Boeken / Fictie

Italiaanse klassiekers

recensie: Giovanni Boccaccio - De minnaar in het wijnvat en andere erotische verhalen uit de Decamerone // Giuseppe Tomasi di Lampedusa - De Tijgerkat

Recentelijk gaf uitgeverij Athenaeum- Polak & Van Gennep een aantal veelgelezen Italiaanse meesterwerken opnieuw uit. Gewoon in paperback met een mooie, aansprekende plaat op de voorkant. 8WEEKLY bespreekt twee heruitgaven die de moderne lezer nog zullen aanspreken, al stammen de verhalen uit het Italië van lang vervlogen tijden.

De Decamerone van Boccaccio ontstond rond 1351 en di Lampedusa schreef De Tijgerkat in 1957. Beide boeken behoren tot de hardcore Italiaanse klassiekers. Nu is het predikaat ‘klassieker’ niet per definitie een aanbeveling. Veel gedoodverfde klassiekers hebben immers het probleem dat je er niet doorheen kunt komen. Dat laatste geldt zeker niet voor deze twee Italiaanse meesterwerken. Vanaf de dag dat ze uitkwamen werden ze verslonden. Tot op de dag van vandaag aan toe, want ook voor de moderne lezer valt er veel moois te ontdekken.
Zo zijn de erotische sprookjes uit de Decamerone nog steeds vermakelijk om te lezen, of heel geschikt om voor te lezen aan je geliefde. De Tijgerkat, die in 1963 door Visconti werd verfilmd als het gelijknamige Il Gattopardo en zo een inspiratiebron vormde voor Francis Ford Coppola’s Godfather-trilogie, blijft boeien door zijn prachtige beschrijving van een Siciliaans geslacht dat in verval raakt. De sterfscène van de hoofdpersoon behoort tot de aangrijpendste in de wereldliteratuur.

Giovanni Boccaccio – De minnaar in het wijnvat en andere erotische verhalen uit de Decamerone

~

Tussen 1347 en 1351 werd een kwart van de Europese bevolking weggevaagd door een uitbraak van de pest. Vlak daarna schreef Giovanni Boccaccio zijn Decamerone, waarbij die traumatische gebeurtenis als uitgangspunt diende. Het boek gaat over zeven vrouwen en drie mannen die de pestepidemie ontvluchten door op een landgoed buiten Florence neer te strijken. Om de tijd aangenaam door te komen vertellen ze elkaar verhalen. De titel Decamerone is Italiaans voor ‘boek der tien dagen’, wat precies de periode is dat de jonge mensen daar schuilen. Het werk is een raamvertelling en omvat in totaal honderd verhalen. Boccaccio weet te variëren met de toon van elke verteller en dat levert een beeld op van de verschillende karakters. Ook wordt ongezouten commentaar geleverd op het Italiaanse leven. De verhalen zijn van een rauw realisme; menselijke zwakheden en hartstochten van alle lagen van de Italiaanse bevolking worden er uitgebeeld.

Uitgever Athenaeum-Polak & Van Gennep maakte voor deze heruitgave een selectie van zesentwintig erotische verhalen uit de Decamerone. Ze doen wat kluchtig aan en gaan bijna altijd over overspel. Opvallend vaak is het de vrouw die het initiatief neemt voor een buitenechtelijke escapade. De man wordt daarbij regelmatig op hilarische wijze voor de gek gehouden. Geen wonder dat het boek eeuwenlang verboden is geweest, al hielp dat verbod maar weinig. De exemplaren werden gewoon onder de toonbank verkocht. Echt erotisch in de zin van opwindend zou ik de vertellingen niet willen noemen. Ze zijn vooral grappig. De toon is prettig licht en er worden geen ordinaire schuttingwoorden gebruikt. Eigenlijk zijn het een soort sprookjes, waarbij het de overspeligen door list en bedrog altijd lukt om weg te komen met hun daad. En dat past geheel in de Italiaanse traditie om respect op te brengen voor een goede bedrieger. Heel fout, maar wel leuk.

Giuseppe Tomasi di Lampedusa – De Tijgerkat

G. Tomasi di Lampedusa
G. Tomasi di Lampedusa

Schrijver Tomasi di Lampedusa schreef aan het eind van een leven dat grotendeels gevuld was met reizen en lezen De Tijgerkat (Il Gattopardo in het Italiaans). Zijn roman verscheen in 1958, een jaar na zijn dood. Geen enkele uitgeverij wilde het eerst uitgeven. Toen dat toch gebeurde, werd het boek een absolute bestseller. Het verhaal gaat over de grootvader van di Lampedusa, de prins van Salina. Ten tijde van de Risorgimento in 1860 , als Italië weer een eenheidsstaat wordt en Garibaldi Sicilië verovert op het Koninkrijk der Beide Siciliën, raakt het Siciliaanse adellijke geslacht van de Tijgerkat in verval. De opkomst van de rijke middenklasse gaat ten koste van de positie van de eens zo illustere adel. Gelaten observeert de prins van Salina hoe de tijden veranderen, zonder dat hij er iets tegen kan doen. Tancredi, de jonge pupil van de prins van Salina, weet zich daarentegen prima aan te passen en grijpt zijn kansen. Hij trouwt met een burgermeisje, de steenrijke burgemeestersdochter, en zal hoge posities gaan bekleden in het nieuwe bestel. De prins van Salina rest niets anders dan in eenzame overpeinzingen te verzinken en te wachten op zijn dood. Hij beseft dat hij de laatste echte Tijgerkat zal zijn.

