Muziek / Album

Relapse Records

recensie: Een blik in de platenkast van een Metal-label

Wie wel eens één van de Contaminated-sampler-cd’s van Relapse heeft beluisterd, zal moeten beamen dat Relapse staat voor een wijds spectrum aan extreme en experimentele metal. Met namen lopend van Amorphis tot Zeke en heden ten dage bekendere bands zoals The Dillinger Escape Plan en Nile, mag Relapse trots zijn op wat het in huis heeft. Hieronder een overzicht van 3 recente releases van het label. En voor een ieder die zich niet direct aan een duur album wil wagen; de Recollection (DVD) series zijn naast heel representatief ook nog eens ongelooflijk betaalbaar. Een uitgelezen mogelijkheid dus om eens te zien wat het label te bieden heeft.

Burst – Origo

~

Prey on Life uit 2003, een album dat in de pers over het algemeen goed onthaald werd. Toch betekende het voor de band geen echt grote doorbraak. Er werden al vergelijkingen gelegd met bands als Opeth en labelgenoten Mastodon, maar een groot publiek werd niet echt bereikt. Wie weet brengt dit album daar verandering in. Ook deze nieuwe CD laat namelijk een interessante mix van stijlen horen waarin complexe gelaagde songstructuren de boventoon voeren. En getuige het succes van de hiervoor genoemde bands raakt dat steeds meer in trek, ook bij het grote publiek. Zelf zou ik ook een band als Emperor toe willen voegen als referentie. Meer dan eens doen de gitaarlijnen denken aan de chaos die deze band ooit tentoonspreidde. Wat de band voornamelijk een eigen gezicht geeft is de manier waarop de stijlen samen vallen. De meerdere lagen in de muziek en de progressieve natuur ervan worden overschreeuwd door zanger Linus Jägerskog, die een strot heeft die je binnen de metalcore zou verwachten. Absoluut een lekkere CD, nu maar hopen of de band hiermee verder komt dan met de voorganger.

Rumpelstilskin Grinder – Buried in the front yard

~

Wie vindt dat de thrash- en speedmetal de laatste jaren te gelikt is gaan klinken en met weemoed terugdenkt bands als Kreator, Slayer en Dark Angel zou het nieuwe album van Rumpelstilskin Grinder eens moeten luisteren. De band klinkt ouderwets en modern op één en hetzelfde schijfje. De productie zorgt er met name voor dat oude tijden herleven en de vocalen van Eli Shaika zijn ook een duidelijke referentie naar de tachtiger jaren.
Tegelijkertijd weet de band de muziek ook leuk te brengen door niet alleen terug te vallen op de Amerikaanse sound, maar ook de putten uit de Zweedse variant (vaak meer gespitst op melodie) van de thrash. Het geheel levert een schijfje op dat misschien geen goud uit stro zal spinnen, maar deze jongens weten absoluut de aandacht vast te houden en ik denk ook dat deze muziek een hoop hoofden in beweging zal brengen.

Bongzilla – Amerijuanican

~

Sinds 1996 klinkt er uit Madison, Wisconsin eens in de zoveel tijd een donker gebrul. 2005 is een jaar waarin ook weer een diepe gorgel valt te verwachten van een monster dat nog het meest weg heeft van een uit de kluiten gegroeide hagedis die te lang aan een waterpijp heeft gehangen. De naam Bongzilla verklaart in die zin in ieder geval een hoop en geeft ook precies aan wat er te verwachten valt zodra je een schijfje van dit Amerikaanse bakbeest in je stereo schuift. Bongzilla produceert zompige sludgecore die sterke verwantschappen toont met het geluid van Black Sabbath beluisterd door een gordijn van moerasdrek. Wat houdt dit precies in? Nou, dit is stonerrock van de zwaarste soort. Heerlijke laaggestemde gitaren met een gruizige overdrive, een zompig basgeluid en slepende drums, dit zijn de ingrediënten waar Bongzilla zich van bedient. Zo ook op hun nieuwste album Amerijuanican – het recept is niet anders dan op voorgaande platen, of men moet de dosering THC hebben veranderd, maar dat hoor je er niet aan af. Kortom, een lekkere plaat die precies laat horen wat de fans verwachten.

Muziek / Achtergrond
special: Een interview met Nederlands hipste rapper, Pete Philly

Uiteindelijk willen we gewoon goede muziek maken!

Nederlandse rap, waar Osdorp Posse in 1989 mee begon, is inmiddels uitgegroeid tot een echte stroming. De laatste jaren zijn veel meer formaties naar buiten gekomen en is hiphop groot geworden in ons landje. Twee artiesten die ook al aardig aan de weg timmeren zijn Pete Philly & Perquisite. Anders dan de trend, rappen ze niet in onze moerstaal maar in het Engels, de taal waarin het allemaal begon. Ze zijn al een tijdje bezig met muziek maken, maar het afgelopen jaar is het allemaal in een stroomversnelling gekomen. Het debuutalbum Mindstate ligt in de winkel, af en toe komen ze voorbij op je tv en de ze zijn onderweg op een tour. Niemand minder dan de Amerikaanse rapper Talib Kweli vond dat ze “lichtjaren voorliepen op de rest”. Reden genoeg om een paar vragen te stellen aan mc Pete Philly.

Je hebt het album Mindstates opgenomen samen met beatcreator Perquisite. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet en wanneer zijn jullie begonnen met muziek produceren?

~

We zijn een kleine drie jaar geleden begonnen met muziek maken, Toen hebben we gewerkt aan het project Northwest Metropolis, dat was met drie andere MC’s en drie producers, en een daarvan was Perquisite. Dat ging zo lekker dat we besloten samen muziek te gaan maken. In juni 2004 hadden we de Mindstate EP opgenomen, nadat ik het nummer Lazy had geschreven. Toen ben ik op het idee gekomen om een cd te maken met verschillende gemoedstoestanden.

Hadden jullie bij het maken van het album dezelfde ideeën of waren er zekere muzikale meningsverschillen die opgelost moesten worden?

Nee, niet echt, we hebben wel de neiging om over onze keuzes te discussiëren. Dat is niet erg en eigenlijk ook wel logisch. Uiteindelijk willen we toch gewoon goede muziek maken!

Op het album staan, zoals de naam al zegt, verschillende gemoedstoestanden. Welke van de besproken gemoedstoestanden herken je het meest bij jezelf en waar kun je jezelf het beste in verplaatsen?

Het zijn eigenlijk wel allemaal onderdelen van mezelf, het is eigenlijk een document van een periode waarin ik zat. Ik kon eigenlijk wel alle onderwerpen waarover de songs gaan bij mezelf plaatsen. Nu kloppen ze niet allemaal meer. De situatie is zo veranderd. Als ik nu zou moeten kiezen tussen een van de mindstates, zou ik voor motivated gaan. Ik heb nu van mijn hobby mijn werk gemaakt. Ik ben gemotiveerd, heb het druk, interviews, repeteren, concerten en ga zo maar door. Maar dat vind ik niet erg, hoor! Het is gewoon veranderd, mijn hobby is mijn werk geworden dus ik ga er gestructureerd mee om. Ik vind het leuk, het zou me tegenvallen als ik nu achter de toonbank in een winkel sta!

