensie: Life, Once More: Forms of Reenactment in Contemporary Art

In Witte de With in Rotterdam vindt momenteel een groepstentoonstelling plaats rond het begrip ‘re-enactment’. Wat alle verschillende vormen gemeen hebben is dat ze op de één of andere manier reflecteren op de (kunst)geschiedenis.

Rod Dickinson, The Milgrim Re-enactment, 2002

Er worden documentaires en andere belangrijke gebeurtenissen (van binnen en buiten de kunst) opnieuw uitgevoerd of op een andere manier uitgebeeld. Om een idee te geven van wat een re-enactment zoal kan zijn, neem ik als voorbeeld het werk Kunst muss hängen van Andrea Fraser waarin zij een dronken toespraak van Martin Kippenberg naspeelt die hij ooit op een opening van een tentoonstelling van een collega hield. Op basis van een opname heeft Fraser zijn hele toespraak van een half uur uit haar hoofd geleerd en nagespeeld (terwijl ze geen woord Duits spreekt!). Dit heeft een erg vervreemdend effect aangezien er door Kippenberger nogal wat denigrerende opmerkingen worden gemaakt ten opzichte van de vrouw in het algemeen. Nu dus dezelfde woorden uit de mond van een vrouw, waardoor het macho gedrag van de stoere Duitse schilder teniet lijkt te worden gedaan. Een ambivalente houding: een ode met een knipoog.

Stroomstoten

In The Milgram Re-enactment van Rod Dickinson wordt het beruchte wetenschappelijke experiment ‘Obedience to Authority’ (1961) van Harvardpsycholoog Stanley Milgram nagespeeld. In het experiment moest een proefpersoon zogenaamd stroomschokken toedienen aan een ander proefpersoon (die in het complot zat). Onder druk van iemand met autoriteit (in dit geval een professor in witte jas) werd bekeken in hoeverre de proefpersoon uiteindelijk in staat zou blijken pijnlijke stroomstoten toe te dienen aan een ander.

Steven Spielberg

Een aantal kunstenaars in Rotterdam lijkt te onderzoeken in hoeverre de heropvoering van een historische gebeurtenis zelf geschiedenis wordt. Een voorbeeld hiervan is de dubbele videoprojectie van Omar Fast getiteld Spielbergs List, gebaseerd op een reis die de kunstenaar heeft gemaakt naar het voormalig concentratiekamp Auschwitz en op de Poolse filmset van Spielbergs verfilming ervan. Als je de documentaire probeert te volgen, snap je steeds niet of de mensen naar wie je kijkt voormalig kampslachtoffers zijn of dat ze slechts figuranten waren voor de verfilming van Schindlers’s List.

Stanley Kubrick

Wat onbegrijpelijker is de installatie van Eran Schaerf. In deze dia-installatie probeert Schaerf allerlei beelden te combineren door middel van een sciencefiction-achtig script c.q. complottheorie die zo ongeloofwaardig is dat je haast wel wilt geloven, maar uiteindelijk toch niet doet. Hij toont enkel ronddraaiende dia’s met daarop stills uit de film 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick in combinatie met dia’s van heropvoeringen van Napoleontische veldslagen. Wat de toegevoegde waarde is van dit werk op een soort van overzichtstentoonstelling over re-enactment, is mij niet geheel duidelijk.

Dubieus

Het is dus te zeggen dat de onderwerpen die in Rotterdam worden aangekaart sterk uiteenlopen. Wel lijken alle werken onderzoek te doen naar het begrip ‘authenticiteit’. Zo worden er werken getoond waar performances van Joseph Beuys en Jackson Pollock worden heropgevoerd. Vooral in dat laatste geval is het erg dubieus hoe er met de oorspronkelijke werkwijze wordt omgegaan; waar de Amerikaanse actionpainter zijn werken als een unieke eenmalige existentialische act uitvoerde, had hij nooit kunnen voorzien dat die act nu doodleuk zou worden herhaald.

Eigen maken van de geschiedenis

Hoewel er in Witte de With dus echt een paar juweeltjes worden getoond, blijft de vraag waarom er in de kunst nu plotseling zo’n interesse lijkt te zijn voor het verleden en specifiek waarom er wordt teruggegrepen naar ‘oude helden’. Misschien heeft het te maken met het feit dat deze generatie kunstenaars nooit persoonlijk de performances uit de roerige jaren 60 en 70 heeft meegemaakt en dat zij slechts op de karige documentatie zijn aangewezen. Misschien probeert de jongste generatie kunstenaars zich op deze manier alsnog het kunsthistorisch verleden eigen te maken.