Het sterke punt van de roman is niet zozeer het verhaal an sich, maar de evocerende schrijfstijl. In geuren en kleuren wordt het leven op Sicilië beschreven. Je kunt het verval van de eens zo grootse familie zowat proeven. De herfstachtige sfeer van de hele roman culmineert in de prachtige sterfscène van de prins van Salina. Gelukkig is het boek heel erg mooi vertaald door Anthonie Kee. De zorgvuldig geformuleerde, poëtische zinnen komen daarbij goed tot hun recht.

Boeken

Internetliteratuur voor pubers

recensie: Cleolinda Jones - Movies in Fifteen Minutes

Parodieën zijn doorgaans vervelend. Ondanks dat ze vaak een nobel doel hebben (het laten zien hoe fantasieloos en/of onlogisch bepaalde Grote Verhalen in elkaar steken) worden ze nogal eens op kinderachtige wijze uitgevoerd. Hierbij kan je denken aan flauwe, absurdistische films als Hot Shots of The Naked Gun. ‘Het parodiëren van films is inmiddels een platgetreden pad’, moet Cleolinda Jones gedacht hebben, ‘laat ik me daarom maar aan filmscripts wagen.’ Helaas is het resultaat van deze parodieën even teleurstellend als in bovengenoemde films.

De opzet van Movies in Fifteen Minutes is vrij simpel. Jones presenteert ons tien scripts van beroemde Hollywoodfilms (Braveheart, The Lord of the Rings, Star Wars, Independence Day etc.), alleen dan net even anders dan je ze kent. De beroemde conversaties en gebeurtenissen worden vervangen door grappig bedoelde alternatieve gesprekjes, brutale uitspraken, scheldkanonnades en dan allemaal in een vlot straattaaltje. Slang, zo u wilt. Harry Potter roept ‘What the Fuck!‘ en Gandalf noemt Bilbo ‘Dude!!‘.

~

Welles/nietes

Film na film herhaalt Jones haar trucje: de gebeurtenissen en gesprekken uit grote films in de taal van jeugdige internetters en sms’ers vertellen. Jones acht het ook nodig om, naast dit soort kinderachtige en door iedereen te bedenken aanpassingen, bepaalde karakters regelmatig welles/nietes-discussies van een pagina lang te laten voeren. Neem bijvoorbeeld een willekeurige scène uit Star Wars: Episode II – Attack of the Clones. Zo tegen het einde van de film vallen miljoenen Clones aan, het is een enorm gevecht. Op een gegeven moment is Padme, de love-interest van hoofdrolspeler Anakin, in gevaar. Hier volgt Jones’ versie van de scène:

Anakin: AAHHHHHHHH! MY GIRLFRIEND! I’M STILL A VIRGIN! PUT THE SHIP DOWN
Obi-Wan: NO!
Anakin: YES!
Obi-Wan: NO!
Anakin: YES!
Obi-Wan: NO!
Anakin: YES!
Obi-Wan: NO!
Anakin: YES!
Obi-Wan: NO!
Anakin: FUCK YOU!
Obi-Wan: GO TO YOUR ROOM!

Ja, met dit soort makkelijk te bedenken overdrijvingen en compleet nutteloze herhalingen krijg ik ook nog wel een boek vol. En het gaat maar door en het gaat maar door. Scène na scène, film na film.

“Stereotipo”

~

Is er dan werkelijk helemaal niets goeds te melden over Movies in Fifteen Minutes? Toch wel. Af en toe constateert Jones iets leuks, iets waar je in een film geen aanstoot aan neemt omdat het vloeiend in het verhaal verweven zit maar wanneer dat uitgelicht wordt, toch wel opvallend is. Bijvoorbeeld, het script van Titanic. Jones geeft Fabrizio, de metgezel van Jack (gespeeld door Leonardo Di Caprio), de achternaam “Stereotipo”. Verder zegt Molly Brown, de dikke dame die Jack een pak geeft als hij mag dineren met de chique lui van de eerste klasse: ‘This suit belongs to my son, who is conveniently not on this ship even though his clothes are!‘. Leuke constateringen die spelen met de filmlogica.

Behalve enkele van dit soort kleine momenten van hilariteit heeft Movies in Fifteen Minutes niets te bieden. En het ergste is dat Jones vierhonderd pagina’s meent door te moeten gaan met de ene na de andere film. Halverwege het eerste script snap je het idee wel, bij het derde script wordt het dodelijk saai en zo halverwege het boek begint het razend irritant te worden. Geen variatie, geen fantasie, geen waarde. Internetliteratuur voor pubers zonder fantasie, meer kan ik er niet van maken.

Muziek / Album

Long Way to Manuva

recensie: Lotek Hi-Fi - Mixed Blessings

.

~

Het antwoord is jammer genoeg ‘nee’. Mixed Blessings blijft voor mij toch een samenraapsel van verschillende stromingen, die net in het verkeerde pakketje zijn gegooid. Het album komt niet over als een geheel en dat maakt het beluisteren niet heel makkelijk. Wat niet wil zeggen dat er geen goede nummers op staan. Het materiaal is af en toe namelijk wel degelijk het beluisteren waard.