Wil je nog een bepaalde boodschap overbrengen in je werk?

Nee, eigenlijk niet. Het album is meer een beschrijving van westerse jongeren. Iedereen is wel eens pissig of lui. Het is een beschrijving van een generatie. Het is niet echt een message, want ik geloof niet dat een muzikant een boodschap moet uitbrengen. Zelfs het nummer Respect niet, het is meer een beschrijving van de maatschappij. Ik en mijn broeders hebben respect voor elkaar. Maar ik onderwijs niet, ik zeg dingen en mensen moeten gewoon maar kijken wat ze ermee doen. Ik vind dat de positie van een kunstenaar er één moet zijn die het tijdsbeeld goed weergeeft.

Waar haal jij de inspiraties vandaan, zowel op tekstueel als muzikaal vlak?

Wat betreft Mindstate komen de teksten uit mezelf. Mijn leven. Perquisite haalt inspiraties uit verschillende muziek. Hij speelt cello, dus klassieke muziek. Maar ook de Beatles, vooral de psychedelische periode. Plus de Amsterdamse eclectische DJ scene.

Op je album staan een paar gastoptredens. Was dat echt iets wat je wilde toen je de plaat ging maken of kwam dat er bij in het creatieve proces?

Nee, het waren maar drie vocalisten, het is vrij natuurlijk gegaan en ik heb er niet echt over nagedacht. Ik wil op het volgende album veel meer gastoptredens voor elkaar krijgen. Ik wilde dat per se niet op dit album. Een debuutalbum met veel gastoptredens vind ik een teken van zwakte. We wilden laten zien dat we het zelf konden, met je eigen vocalen een album neerzetten. Al vond ik het wel geweldig dat Talib meedeed op het album!

Wat is hiphop voor jou? En wat vind je ervan dat de hele hiphopwereld tegenwoordig een macho cultuurtje is?

Ik denk dat hiphop altijd een macho element heeft gehad. Hiphop is de meest diverse, uiteenlopende stroming van dit moment, maar de commercie belicht maar één kant. Als je de media moet geloven heb je alleen gangsta rap. Ik heb daar geen moeite mee, alleen is het niet waar. Het is zoveel meer. Hiphop is de enige muziekstroming waar je alle andere stromingen in kan verwerken. Kijk, mensen zijn sowieso bang voor Afro-Amerikanen en de media weet daar handig op in te spelen. 50 Cent is eigenlijk gewoon de bevestiging van het beeld van Afro-Amerikanen!

Maar wat is hiphop dan voor jou in enkele woorden?

De meest creatieve straatmuziek ooit! En het is super dat het zo goed gaat met de Nederlandse hiphop. In Nederland is het eigenlijk nog nooit zo interessant geweest als nu. Ik ben echt blij dat ik dit mag meemaken, de jongens uit het Oosten doen het allemaal goed, Typhoon, Duvelduvel, Opgezwolle, Jawat. Ook Relax is aardig groot. Ik vind het geweldig!

Wat zijn je verdere ambities op muzikaal en persoonlijk vlak?

Nou, veel spelen, een nieuw album maken met Perquisite en proberen groter te worden!

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: The Aviator // The Soul Keeper // Code 46 // Travellers and Magicians

.

The Aviator (2 disc edition)

Martin Scorsese, 2004 • Dutch Filmworks

~

The Aviator, winnaar van vijf Oscars, vertelt het verhaal van de gestoorde maar briljante Howard Hughes: filmmaker, kluizenaar, vliegenier, multimiljardair. In de film wordt aandacht besteed aan zijn leven tussen zijn twintigste en veertigste, de periode waarin hij het meest in de spotlights stond. Niet lang daarna trok Hughes zich terug als kluizenaar. De documentaire The Mystery of Howard Hughes gaat verder waar de film eindigt. Hier wordt het levensverhaal van Hughes vanaf zijn teruggetrokken leven tot aan zijn dood verteld, met alle vreemde gebeurtenissen daar om heen. Zo wilde de FBI eerst vingerafdrukken van het dode lichaam van Hughes zien, voordat ze wilden geloven dat de man – berucht om zijn bizarre grappen – echt dood was. De documentaire, rechtstreeks van de History Channel geplukt, is amusant en net kort genoeg (drie kwartier) om niet te gaan vervelen. De rest van de extra’s stelt helaas niets voor. Zo is de Age of Glamour documentaire een onbeschaamd lange reclame voor Max Factor, de make-upsponsor van de film. De interviews, met alle sterren uit de film en regisseur Martin Scorsese, zijn lelijk geknipt (midden in gezichtsuitdrukkingen zoals een lach) en staan alleen op de disc om hoofdrolspeler Leonardo DiCaprio flink wat veren in zijn reet te steken. Een degelijk commentaar ontbreekt helaas op deze mooie uitgave. Een film die het zo goed heeft gedaan in de bioscoop en bij de grote prijsuitreikingen, verdient een betere DVD. (Nora Sinnema)

The Soul Keeper (Prendimi l’anima)

Roberto Faenza, 2002 • De Filmfreak

~

Wie kent Sabina Spielrein als een van de eerste vrouwelijke psychoanalisten? Vrijwel niemand. Onterecht, volgens The Soul Keeper. Daarin gaan student Maria en historicus Fraser op zoek naar Spielreins onbekende verleden om haar een welverdiende plaats in de geschiedenis te geven. Spielrein is wel bekend als de maîtresse van Jung. Ooit binnengekomen als psychiatrisch patiënt, weet zij dankzij Jungs eerste toepassing van de psychoanalyse te genezen. Op dit punt is The Soul Keeper heel sterk. De broeierige sfeer tijdens en na de therapie is voelbaar. Tot in de details is de gepassioneerde en onmogelijke liefde, waarin de rollen langzaam omgedraaid worden, weergegeven in de sfeervolle omgeving van Zürich aan het begin van deze eeuw, waar seksuele drijfveren wel benoemd worden, maar niet geaccepteerd. Maar wacht eens: dat was de bedoeling helemaal niet. Van Sabina’s grote invloed op Jung – behalve dan op zijn persoonlijke leven – is weinig sprake. Het lijkt alsof de scenarioschrijvers dat ook doorkrijgen na een uur. Na de relatie flitst de film oppervlakkig door de geschiedenis en Sabina’s wapenfeiten, de dingen waar de twee onderzoekers nu juist naar op zoek waren. Nu wordt ook duidelijk waarom die twee überhaupt in de film zitten: om de gaten in het scenario te vullen en fouten te verdoezelen met dommige gesprekjes. Sabina blijft zo in eerste instantie de minnares van Jung. Een sterke dame, dat wel, maar omdat The Soul Keeper een halfslachtige mengvorm is van een liefdesverhaal en een portret, wordt zij door de geschiedenis én door de film geen recht gedaan. (Floortje Smit)

