Boeken / Fictie

Motorrijden is de beste therapie die je je kan wensen

recensie: Scooterdagboek

“De Utrechtse dichter Ingmar Heytze lijdt aan hodofobie ofwel reisangst.” Dat is de eerste regel van de flaptekst. Meer dan dat hoef je niet te weten, en veel meer dan dat kóm je ook niet te weten. Ingmar Heytze noteerde in het piepkleine Scooterdagboek alle pogingen tot reizen die hij tussen 19 maart en 21 juni 2005 ondernam.

Hoe hij aan zijn reisangst komt, weet Heytze niet. Waar hij wel achterkwam, is dat alle cognitieve gedragstherapieën die hij tot nog toe volgde, weinig structureels aan zijn angsten veranderden. Scooterdagboek begint op het moment dat Heytze zijn Witte Schicht, een parelwitte bromscooter, inruilt voor het Zwarte Schaap, een Vespa Granturismo. Dat is van belang, omdat Heytze gezeten op een motorrijtuig zijn fobie wél succesvol te lijf kan gaan.

~

Bijna elke dag stapt de dichter op zijn Vespa, verlaat hij zijn woonplaats Utrecht en probeert hij zover te komen als mogelijk is zonder geveld te worden door een plotseling de kop opstekende paniekaanval. Hilversum en Amersfoort zijn voor een verlamde reiziger als Heytze haast exotische namen. Hij kan er in het begin van Scooterdagboek alleen maar van dromen om daar zonder zweetdruppel te geraken. Het bereiken van de zee, zijn grootste wens, blijft vooralsnog een utopie.

Motortherapie

Het verschil met treinreizen is voor Heytze dat hij op zijn scooter de zaken in eigen hand heeft. Bovendien vergt het rijden zoveel concentratie dat hij er minder snel aan denkt om in paniek te raken. “Motorrijden is niet rustgevend, het dwingt rust af. Een betere therapie kan ik me niet wensen”, schrijft hij. In steeds groter worden cirkels rijdt Heytze om Utrecht heen; zo weet hij zijn angst steeds meer te bezweren. Het proces vindt op een gegeven moment een stimulans in de diefstal van Heytzes Vespa. Naast al het verdriet is er de vergoeding door de verzekering van een maand aan motorhuur. Heytze krijgt de kans om op een Yamaha TDM van 900 cc te rijden. Maar ook op een Suzuki Bandit en een 800 cc Suzuki Intruder. Hoe sneller het voertuig, hoe verder hij van Utrecht afkomt en hoe beter het gaat, zo lijkt het.

Op geen enkele manier lukt het Heytze zijn ziekte te beredeneren. Hij kan er wat chemische processen bijhalen, hij kan vertellen hoe de fobie langzaam zijn leven overnam, maar snappen doet hij het ook aan het eind van Scooterdagboek niet. Heytze doet daarbij weinig moeite om zijn reisangst te mystificeren of zwaar aan te zetten. Hij houdt het bij openhartig, smaakvol gedoseerde zinnen en blijft ten allen tijde nuchter. Zelfs de parallel die hij trekt met de dichter Jan Hanlo – Hanlo was een groot liefhebber van motoren en reed zich in 1966 dood tegen een tractor – kan je moeilijk grootheidswaanzinnig noemen. Scooterdagboek is een mooi subtiel stukje proza. Zen en de kunst van het motoronderhoud op pocketformaat.

Muziek / Album

Creatief en eigenzinnig

recensie: Laura Veirs - Year of Meteors

Vroeger, op de middelbare school, liepen er altijd wel een paar van die meisjes rond die de hele dag met hun hoofd in de wolken verbleven, onopvallend aanwezig waren en het meeloopgedrag van de gemiddelde puber maar zielig vonden. Het zou mij niets verbazen als de inmiddels volwassen Laura Veirs, een Amerikaanse singer/songwriter uit Seattle, op high school zo’n meisje was. Je ziet de coverfoto van haar nieuwe CD Year of Meteors, die blik in haar ogen en je begrijpt wat ik bedoel. Een boeiende, mysterieuze vrouw, niet moeders mooiste en wars van modeverschijnselen. Laura Veirs ging en gáát nog steeds haar eigen gang. Op haar nieuwste CD Year of Meteors zuigt ze je binnen in haar eigen “galaxy” vol bijzondere geluiden.

~

Voor diegenen die Laura Veirs nog niet kennen is het goed te weten dat haar vorige album, Carbon Glacier uit 2004, volop werd geroemd door o.a. muziekmagazine Heaven. Terecht, de plaat straalt een enorme originaliteit en durf uit, stijlkenmerken die in het singer/songwriters-genre helaas vaak ontbreken . Voorbeelden van originaliteit op Carbon Glacier zijn wonderschone nummers als Shadow Blues en Rapture.

Natuurkrachten in tekst en muziek

Met haar vierde CD Year of Meteors, maakte Laura Veirs een snelle opvolger. De CD is opnieuw samen gemaakt met haar vaste begeleidingsband (waarmee ze nu ook toert door Europa), de Tortured Souls. Op Year of Meteors is er dit maal een prominentere rol voor toetsenist Steve Moore en het bijzonder fraaie geluid van de viola (een instrument tussen de viool en de cello in) van Eyvind Kang. De stem van Veirs is vrij monotoon, ze heeft een hese stem die doet denken aan Suzanne Vega. Haar liedjes spelen zich af in een belevingswereld vol water, vuur, meteoren, lava en andere natuurkrachten. Veirs beheerst de kunst om muziek en tekst één te laten zijn (luister maar eens naar Galaxies, Magnetized en Lake Swimming).

Toegankelijker geluid

Wat direct opvalt, is dat Year of Meteors een stuk toegankelijker is dan Carbon Glacier. Het woord “toegankelijk” is echter relatief, want nog steeds is haar muziek moeilijk te categoriseren. Opener Fire Snakes van Year of Meteors is een typisch Veirs-liedje, origineel en gedurfd. Het is een catchy gitaarliedje, in het refrein ondersteunt door vreemde bliepjes en eindigend in ruim drie minuten instrumentaal viola geweld. Onalledaags en zeer fraai. Tweede nummer Galaxies verrast door de prettige en heftige gitaarrif.