Reggae

Met de verwachting dat ik een hiphopalbum te horen zou krijgen ging het schijfje mijn cd speler in. Het eerste nummer (Ram Dancehall) heeft een reggaebeat waarop amper gerapt wordt. Geen tegenvaller, want het is een leuk nummer en een goede opener van de cd. Op het tweede nummer wordt een bombastische beat ingezet, waarop te kort wordt gerapt en er af en toe een vervelend hoog vrouwenstemmetje doorheen komt. Op nummer drie van de cd (Blessings) is Hiphop helemaal weggelaten en krijg je een puur reggaenummer voorgeschoteld. En eigenlijk is dit de strekking van het gehele album: de Reggae/Dancehall overheerst de Hiphop toch en de beats zijn soms vervelend om aan te horen, wat vooral komt doordat ze soms gewoon te gecompliceerd zijn. Daardoor wekt het geheel een chaotische indruk en wordt het de luisteraar wederom niet gemakkelijk gemaakt. Ook de stemmen van de mc’s zijn passen soms niet bij de nummers – daarbij missen ze vaak het juiste tempo. Dieptepunten zijn Feel No Way>/span> en What You See, met beats die veel te ingewikkeld zijn en je het op je zenuwen krijgt van al de piepjes.

Triphop

Terwijl het, als je het nummer Slowburn opzet, lijkt alsof je een heel andere cd aan het beluisteren bent. Slowburn is het beste nummer van de cd, met een duistere triphop-beat waarnaast toch het reggae-element behouden wordt. Helaas is dat wel één van de weinige originele nummers, want daarna gaat de cd gewoon verder zoals hij begonnen is, met af en toe een leuk nummer, maar niet meer dan dat. Zwakke beats met teveel klapjes erin, vaak te zeikerige refreintjes die niet bij de rest van het nummer passen en te slome raps waar je moe van wordt.

Roots Manuva

Deze cd wil teveel op het grote broertje Roots Manuva lijken. Dat is niet gelukt en dat heeft deze schijf de das toch om gedaan. Het resultaat is opgefokte Dancehall met een te hoog Sean Paul gehalte. Met uitzondering van twee heel mooie nummers, (Slowburn en Can’t Believe) is deze cd niet veel bijzonders en werkt het vaak op je zenuwen. Wat wel gezegd moet worden, is dat ze soms heel knap een bombastische, duistere reggaesfeer hebben neergezet, iets dat je zelden hoort. Wie weet was het heel anders gegaan als ze dat concept meer hadden uitgebuit, maar nu is deze cd het toch allemaal nèt niet. Het label Hiphop zou ik er niet echt aan willen geven, want ik hoor deze drie mannen nauwelijks echt rappen. Willen ze de volgende keer meer succes boeken, dan moeten ze een totaal andere richting inslaan of beter naar hun voorbeeld luisteren.

Film / Films

Kinderen van de rekening

recensie: Three Rooms of Melancholia

Een bekend gezegde luidt: “De jeugd heeft de toekomst.” Je kunt het nog sterker formuleren: de jeugd ìs de toekomst. In veel films staan kinderen symbool voor de toekomst. Als we de Finse documentairemaakster Pirjo Honkasalo mogen geloven, heeft Tsjetsjenië geen toekomst. In haar aangrijpende documentaire Three Rooms of Melancholia zien we hoe de Tsjetsjeense jeugd de oorlog en etnische onrusten beleeft. Een verhaal met veel ellende en weinig hoop.

~

De documentaire is opgebouwd uit drie delen, Verlangen, Ademen en Herinneringen. In Verlangen volgen we een groep kinderen op een militaire academie. Ze zijn daar door hun alcoholistische ouders achtergelaten of ze hebben geen ouders meer, en ze zien hun verblijf op de academie als mogelijkheid om te overleven. Het regime is streng maar het biedt de kinderen houvast en levensbehoud. Hiervoor moeten ze wel zaken als onschuld, onbevangenheid en speelsheid inleveren, maar in Rusland (en omstreken) heb je het niet altijd voor het kiezen.

Het tweede deel speelt zich af in Grozny, de hoofdstad van Tsjetsjenië. Honkasalo toont een ongekend hard beeld van deze gebroken stad. Bij het journaal zie je de stad wel eens voorbijkomen, maar in Three Rooms of Melancholia zie je het beter: alles is stuk. Letterlijk alles. In Ademen volgen we een medewerker van een kinderopvang. Zij gaat van deur tot deur en vangt weeskinderen op of haalt kinderen weg bij doodzieke ouders. Tijdens een van haar bezoeken zien we hoe een doodzieke moeder verzorgd wordt door haar drie kinderen, waarvan er geen enkele ouder lijkt dan vier. Het is bijna onmogelijk om niet tot tranen geroerd te worden als de kinderen van hun moeder gescheiden worden. Herinneringen is het sluitstuk van de documentaire. Hierin staat een opvangtehuis voor kinderen centraal waar de kinderen opgevoed worden door (en tot?) fanatieke moslims.