Code 46

Michael Winterbottom, 2003 • De Filmfreak

~

Wie vroeger nadacht over het jaar 2000, verzon dat we ons dan zouden verplaatsen in ruimteschepen en dat een vakantie naar de maan normaal zou zijn. Van die voorspelling is niets uitgekomen. “En toch is de wereld meer veranderd dan je je kon voorstellen”, zegt regisseur Michael Winterbottom in Obtaining Cover, inside Code 46, een van de extra’s die op deze dvd staan. Winterbottom heeft er bewust voor gekozen om zijn science fiction-film te plaatsen in een omgeving die aan die van ons doet denken, maar toch heel anders is. Hij creëerde geen hele nieuwe wereld, maar filmde in Sjanghai, India, China en Dubai en voegde zelf futuristische elementen toe. Zo kun je nog wel bladeren door fotoalbums, maar elke pagina is een los filmpje dat automatisch opstart. Reizen kan alleen met papeles, een soort formulieren die zorgen dat je verzekerd bent. Geen verzekering, geen mogelijkheden. Hij gebruikt deze maatschappij om een soort futuristisch Romeo en Julia-verhaal te vertellen. De plot is weinig indrukwekkend en op een televisiescherm komen de omgevingen minder tot hun recht. Wat wel blijft hangen is de negatieve toekomstvisie die Winterbottom tussen de regels door geeft. In de making of gaat hij daar helaas niet diep op in. De dvd biedt ook deleted scenes en een slideshow van het hedendaagse Sjanghai. Weinig boeiend. Jammer, want zo’n thema biedt juist de ruimte om de science fiction-fan te trakteren op prachtige extra’s. (Floortje Smit)

Travellers and Magicians

Kyhentse Norbu, 2003 • Total Film

~

Deze Tibetaanse road movie is door regisseur Norbu in samenwerking met een aantal Australiërs gemaakt: hetzelfde team dat verantwoordelijk was voor de Himalaya-voetbalfilm The Cup uit 1999. Deze keer gaat het verhaal-met-goede-boodschap over een groep inheemse lifters in Buthan. Dondup is het saaie leven in zijn thuisdorp beu en droomt van de materiële geneugten van het westen. Onderweg leert hij wijze levenslessen van een monnik en drie andere reizigers. Ook Travellers and Magicians is braaf, exotisch en politiek correct, maar evenzo vakkundig gemaakt dat het resultaat onweerstaanbaar vermakelijk is. Het verhaal van de lifters loopt parallel aan een schitterende fabel; beide verhalen spelen zich af in het Himalaya-landschap, dat adembenemend in beeld is gebracht. (Paul Caspers)

Boeken / Fictie

Beklemmend gezinsleven

recensie: Manon Uphoff - Koudvuur

Met haar nieuwe roman Koudvuur is Manon Uphoff er in geslaagd een rilling van genot en huivering te veroorzaken bij elke omgeslagen pagina. De sfeer van het verhaal is beklemmend, de ontwikkeling van de personages verontrustend. Daarbij gaat er een bepaalde instinctieve kracht uit van alle ellende die er wordt meegemaakt. Uphoffs nieuwe roman verschilt niet wezenlijk van haar eerdere werk, maar is evengoed een verhaal dat beklijft.

Een gezin met dertien kinderen waarvan een aantal uit een eerder huwelijk. Een zoon is overleden, een ander is verstandelijk gehandicapt, en er is een meisje dat handig is met woorden. Het zijn de autobiografische gegevens van Manon Uphoff die ook bij haar romandebuut Gemis, dat in 1997 verscheen, het verhaal bepaalden. Maar was de dertienjarige Mara in Gemis haar seksualiteit en de buitenwereld aan het ontdekken, in Koudvuur beschouwt de jongere Ninon vooral het functioneren van de eigen familie. Als jong kind is ze deel van het geheel, maar met het verstrijken van tijd, en het lezen van verhalen, wordt ze een buitenstaander in haar eigen vreemde geschiedenis.

Filmische distantie

Deze concentratie op de wereld binnen de muren van het ouderlijk huis is vrij letterlijk. Het is net alsof je een scenario leest. Je ziet voor je hoe de kamer van Ninon en haar broertje Sasja er uit ziet, de trap, de gang met de stoel voor de geestelijk gehandicapte Ferdinand. Langzaam zoeft de denkbeeldige camera door het huis, met al zijn geluiden, bedompte geuren en grauwe kleuren. Deze beschouwende stijl doet afstandelijk aan, wat nog eens versterkt wordt door het feit dat het verhaal in de derde persoon geschreven is. Alsof Uphoff haar jeugdherinneringen bewust op enige afstand heeft gehouden. Dat het verhaal evengoed beklijft is te danken aan het heldere taalgebruik en de rake beschrijvingen. Ieder personage wordt met een enkele beweging, een karakteristiek detail, neergezet.

Dreiging

Ninon is de elfde uit het gezin Borgkin. De jaren vijftig zijn, wat benauwdheid en zuinigheid betreft, goed voelbaar. Haar broer Sasja en zusje Lime zijn de jongsten. Moeder, kettingrokend en altijd mopperend, onttrekt zich geheel aan haar kroost. Het is een verbitterd, ontevreden mens. Op een verjaardag van moeder lijkt het zowaar gezellig te worden. Vader schenkt een glaasje in voor zijn vrouw die steeds grappiger en giecheliger wordt, een zeldzame vertoning. Na nog een glaasje stelt vader voor om naar boven te gaan en er ‘nog eentje bij te maken’. De altijd voelbare onderhuidse dreiging breekt dan door als een donderslag: de ontspannen moeder verandert in één klap in een waanzinnige.

“Dat zal wat worden”, zegt ze, reikend naar het kaasbijltje dat rustig op de kaasplank ligt, “als ik er niet meer ben. Dat zal me een bedoening geven, als ik op een mooie dag uit het raam spring. Als ik op een mooie dag m’n polsen doorsnijd en eindelijk mijn rust heb!”

Bemiddelen tussen binnen en buiten

~

Vader daarentegen is een vriendelijke man, die af en toe een driftbui heeft. Hij speelt spelletjes met Sasja en Ninon, altijd dezelfde, en zorgt daarmee voor ritme en regelmaat in het chaotische gezinsleven. Er is nooit geld, Ferdinand wordt steeds gekker, zoon Kai is vermorzeld op het zebrapad en halfzus Toddie wordt gestalkt. Verhard door ellende sleept het gezin zich voort. De functie van Ninon in het gezin is die van bemiddelaar tussen de buitenwereld en het gezinsleven. Zij ziet hoe het gezin afwijkt, maar wil het tegelijkertijd ook helpen en ondersteunen. Langzaam echter wordt ze cynischer, en is zich net als Sasja steeds meer bewust van de abnormale leden van het gezin.