Minder geslaagde popliedjes

Bij het derde nummer, Secret Someones, gaat het mis. Het nummer is vrolijk en up-tempo, maar ook saai; het gaat daarbij te lang (ruim 5 minuten) door in hetzelfde ritme. Helaas lijden de meer eenvoudige popsongs Rialto en Cool Water aan hetzelfde euvel. Toch valt er heel veel te genieten op Year of Meteors. Magnetized is zo’n wonderschoon Veirs-nummer waarvoor je naar de cd-winkel snelt. Parisian Dream kent een mooie altvioolbasis en eindigt onverwacht gek. Uitschieters die nog volgen zijn Spelunking (met de memorabele zin “If I took you darling, to the caverns of my heart, would you light the lamp dear?”), het schitterende Through The Glow en het bijna punk-achtige Black Gold Blues.

Laura Veirs zet op Year of Meteors weer een forse dosis positieve energie om in muzikale pracht. Driekwart van de songs krijgen een ruime voldoende. De 3 mindere liedjes zijn allemaal te poppy en missen de creativiteit die haar werk zo kenmerkt. Als je voor het eerst kennismaakt met Laura Veirs dan is voorganger Carbon Glacier een absolute aanrader; voor de Veirs-kenners is Year of Meteors een mooie aanvulling op haar eerdere werk.

8WEEKLY

Het Nachtpodiumverhaal

Artikel: Deel VI: Niels Stomps – Stad zonder fietsen

In de periode van september tot en met december 2005 werkt 8WEEKLY samen met het VPRO televisieprogramma Nachtpodium. Iedere aflevering zullen wij een item maken waarin we jonge en nieuwe culturele talenten presenteren. Daaraan gekoppeld publiceren we iedere week een achtergrondverhaal. In de volgende aflevering komende zondagnacht (00.40 uur) ga ik naar Winschoten met fotograaf Niels Stomps. In China richtte hij zijn camera op mensen die leven in een niemandsland, en dat doet hij ook samen met ons in Oost-Groningen.

In Centraal China bouwt de Chinese overheid aan een gigantische stuwdam, de Drieklovendam. Met deze omstreden onderneming is men al meer dan tien jaar bezig, en het zal zeker nog vijf jaar duren voordat het hele project voltooid is. In deze periode moeten de bewoners van het gebied, in totaal zo’n 1,3 miljoen mensen, hun woonplaats verlaten. Daarmee laten ze niet alleen hun huizen, dorpen en steden achter zich, maar meestal ook hun geboortegrond en plaatsen waar hun families generaties lang hebben geleefd.

Verdwenen fietsen

Tijdens zijn eerste reis door het gebied bezocht fotograaf Niels Stomps de stad Wushan. In eerste instantie kon hij niet bedenken wat deze stad zo anders maakte dan de andere steden die hij in China had bezocht, totdat hij opmerkte dat er geen fiets te bekennen was. En dat bleek alles te maken te hebben met de geschiedenis van Wushan. Wushan is een van de steden die verplaatst is voor de aanleg van de Drieklovendam. In het omliggende gebied was weinig ruimte voor alle steden en dorpen die moesten wijken voor het meer, en daarom zijn steden als Wushan tegen berghellingen herbouwd. Fietsen tegen de steile hellingen bleek niet te doen, en zo zijn de fietsen uit het straatbeeld verdwenen.

Emoties en verandering

Niels Stomps maakte in het gebied van de Drieklovendam foto’s van de mensen die hun leven op een andere plaats weer moesten opbouwen. Dit project Stad zonder fietsen gaat over onomkeerbare veranderingen. De mensen die Niels Stomps fotografeerde zijn veroordeeld tot een volksverhuizing die twintig jaar lang een dominante rol in hun leven zal spelen. Niels ging op zoek naar de emoties van deze mensen. Het uitgangspunt in het werk van Niels is het gedrag van mensen in de publieke ruimte. Zijn interesse gaat met name uit naar alledaags gedrag: hoe ziet dat er uit en waarom doet het zich zo aan onze blik voor? Zijn laatste werken gaan vooral over de manier waarop mensen reageren op veranderingen. En hoe deze veranderingen een nieuwe situatie vormen waartoe zij zich opnieuw moeten zien te verhouden. Daar waar Niels in zijn voorgaande werk situaties uitlokte, is hij bij dit project uitgegaan van een opgelegde verandering waarmee mensen geconfronteerd worden.

Het maakt Niels nieuwsgierig hoe een gebeurtenis of verandering mensen uit hun gewoontes haalt en hoe men hierop reageert. Ook in de projecten waar hij nu aan werkt komt dit thema terug. Zijn eerstvolgende project gaat over soldaten die terug komen uit een oorlogsgebied en met name over de overgang van deze legersituatie naar de terugkeer in de maatschappij.

Verschillende culturen

Voor de opnames voor Nachtpodium zijn fotograaf Niels Stomps en ik in De Blauwe Stad bij Winschoten, Oost-Groningen. In dit gebied gebeurt net zoiets als in Centraal China, alleen op een veel kleinere schaal. Er wordt een meer aangelegd, waarin ruimte is voor een flink aantal nieuwe huizen, voor recreatie en voor de natuur. Hiervoor zijn ongeveer zestig boerenbedrijven verplaatst door ruilverkaveling; de boeren kregen op een andere plaats nieuwe landbouwpercelen aangeboden. Hoewel daarmee een paar honderd mensen het gebied hebben moeten verlaten, blijven de dorpskernen gewoon bestaan. Maar het landschap is, net als in China, voorgoed veranderd.