Oorlogje spelen

~

In het huidige politieke klimaat (christendom versus islam) zou deze film zich uitermate goed lenen voor een politieke stellingname, maar Honkasalo houdt zich hier verre van. Ze biedt geen uitkomst, ze wijst geen schuldige aan. We zien af en toe flitsen van Russische journaals waarin de gijzeling in het theater in Moskou te zien is. Ze laat alleen zien dat de situatie bedroevend is, of het nu in Rusland, Tsjetsjenië of Ingoesjetië is. En de jeugd is het kind van de rekening. Honkasolo schetst ons een beeld van een verloren generatie, een hele groep kinderen die voor het leven getekend zijn. De kinderen lijken geen enkele emotie te kennen; ze zijn gevoelloos, kapotgeslagen, ontdaan van kinderlijke voorrechten als onschuld en onbevangenheid. De kinderen hebben geen toekomst, zijn geen toekomst. De enige keer dat ze zichzelf een beetje durven laten gaan is wanneer ze oorlogje spelen.

Grauw

Het lijkt overbodig om te zeggen maar de sfeer van Three Rooms of Melancholia is alles behalve vrolijk. Dit is uiteraard vooral het gevolg van het onderwerp, kinderen in metershoge ellende. Er wordt bijna niet gepraat en de beelden zijn donker en somber. Ademen is in zwart-wit geschoten en de andere twee delen niet. Maar ook Verlangen en Herinneringen zijn portretten waarin alles grijs en grauw is; in eerste instantie besef je niet dat deze wel op kleurenfilm geschoten zijn. Een portret zonder kleur, zonder lach en helaas zonder hoop.

Muziek / Album

Flauwigheid op een muzikaal dienblad

recensie: Bloodhound Gang - Hefty fine

.

Deze cd was tot de release van Hefty fine het laatste wapenfeit van het vijftal uit de V.S. Oké, op Lowlands 2004 doken ze even uit het niets op om een halfslaperige Alpha-tent een allerflauwst (maar daarom niet minder vermakelijk) optreden voor te schotelen. Maar feit blijft dat er tussen het tweede en derde album van de Bloodhound Gang zes jaar tijd zit.

Schamen

~

Denk nu niet dat deze zes jaar volkomen nuttig gebruikt zijn, door te werken aan nieuw songmateriaal. Integendeel. Wie het materiaal op Hefty fine hoort, krijgt sterk de indruk dat er nooit langer dan een paar dagen aan de muziek gewerkt kan zijn. Na één luisterbeurt kunnen tracks als Farting with a walkman on, Balls out of Diarrhea runs in the family misschien nog een glimlach op je gezicht toveren, maar daarna begint het amateuristische gepiepel toch echt op de zenuwen te werken. Natuurlijk, enkel een blik op de tracklist zorgt nog altijd voor meer plezier dan het beluisteren van pakweg een volledige Abba cd-box, maar voor het muzikale gedeelte mogen Jimmy Pop & co zich diep gaan schamen.

Dienblad

Waar op Hooray For Boobies de grappen nog in dienst van de muziek stonden, lijkt de muziek nu enkel als dienblad te fungeren voor veel te flauwe grappen. En het verveelde toontje waarop zanger Pop de meest ranzige lyrics uitspuugt kennen we nu ook wel. Resten enkel de non-muzikale intermezzo’s vol kots- en poepgeluiden. Het is maar wat je grappig vindt, maar dit is duidelijk niet mijn ‘cup of poo’ (om het Bloodhound Gang-niveau ook in deze recensie even door te trekken…).

Het lijkt er sterk op dat Bloodhound Gang de royalty’s van de eerste twee albums er eindelijk doorheen gezopen heeft (wat wil je ook, met een fles jenever per optreden). Hefty fine zal, voortgestuwd door de single Foxtrot Uniform Charlie Kilo (F.U.C.K.), het laatje weer moeten vullen. Wie afgaat op het redelijk succesvolle F.U.C.K. zal daartoe misschien nog overgehaald worden ook. Laat je echter niet in de luren leggen door een bouwvakker die in de video in één ruk een banaan achterover drukt. De Bloodhound Gang belazert je namelijk waar je bij staat. Hefty fine is ronduit de belabberdste plaat van het jaar.

Theater / Voorstelling

Beestachtig sprookje is prachtig

recensie: Beauty and the beast (Joop van den Ende Theaterproducties)

.

Terwijl

~

‘Echte schoonheid zit van binnen’ luidt de boodschap die Beauty and the Beast overbrengt. Waarschijnlijk ben je na afloop van de voorstelling niet erg onder de indruk van deze Disneymoraal, maar de voorstelling zelf zal je nog wel even bijblijven. De live muziek van het orkest, de kostuums, het decor en natuurlijk de acteurs: het algehele plaatje van deze voorstelling is prachtig.

Beauty and the Beast is nog tot en met 25 juni 2006 in verschillende theater in Nederland te zien. Klik hier voor een uitgebreide speellijst.

8WEEKLY

Het Nachtpodiumverhaal

Artikel: Deel VIII: Siebe de Boer over technologie en ambacht

In de periode van september tot en met december 2005 werkt 8WEEKLY samen met het VPRO televisieprogramma Nachtpodium. Iedere aflevering maken wij een item waarin we jonge en nieuwe culturele talenten presenteren. Daaraan gekoppeld publiceren we iedere week een achtergrondartikel. In de aflevering van zondagnacht 23 oktober (00:05) heb ik een gesprek met Siebe de Boer.