Film / Films

Neuroses en romantiek in de herhaling

recensie: Melinda and Melinda

Een film per jaar. Met een ijzeren regelmaat bezet Woody Allen jaarlijks een aantal weken het witte filmdoek in een tiental bioscopen in Nederland. Een beperkt aantal zalen voor een regisseur die in het verleden zeer succesvol was. De belangrijkste reden voor het op kleine schaal uitbrengen van de films van Allen, is het ontbreken van enthousiaste recensies.

~

In Melinda And Melinda is Allen achter de camera gebleven. Hij heeft een cast van jonge acteurs en actrices om zich heen verzameld, die hetzelfde verhaal vanuit verschillend perspectief spelen. In een café zitten vier mensen te praten. Een van hen heeft een verhaal te vertellen, misschien wel de eerste aanzetten voor een filmscript. Al snel neemt een van de aanwezigen het verhaal over en zo ontstaan er twee verhalen met dezelfde hoofdpersonen. De film is in het eerste verhaal een romantische komedie, in het tweede verhaal zijn de ontwikkelingen dramatisch. Romantiek versus dramatiek. Allen vertelt hetzelfde verhaal twee keer. Creatieve armoede of een briljante vondst?

Neuroses

~

Er is maar een Melinda. Actrice Radha Mitchell speelt in beide verhalen de hoofdrol. Ze is een aantal jaren weggeweest uit New York en keert berooid en vol teleurstellingen terug bij haar vrienden. Deze nemen haar liefdevol op, maar kijken toch wat op van de vele neurotische tics die hun vriendin heeft. Iedereen is bezig met zijn of haar eigen carrière en probeert de ladder van het succes te beklimmen. Melinda is berooid, heeft geen geld en kan alleen maar teren op de zakken van haar vroegere vrienden. In het eerste verhaal slaagt Melinda er in haar teleurstellingen achter zich te laten. Ze bouwt een nieuw leven op en vult haar dagen op een zinnige manier. Ze ontmoet interessante mannen, beleeft een aantal komieke avonturen en het lijkt haar voor de wind te gaan. In het tweede verhaal mislukt bijna alles. Ze wordt achtervolgd door haar neuroses en valt voor de verkeerde parasiterende mannen.

Typisch Allen

Allen schakelt, soms met tussenkomst van het aan tafel zittende viertal in het café, van romantiek naar drama, van geluk naar mislukking. Hij heeft een aardig verhaal te vertellen, met de van hem bekende thema’s als liefde, romantiek, ontrouw en communicatie. De cast van acteurs en actrices is aantrekkelijk, het Amerikaanse leven oppervlakkig en de beelden van New York weer typisch Allen.

Ontrouw

Halverwege de film gaat de truc echter wringen. Het vertellen van een komedie gaat Allen redelijk af. Met dezelfde ingrediënten een drama in beeld brengen, is hem ook toevertrouwd. Tot zover is alles in orde, maar in het tweede gedeelte van de film is de truc uitgewerkt en wordt de film voorspelbaar. De regisseur filmt dan de van hem bekende thema’s op het doek. Allen heeft daarbij de keuze gemaakt zijn eigen neuroses en tics over een aantal van de rollen te verdelen. Dus is er iemand die op de stoel bij de psychiater ligt, gaat een van de spelers steeds meer als Allen klinken, wordt ontrouw een regelmatig terugkerend thema en worden de grappen vooral one-liners. De toeschouwer in de bioscoop zit naar een film over Woody Allen te kijken, waarin Allen zich heeft verscholen in drie of vier van de karakters.

Creatieve armoede

De keuze van Allen om – toch weer – een film over zichzelf te maken, keert zich tegen hem. De keuze om een verhaal tweemaal te vertellen is origineel, de uitwerking is op zijn best een half uur verrassend. Daarna zijn het de bekende Allen-ingrediënten die er al jaren voor zorgen dat deze regisseur geen groot publiek meer bereikt. Na dertig minuten brille zit de toeschouwer opgescheept met ruim een uur creatieve armoede. Melinda And Melinda is opnieuw een teleurstellende film en zal slechts bezocht worden door de die-hard fans.

Theater / Voorstelling

Een nogal saaie reis

recensie: Naar Moskou, Moskou (Bos Theaterproducties)

.