Ook in Winschoten moeten de mensen zich aanpassen aan een veranderde omgeving. Niels denkt dat de boeren in dit gebied in dit opzicht erg lijken op de bewoners aan het stuwmeer in China. De gevoelens die iemand heeft die zijn huis en omgeving moet verlaten om nooit meer terug te zien, zijn volgens hem universeel. Ondanks cultuurverschillen, de kleinere schaal van het project en verschillende achtergronden, delen de boeren in China en in Oost-Groningen dezelfde ervaringen. Met het project Stad zonder fietsen probeert Stomps dan ook te laten zien dat mensen en hun emoties toch vooral heel erg hetzelfde zijn, of het nou om de dam in China, de Blauwe Stad of de Betuwelijn gaat.

Het fotoboek Stad zonder fietsen van Niels Stomps ligt vanaf januari in de boekhandel. Via zijn website is het boek nu al te reserveren.

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: The Life Aquatic with Steve Zissou // Clean // Vera Drake // The Longest Yard (Special Edition) // Bin Jip

.

The Life Aquatic with Steve Zissou

Wes Anderson, 2004 • Buena Vista

~

Steve Zissou (Bill Murray), oceanograaf, kapitein van schuimer ‘Belafonte’ en documentairemaker, trekt er in The Life Aquatic nog eenmaal op uit: om zijn goede vriend Esteban, die verscheurd werd door een mysterieuze haai, te wreken. Niet bepaald wetenschappelijk verantwoord, maar voor de monomane Zissou wel belangrijk. De absurde, anekdotische Wes Anderson-humor komt ook in deze vierde film uitstekend tot zijn recht. Aanvaringen met onwillige geldschieters, muiterij van topless scriptgirls: alles is even krankjorum. In het kielzog van vaste gast Murray reist ditmaal een heuse sterrencast mee: Willem Dafoe, Cate Blanchett en die andere vaste gast van Anderson, Owen Wilson, zijn maar drie namen uit het enorme aanbod. Met de extra’s is het wat dat betreft wel anders gesteld. Enige extra van belang is het audiocommentaar van regisseur Anderson en co-scenarist Noah Baumbach. Anderson beperkt zich tot het opdissen van anekdotes over Murray en meteorologische gegevens, destijds op de set, en Baumbach lijkt de stelling dat een grap niet meer leuk is als je hem uitlegt, nu eens definitief te willen bewijzen. Audiocommentaar wordt door veel mensen gebruikt om de duizendste keer dat ze de film zien, op te fleuren. Andersons werk heeft dat eigenlijk niet nodig. Negeer die optie dus gerust, en kijk gewoon nog een keer de film. (Paul Boon)

The Life Aquatic verschijnt ook in een deluxe dubbele dvd-editie. Lees hier onze recensie van de bioscooppremière.

Clean

Olivier Assayas, 2004 • Video/Film Express

~

De Franse regisseur Olivier Assayas probeerde na zijn weinig geslaagde Demonlover revanche te nemen met Clean, maar is daar slechts ten dele in geslaagd. Wonder boven wonder heeft hij een uitstekende cast bij elkaar gekregen. Naast de als altijd sterk spelende Maggie Cheung (bekend van de films van Wong Kar-Wai) is ook Nick Nolte goed op dreef. Hoewel deze cast de film zondermeer ten goede komt, blijft Clean toch teveel steken in cliché’s en middelmatigheden om werkelijk te kunnen overtuigen. Cheung speelt de ruziënde junkie en parasiet Emily Wang, die de talentvolle muzikant Lee Hauser op het slechte pad heeft gebracht. Samen hebben ze een zoon, Jay, die bij Lee’s ouders woont. Als Lee door een overdosis komt te overlijden staat Emily er alleen voor. Lee’s vader (Nick Nolte) maakt haar duidelijk dat het misschien verstandig is als ze haar zoon niet opzoekt. Emily vertrekt naar Parijs en besluit clean te worden. Als motivatie voor deze ommekeer wordt Emily’s wens om haar zoon terug te zien aangevoerd. Naast het feit dat deze omslag niet erg geloofwaardig is (toen ze nog met Lee samen was keek ze niet naar haar zoon om) wordt het geheel ook nogal clean in beeld gebracht. Van het altijd moeilijke afkickproces krijgen we niets te zien en Emily lijkt wel erg gemakkelijk zonder drugs te kunnen. Ook haar verzoening met Jay vindt veel sneller plaats dan realistisch mag worden geacht. Al met al had Clean wel wat meer vuil kunnen gebruiken. Aan de dvd zijn nog enkele uiterst amateuristische interviews toegevoegd die je ineen doen schrompelen van plaatsvervangende schaamte. (Martijn Boven)

Vera Drake

Mike Leigh, 2004 • A-film

~

De Britse regisseur Mike Leigh (Naked, Secrets & Lies), legt met Vera Drake opnieuw het vergrootglas op de onderbuik van de Britse maatschappij. Vera Drake (Imelda Staunton) is een ietwat simpele, maar daadkrachtige moeder en schoonmaakster die in het Londen van rond 1950 nog een tweede professie uitoefent als aborteur. Als op een dag een van haar patiënten ernstig ziek wordt ten gevolge van haar ingrepen, komen ze haar op het spoor en wordt ze gevangengezet – tot grote schok van haar gezin dat van niets bleek te weten en haar handelingen schandalig vindt. Zonder expliciet vraagtekens te plaatsen bij het plegen van abortus, brengt Leigh alle problemen die bij dit vraagstuk komen kijken rustig in beeld. In een subplot laat hij daarbij ook de andere, legale kant van het abortusverhaal zien. Het vriendje van een meisje uit de upper class dringt zichzelf aan haar op en maakt haar zwanger. Alleen tegen betaling van een hoge geldsom (100 pond) en met de verklaring van psychische problemen kan ze vervolgens een legale abortus krijgen. Dit is voor de mensen uit de arbeidersklasse uiteraard niet weggelegd, waardoor de amateuristische en wellicht misdadige ingrepen van Vera Drake van de nodige achtergrond worden voorzien. De acteerprestaties zijn weer uitstekend, mede door de belangrijke rol die Leigh als altijd toekent aan improvisatie. Er is een aardige documentaire aan de dvd toegevoegd waaruit we bijvoorbeeld meer te weten komen over het castingproces en de zoektocht naar een geschikte filmlocatie. (Martijn Boven)