Deze jonge multimediakunstenaar trekt graag – al dan niet ’s nachts – door steden en industrieterreinen, op zoek naar sporen van de symbiose tussen mens en techniek.

~

Siebe de Boer (1982) studeert momenteel aan het Frank Mohr Instituut in Groningen, waar hij een tweede fase opleiding volgt. Zijn specialiteit: het combineren van 3D computeranimaties met teken- en schilderwerk. Eerder studeerde hij af aan kunstacademie Minerva, met een eindexamenfilm waarin hij de kijker meevoert door een landschap zonder mensen, maar vol met sporen van het menselijk leven in de stad. Zijn reis laat zien hoezeer ons leven met techniek is verweven: we worden meegevoerd langs elektriciteitsmasten, straatverlichting, industrieterreinen, bouwkranen en meer. Het afgelopen jaar is Siebes examenfilm al verschillende keren vertoond. Een aantal weken geleden was de film te zien op de tentoonstelling De intermediale zone die in het kader van een expertmeeting over intermediale reflectie werd georganiseerd. In het deftige Boijmans van Beuningen in Rotterdam werd daar op een klein televisiescherm de film getoond.

Zijn eerste film staat volop in de belangstelling, maar voor Siebe is het tijd voor een nieuwe film. Een film waarin dit keer een fabriek een belangrijke rol speelt. Samen bezochten we voor VPRO’s Nachtpodium een industriegebied, waar we spraken over zijn manier van werken, zijn inspiratiebronnen en zijn fascinatie voor de stad als cyborg.

De suggestie van mensen

Nachtelijke verlaten straten, een industrieterrein zonder mensen; het zijn plekken waar Siebe inspiratie opdoet voor zijn werk: “Het landschap zegt heel veel over ons mensen, hoe we leven. Het zegt soms meer dan de mensen over zichzelf zouden kunnen zeggen. Mijn inspiratie komt vooral uit nachtelijke wandelingen. De lege stad, die de suggestie van mensen bevat, is voor mij veel interessanter dan een stad vol mensen.” De omgeving dient in Siebes films niet als achtergrond, maar speelt de hoofdrol. De gebruikelijke menselijke hoofdrolspelers zijn verbannen, ook omdat hij simpele sentimentaliteit wil vermijden: “Mijn film heeft wel iets zachts door de potloodschetsen. Als ik er mensen in zou laten zien, zou het misschien te sentimenteel worden.”

Fabrieken

~

Voor zijn nieuwe film verdiept Siebe zich in fabrieken: “Ik vind fabrieken ontzettend indrukwekkend. Ze zijn groot, ze zitten vol technologische wonderen en geven de indruk dat de techniek groter is dan jij. Bovendien zijn ze prachtig om te zien. Maar een fabriek staat ook voor veel slechte dingen. Die grauwe rook is schadelijk voor het milieu en de opkomst van de massaproductie betekende niet alleen lange werkdagen onder slechte werkomstandigheden, maar ook het verdwijnen van het ambacht en de overheersing door technologie.”

De belangrijke en soms overheersende rol van techniek in ons bestaan fascineert Siebe. “Soms is de stad als een cyborg: mensen en techniek vormen samen een stedelijk organisme. We zijn nog niet fysiek in een computer ingeplugd, maar figuurlijk zitten we wel aan allerlei computersystemen gekoppeld waar we afhankelijk van zijn. Dat vind ik interessant, maar ook beangstigend.”

Techniek tegenover ambacht

Het ambivalente gevoel dat hij heeft bij moderne techniek vind je ook terug in de manier waarop hij werkt: “Je hebt verschillende nieuwe media kunstenaars die alles uit handen geven en simpel gezegd, de computer het werk laten maken. Ik heb mijn computer ook nodig om mijn films te maken, maar ik wil me niet helemaal overgeven aan de techniek. Daar schrik ik voor terug. Een computerfilm zou te saai worden en te plastic, vind ik. Ik wil juist expressie en authenticiteit in mijn werk terug zien, een eigen handschrift. Door dat eigen handschrift heeft het werk ook een bepaald engagement voor mij. Afstand is niet mogelijk, omdat je letterlijk mijn vingerafdruk ziet en ziet dat ik er mee bezig ben geweest.”

“Het werk begint met de bibliotheek aan beelden die ik tijdens wandelingen in mijn hoofd verzameld heb. Ik ga niet voor een fabriek zitten en deze natekenen, maar ik kijk er naar en bewaar een bepaalde indruk, mijn eigen visie op dat gebouw. Dan ga ik schetsen, zoals je ook begint als je een schilderij gaat maken. Die schetsen komen terug in de gebouwen die ik in een 3D computerprogramma bouw. Vervolgens scan ik stenen in, de lucht of kleuren en ‘plak’ ik deze op het gebouw in de computer. Zo ontstaat mijn visie op de wereld.”