~

Nadat ze Tsjechovs stuk opvoeren blijven de actrices Lucy, Pien en Inez elkaar nog met regelmaat zien. De voorstelling toont drie van dit soort avonden, een initiatief dat door henzelf “club” wordt genoemd. Op een rare toon spreken ze het woord uit, alsof ze er zelf weinig heil aan beleven. En zoveel lief wordt er ook niet gedeeld. Af en toe memoreren de actrices met weemoed hun oude Tsjechoviaanse personages, maar over het algemeen klagen ze over de nietsontziende werkelijkheid. Over te hard werken, problematische familierelaties (Inez), over toneelangst, over het uitblijven van inspiratie, over jonge minnaars zonder ruggengraat (Pien) en over een leven als “bedrogen bijzit” (Lucy).

Moskou

~

Naar Moskou, Moskou is speciaal geschreven voor Trudy de Jong, Elsje de Wijn en Els Ingeborg Smits, die samen naar de toneelschool gingen. Nooit in hun carrière speelden zij een opvoering van Tsjechovs De drie zusters en daar wilde toneelschrijver Elmer Schönberger nu verandering in brengen. De actrices spelen sterk. Ze moeten met name zitten en praten en maken uitputtend gebruik van hun gezichtsuitdrukkingen. Jammer dat waar ze over spreken zo aan de oppervlakte blijft. Behalve de sores krijgt alleen het begrip Moskou meer aandacht, zoals de titel doet verwachten. Moskou staat voor de streng-in-de-communistische-leer-zijnde vader van Inez’, die thuis het Kremlin in luciferhoutjes heeft nagebouwd. En voor het ver-weg-zijn van onbevangenheid en idealen, maar ook voor ergens een deur die nog open staat, een sprankje van iets anders.

Vaag

Er zit nog een dromerig element in dit stuk. Steeds wanneer de mise-en-scène verandert in de volgende van de drie clubavonden, horen we een kinderstem zachtjes vertellen over één van de vrouwen. Helaas verstaan we er bar weinig van. Gaat het over de actrices zoals ze nu zijn, of over hun onschuldige kindertijd? Moet het aan de intimiteit van een familie doen denken, een verwijzing naar zusters soms? De stem blijft een vorm zonder kracht.

Opsteker

Hilariteit is er, zoals vaker in onze theaters, wel genoeg, vooral door harde opmerkingen. “Elke vrouw krijgt de stalker die ze verdient” is een opsteker van Pien voor Lucy. Stelker zegt ze trouwens, terwijl ze toch de modernste is met haar vriendjes van rond de dertig. Merkwaardig. Voor Inez heeft Pien de bemoedigende conclusie “Jij haat je vader, en hij jou,” waarop deze zegt: “Och nee, dat mocht ik willen, voor gevoel kom ik niet in aanmerking”.

Geen vragen

Er wordt zo weinig ingegaan op dingen buiten het dagelijks leven, dat we zonder vragen of ideeën de schouwburg uitlopen. Behalve de botte bijl is er niets dat een indruk achterlaat. Met diepgang, waar een uitstapje naar het oude stuk van Tsjechov best de mogelijkheid toe bood, waren de kwaliteiten van De Jong, De Wijn en Smits veel beter uit de verf gekomen. En hadden wij meer gehad dan een avond entertainment.

Naar Moskou, Moskou is nog te zien tot en met 26 mei in verschillende theaters in Nederland.

Muziek / Album

Geen gemakkelijke best-of

recensie: Mogwai - Government Commissions: BBC Sessions 1996-2003

.

~

De stelling dat Mogwai na Young Team uitgepraat was, is al jaren klinkklare onzin. Het alom bejubelde en op Young Team verschenen Like Herod moet immers toegeven aan zijn enkele jaren jongere concurrent Christmas Steps (van Come On Die Young). Nummers als 2 Rights Make 1 Wrong, Kids Will be Skeletons en het subtiele Stanley Kubrick staan zeker niet in de schaduw van het schitterende Yes! I am a long Way from Home. Daarbij wordt het bewijs op de verzameling van BBC-sessies door de band zelf geleverd. Zo sterk zelfs dat de nummers van Young Team – te weten: het veel te lang durende Like Herod en R U Still in 2 it – in een schril contrast komen te staan met de rest van de plaat.

Zouteloos

De plaat wordt, na de aankondiging van John Peel, bijna magistraal geopend met Hunted by a Freak. De overstuurde gitaren, de geluiden uit de keyboards en het nummer zelf huizen de energie die je wilt voelen als je naar Mogwai luistert. Het is dan ook een redelijke teleurstelling wanneer R U Still in 2 it zonder zang van Arab Straps Aidan Moffat wordt ingezet. Nu is het nummer behoorlijk zouteloos en komt het nauwelijks uit de verf. In Cody daarentegen, wordt, zoals het hoort, wel gezongen en blijft daardoor stevig overeind. Net zoals het uiterst fijnzinnige Secret Pint, waarbij Mogwai de perfecte timing volgens ‘het boekje’ laat zien. Op dat soort momenten bewijzen de mannen uit Glasgow dat ze de vaandel van de Post Rock sans gêne mogen dragen.