De kinderen kijken naar Ferdinand met zijn open broek en om zijn enkels fladderende broekspijpen, zijn gejaagde blik. Even is het alsof ze worden opgetild, hoog, hoog en ze zichzelf zien zitten naast de kinderen van Toddie op de bank, te midden van het brullend lachen, de kakofonie van geluid, de radio, en de hond die maar tekeergaat en Ferdinand die woesj, zijn rondjes trekt.

Melodrama

Ninon ontsnapt aan de verstikkende situatie door te lezen. De sprookjes van Andersen, Dokter Zhivago en Oorlog en vrede, Diderot en Baudelaire. Ook schrijft ze verhalen, net zo vervreemdend en luguber als de verhalen van Uphoff zelf, met de nodige afgehakte ledematen. Ze begint zich van haar familie te distantiëren en merkt langzaam op hoe melodramatisch ze met zijn allen zijn. Halfzus Toddie, waar Sasja en Ninon eerst zo graag langs kwamen, begint een vervelend dom mens te worden. De leefomgeving van Ninon breidt zich uit, en op een avond – ze is dertien jaar – gaat ze naar het hotel aan de overkant. In de bar ontmoet ze een Chinees die in het hotel verblijft. Met hem brengt ze de nacht door.

De strijd tegen futiliteit

De begeerte en het verlangen om toch een gezin te vormen, om de ellende te ontstijgen, worden mooi omhuld met melodrama. Zo werpt moeder zich, nadat ze haar man jarenlang heeft afgesnauwd, toch nog met een gil op zijn kist. “Henri, laat me niet alleen!” Je zou je kunnen afvragen wat de zin van hun leven is, het ziet er niet rooskleurig voor ze uit, en ook het einde van het verhaal is weinig hoopgevend. Maar ze leven wel, ze geven niet op. Manon Uphoff zei daar over in Vrij Nederland (24 september 2005):

Als je naar Koudvuur kijkt, zijn de personages in hun volhouden en stompzinnig doorgaan een wettig en overtuigend bewijs tegen de futiliteit. Laten zien: het weerwoord zijn wij zelf.

Of Koudvuur een roman is valt te betwijfelen, het is eerder een opeenvolging van verhalen. De wording van de schrijfster Ninon is een van de sterke elementen in het boek, het had meer pagina’s verdiend. Maar de verstikkende, dreigende sfeer laat dit soort uitstapjes misschien niet toe. Koudvuur is wat thematiek betreft niet verrassend, maar de stijl en sfeer die wordt neergezet maken dat zondermeer goed.

Muziek / Album
recensie: Stereo MC´s - Paradise

Opeens waren ze er, begin jaren negentig: de Stereo MCs, met het onweerstaanbare hitje Connected. Het nummer bleef ook een reclamebureau niet onopgemerkt, waardoor we Connected een tijdlang als lijflied van een mobiele aanbieder mochten horen. De overige nummers van de debuutplaat waren ook lekker, maar vielen toch in het niet bij titeltrack. Een one-hit wonder dus, zo veronderstelde ik. Zeker nadat opvolger Deep Down & Dirty tot 2001 op zich liet wachten – en vervolgens geen hitnoteringen opleverde. Na enig remixwerk voor anderen is Paradise nu het vierde serieuze album, en de muziek is nog altijd zo aanstekelijk als in het begin van de jaren negentig, maar de Britse band dreigt de status van die tijd niet meer te halen.

~

Dat de Stereo MCs zo lang uit beeld verdwenen, was het gevolg van druk van en gedonder met managers en maatschappijen. De band zat bij Island, en die wilden meteen na Connected de volgende wereldhit. Dat lukte de band echter niet, en toen Deep Down & Dirty min of meer flopte, begon het gedonder pas echt: manager en maatschappij zeurden over verkoopcijfers, terwijl Nick Hallam en Rob Birch (de twee belangrijkste mannen van het project) juist dolblij waren dat er eindelijk weer een plaat lag. De manager werd dus ontslagen, een eigen platenlabel werd opgericht, en het plezier in muziek maken was hervonden.

Brixton

De twee ontdekten in de loop der tijd ook dat de sterrenstatus ze niet beviel; in Amerika werden ze bijvoorbeeld in limousines vervoerd, iets dat de “gewone jongens” uit Brixton niet beviel. Vandaar dat als voorkant van Paradise het schilderij Electric Avenue van Ed Gray is gekozen. Gray beeld hierop een zaterdagmiddag in Brixton uit, en juist dat verbeeldt voor de twee het paradijs.

Maar wat betekent het gegeven dat de twee helemaal zen zijn voor hun muziek? Op het eerste gehoor weinig, aangezien het allemaal klinkt zoals Connected deed. Maar dat is dan misschien te simpel gedacht; wellicht geeft dat juist aan dat ze weer op de goede weg zijn, dat het plezier echt terug is. Meteen al bij openingsnummer Warhead blijkt dat het goed zit: de passie spat er in dit anti-oorlogslied van af. Hier blijkt ook dat de Stereo MCs nog altijd een pakkende cross-over tussen hiphop en soul maken: de beats zijn van de hiphop geleend, en de MCs ook, maar de zang en melodie komen toch vooral uit de soulhoek. Ook de blaasinstrumenten (die overigens vaak uit het keyboard lijken te komen) wijzen terug naar het soul-tijdperk. Dat alles maakt dat de Stereo MCs tussen deze twee genres in hangen, en een wisselend ontspannen en opwindend geluid hebben.

Jaren negentig

Dansbaar zijn de meeste nummers van de Stereo MCs in ieder geval. Daar zorgen de pompende beats wel voor, die bij zowel nieuwe als oude soul vaak veel vlakker zijn. Echt modern doet het geluid echter nergens aan. Niet dat de band meedoet aan de jaren tachtig-hype: ook hier is het weer het jaren negentig-geluid van Connected dat lekker gedateerd aandoet. Dat is echter ook de reden dat ik denk dat de grote successen nu weer uitblijven: het is voor Hallam en Birch wat dat betreft wachten op de periode van jaren negentig-retro. Nu zullen ze dat niet erg vinden; zolang zij financieel rond kunnen komen, blijven ze wel muziek maken. En wie weet… als ze het erg mooie soulnummertje The Fear nu eens op single uitbrengen… je weet maar nooit wat er dan gebeurt.

Stereo MCs spelen op donderdag 10 november in het Utrechtse Tivoli.

Muziek / Album

Af en toe iets meer peper graag!

recensie: Audiotransparant - Nevland

.

Het klinkt integer, melancholisch, desolaat, maar vooral mooi. Audiotransparent heeft de triestheid van een herfstachtige dag.” Oor sprak zelfs van het beste Nederlandse debuut van 2003. Het leverde Audiotransparent onder meer een plaats op in het voorprogramma van Under Byen en Tindersticks. Die laatste band vroeg ze hoogstpersoonlijk om ook in 013 het voorprogramma te verzorgen. Ze beschouwen het nog steeds als hun mijlpaal!