The Longest Yard (Special Edition)

Robert Aldrich, 1974 • Paramount

~

De razend populaire komiek Adam Sandler is binnenkort in de bioscoop te zien in The Longest Yard, na het recente Britse Mean Machine de tweede verfilming van een vergeten klassieker uit de jaren zeventig, die met deze goed getimede uitgave verdiende aandacht krijgt. Burt Reynolds (destijds sexsymbool op het toppunt van zijn roem) speelt een losgeslagen football-speler die de gevangenis indraait, alwaar hij een team bijeenbrengt dat het tegen het brute gevangenispersoneel moet opnemen. The Longest Yard is nog altijd een schitterende actiefilm: humorvol en oer-Amerikaans vermaak voor een groot publiek. De vakkundige montage (de wedstrijdscènes blijven daardoor adembenemend), en een haast ouderwets serieus gevoel voor entertainment maken van dit Reynolds-vehikel vermaak van de bovenste plank, dat na dertig jaar verbazingwekkend genoeg nog niets aan zeggingskracht verloren heeft. Het overvloedige extra materiaal wordt voornamelijk gevuld door Reynolds en Albert Ruddy, de man die de film schreef en produceerde. Helaas is laatstgenoemde net zo’n blaaskaak als de filmster, zodat de kijker het moet doen met een eindeloze reeks sterke verhalen en overtrokken loftuitingen aan elkaars adres, en met slechts sporadische weetjes over de productie en de regisseur, wijlen Robert Aldrich. Deze matig boeiende materie is aangevuld met een preview voor de weinig belovende Sandler-versie, en zinloze interviews met hedendaagse bewonderaars, die de film echter wellicht terecht als de beste sportfilm aller tijden bestempelen. (Paul Caspers)

Bin Jip

Ki-Duk Kim, 2004 • Total Film

~

Het feit dat Ki-Duk Kim’s voorlaatste film afsluit met een nogal banale melding dat de werkelijkheid soms moeilijk van droom te onderscheiden is, kenmerkt dit zwakste deel van het oeuvre van de opzienbarende Koreaan. Zijn bekroonde film begint als een voor de regisseur typisch portret van een klein aantal verloren zielen, maar verliest al gauw focus en eindigt in hopeloze zweverigheid. Prijzenswaardig genoeg liet Kim zich deze keer niet leiden door de drang om met thematiek en beelden te choqueren. Mede daarom is het jammer dat zijn aanvankelijk intrigerende gegeven van een jongeman die in andermans huizen leeft en een ongelukkige vrouw meesleept in zijn bestaanswereld, uiteindelijk zo onzinnig blijkt. Het is Kim al eens verweten dat hij leentjebuur speelde bij Tsai Ming Liang, wiens Taiwanese filmhuishit Vive l’Amour (1994) op bijna dezelfde manier de thematiek van sociale onaangepastheid aansneed. Een intrigerend begin en een handvol geslaagde scènes ten spijt, kan hij die toets van vergelijking niet doorstaan als zijn vertelling verzandt in vlakheid. (Paul Caspers)

Boeken / Non-fictie

Ontmoetingen met grote namen uit 1506

recensie: 1506

Een jaar geleden bespraken we op 8WEEKLY een fictieve reisgids: de Jetleg Travel Guide naar het niet bestaande Molvanîa. Het originele idee werd destijds niet al te bijzonder uitgevoerd, was de jammerlijke conclusie. Dat fictieve reizen wel leuk, en daarbij ook nog leerzaam kunnen zijn, bewijst journalist Henk Boom. Hij bedacht de kroniekschrijver Hendrick Vandenzavel, en liet die op het breukvlak van Middeleeuwen en Renaissance een jaar lang door een zich ontwikkelend Europa reizen. Vandenzavel ontmoet daarbij wereldlijke en geestelijke leiders en bezoekt toonaangevende kunstenaars.

~

Booms uitvoerige verdieping in het jaar 1506 lijkt op nogal toevallige wijze tot stand gekomen. Als correspondent in Spanje werd hij in 2000 eindredacteur van een serie verhalen over de culturele, politieke en financiële relaties tussen Spanje en de Lage Landen. Die serie stond in het teken van de herdenking van de vijfhonderdste geboortedag van Karel V. In het voorwoord van 1506 geeft Boom aan dat het een herdenkingstentoonstelling was die hem echt de geschiedenis binnensleepte. Op de expositie Mise-en-scène, over Karel en de verbeelding van de negentiende eeuw, viel hem Jan van Beers schilderij Keizer Karel als kind op:

Daar zit-ie dan, de kleine Karel dacht ik. Bleekjes, ziekelijk bijna en onderuitgezakt, naast hem een hazewindhond als symbool van trouw, maar nog onwetend van zijn toekomst als keizer van een rijk waar de zon nooit onder zou gaan. Hoe oud zou hij op dit doek zijn afgebeeld? Zes jaar? Zeven jaar? Ik begon te rekenen. Dat was dus in 1506, mogelijk 1507 […] Ik begon te zoeken naar gebeurtenissen uit het jaar 1506. In de schappen van de boekhandels kwam de verrassing: 1506 wordt óf in de laatste, óf in de eerste hoofdstukken beschreven van de boeken die handelen over die periode.