Prijzenswaardig

Government Commissions weet iets aan het oeuvre van Mogwai toe te voegen, doordat nummers meer uitgesponnen zijn, hier en daar soms wat uitgekleed klinken en zo nu en dan accenten anders zijn geplaatst. Het heeft de schoonheid en de spanning van een optreden, maar het is geen typische live-plaat. Het is bijna het tegenovergestelde van de reputatie die Mogwai als live-band door de jaren heen heeft opgebouwd, maar daardoor niet minder boeiend. Daarbij komt het dat Mogwai voor een sessieverzameling en niet voor een makkelijke very-best-of-verzamelaar heeft gekozen en dat is alleen maar prijzenswaardig. Al met al is Government Commissions, BBC Sessions 1996-2003 een avontuurlijke plaat en het overtuigende bewijs van de kracht, de pracht en de esthetische meerwaarde van misschien wel het beste postrock-combo van de wereld.

Film / Films

Cousteau-achtige avonturierkitsch

recensie: The Life Aquatic with Steve Zissou

Oceaanfilmer Steve Zissou heeft het gehad met de wereld. Zijn vrouw bedriegt hem, niemand komt meer kijken naar zijn diepzeedocumentaires en zijn beste vriend is opgegeten door een haai. Met zijn internationale bemanning van uitgerangeerde zeebonken en TU-stagaires organiseert de onuitstaanbare Zissou een laatste, tot mislukken gedoemde reis. Op jacht naar de jaguarhaai en zijn vriend.

~

Na Bottle Rocket, Rushmore en The Royal Tenenbaums is The Life Aquatic de vierde film van Wes Anderson. Anderson maakt werk dat misschien het beste samen te vatten valt als cinematografisch hoogstaande ensemblefilms; films waarin Anderson telkens op lichtvoetige wijze kleinmenselijke drama’s uitbeeldt. The Life Aquatic is daarop geen uitzondering. Maar meer nog dan de voorgaande films blinkt Aquatic uit in dramatisch reliëf. Alle facetten van menselijke relaties worden onder de loep genomen. Hoewel er in de film een hoop goed komt, gaat er ook veel onherstelbaar fout. De misère aan boord van Zissou’s schip Belafonte brengt oude vijanden samen, maar drijft oude vrienden uiteen. Bemanningslid van het eerste uur Klaus Daimler (Willem Dafoe on fire) kan Zissou’s zwak voor diens verloren zoon en nieuw crewlid Ned Plimpton (Owen Wilson) met moeite verkroppen. Zo bezwijkt de expeditie meerdere malen bijna onder de druk van Zissou’s monomane Ahab-imitatie.

Matrozenpakjes

~

The Life Aquatic is in alles Andersons meest ambitieuze en meest geslaagde project te noemen. De personages hebben een volwassenheid en diepte die de regisseur tot nu toe niet heeft bereikt. Bill Murray is als de onvolwassen hasbeen Steve Zissou een psychologische uitdieping te noemen van het personage van Gene Hackman in The Royal Tenenbaums, zoals dat weer een uitvergroting te noemen was van Murrays rol in Rushmore. En de typische Anderson-lulligheid, waar zijn werk grotendeels de charme aan ontleent, heeft in The Life Aquatic een nieuwe standaard gekregen. De matrozenpakjes, de elektrodeuntjes, de stop motion-diepzeevissen: het is een kneuterigheid die wordt opgeroepen door een opzettelijke ambivalentie tussen ambachtelijkheid en amateurisme.

Doorgezaagd

Ook het setdesign is van een, voor Anderson, ongekende omvang en complexiteit. Het filmen van de Belafonte zorgde bijvoorbeeld in de Cinecitta-studios voor veel problemen. Van het schip zijn twee versies in gebruik: de één werd gebruikt voor de opnames op zee. De ander is in tweeën gezaagd en in een loods gezet. Anderson kon op die manier de dwarsdoorsnede van het schip filmen, als een illustratie uit een instructieboekje. Maar om de hele boot in één frame te krijgen moest er een speciale hightech-lens geregeld worden, en dan moest de camera nog praktisch tegen de tegenoverliggende muur opgesteld worden.