Doorgaans wordt hun sound omschreven als een mix van indie, americana en postrock. Muzikaal mag je dan denken aan bands als het zojuist genoemde Tindersticks, Low, Sparklehorse, Madrugada en Sigur Rós. Nog niet zo lang geleden verscheen van Audiotransparent het langverwachte tweede album Nevland. Naar aanleiding daarvan had 8WEEKLY onlangs een interview met toetsenist/ violist Andreas Willemse en gitarist Gijs van Veldhuizen. Uit dat gesprek bleek dat het opnameproces bepaald niet zonder slag of stoot was verlopen. Met als dieptepunt het vertrek van zanger Wouter Touw halverwege de opnames. Zoiets gaat je natuurlijk niet in de koude kleren zitten. Toch zijn ze er opmerkelijk nuchter onder. Wouter had bereikt wat hij wilde bereiken en gaf de voorkeur aan zijn studie. Dit was voor beide partijen de beste oplossing en daarmee was alles wel zo’n beetje gezegd.

Groeien

~

Op Nevland– de titel verwijst naar het Scandinavische woord ‘nev’(=nieuw) als ook naar FC Groningen spits Erik Nevland- is het basgitarist Bart Looman die de microfoon ter hand heeft genomen. Hier en daar klinkt het nog wat onwennig- Looman moet duidelijk nog groeien in zijn rol als zanger-, maar het moet gezegd; het gaat hem heel behoorlijk af! Zijn stemgeluid is iets dieper dan dat van Wouter, wiens vocalen vaak deden denken aan de Belgenpop van dEUS en Zita Swoon. Bart houdt de woorden langer vast – denk aan Radiohead zanger Thom Yorke. Daardoor is het contrast met de muziek minder aanwezig. De teksten zijn voornamelijk geinspireerd door zijn reizen door Scandinavie. Muzikaal is er verder weinig veranderd. Hoogstens vertoont Nevland iets meer country-invloeden. Ook dit keer kwam de productie weer voor rekening van Corno Zwetsloot.

Gewogen

Het zijn vooral Draw Yoursef a Tree– slepend en ingetogen; het heldere warme gitaargeluid doet denken aan Calexico; er had iets minder galm over de stem gemogen- , nachtclubkraker The Friday of our lives– met een magnifieke jazzy gastbijdrage van trompettist Jan Dekker-, This city will outlive us en het droefgeestige September Waltz die indruk maken. De tweede helft van het album is kwalitatief beduidend minder (Coldshore en The run in zijn te vrijblijvend om indruk te maken en Last years resolutions is te kaal- een tweede stem zou hier wonderen doen!). Her en der had het ook best iets uitbundiger gemogen. Spanningsopbouw zonder climax- karakteristiek postrockelement- kunnen we zeker waarderen, maar bij Audiotransparent lijkt het zo langzamerhand een gimmick te worden. Pas in afsluiter Fin -Calexico intro- haalt men echt alles uit de kast. Helaas staan de gitaren dan weer net iets te zacht. Zo’n climax moet dus oorverdovend mannen! (zie het Schotse Mogwai en het Japanse Mono)

Eindoordeel: beslist geen verkeerd album, maar naar mijn mening had er meer ingezeten! We zijn benieuwd hoe ze het er live vanaf gaan brengen.

Film / Films

Een nieuw en eigenzinnig dvd-label

recensie: REEL23: 1. The Atrocity Exhibition // 2. No Maps for these Territories // 3. Vergeef me // 4. Aike & Aine

Sinds enkele weken is Nederland een nieuw en experimenteel dvd-label rijker: het door de Filmfreak opgerichte Reel23 . Het is een label met een eigen stijl, een fijne neus voor interessante, onconventionele films en een geheel eigen visie. Aangezien de Nederlandstalige markt te klein is voor de unzeitgemasse films die Reel23 uit wil brengen, koos het label voor een Europese aanpak. De eerste vier dvd’s die Reel23 uitbrengt getuigen in elk geval van een gedurfde, maar ook veelbelovende aanpak.

~

Reel23 is geen gewoon dvd label. Terwijl de meeste labels zich volledig laten dicteren door winstmaximalisatie, brengt Reel23 zo goed als onverkoopbare dvd’s uit. Reel23 is een label met een visie. Het wil het schemergebied tussen feit en fictie verkennen en een podium vormen voor afwijkende en verontrustende opvattingen. Reel23 richt zich daarbij niet op de narratieve film, maar op de meer alternatieve film waarin een eigenzinnige visie wordt uitgedragen; hoe bizar, duister of verontrustend die visie ook mag zijn. De vier dvd’s die nu verschijnen, bevatten beelden, opvattingen en ideeën die niet iedereen zullen aanspreken, maar die wel eigengereid en interessant zijn.

Samenwerking met regisseurs

Reel23 heeft ondertussen zijn sporen reeds verdiend. Het label wist het bijvoorbeeld voor elkaar te krijgen dat J.G Ballard een intrigerend audiocommentaar insprak bij Weiss’ verfilming van zijn roman The Atrocity Exhibition. Een zeldzame gebeurtenis, aangezien Ballard dit twee keer eerder (bij de adaptaties van Cronenberg en Spielberg) weigerde. Daarnaast onderscheidt Reel23 zich van een gewoon label doordat de regisseurs nauw betrokken werden bij de totstandkoming van de dvd’s. Zo schreef elk van hen een ‘director’s statement‘ waarin uitgelegd wordt waarom en hoe de film tot stand is gekomen. Verder zijn er in samenwerking met de regisseurs een aantal interessante extra’s aan de dvd’s toegevoegd. Cyrus Frisch maakte bijvoorbeeld een epiloog bij zijn film Vergeef me. Het geheel vormt een unieke verzameling goedverzorgde dvd’s die in de collectie van de rechtgeaarde filmfanaat niet mogen ontbreken.

1. The Atrocity Exhibition

(Jonathan Weiss, 2000)

~

The Atrocity Exhibition van de Amerikaanse regisseur Jonathan Weiss is zo’n film die je alleen op obscure festivals en in bedompte videotheken tegenkomt. Met deze nieuwe dvd-release zal daar eindelijk verandering in komen. De film is gebaseerd op J.G Ballards The Atrocity Exhibition. Deze ongebruikelijke roman uit 1969 bestaat uit een grote hoeveelheid korte fragmenten die titels dragen als: Why I Want to Fuck Ronald Reagan. In zijn opmerkelijke debuutfilm weet Weiss de sfeer van het boek om te zetten in een ander medium zonder daarbij wezenlijke concessies te hoeven doen. J.G. Ballard was onder de indruk van Weiss’ prestatie en schreef hem in een fax: “I almost felt that I was reading the book as I watched the film.” Deze fax is in een onleesbaar miniatuurformaat opgenomen in het boekje bij de dvd, gelukkig kan hij echter ook op de website van Reel23 geraadpleegd worden.