Virtueel schetsboek

Op zijn weblog houdt Siebe een soort dagboek bij, dat behalve uit zijn verhalen over zijn werk ook uit schetsen en tekeningen bestaat. Het is voor hem een belangrijk medium. “Een film maken duurt vaak lang. Door af en toe wat schetsen te plaatsen op de site kun je toch laten zien waar je mee bezig bent en is het minder lastig om aan zo’n lang project te werken. Als de film af is, heb je ook een document waarop je het proces goed kunt volgen. Soms werkt het ook als een ‘ouderwets’ schetsboek waarin je dingen kunt vinden, als je vast zit of even niet weet hoe je verder wilt gaan. Die oude schetsen zijn dan plotseling weer bruikbaar en geven je nieuwe inzichten. Mijn weblog is ook belangrijk om mijn ideeën te concretiseren. Je wordt eigenlijk gedwongen om een idee in woorden of beelden om te zetten, zodat het voor jezelf duidelijk wordt, maar vooral ook voor anderen.”

Boeken / Fictie

Peter Verhelst lezen blijft een uiterst opwindende bezigheid

recensie: Zwerm - geschiedenis van de wereld

Vijf romans verschenen al van de hand van Peter Verhelst. De Vlaamse schrijver glorieert in uiterst beeldend en zintuiglijk geschreven verhalen, die geënt zijn op de tradities van het sprookje en de mythe uit de oudheid.

Als zijn beste werk mag Tongkat, een verhalenbordeel genoemd worden. Het boek over de tragische held Prometheus, die het vuur van de goden stal en die in de fantasie van Verhelst slachtoffer is van een tijdloze wereld, biedt een unieke leeservaring op zich. Daarvoor hoef je niet eens precies te weten waar de auteur in zijn groteske, postmoderne taalspel precies naar toe wil.

~

In zijn laatste roman, Zwerm – geschiedenis van de wereld, dringt die vraag zich echter meer op. Waartoe dient dit boek? In Zwerm wordt namelijk veel meer gerefereerd aan de actualiteit dan ooit eerder gebeurde in Verhelsts werk. De terroristische aanslagen op het New Yorkse World Trade Center, de ontruiming van de Joodse nederzettingen in Palestina, Pim Fortuyn, de oorlog in Rwanda, de oprukkende vogelpest, nog in leven zijnde oud-nazi’s: alles komt in min of meer verbasterde vorm voor in de op hol geslagen 21e eeuw die Verhelst schetst. Een wereld die zich onvermijdelijk in de afgrond zal storten. De dreiging hiervan wordt voelbaar gemaakt doordat Zwerm begint op het duivelse paginanummer 666 en langzaam maar zeker terugloopt tot de climax van pagina 0.

Diabolische houdgreep

Het Kwaad is namelijk aanwezig, en het internet (www = 666) is daar de laatste manifestatie van. Maar ook de alomtegenwoordigheid van zich razendsnel verspreidende ziektes (computervirussen, oorlogsveteranenziektes, de vogelgriep) is een teken dat de Apocalyps aanstaande is. In Zwerm wordt gespeeld met de ook in de wereld buiten het boek aanwezige angst dat er iets afgrijselijks gaat gebeuren. Het nummer Ace of Spades van metal-act Motörhead is de regelmatig in de roman opduikende soundtrack van de diabolische houdgreep waarin onze overbevolkte planeet gehouden wordt.

In plaats van een commentaar op rumoerige tijden te geven, houdt Verhelst zich bezig met de beeldcultuur van de moderne tijd. Een cultuur waarin feit en fictie elkaar zijn gaan overlappen. Doordat elke gebeurtenis meteen verdwijnt in de mallemolen van de media (tv, film, internet, mobiele telefonie) is eeuwig onduidelijk wat de werkelijkheid nu eigenlijk is. Verhelst laat zijn postmoderne thriller door zo’n zwaarwichtige insteek echter niet lamleggen, maar neemt het heel natuurlijk in zijn boek op. Zwerm leest namelijk als een blockbuster. Door de vorm (de verteller laat zijn oog razendsnel als een camera over alles heen scheren en er wordt gebruik gemaakt van parallelle montage), de beschreven scènes (vaak opgebouwd uit filmcliché’s), maar ook door expliciete verwijzingen (“Een stem zegt: ‘Stilte op de set! Camera! Actie!'”, waarna het boek van start gaat).

Pixels

~

“Je zapt en je zapt en de wereld valt steeds sneller in beelden uiteen”, is in dat verband een veelzeggend citaat. Mensen zijn niet langer opgebouwd uit moleculen, maar uit pixels. Tekenend is bijvoorbeeld dat politieke demonstraties niks authentieks hebben, maar hun vorm ontlenen aan beelden die iconen zijn geworden: er worden bloemen in geweerlopen gestoken, iemand verspert met zijn lichaam pontificaal de weg van een Hummer alsof het een tank is op het Plein van de Hemelse Vrede, een man steekt zichzelf in de brand, terwijl hij in de lotushouding zit.

Verschillende personen proberen in het woeden van deze wereld hun hoofd boven water te houden. Abel, een briljant computerprogrammeur; Angel, een oorlogsveteraan die onoverwinnelijk is in zwerversgevechten; Mister V, de doorspeler van Israëlische regeringsgeheimen; Meneer J of H, een handelaar in angst; Pearl, een mysterieuze pianiste; dokter Goldstein, arts en geheim piloot van een gevechtshelikopter; Rimbaud, een maniakale videokunstenaar. Het zijn stuk voor stuk typische Verhelstpersonages: ongrijpbare sprookjesfiguren.