Tijdreizen

De periode rond 1506 vormt dus een breukvlak, de overgang van de herfstachtige Middeleeuwen naar de lente van de Renaissance. Historici stoppen volgens Boon vaak in 1492, als Amerika wordt ontdekt, of ze beginnen juist rond 1520, met keizer Karel, Luther en de reformatie. 1506 ligt precies tussen deze jaartallen, en wordt zodoende vaak vergeten, of slechts als voorafje of nagerecht geserveerd.
Zonde, meent Boom, want juist in die periode, in dat jaar, leefden personen die ieder ontwikkeld mens behoort te kennen: Columbus en Filips de Schone bliezen hun laatste adem uit, en grootheden als Machiavelli, Michelangelo, Erasmus, Leonardo da Vinci en Jeroen Bosch deden hun kunstjes. Boom had als geïnteresseerd journalist zelf in die enerverende tijd willen leven, en schepte daarom de kroniekschrijver Hendrick Vandenzavel: deze creatie zou Boom zijn reis door de tijd laten beleven, en tegelijkertijd optreden als gids voor de geïnteresseerde lezer.

Johanna de Waanzinnige

Johanna de Waanzinnige
Johanna de Waanzinnige

Op zijn reis door het vroeg zestiende-eeuwse Europa ontmoet Vandenzavel alle grote namen uit zijn tijd, en spreekt hij met hen over religie, kunst en politiek. Zo is hij in juli getuige van een ontmoeting tussen Filips de Schone, hertog van Bourgondië, en zijn schoonvader Ferdinand, koning van Aragon. De twee betwistten elkaar de macht in Castilië, dat na de dood van koningin Isabella in een vacuüm verkeerde. Isabella had het stuk land nagelaten aan haar dochter Johanna, de vrouw van Filips, alleen was dat wel onder de voorwaarde dat het meiske geestelijk in staat moest zijn de scepter te zwaaien. Zo niet, dan zou Johanna’s vader Ferdinand er heersen. Nu was de bijnaam Johanna de Waanzinnige niet geheel ongepast, waardoor het leek dat Filips met lege handen zou achterblijven.
Om te kunnen bepalen of Johanna in staat was gezag uit te oefenen, ontmoetten de pretendenten elkaar op neutraal terrein, nabij het onbeduidende dorpje Villafáfila. Vandenzavel was er als vanzelfsprekend bij, alleen kreeg hij hier bij uitzondering de hoofdrolspelers niet te spreken. Boom schetst daarentegen een mooi beeld van de spanning die in beide kampen heerste, door twee kroniekschrijvers om en om aan het woord te laten. Zo lezen we van Filips’ kroniekschrijver dat “het gerucht gaat dat Ferdinand zijn dochter niet eens wil zien”, terwijl zeven dagen later in het kamp van Ferdinand met teleurstelling wordt opgetekend dat de koning zijn dochter nog altijd niet heeft gezien: “Er wordt gefluisterd dat de edelen, die Filips steunen, haar willen afhouden van zo’n ontmoeting.”

Loze opmerkingen

Boom presenteert bij bovenstaand verhaal rechtstreeks een selectie (“de hoogtepunten”) van bestaande bronnen, meestal echter laat hij hoofdrolspelers direct tegen Vandenzavel spreken. De journalist Boom heeft bewust geen nieuw onderzoek gedaan; hij baseert zich volledig op de kennis die voorhanden is. Wel is duidelijk dat hij alle verhalen die rond 1506 spelen met plezier heeft geabsorbeerd, om ze in Vandenzavels kroniek terug te kunnen laten komen.
Dat heeft geleid tot een leuke en vooral erg leesbare geschiedenisles, waarbij enige voorkennis wel gewenst is, maar met algemene kennis kom je al heel ver in 1506. Boom let er op zijn personages helder te introduceren, en legt mogelijke moeilijkheden uit in de noten. Dat doet hij echter zonder het geheel eenvoudig te maken; diepgaande filosofische beschouwingen kent 1506 misschien niet, maar een sterk inleidend karakter heeft het boek zeker.
Het enige grote nadeel aan het boek vinden we in de inleiding, waar Boom verscheidene vergelijkingen met onze huidige tijd trekt. Zo lezen we: “Rammelden de Turkse legers toen aan de poort van Europa, nu wil Turkije op grond van democratische principes toetreden tot de Europese Unie” en: “Destijds werd het gebrek aan tolerantie gekenmerkt door de brandstapels, nu zijn het dodelijke kogels en aanslagen”. Loze opmerkingen om zijn boek eeuwigheidswaarde te geven óf om de lezer te laten leren van het verleden. Jammer, maar verder een dus leuke geschiedenisles.

Kunst / Expo binnenland

Globalisering in de mode en lokale trendgevoeligheid

recensie: Global Fashion / Local Tradition

.

Het uitgangspunt van de tentoonstelling Global Fashion / Local Tradition is globalisering in de mode. Een van de gevolgen daarvan is dat internationale modeontwerpers niet meer per se naar Parijs hoeven om hun collectie aan te bieden. De elektronische weg biedt uitkomst. Ook de fashionshow – bijna elke grote stad heeft er tegenwoordig wel een – is een vorm van ‘globalisering’ van de mode.

Lokale identiteit

Manish Arora 2005.
Manish Arora 2005.

Ondanks het gegeven dat alle werelddelen met elkaar in contact staan en er veel uitwisseling is, betekent dit geen uniformiteit in de mode, zo probeert het andere deel van titel uit te leggen. Veel ontwerpers blijken zich juist bezig te houden met eigen culturele tradities en benadrukken hun culturele achtergrond.

Één van de mooiste zalen van de tentoonstelling gaat over ontwerpers die juist hun culterele achtergrond gebruiken in hun design. De zaal is donker en er hangen verschillende dunne, donkere doeken waartegen de kleding is opgehangen. Op grote, witte ballen staan de namen van internationale buitenlandse ontwerpers. Zo zijn er ontwerpen te zien van Comme des Garcons – tegenwoordig niet meer weg te denken uit de modewereld – en Hussein Chalayan – dit jaar geëerd met een overzichtstentoonstelling in het Groninger Museum. Ook opvallend in deze zaal zijn de jurken van Sophia Kokosalaki, een Griekse ontwerper. In de rimpelingen in de jurk zijn kleine golfjes van de zee en draperieën zoals die van klassieke Griekse toga’s te herkennen.