Weiss’ The Atrocity Exhibition verteld in feite geen verhaal maar is (zoals de titel al zegt) een ’tentoonstelling van gruwelijkheden.’ Centraal in deze tentoonstelling staat Dr. T. (Victor Slezak) die, als we de voice-over aan het begin van deze film mogen geloven, zowel het onderwerp als de maker van deze film is. Dr. T. is bezig met verschillende verontrustende scenario’s waarin de alomtegenwoordige thematiek van de jaren zestig centraal staat: de dreiging van WOIII, de moord op JFK, de dood van Marilyn Monroe en de oorlog in Vietnam. Zoals we van een Ballard-adaptatie kunnen verwachten speelt perversie een belangrijke rol in deze scenario’s. Dr. T. verzamelt foto’s van de handen van Lee Harvy Oswald, sjouwt rond met twee onthoofde Christusbeelden en neemt een meisje van achteren terwijl ze een portret van Ronald Reagan voor haar gezicht houdt. Met een intrigerend beeldenbombardement weet Weiss een sfeer van angst en waanzin op te roepen. Hij maakt daarbij intensief gebruik van bestaand filmmateriaal, zoals atoomontploffingen, shots van Marilyn Monroe en de moord op JFK. Aan de dvd is van zowel Weiss als Ballard een audiocommentaar toegevoegd.

2. Vergeef me (Forgive Me)

(Cyrus Frisch, 2001)

~

Cyrus Frisch is een provocateur die zelfs wijlen Theo van Gogh doet verbleken. Hij tart voortdurend de verfijnde smaak en werd meer dan eens opgepakt (waarbij hij echter telkens vrijwel direct weer werd vrijgelaten). In een tijdperk waar provocatie nauwelijks nog mogelijk lijkt is het lot van de provocateur dat hij schouderophalend wordt genegeerd. Zo verging het Frisch ook. Toch is zijn film Vergeef me terecht opgenomen in de Reel23 reeks. In deze film zet Frisch op niet altijd even subtiele wijze vraagtekens bij de macht van filmmakers en televisie-epigonen. Frisch stelt zichzelf voor als Faust en wil zo de suggestie oproepen dat filmmakers hun ziel aan de duivel hebben verkocht. Hij benadrukt dit nog eens ten overvloede door beelden uit Murnau’s Faust in zijn film te monteren. De kwestie die Frisch aan de orde stelt is relevant, maar de manier waarop hij dit probeert te doen is gevaarlijk en wellicht onverstandig.

De opzet van Frisch is om verder te gaan dan verdraaglijk en wenselijk is, om zo een vergrootglas te leggen op bestaande real life shows als die van Jerry Springer. Hij selecteerde daarvoor een vijftal persoonlijkheden die veelal zowel fysiek als psychisch kwetsbaar en labiel zijn. Hij manipuleert en vernedert hen in een film (Zonder titel, de voorloper van Vergeef me die ook in de uiteindelijke film verwerkt is) en een theaterproductie (Jesus/Lover) en confronteert hen vervolgens met de reacties erop. Hij vraagt dan bijvoorbeeld: “Wat vind je er nu van dat je als een gestoorde gek wordt afgeschilderd in de recensies?” Tegelijkertijd heeft hij ook de pers gemanipuleerd, zij werden met hun uitlatingen ongewild en onbewust onderdeel van Frisch’ complot. In de epiloog die speciaal aan deze dvd is toegevoegd, geeft een van deelnemers haar onomwonden mening over de film: “Het is goedkoop.” De vraag die dan ook blijft hangen na het zien van deze film is: waarin verschilt Vergeef me nu wezenlijk van andere real life producties? Is een film die in de titel reeds vergiffenis vraagt voor de schade die ermee wordt aangericht authentiek en waarachtig te noemen? Vergeef me laat je met een ongemakkelijk gevoel achter; je weet niet of je die Frisch nu naar de hel moet wensen of hem toch moet complimenteren.

3. No Maps for these Territories

(Mark Neale, 2000)

~

Liefhebbers van het werk van de Amerikaanse cyberpunkschrijver William Gibson kunnen hun hart ophalen aan No Maps for these Territories dat, zoals de Britse regisseur Mark Neale in een van de extra’s uitlegt, niet als een documentaire maar als de enige film over William Gibson beschouwd moet worden. Gibson is een van de meest vernieuwende en tevens invloedrijkste sciencefictionschrijvers, die in zijn grensverleggende roman Neuromancer het concept cyberspace introduceerde. Hij gaf slechts zeer zelden openhartige interviews en weigerde stelselmatig aan documentaires mee te werken. Na herhaalde pogingen van regisseur Neale liet Gibson zich uiteindelijk toch verleiden om mee te werken aan No Maps for These Territories, een combinatie tussen een road movie en een interview. Neale reed enkele weken met Gibson in een limousine rond waarin een aantal camera’s waren opgesteld. Een vrouwelijke, computerachtige stem stelt Gibson vragen die hij voor zijn doen uiterst openhartig beantwoordt. Zo gaat hij in op zijn behoefte om zichzelf te distantiëren van Neuromancer en geeft hij enkele beschouwingen over de toekomst ten beste. De film is doorspekt met andere interviews, zoals die met Bruce Sterling, en U2’s Bono en collega schrijver Jack Womack lezen voor uit Gibsons werk. Aan de dvd zijn enkele uitvoerige extra’s toegevoegd waarin onder andere het hoe en waarom van deze film wordt uitgelegd.

4. Aika & aine (Time & Matter)

(Mika Taanila, 1998-2005)

~

Aike & Aine is een compilatie van korte films en documentaires van de Finse duizendpoot Mika Taanila, die zich naast film ook met elektronische muziek, instrumentenbouw, robotica en computertechnologie bezighoudt. Op de dvd staan vijf filmpjes van zijn hand die allemaal iets te maken hebben met de combinatie tussen de voortschrijdende techniek en een toekomstig utopia. Taanila laat in zijn filmpjes zowel de dromen als de mislukkingen van de pioniers van de toekomst zien. In Futuro – A New Stance for Tomorrow wordt het verhaal verteld van de opkomst en ondergang van Futuro, een eivormig futuristisch plastic huis dat in 1968 ontworpen werd door de Finse architect Matti Suuronen. Taanila maakte over dit project een eigenzinnige documentaire waarin interviews en archiefbeelden elkaar afwisselen. Hij doet dit op zo’n manier dat je voortdurend twijfelt of het nu een echte of een fictieve documentaire is. Iets soortgelijks gebeurt in Robocup 99, een documentaire over het wereldkampioenschap voetbal voor robots. Taanila’s interesse in elektronische muziek is terug te vinden in maar liefst drie filmpjes, waarvan Optical sound wellicht de meest interessante is. In dit filmpje van niet meer dan tien minuten wordt de Symphony #2 for Dot Matrix Printers van [The User] van beelden voorzien. Het is bovendien van een interessant audiocommentaar voorzien. De andere twee filmpjes zijn: A Physical Ring en The Future’s Not What It Used To Be en ook aan deze laatste is een audiocommentaaar toegevoegd.

De vijfde Reel23 dvd verschijnt in november en zal een gerestaureerde versie bevatten van twee vroege films van David Cronenberg, te weten Stereo uit 1969 en Crimes of the Future uit 1970.