Zwerm trekt je, net als Verhelsts eerdere werken, mee in zijn razende vaart. Verhelst kan dat effect als geen ander bewerkstelligen. De eigenzinnigheid van de schrijver wordt de lezer vol in het gezicht gewreven, daar moet je tegen kunnen. Maar de Vlaming kan proza schrijven dat tegelijk vlot én rijk is. Bovendien gaat hij vormexperimenten aan zoals weinigen dat doen. De machine mag dan een enkele keer haperen, mag dan niet zo vlekkeloos functioneren als in Tongkat, Peter Verhelst lezen blijft een uiterst opwindende bezigheid.

Muziek / Album

Hemelse achtergrondmuziek

recensie: Maria do Céu - CéU

.

Luisterend naar CéU zie je jezelf al helemaal zitten in het Vondelpark, aan het eind van een bloedhete dag in augustus met wat vrienden en een kist rosé op een groot plaid, omringd door het uitheemse gekrijs van halsbandparkieten. Dat zit er dit jaar helaas niet meer in; de timing van deze release (21 september) is in dat opzicht wat ongelukkig.

Eclectisch

~

De nummers op CéU zijn samenhangend, sfeervol en vormen een harmonieus geheel. Het brede akoestische instrumentarium wordt soepel aangevuld met elektronische samples, nergens geforceerd of onlogisch – en nergens gevoelig of meeslepend. De eclectische combinatie van muziekstijlen is in eerste instantie verrassend: naast de basisingrediënten lounge, jazz en samba, horen we acid jazz, afro-beat en fado. Het intro bijvoorbeeld, Vinheta Quebrante, had zó uit de studio van Kruder & Dorfmeister kunnen komen; de achtergrondzang van Malemolência, Roda en Rainha doen denken aan de Afrikaanse interpretaties van Zap Mama uit de jaren negentig en met hetzelfde gemak wordt de traditionele Portugese ‘guitarra’ die we kennen uit de traditionele Portugese fado uit het vet gehaald voor het nummer Valsa Pra Biu Roque. Èchte Fado wordt het echter nergens – bij gebrek aan emotie, wat overigens niet aan de virtuositeit van de ‘violista’ ligt. Ook Concrete Jungle, hartverscheurend uit de mond van Bob Marley, wordt in de zachte handen van Maria do Céu tot aangename achtergrondmuziek: knap maar tweedimensionaal.

Gevaarlijk rondvlinderen

Met deze rijkdom aan stijlen en muzikale mogelijkheden die door het label Harmunia Mundi tot in de hemel geprezen wordt, zou je toch een heel gevarieerde plaat mogen verwachten. Die verwachting wordt door CéU niet waargemaakt. De nummers zitten formulematig in elkaar en de uitvoering is van een hoge muzikale kwaliteit, maar vlak. Céu bewijst met haar debuut dat het rondvlinderen in stijlen gevaren oplevert, namelijk gebrek aan profiel en zelfs oppervlakkigheid. De gepolijste afwerking van de productie past enerzijds goed bij de elektronische, eigentijdse invalshoeken, maar haalt elke emotie uit stijlelementen die oorspronkelijk juist een sterke emotionele lading hebben. Natuurlijk staat het Maria do Céu vrij te interpreteren, maar wanneer je bij het luisteren naar (een verwijzing naar) fado of reggae denkt aan in de zon liggen met een wijntje, is er – in mijn beleving – sprake van verarming. Andere hedendaagse Braziliaanse artiesten die binnen een soortgelijke genre opereren, zoals Marisa Monte, bewijzen overigens dat het ook heel anders kan: uitgesprokener, geëngageerder en met meer ruimte voor experiment.

Terug op aarde

Bij het luisteren naar deze plaat was het meest typerende moment dat de aandacht plotseling als door een magneet werd getrokken door één nummer, dat precies datgene bood dat al een tijdje ontbrak: emotie, lef, een sterk persoonlijk karakter… Bleek dat iTunes toch een nummer van Gal Costa in de CéU-lijst had verstopt. Maria do Céu zet een veelbelovend debuut neer, maar er moet nog veel gebeuren voordat de luisteraar door de beloofde hemelse extase gegrepen wordt.

Ikzelf laat CéU even liggen tot het Vondelpark de paddentrek achter de rug heeft en er weer met wijntjes in de zon gezeten kan worden.

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: Turtles Can Fly // Million Dollar Baby // The Barkleys of Broadway // In your Hands

.

Turtles Can Fly (Lakposhtha hâm parvaz mikonand)

Bahman Gobadhi, 2004 • A-film

~

In Turtles Can Fly laat regisseur Gobadhi ons het leven zien in een vluchtelingenkamp aan de Iraaks-Turkse grens, net aan de vooravond van de Amerikaanse invasie in Irak. Net als in zijn vorige film, A Time for Drunken Horses, worden de hoofdrollen gespeeld door kinderen. In Turtles Can Fly staat ‘Satellite’ centraal, de leider van een groep kinderen. Hij heeft een kleine economie opgezet en alle kinderen helpen hem met het installeren van sattelieten, het onschadelijk maken en verkopen van landmijnen en andere bezigheden. De ellende, pijn, armoe en uitzichtloosheid van de Koerdistaanse kinderen worden zó onverbloemd in beeld gebracht dat je af en toe haast niet naar de film kan kijken en snel je ogen sluit. Dat is juist hetgeen dat de Iraans-Koerdistaanse regisseur Gobadhi voor ogen had: iets laten zien dat je normaal niet te zien krijgt of niet wilt zien. In het interview met Gobadhi dat op de dvd staat zegt hij dat hij met Turtles Can Fly niet zozeer een politiek pamflet wilde maken maar vooral de realiteit wilde laten zien; de werkelijkheid die normaalgesproken voor ons, westerse kijkers, verborgen blijft. Verder bevat de dvd een betoog van J.M. Boivin, directeur van de stichting Handicap National, een stichting die tot doel heeft wereldwijd gehandicapte mensen te ondersteunen. Hij pleit voor een verbod op mijnen en iedereen die Turtles Can Fly gezien heeft, kan het alleen maar met hem eens zijn. (Harrie de Vries)