Geweldige vondst

The Life Aquatic is de perfecte mengeling van Andersons lievelingsthema van de man in zijn strijd tegen de realiteit, de snelkookpan die de Belafonte is voor Zissou’s uitschotbemanning en de mogelijkheden die de Cousteau-achtige avonturierkitsch bieden. Een geweldige vondst: anders is The Life Aquatic niet samen te vatten.

Muziek / Album

Eentje met twee gezichten

recensie: The Frames - Burn The Maps

Vorig jaar kondigden The Frames, tijdens het Eurosonic-festival van 2004, aan dat ze na hun verrassende For the Birds uit 2001 zin hadden om opvallend terug te komen. Die aankondiging ging gepaard met het platspelen van het publiek in het Groninger Grand Theatre. Ongeveer een jaar later flikken de Ieren het toch maar even. Burn the Maps wordt in elk medium bejubeld en alle platenboeren prijzen hem bij de trouwe klanten aan. Meeslepend wordt de plaat genoemd en dat betekent, anno 2005, blijkbaar veel bombarie, strijkers en voor de hand liggende melodieën. Toch gaan de fraai gearrangeerde hapklare brokken er in als koek. Eens kijken waarom.

De reden waarom na jaren van ploeteren het bescheiden For the Birds wel werd opgepikt, heeft waarschijnlijk te maken met de producer. Destijds had Craig Ward de knoppentafel onder zijn beheer en deze man wist waar hij mee bezig was. Op Burn the Maps verschijnt Ward als gastmuzikant en in de tussenliggende jaren heeft de producer annex gastmuzikant een redelijke stempel op de band gedrukt, want vele nummers hebben een Belgische tint. Specifieker nog, voor veel nummers heeft waarschijnlijk het muzikale karakter van The Ideal Crash – de dEUS-plaat waar Ward het meeste invloed op heeft gehad – als voorbeeld voor Burn the Maps gediend. Steevast beginnen de nummers rustig en halverwege gaan de schuiven langzaam open en aan het einde werkt alles samen richting de climax.

~

Goede en slechte voorbeelden

Niet alleen dEUS dient als voorbeeld. De opener Happy heeft dezelfde ingewikkelde drumpartij als Millionaire´s Body Experience Revue. Toch blijft het nummer, ondanks de voorbeelden, de sterke orkestratie en de overstuurde zang, staan als een huis. Daarna wordt het een aantal nummers afzien. In nummers als Finally, A Caution to the Birds en Underglass nemen The Frames zo nu en dan de voor de hand liggende dramatiek over van bands als Live of Dawsons-Creek-Rock van 3doorsdown. Dat soort nummers maakt Burn the Maps tot een draak van een plaat; eentje die ergens in de la zal verdwijnen.

Bijsmaak

Waarom de plaat dan door zoveel mensen wordt bejubeld, ligt aan de kracht van de nummers rondom de dieptepunten. Bijvoorbeeld het schitterende Sideways Down, het mooie Dream Awake en het aparte Ship Caught in the Bay, waarbij The Frames zelfs het pad opgaan van Boards of Canada. Sowieso zit de kracht van Burn the Maps hem in de staart van de plaat, want ook Keepsake en het rijk gearrangeerde Suffer in Silence weten zich te profileren als de pareltjes van de plaat. Wanneer The Frames een plaat vol van deze laatste nummers had kunnen maken, zal je een topplaat hebben. Nu is het er één met een behoorlijke vieze bijsmaak en dat had niet gehoeven.

Theater / Voorstelling

Confrontatie tussen broer en zus genadeloos en ontroerend

recensie: Raak me aan (Het Toneel Speelt)

Soms moet je voor een toneelvoorstelling heel veel lawaai maken. Flink van het dak schreeuwen, aan alle ramen en deuren rammelen: mensen, ga nou kijken, want er gebeurt in het theater iets heel moois. Raak me aan van Het Toneel Speelt, is zo’n voorstelling. Geen troupe van dertig mensen die in negen bedrijven een ingewikkelde plot uitbeelden, maar twee uitstekende acteurs die hun talent laten schitteren in een tekst die een klein juweel is. Carine Crutzen en Marc Rietman spelen broer en zus in een stuk dat Ger Thijs schreef en regisseerde. Ze zetten een van de mooiste voorstellingen van dit seizoen neer.

~

Familie: het blijft tobben. Zelfs al heb je in feite niks met ze, toch zit je er hele leven automatisch en onontkoombaar aan vast. Zo bedoelt toneelschrijver Ger Thijs het eigenlijk niet helemaal in de autobiografische toneelstukken waarin hij vaders en moeders en broers en zussen opvoert. Hij hecht een veel ingewikkeldere psychologische betekenis aan de contactarmoede van onvermijdelijke familiebetrekkingen. Maar dat is wel wat wij toeschouwers uit zijn stukken begrijpen: je zou de deur achter je willen dichttrekken. Hard weghollen en nooit meer terugkomen. Maar dat kan nou eenmaal niet met familie. Al trap je naar ze, ze plakken als kauwgom aan je schoenzolen. Zo ook in Raak me aan, waarin broer en zus tot elkaar zijn veroordeeld.