Boeken / Fictie

In de huid van een psychotica

recensie: Nachtzwaluw

De Amsterdamse Eva woont zes jaar gelukkig samen met haar vriendin Nona als ze tijdens een college gedragstherapie intens verliefd wordt op de docent, Andreas. Hij lijkt haar ook wel interessant te vinden. Al gauw beheersen de gedachten en gevoelens over ‘haar man’ haar hele leven. Zo erg, dat ze in een psychotische gemoedstoestand glijdt. Schrijfster Elise van Kleef beschrijft in Nachtzwaluw op invoelbare wijze de beklemmende gedachtengangen van iemand die lijdt aan een obsessieve waan.

Eva is vanaf het eerste college tot over haar oren verliefd op haar docent gedragstherapie. Al snel vult ze haar dagen met dagdromen over hoe ze haar vriendin Nona zal gaan verlaten, hoe ze haar vertrouwde leventje met de poezen Tiet en Sang achter zich zal laten, ofwel: over hoe ze alles op zal geven om bij ‘haar man’ Andreas te kunnen zijn. Alsof hun relatie voorbestemd is en de hele wereld erop wacht:

Ik stap in het bad en ineens weet ik wat zo bijzonder en ongewoon is vandaag: het is mijn trouwdag! Hij zal mij komen halen als ik klaar ben, als ik gebaad ben, als ik mijn rituele wassing heb gehouden… Onze trouwdag zal iets goeds doen voor de wereld. Iedereen zal er zijn.

In deze lyrische trant – die ontroert door de hunkerende, droomachtige naïviteit – is een groot deel van de roman geschreven. De eindeloze woordenstroom van de hoofdpersoon is zo hardnekkig dat het bijna absurd wordt, maar het is duidelijk dat Eva niet in staat is haar gedachtengang een gezonde halt toe te roepen. Daarvoor is zij al te ver in de psychose geraakt. En als lezer ga je erin mee.

Vogels

~

Over de schrijfster Elise van Kleef is niet meer bekend dan dat zij zelf ooit te maken heeft gehad met een psychiatrische stoornis. Eerder schreef zij in haar debuut Paviljoen Eikman over een studente die opgenomen wordt omdat ze waan en werkelijkheid niet meer uit elkaar kan houden. Ook Nachtzwaluw is een geschiedenis van een psychiatrische ziekte. Of het volledig op haar eigen ervaringen gebaseerd is, valt niet direct op te maken uit de roman. Heel veel feiten die te maken hebben met de psychiatrische aandoening worden niet vermeld. Zo vertelt de hoofdpersoon dat zij vroeger opgenomen is geweest, maar verder wordt daar niet over uitgeweid. Verder meldt Eva plompverloren dat zij tien pillen moet slikken. Het waarom hiervan en hoe ze de werking van de pillen ervaart, kom je echter niet te weten als lezer. De medicijnen zouden de wilde gedachtenstroom moeten temperen (de schrijfster zou dat moeten weten), maar daarvan blijkt niets uit de roman. Eva raakt juist steeds verder verstrikt in haar psychotische wanen en verliest langzamerhand alle grip op de realiteit.

Geconcentreerd keek ik naar de figuren in het witte schuim die zich onder mijn ogen vormden als ik mijn lichaam in het warme water had laten zakken. Steeds opnieuw deed ik ontdekkingen: vogels! Nee, nachtzwaluwen vormden zich! Daar is hij weer, dacht ik dan, de nachtzwaluw in het bad. Zo had ik het idee dat hij mij nooit in de steek liet. Andreas. Mijn geliefde, mijn minnaar, mijn man.

Maalstroom

Nachtzwaluw is zeker geen klinisch verslag, daarvoor worden de details over het ziektebeeld te weinig uitgewerkt. Als puur fictieve roman overtuigt het verhaal echter ook niet op alle fronten. Daarvoor gebeurt er niet genoeg. En, wat vooral jammer is, de personages worden totaal niet uitgewerkt. Eva’s ambivalente houding ten opzichte van haar psychiater, Blank, wordt niet uitgediept. Eva maakt uiteenlopende opmerkingen als “Ik houd van haar” en “Blank stond machteloos” – en daar blijft het bij. De complexe relatie met haar vader wordt slechts vaag aangestipt. Ook vriendin Nona blijft steevast op de achtergrond. Zij is de brede schouder waarop Eva leunt, de rots in de branding die altijd alles begrijpt. Meer niet. Haar vocabulaire bestaat vrijwel uitsluitend uit begroetingen als “Hee Eve Love” en “Mopje, wil je een biertje?” Toch vormen die frasen een soort contrapunt in de obsessieve gedachtenvlucht van Eva. Ze herinneren aan de nabije realiteit, aan het leven met Nona en de poezen dat zij gewend was te leiden. Na verloop van tijd vindt zij daar toch ook haar houvast, lijkt het. Het einde van de roman is dan ook hoopvol, al is uit het verhaal niet eenduidig op te maken hoe Eva de psychose uiteindelijk de baas wordt. Van Kleef geeft een paar mogelijke aanknopingspunten, wederom zonder ze nader te duiden of uit te werken. Het wordt aan de lezer overgelaten om ze uit Eva’s stream of consciousness te halen. En daarmee komen we bij het sterkste punt van het boek: het is vooral die maalstroom zelf, die de roman de moeite waard maakt. Van Kleef slaagt er heel goed in om de vernauwde gedachtenwereld van iemand met een psychose van binnenuit te beschrijven, zodat Eva’s situatie invoelbaar wordt. En dat is interessant genoeg.

Boeken / Strip

Canadese coming of age

recensie: Michel Rabagliati - Pauls vakantiebaantje

Steeds vaker verschijnen er strips waarbij de auteur niet alleen een mooi getekend verhaal presenteert, maar hij ook iets persoonlijks te vertellen heeft (zie bijvoorbeeld het hier eerder besproken Kraut van Peter Pontiac). Ook bij de Franstalige Canadees Michel Rabagliati is dit het geval. Uit de (semi-)autobiografische serie over ‘Paul’ die hij reeds in 1999 begonnen is, verschijnt nu eindelijk een deel in het Nederlands.

Pauls vakantiebaantje verbeeldt het leven van een jongen die aan het eind van zijn middelbare schooltijd behoorlijk met zichzelf en de wereld overhoop ligt. We komen Paul tegen op het moment dat hij zijn schoolopleiding voortijdig heeft afgebroken en in een drukkerij is gaan werken. Het werk staat hem niet aan en het wil ook absoluut niet vlotten. Als hij het aanbod krijgt om een zomerkamp te gaan leiden, aarzelt hij dan ook geen moment.