Million Dollar Baby

Clint Eastwood, 2004 • A-Film

~

Clint Eastwood sleepte maar liefst vier Acadamy Awards binnen met zijn drama over boksschooleigenaar Frankie Dunn, die Maggie, een vrouwelijke boxer, onder zijn hoede neemt. Ondanks dat de film een maatschappelijk gevoelige boodschap over euthanasie bevatte, beloonde de normaalgesproken erg conservatieve Academy Eastwood en hoofdrolspeelster Hilary Swank (de laatste al voor de tweede keer in haar jonge leven). De film is nu uit op dvd en het is er echt een die niet misstaat in je collectie. Het acteerwerk is ijzersterk en de sfeer die Eastwood oproept, zit zo dicht op je huid dat je haast niet meer kan ademen. Op de dvd staan enkele extra’s. Born to Fight is een documentaire over het echte boxen met Swank en de Nederlandse professionele bokser Lucia Rijker (die Swank trainde en zelf een behoorlijke rol in Million Dollar Baby speelt). Verder laat een behind the scenes-item de ontstaansgeschiedenis van de film zien. Ook is er de dag na de Oscaruitreiking een interview gehouden met de drie hoofdrolspelers: Swank, Eastwood en Morgan Freeman. James Lipton, de interviewer, stel de ene onintelligente vraag na de andere maar het trio weet er toch nog een leuk interview van te maken. (Harrie de Vries)

The Barkleys of Broadway

Charles Walter, 1949 • Warner

~

Anno 1949 had niemand gedacht dat het er nog van zou komen: een film met het gouden duo Fred Astaire en Ginger Rogers. Een decennium eerder gingen ze namelijk uit elkaar na jaren samen furore gemaakt te hebben. Aanvankelijk zou Rogers niet in The Barkleys of Broadway te zien zijn, maar Judy Garland (die oorspronkelijk haar rol zou vertolken) besloot niet mee te werken aan de film en dus was de reünie van het succeskoppel daar. Astaire en Rogers spelen Josh en Dina, een succesvol, getrouwd dansduo. Ze hebben een passievolle relatie met hoge pieken en diepe dalen. Op Broadway dansen ze als koppeltje in komisch bedoelde musicals. Wanneer een regisseur van een groot, dramatisch toneelstuk Dina in de zware hoofdrol voor zijn nieuwe toneelstuk wil, lijkt het koppel definitief uit elkaar te gaan. The Barkleys of Broadway is geen wereldschokkend goede film (zeker niet als je het afzet tegen de rest van het oeuvre van Astaire en Rogers) maar de film is verder wel erg vermakelijk. Het verhaal zit vol humoristische momenten, snelle dialogen en Rogers en Astaire zijn enorm goed op elkaar ingespeeld. Ze dansen strak synchroon, zingen er tezamen op los en lijken in sommige scènes haast aan elkaar vergroeid te zijn. Een typische Fred & Ginger feelgood-film die werkt als een glimlachmachine. (Harrie de Vries)

In your Hands (Forbrydelser)

Annette K. Olesen, 2005 • Total Film

~

Uit deze vierendertigste dogmafilm blijkt dat de dogma-methode nog steeds vruchtbaar kan zijn. De Deense regisseur Annete K. Olesen, die eerder het dramatische vehikel Minor Mishaps maakte, maakte met In your Hands een overtuigend drama over de explosieve botsingen tussen een pastor en een gevangene in de vrouwengevangenis. De film gaat over de twee moeders Kate (Trine Dyrholm) en Anna (Ann Eleonora Jørgensen). Kate zit in de gevangenis omdat haar kind door haar schuld is overleden. Door haar drugsgebruik vergat ze het kind, waarbij deze van de dorst omkwam. Als Kate een medegevangene op miraculeuze wijze van de drugs afhelpt, verspreidt het gerucht dat Kate bovennatuurlijke gaven zou bezitten, zich als een lopend vuurtje. In dezelfde vrouwengevangenis is Anna net aangesteld als pastor. Tegen alle verwachtingen in blijkt ze zwanger te zijn. Al gauw wordt er in de gevangenis een emotionele ravage aangericht die zijn weerga niet kent. Anna’s gedrag zorgt ervoor dat het opeens niet langer duidelijk is waarin pastor en gevangene van elkaar verschillen en wie van hen er nu eigenlijk meer schuldig is. De uitstekende acteerprestaties en de rustige manier waarop het geheel in beeld wordt gebracht weten te voorkomen dat deze film uitmondt in emotionele kitsch. (Martijn Boven)