Rotopmerking

Erg close zijn ze niet, de broer en zus in Raak me aan. Eigenlijk komen ze alleen bij elkaar omdat met de dood van hun vader het ouderlijk huis in Limburg opgedoekt zou kunnen worden. Ze leven in totaal verschillende werelden. Veearts Vera heeft tot aan hun dood de lastige ouders verzorgd, en wil in het huis blijven wonen. De ambitieuze archeoloog Justus is allang uitgevlogen. Hij is gespecialiseerd in Afrikaanse etnische kunst, en staat in de startblokken voor een volgende culturele expeditie. Voor hem is Vera’s leven ouwe koek, alsmaar meer van hetzelfde. Hij is bot, cynisch en neerbuigend tegen zijn zus. Maakt de ene rotopmerking na de andere, schroomt zelfs niet lullig te doen over haar slechthorendheid.

Bevrijdende dans

Carine Crutzen speelt Vera, een eenzame, onhandige vrouw. Een “overbodige veerarts”, zoals Justus het noemt, op een platteland zonder dieren, want die zijn vanwege de MKZ-crisis allemaal geruimd. Alleen achtergebleven na de dood van de ouders voor wie ze zorgde. Hunkerend naar onvervulde liefde, haar minnaar spoedt zich na gedane zaken gauw naar vrouw en kinderen. Hartverscheurend mooi is Vera, als ze op aandringen van Justus haar overall verruilt voor een avondjurk en uitbarst in een bevrijdende dans. Mark Rietman speelt de cynische Justus met zoveel vileine humor dat zijn botte opmerkingen komisch worden. De sarcastische broer is daardoor tegelijkertijd grappig en ontroerend. Zeker wanneer hij ook nog ziek blijkt en alleen bij zijn zus terecht kan voor zorg.

Lachen

~

Knap aan Raak me aan is dat het ondanks het ‘kleine’ verhaal toch vol zit met onverwachte wendingen. De titel klinkt veel looiiger en jankeriger dan het stuk is, trouwens. Er valt juist veel te lachen. Van schrijver Ger Thijs werd onlangs met een hoop kabaal een luchtige maar toch ook pretentieuze toneelbewerking van Multatuli’s Max Havelaar gelanceerd. Met terugwerkende kracht kun je stellen dat Thijs pas echt op zijn best is wanneer de pretenties overboord gaan, en vooral: wanneer de geboren Limburger dicht mag blijven bij zijn eigen ervaring. Dat deed hij eerder razend knap en grappig in Beneden de rivieren, over een zoon die de as van zijn vader verstrooid. Raak me aan staat zelfs nog een treetje hoger op de ladder van genialiteit.

Raak me aan van Het Toneel Speelt wordt gespeeld tot en met 21 mei 2005.

Theater

Het verschil tussen grappen maken en optreden

recensie: Wilko Terwijn - Stand-up 2004

Wilko Terwijn is al jaren tekstschrijver voor verschillende cabaretiers. Zo voorzag hij Javier Guzmans sinterklaasconference, Vara Laat en Raymann is laat van teksten. Toch blijkt uit zijn stand-up, die hij eind 2004 opvoerde, dat er een groot verschil is tussen het schrijven van een perfecte grap en oogsten van succes op het podium.

~

In 2003 heeft Wilko Terwijn al een stand-up gedaan die werd uitgezonden op de Amsterdamse lokale zender AT5. Dit optreden, dat ook op deze dvd staat, was zo’n succes dat de televisiezender Yorin besloot om zijn stand-up van 2004 uit te zenden op televisie. In dit optreden in het Werktheater in Amsterdam probeert Terwijn het afgelopen jaar scherp neer te zetten. Hij blijft lang stilstaan bij de moord op Theo van Gogh en weet een groot aantal scherpe en confronterende grappen te maken.