Volwassen

~

In het begin van het boek stuit Paul geregeld op zijn eigen grenzen. Al snel blijkt dat hij zichzelf maar moeilijk staande kan houden in de grote boze wildernis. Het buitenleven in de vorm van kamperen en bergbeklimmen bevalt deze stadsjongen helemaal niet. Ook het leidinggeven aan een groep kinderen is voor hem een zware opgave. Langzaamaan ontwikkelt hij zich en komt hij in zijn rol, waarbij zijn angsten ook steeds meer verdwijnen. Hij durft meer verantwoordelijkheden op zich te nemen. Bovendien begint de liefde voor Annie, zijn medeleidster, te ontluiken. Ook hier durft Paul steeds doortastender op te treden. Naar het einde toe staat hij duidelijk meer volwassen in het leven.

Handicap

Een van de mooiste passages uit het verhaal gaat over de relatie tussen Paul en een blind meisje, Marieke, dat hij onder zijn hoede heeft genomen. Door zijn ogen beleeft ze het bos, het meer en de bergen. Marieke laat Paul ook inzien dat zelfs iemand met een werkelijk grote handicap nog iets van het leven kan maken. Waarna het boek wordt afgesloten door een volwassen Paul die, jaren later, op dezelfde plaats terugkijkt naar wat deze zomer allemaal voor hem betekend heeft (en tevens nog een belangrijke ontdekking doet).

Het Noord-Amerikaanse landschap

Zo opgeschreven klinkt het allemaal misschien wat simpel. Het hele verhaal wordt echter opgetekend in een heerlijke half-realistische stijl, die met name door een nieuwe generatie Franse tekenaars wordt gebruikt om ‘volwassen’ verhalen mee te vertellen. Met deze stijl ontstaat een mooie spanning tussen de vaak humorvolle tekeningen en de rauwe realiteit van de verhalen. De Canadees Rabagliati past dezelfde formule toe als zijn Franse voorbeelden, maar waar zij vooral het grotestadsleven bezingen, trekt Rabagliati de natuur in. De pracht van het Noord-Amerikaanse landschap komt in alle glorie tot zijn recht in de tekeningen.

Anekdotes

~

Pauls vakantiebaantje is een lichtverteerbaar verhaal, dat in al zijn eenvoud een paar mooie thema’s aansnijdt, zoals het volwassenwordingsproces van de hoofdpersoon, de romantiek, het groepsgevoel en de ontwikkeling van menselijke relaties. De setting is een soort geïdealiseerde jaren ’70, waar de zomers lang en mooi zijn. Dit alles wordt overgoten met een saus van gemoedelijkheid. In tegenstelling tot in het al eerder genoemde Kraut drukt de last van het verleden niet zwaar op Paul. Wat je hier krijgt voorgeschoteld is gewoon een aantal anekdotes uit een zomer waarin de hoofdpersoon van een jongen in een man veranderde.

Al met al ontstaat er, ondanks het ietwat voorspelbare scenario, een zeer aantrekkelijk boek. Niet al te zware kost, met af en toe eens een rafelig en scherp randje. Deze recensent wacht met spanning op de vertaling van de andere twee delen waarin Pauls belevenissen beschreven worden: Paul à la campagne (1999) en Paul en appartement (2004).

Boeken / Fictie

‘In balkenbrij is alles mogelijk.’

recensie: Het ultieme recept van Torgny Lindgren

Vanaf de foto op de achterkant van Het ultieme recept kijkt schrijver Torgny Lindrgen de lezer wijs, of beter eigenwijs over zijn bril aan. Hij heeft vriendelijke lach- en denkrimpels en in zijn ogen ligt niet alleen humor en vriendelijkheid, maar ook ironie. Het is een fijne foto om naar te kijken, je voelt je direct thuis bij deze intelligente blik. En zo is eigenlijk het boek zelf: vriendelijk, ironisch, grappig en intelligent.

Verboden te schrijven

Als een Zweedse correspondent van een krant ontslagen wordt wegens beschuldiging van het schrijven van verzinsels en leugens, vat hij zijn schrijfverbod letterlijk op: tot de dood van de hoofdredacteur schrijft hij geen letter, geen zin en geen leesteken meer. Pas vijftig jaar later, als hij inmiddels in een verzorgingstehuis woont, overlijdt de hoofdredacteur en begint de man weer met schrijven. Hij schrijft verder aan het bericht waaraan hij vijftig jaar eerder was begonnen. Het is een artikel over twee vreemdelingen in een dorp: een textielverkoper die leeft onder de naam Robert Maser, maar eigenlijk de Duitse oorlogsmisdadiger Martin Bormann is, en de voor de alom aanwezige tuberculose immune leraar Lars Högström. Beiden hebben een voorliefde voor balkenbrij, een lokaal gerecht van voornamelijk orgaan- en afvalvlees, en ze gaan op zoek naar de beste bereiding ervan.

Het leven is…

Het ultieme recept is het licht absurdistische verslag van een zoektocht. Een zoektocht naar de perfecte balkenbrij, maar ook naar een recept voor het leven. De schrijver wordt namelijk tijdens het schrijven van het bericht steeds sterker en vitaler, hoewel hij al 107 jaar oud is. Voor hem is het leven schrijven, het is een noodzaak, het enige dat echt bestaat. En daarmee is Het ultieme recept ook een boek over waarheid en fictie. “Hij schreef uit zijn herinnering, de herinnering is de enige werkelijkheid die er is.” Maar: “De fantasie is [ook] mijn herinnering.” Het gaat niet om wat goed of fout is, waar of onwaar. Zo zit het leven niet in elkaar.

Melancholie

~

Het boek is doordrenkt van een soort gelaten melancholie: je moet doen wat je moet doen, en verder zul je het wel zien. “Iets begrijpen is niet eenvoudig, zei Bertil. En niemand weet of het helpt. Als het verstand rijpt, neemt het genoegen met zichzelf.” Het leven in Het ultieme recept heeft geen zin, de personages hebben geen doel in het leven en dat uit zich ook in de vorm van het boek: het is eigenlijk een mooie verzameling kleine waarheden over het leven. Bijvoorbeeld: “Je moet nooit je aandacht laten ontsnappen en onverschillig worden, zei Bertil. Dat kan gevaarlijker zijn dan wat dan ook.” Of: “Als ik denk aan alles wat ik echt heb gezien, dan word ik duizelig en draaierig, geen mens heeft de kracht om in ernst stil te staan bij wat hij heeft gezien.” Maar er straalt ook een zekere levenskracht uit het boek. De waarde van het leven zit in de kleine dingen, en niet in het grote verhaal of in een groter geheel van een godsdienst.

Charme

Lindgrens stijl is wat afstandelijk, passend bij de licht melancholische sfeer en de donkere Zweedse winters (vier in een jaar, volgens het boek). Hij beschrijft op licht ironische toon hoe de personages door het leven gaan, zonder ooit ongevoelig of zelfs bot te worden. Hij beziet ze met een liefdevolle blik, als een vader zijn kinderen. En dat is misschien wel de grootste charme van Het ultieme recept. Het boek kabbelt aangenaam voort en je voelt je als lezer thuis in de kleine wereld van de vreemde personages. Verhaal loopt door verhaal, maar alle verschillende ingrediënten komen samen in een smakelijk geheel, net zoals in de ultieme balkenbrij.