Klonen en mode

Een ruimte die misschien ietwat uit de toon valt, is die gewijd aan het project The Red Dress: Too much of the same van kunstenaarsduo Elma van Imhoff en Saskia van Santen Kolff. De twee kunstenaars hebben een patroon gemaakt van een cocktailjurk uit 1954, volgens hen ‘de moeder aller jurken’ en het naar bevriende kunstenaars, vrienden, familie et cetera gestuurd met de vraag of ze van dit patroon een rode jurk wilden maken. In de rode ruimte hangen verschillende variaties op de Red Dress. Een leuk project met interessante uitkomsten, maar de aansluiting op de rest van de tentoonstelling is matig.

Te veel, te verschillend?

John Galliano, a/w 2004/2005. Foto: Patrice Stable.
John Galliano, a/w 2004/2005. Foto: Patrice Stable.

De expositie wordt gekenmerkt door diversiteit. Naast de jurken die rechtstreeks van de catwalk lijken te komen, wordt ook het werk Terugkeer (1992-1995, 1997) van Roy Villevoye getoond. Dat bestaat onder meer uit ‘kapotte’ t-shirts. Terugkeer geeft een interessante kijk op mode en toont tevens hoe Papoea’s in Indonesië hun t-shirts bewerken. Het vormt een groot contrast met de andere werken, ook omdat Villevoye vanuit een bijna antropologisch gezichtspunt over zijn reizen vertelt.

De verschillende uitgangspunten zouden de tentoonstelling rommelig kunnen maken. In de kleine expositie worden zes verschillende invalshoeken kort belicht, waardoor de toeschouwer van het ene in het andere gezichtspunt ‘valt’, of bepaalde tentoongestelde ontwerpen niet helemaal kan plaatsen. Aan de andere kant is het thema erg actueel en zijn de ontwerpen op een interessante manier belicht. Het leukste blijft toch het dwalen tussen die mooie stoffen en ontwerpen.

Film / Films

Het meisjes-van-dertien-syndroom

recensie: Johan

Als Johan geboren wordt, heeft vader Dros (Huub Stapel) alleen oog voor de voetbalwedstrijd op televisie. Zelfs als zijn vrouw jaren later naast hem sterft op de bank, kan hij zijn ogen met moeite van het scherm afrukken. Het klinkt horkerig, maar op een vreemde manier past het prima in de jeugdboekenromantiek waar Johan bol van staat.

Het fanatisme van vader moet wel ver gaan, want eigenlijk is Johan een sprookje. Johan (Michiel Huisman) is voor zijn vader ‘de kroon op zijn werk’. Na zijn tien broers maakt hij vaders elftalgezin compleet. Helaas houdt Johan meer van Franse chansons en zijn buurmeisje Evy (Caro Lenssen) dan van een nieuw paar kicksen. Terwijl de ene na de andere broer gescout wordt voor een topclub. Dit alles speelt zich grotendeels af op Texel, dat op zijn állerpittoreskst naar voren komt. Het gezin woont in een klein huisje naast de vuurtoren, elf shirtjes wapperen van klein naar groot aan de waslijn, moeder zingt bij het koken en de jongens slapen – ook al zijn ze volwassen – in stapelbedden.

Spot

~

Net als sprookjes heeft de film een boodschap over de moeilijke relatie tussen vader en zoon, en tussen broers onderling, maar zwaar wordt het nooit. Veel wordt gerelativeerd door milde spot, vooral gericht tegen de wereld van de profvoetballer. Als het slecht gaat met vader, staat de veerboot naar Texel vol met overdreven grote auto’s, het liefst ook met open dak. Evy verandert door haar relatie met Johans broer Johnny (Johnny de Mol), inmiddels stervoetballer van Ajax, opeens in een voetbalvrouw met veel blingbling en witte broeken.

Ode

Johan heeft tijdens het Nederlands Film Festival niet eens een nominatie binnengehaald voor een Gouden Kalf. Het is wel te verklaren: veel dingen kloppen nèt niet aan de film. Het scenario begint heel sterk, maar het duurt allemaal iets te lang en het schiet aan het einde door in absurde plotwendingen. Karakters met wie je mee zou moeten leven, blijken helemaal niet zo sympathiek. Bovendien komt steeds vaker de dwingende vraag naar boven voor wie al deze vrolijkheid toch bedoeld is. Het is een vreemdsoortige combinatie van voetbal-, muziek-, coming-of-agefilm en romantische komedie. Ook heeft de film last van het meisjes-van-dertien-syndroom: het is te kinderlijk en te volwassen tegelijk. Al met al doet het niets af aan het gevoel dat Johan, vooral aan het begin, een vermakelijke film is. Een ode aan jeugddromen, aan de periode dat je dacht profvoetballer te worden, te trouwen met het buurmeisje en het strand altijd dichtbij was om even uit te waaien.

Film / Films

30 jaar Jaws

recensie: Alles wat je wil weten over een jarige haai

De meest beroemde en beruchte haai ter wereld is jarig. Het is precies dertig jaar geleden dat Jaws voor het eerst zijn kaken zette in menig badgast en in de filmindustrie, die met Jaws zijn eerste zomer-blockbuster kende. ‘Bruce’, liefkozend vernoemd naar de advocaat van regisseur Steven Spielberg, viert zijn verjaardag met een speciale 2-disc dvd editie, met meer dan drie uur aan bonusmateriaal.

~

Het is bijna onmogelijk om Jaws niet te kennen, maar voor diegene die de afgelopen dertig jaar onder water heeft geleefd, het verhaal: een reusachtige witte haai heeft van de zee rond het idyllische badplaatsje Amity Island zijn thuis gemaakt. Niet alleen jaagt hij de inwoners de stuipen op het lijf met zijn verschijning, hij eet er ook graag een paar als tussendoortje. Een drietal mannen, politiechef Brody (Roy Scheider), haai-expert Hooper (Richard Dreyfuss) en stoere man Quint (Robert Shaw) gaat er op uit om het bakbeest te doden.