Een uur is te lang

~

Stand-up comedy is eigenlijk het moppentappen van de nieuwe generatie aan het worden. Ging het vroeger bij stand-up vooral om interactie met het publiek, op dit moment wordt er een lijst met scherpe grappen afgewerkt zodat het publiek op het juiste moment in de lach schiet. Daarvoor is een mooie set grappen nodig en iemand die ze op de juiste manier kan vertellen. Terwijn heeft zonder twijfel een leuke serie grappen, maar weet het publiek maar matig mee te krijgen. Hij weet geen extase in de zaal te krijgen en moet het doen met aarzelend applaus en af en toe een lach. Ik kan me voorstellen dat hij in een korte stand-up van een kwartier zeker tot zijn recht komt, maar een uur is voor hem duidelijk te lang.

Bonusmateriaal

Bijzonder aan de dvd is dat het bonusmateriaal even lang is als het hoofdprogramma. Naast een kwartier grappen uit het hoofdprogramma (die inderdaad ook mindere momenten van Terwijn tonen), is er een volledige stand-up uit 2003 opgenomen. Het verdient alle lof dat het materiaal dat voor de televisie-uitzending van Yorin uit het programma is gesneden op de dvd is meegenomen. Het zijn wel mindere momenten van Terwijn, maar als bonus is het zeker aardig om te zien. Hoewel de beeldkwaliteit van het optreden uit 2003 minder is, is de show sterker dan de stand-up uit 2004 en zodoende een zeer welkome aanvulling.

In opkomst

Stand-up comedy is in ons land duidelijk in opkomst. Het programma Comedy Factory is al enige tijd erg succesvol, en ook groepen als Comedy Explosion doen het erg goed. Toch lijkt Wilko Terwijn zijn publiek niet echt warm te kunnen krijgen voor zijn grappen. Dit is spijtig, omdat hij andere cabaretiers van prima grappen voorziet en al jaren met Comedy Explosion en Comedy Circuit op het podium staat. Een uur Terwijn is echter te lang om de aandacht goed vast te houden.

Kunst / Expo binnenland

Een gemankeerd paradijs

recensie: Hanco Kolk - Club Paradise

Striptekenaar Hanco Kolk timmert al jaren aan de weg met verschillende strips, zoals Gilles de Geus, S1ngle en de fotostrip Mannetje en Mannetje. In het Stripmuseum in Groningen is van deze Arnhemse stripmaker tot dit najaar de tentoonstelling Club Paradise te zien.

~

Wat meteen opvalt aan de kleine tentoonstelling zijn twee grote panorama’s die Kolk vorig jaar heeft gemaakt voor de tentoonstelling van Dante Gabriel Rossetti in het Van Gogh museum. Rossetti behoorde tot de pre-rafaelieten, een groep schilders die hun inspiratie haalde uit de middeleeuwen. Kolk heeft voor die tentoonstelling twee lange stripverhalen gemaakt over twee van Rosetti’s onderwerpen: de legende van koning Arthur en Dantes Divina Commedia. De eerste is gedrukt op een heel lang (circa drie meter) stuk geschept papier, de tweede is op plexiglas gedrukt en voor elkaar geplaatst als een soort coulissentheater. Beide panorama’s doen direct denken aan het tapijt van Bayeux. Van deze werken zijn ook een aantal schetsen te zien, maar die zijn jammer genoeg een beetje verstopt.

Club Paradise

~

Het centrale deel van de tentoonstelling is Club Paradise, een serie werken waarop naakte dames zijn te zien. Kolk heeft in olieverf, grafiek en pentekeningen een grote verscheidenheid aan gestileerde jonge juffrouwen gemaakt in een stijl die erg doet denken aan Picasso en Matisse. Van deze werken is ook een nieuw boek gemaakt. Eigenlijk had het daar ook net zo goed bij kunnen blijven, want hoewel de tekeningen wel heel grafisch zijn, dus lekker op papier uitkomen, voegt het grote formaat weinig tot niets toe. De tekeningen en vooral de grafiek zijn wel interessanter dan de schilderijen. Op een eerdere tentoonstelling van Kolk tijdens de Stripdagen in Haarlem in 2002 waren andere schilderijen te zien die wat diepere onderwerpen hadden en die wél goed uitkwamen op doek.

Geen overzicht

Wat de liefhebber van het werk van Hanco Kolk waarschijnlijk veel liever had gezien was een mooi overzicht van het oeuvre van deze tekenaar. Er zijn in dit geval wel wat originelen van Gilles de Geus en S1ngle te zien, maar die dienen voornamelijk om een kader te scheppen. Meest interessant voor de ontwikkeling naar Club Paradise zijn de tekeningen van Meccano, Kolks meest artistieke project. De tekeningen van dit verhaal zijn niet per se heel minimalistisch, maar wel heel erg duidelijk opgebouwd uit simpele vloeiende en doorlopende lijnen, die eveneens aan Picasso en Matisse doen denken.