Outtakes

De drie uur aan bonusmateriaal van de verjaardagsdvd bestaat uit erg fijne extra’s, maar ook uit bijvoegsels die weinig tot niets zeggen. De outtakes, op de meeste dvd’s hilarische bloopers, zijn maar een paar shots van een haperend pistool waar niemand om lacht. Ook de deleted scenes zijn niet bijster interessant. Deze scènes geven vooral meer inzicht in het dagelijkse leven van de drie hoofdrolspelers, maar het is duidelijk waarom ze de film niet hebben gehaald. Niemand zit te wachten op een saai gesprekje tussen Brody en zijn vrouw.

Documentaire

~

Gelukkig maakt de documentaire A look inside Jaws, zulke zaken meer dan goed. Hier is de meeste tijd van de extra’s in gaan zitten; dit kijkje achter de schermen duurt zelfs langer dan de film zelf. Vrijwel iedereen die in 1974 ook maar iets met de film te maken had, is opgetrommeld om er op een erg enthousiaste en boeiende manier over te vertellen. Uiteraard ontbreekt Spielberg niet, maar ook auteur van het boek (Jaws is een boekverfilming) Peter Benchley mag zijn zegje doen. Er wordt verteld hoe lastig het was om een film op zee te schieten, over de casting, de muziek (iedereen kent het Jaws-deuntje), de haaien en eigenlijk over al het denkbare.

Aandoenlijk

Verder staat er nog een lekkere retrodocumentaire op, geschoten door een aantal Britten tijdens het filmen. Een piepjonge Spielberg wordt geïnterviewd en vertelt over zijn vorige films en vergelijkt ze met Jaws. Het is haast aandoenlijk om naar deze jongeman te kijken. Daarnaast is er nog een virtuele haai te vinden op de bonusdisc, met allerlei nuttige feiten over de witte haai. Zo kan een haai bijvoorbeeld wel honderd jaar worden. De dvd wordt afgesloten door een storyboard-vergelijking.

Dankzij de prachtige lange documentaire is deze verjaardagseditie gered. Al het andere materiaal is leuk, maar niet noemenswaardig. Vreemd genoeg ontbreekt ook elk spoor van een audiocommentaar, iets wat zeker op zo’n speciale editie meer dan welkom was geweest.

Muziek / Concert

Beauty ain’t all that…

recensie: The Beautiful Girls en I2B1

Het was een waar feest, afgelopen maandag in de Amsterdamse Bitterzoet. Een schoolfeest, wel te verstaan. De Australische band The Beautiful Girls presenteerde er de plaat Learn Yourself, maar het publiek kwam grotendeels voor voorprogramma I2B1. Het doorgaans strakke toelatingsbeleid van Bitterzoet (onder de 21 jaar geen toegang) was voor de avond ook maar losgelaten. I2B1 nam alle klasgenoten mee, en dat was maar goed ook: anders was de zaal wel erg leeg geweest.

~

In eigen land timmeren The Beautiful Girls effectief aan de weg; afgelopen juli kwam in Australië al weer de derde langspeler van het gezelschap uit. Learn Yourself, het voor ons Europeanen als debuut dienstdoende lokkertje, was in 2003 de tweede volwaardige plaat van de band. De tijd tussen Learn Yourself en opvolger We’re already gone is vooral benut om buiten het eiland te spelen. Japan en de Verenigde Staten werden herhaaldelijk aangedaan, maar de echte doorbraak lijkt buiten Australië niet in het verschiet te liggen. In Bitterzoet bleek de band over weinig overtuigingskracht te beschikken.

Van alles wat

De aftrap van de avond was voor I2B1. Een trotse vader filmde en fotografeerde zijn zingende zoon, hip gestijlde jongens waagden zo nu en dan een voorzichtige pogo en iets verder naar achteren wiegden de meisjes met de heupen. Zij vermaakten zich prima, maar voor wie de drie jongens op het podium niet kende was dit wij-willen-niet-in-eenhokje-gepropt-worden-en-daarom-gooien-we-alle-stijlen-lekker-door-elkaar voorprogramma absoluut niet de moeite waard. De band wisselt reggae-loopjes af met ‘gevoelige’ singer/songwriter fragmenten en wilde rock. En dat alles gebeurt om volstrekt onduidelijke redenen binnen één nummer. Leuk voor de jochies dat ze er mogen staan, maar het niveau deed al vrezen voor het vervolg van de avond.

Niemendalletjes

En inderdaad viel The Beautiful Girls ook tegen. Wie was afgekomen op de flyer die repte over een ontmoeting tussen Beach Boys en Johnny Cash (en dat was ik), kwam bedrogen uit. Een enkele keer klonk er vluchtig een country-achtig deuntje, en de zanger en bassist zongen per ongeluk twee regeltjes tegelijkertijd, maar samenzang, ingenieuze composities, eerlijke teksten en overtuigende optredens – niets van dat alles was er in Bitterzoet. The Beautiful Girls maakt vooral rustige liedjes, die muzikaal de basis vinden in reggae en roots-achtige muziek, maar die verder erg onbeduidend zijn. Het leidt, zeker in het begin van de set, tot een wat lustloos optreden gevuld met niemendalletjes. Richting het einde van de avond leek de band zichzelf te (her)vinden. De nummers werden steviger, minder flodderig, maar de noodzaak bleef te zoeken.

Wat er overbleef was het schoolfeest, waarbij voor alles werd gejuicht en geklapt. En er waren zowaar nog een paar echte fans, inclusief Australische vlag, op de presentatie afgekomen. Maar afgaande op dit optreden zal de band ook Europa niet veroveren.

Theater / Achtergrond
special: Hapjes in het Rozentheater

Blaffende honden bijten niet

.

Voor het wisselende programma van de nieuwe avonden heeft het Rozentheater de hulp ingeroepen van Oscar Kocken. De schrijver/columnist is onlangs afgestudeerd als Theaterwetenschapper aan de Universiteit van Utrecht. Hij is onder andere bekend van zijn columns voor Theatermaker en voert de redactie van Spunk. Door zijn innovatieve benadering moeten de avonden spraakmakend worden.

Informele avond met luxe bites

~

Met de programmering richt het Rozentheater zich al jaren op jongeren van 15 tot 25 jaar. Maar nu moet dat duidelijker worden, en WOOF! moet daarbij helpen. Marvin: “Met het idee dat het vooral een platform moet zijn voor jonge eigenwijze honden hebben we voor de kreet WOOF! gekozen.” De woensdagavond was in het theater al een studentenavond. WOOF! is een special voor deze doelgroep met als extra voor en na de eigenlijke theatervoorstelling een avonvullend programma: WOOF! is daarmee een informele, stijlvolle, theatrale avond met humor. De definitie van wat theater is, hebben de initiatiefnemers breder getrokken dan alleen toneel. Door het hele pand valt wat te beleven rond de eigenlijke theatervoorstelling van 20.00 uur. De bezoekers zijn vrij om de voorstelling te gaan bekijken of niet. Ze kunnen ook gewoon in het theater rondhangen.

Volgens Marvin staat het Rozentheater er om bekend dat het vaak iets extra presenteert rondom voorstellingen: “Nu is het alleen gestructureerder en gericht op een specifieke doelgroep. Het moet een maandelijkse avond worden met een ‘bite‘.” Deze keer hebben de jonge honden keus uit verschillende tapas. Onbeperkt kunnen ze met een schoteltje langs een tafel schuiven en zelf opscheppen. In het hele programma zitten dergelijke hapklare brokken verwerkt. De theatervoorstelling blijft oppervlakkig en het programma eromheen is vooral gericht op de alledaagse belevingswereld van de twintigers.

~

Mode, muziek en vrijblijvendheid voeren op deze avond de boventoon. Zo kan het publiek bij de deur zijn t-shirt laten pimpen met een roos. Of een van de shirts kopen die de vier meiden van Vezjun ter plekke maken. Ondertussen zorgt phinx achter zijn piano en met een zangeres aan zijn zijde voor de muziek. De zanger/pianist won dit jaar de wedstrijd Mooie Noten. Tegen inlevering van een bon krijgen de bezoekers een niet-alcoholistisch welkomsdrankje bij de bar. Boven de bar wordt een decibellenmeter geprojecteerd die reageert op de het omgevingsgeluid.

Shows en soundscapes

Op het balkon liggen grote kussens voor een paar video-installaties met bekende en onbekende fragmenten film, die voorzien zijn van een andere ‘soundscape’. Zo heeft het bekende fragment van Charlie Chaplin aan het werk achter een lopende band een verassend anders achtergrondgeluid gekregen.

~

Een verdieping hoger staat midden in de kleine zaal de interactieve lasershow van kunstenaar Raymond Deirkauf. Op een klein vierkant staan vijfentwintig laserstralen naast elkaar die reageren op beweging. Onderbreek je met je hand of voet een van de stralen, dan wordt een sample geactiveerd. Door achter elkaar verschillende stralen te onderbreken, hoor je verschillende samples en kan je een eigen nummer componeren.

Blaffende voorstelling

De eigenlijke voorstelling om 20.00 uur is Pact van het trio 19Hz. Na een lang zwijgend intro en een abrupt begin, wil het stuk maar niet op gang komen. De spelers komen elkaar bij toeval tegen, willen elk hun verhaal vertellen, maar zijn tegelijkertijd bang om hun gevoelens te tonen. Deze gegevens komen echter niet tot uiting. Het stuk mist een ‘bite‘, waardoor de mono- en dialogen blijven hangen in geschreeuw zonder er naar een climax wordt toegewerkt. Even abrupt al het stuk begint, eindigt het ook weer. Zijn het pubers die zich willen afzetten van hun omgeving en hun ouders of is het trio zo verveeld dat ze boos zijn op alles en iedereen? Na de voorstelling gaat het programma in het Rozentheater verder met optredens van wereldkampioen kunstfluiten Geert Chantrou en de band ARR. De dj’s van Rednose District sluiten de avond af.

Meer jongeren trekken

~

Door de programmering moet de avond een hangplek zijn voor theaterbeesten en zij die nieuwsgierig zijn naar theater. In de opzet van het creëren van een hangplek zijn de initiatiefnemers geslaagd. Door het hele pand heen hangen de jongeren, op zitkussens, aan de bar of in stoelen. Voor publiek dat maar weinig naar theater gaat, is de avond laagdrempelig en een goede mix van ontspanning en theater.

Het is volgens Marvin opvallend hoe weinig jongeren naar het theater gaan. Uit het onderzoek “Gezocht: jonge theaterbezoekers” (bron: onderzoeksbureau Letty Ranshuysen en Catelien van der Hoeven) uit 2004 blijkt dat mannen tussen de 20 en 25 jaar liever naar cabaret (16%) gaan dan naar een musical (9%) of toneel (6%). Bij de vrouwen van dezelfde leeftijd is dat verschil kleiner: 20% gaat naar musicals, 17% naar cabaret en 16% naar toneel. Op zich is dat te begrijpen, aldus Marvin: “Bij een theatervoorstelling weet je niet altijd van tevoren of je een leuk avondje uit zal hebben. Bij een blockbuster of concert van je favoriete groep weet je dat natuurlijk wat meer.” De initiatiefnemers hopen dat de bezoekers naast de specifieke programmering ervaren dat er nog veel meer gebeurt in het theater. En natuurlijk dat ze nog een keer terugkomen.

De eerstvolgende WOOF! a nite with a bite / ein nache mit einem bisse is op 26 oktober 2005. Voor meer informatie kun je kijken op de site van het Rozentheater.