Barokke drukte

De ‘barokke drukte’ uit Meccano is in Club Paradise losgelaten, maar maakt het werk ook minder boeiend. Ergens is het wel te begrijpen dat een overzichtstentoonstelling niet de bedoeling was (deze zou ook het best kunnen worden gerealiseerd in combinatie met het werk van Peter de Wit, met wie Kolk veel samenwerkt), maar het is wel jammer. Het publiek mist in dit geval bekend werk, en Club Paradise is niet sterk genoeg om de tentoonstelling te dragen. Als stripliefhebber kom je de tentoonstelling uit met een verlangen naar meer. Gelukkig is er dan verder genoeg te zien in het Stripmuseum, zoals de prachtige tentoonstelling van Peter Pontiac.

Het boek Club Paradise is uitgegeven door uitgeverij Oog & Blik.

Theater / Voorstelling

Spraakwaterval voor jong publiek

recensie: Myosotis (Guido Weijers)

.

~

Met veel bravoure dendert Weijers het toneel op met houseachtige muziek op de achtergrond, terwijl later blijkt dat hij meer fan was van Frizzle Sizzle. Met de muziek weet hij zijn publiek meteen voor zich te winnen, en met zijn verhalen over zijn schooltijd weet hij herkenning op te roepen, hoewel de grappen misschien te voor de hand liggend zijn en al door meer cabaretiers zijn aangehaald. Desondanks weet hij het publiek wel aan het lachen te krijgen met het omschrijven van zijn leven als brugklasoudste. Maar de sterkste kracht van Weijers ligt toch wel in het uitbeelden van dansacts, waarbij de dansers als apen worden neergezet, het benzine-tanken en zijn trefzekere persiflage van Youp van ’t Hek.

Keuzes maken

Beweeglijk is een woord dat je te binnen schiet als je de publieksprijswinnaar van het Cameretten-festival van 2000 bezig ziet. Continu is hij in beweging en ook zijn verhaal schiet als een flits aan je voorbij. Vliegensvlug springt hij over van het ene naar het andere onderwerp, met als gevolg dat niet alle grappen even sterk overkomen. Het steeds terugkerende thema is in dit programma keuzes maken en beslissingen nemen. Het gaat er daarbij om dat je alles in eigen handen houdt en je niets aantrekt van de Nederlandse samenleving. Dat je geacht wordt niet van Frans Bauer te houden als je de Volkskrant leest bijvoorbeeld. Het keuzes maken in je leven vergelijkt Weijers met touwtje springen op het schoolplein of met stappen in zee. “Je moet er voor durven gaan.” Op geniale wijze weet Weijers deze twijfel te verbeelden.

Lef

Een zeldzaam rustig moment komt als Weijers vertelt over het verlies van zijn ouders op Koninginnedag vorig jaar. “Ik kon ze nergens vinden,” grapt de cabaretier, terwijl het publiek even tot rust gemaand is en denkt dat de ouders van Weijers overleden zijn. Lef toont hij met zijn persiflage van Youp van ’t Hek. Op niet mis te verstane manier laat hij zijn collega-cabaretier weten “dat hij maar ’s moet gaan liften naar Parijs,” in plaats van andermans geluk van commentaar te voorzien. Daarbij verwijst Weijers naar voor de hand liggende thema’s als het gezamenlijk fonduen of de gang naar de IKEA. Ook kan hij het niet nalaten even te verwijzen naar Javier Guzman, als hij grapt over zijn Limburgse dialect. “Ik stop hier maar over, ik wil niet neergeslagen worden.” Uit dit soort momenten in de show van Weijers blijkt dat hij de humor en durf wel in zich draagt, waarmee hij als redelijke nieuwkomer in het Nederlandse cabaret een breder publiek voor zich kan winnen.

Vergeet mij niet

Met zijn verbeeldingskracht weet Weijers veel te bereiken en wellicht zou hij daar meer de nadruk op moeten gaan leggen. Want zijn grappen zouden hier en daar best wat scherper mogen. Misschien ook wat meer op de buitenwereld gericht dan op zijn eigen leventje. Hij heeft meer in zich dan hij nu laat zien. En misschien hoeft hij dan zijn programma ook niet meer Myosotis (Vergeet-Mij-Niet-Je) te noemen en hoeft hij geen Vergeet-mij-niet-zaadjes meer uit te delen in de jaszakken van het publiek…

Guido Weijers toert nog tot en met 13 mei 2005 door Nederland met zijn theaterprogramma Myosotis. Tot eind mei is hij tevens te zien in een improvisatievoorstelling samen met Ernst van der Pasch en Paul Smit.