Pessoa, naast schrijver en zakelijk bemiddelaar tevens begenadigd astroloog, had Crowley een jaar eerder geschreven om hem te attenderen op een foutje in diens horoscoop. Gevleid schreef Crowley terug en zocht later contact toen hij even van de aardbodem wilde verdwijnen. Pessoa was zijn leven lang al gefascineerd door het bovennatuurlijke, en was daarbij een groot liefhebber van detectiveverhalen. Geen wonder dat hij zijn hulp toezegde aan de practical joke. Na het incident begon Pessoa zijn occulte interesse ook in de symboliek van zijn gedichten te uiten.
Meervoudig genie
~
Deze gebeurtenis is slechts een klein facet van het derde en laatste deel van de verzamelde brieven van Fernando Pessoa (1888-1935), de nationale dichter van Portugal. Pessoa schreef onder vele verschillende alter ego’s, ‘heteroniemen’, en kende die een eigen stijl, geschiedenis, persoonlijkheid en zelfs horoscoop toe. Zijn voornaamste karakters waren Alberto Caeiro, Ricardo Reis en Alváro de Campos. Na de dood van het meervoudig genie in 1935, aan levercirrose, werd een grote koffer met meer dan 27.000 manuscripten op losse papiertjes gevonden. Pessoa was pas laat begonnen met het ordenen van zijn werk. Naast zijn chronisch uitstelgedrag had hij fobieën voor van alles en nog wat, en bleef hij graag dicht bij huis. Gelukkig kon de melancholische, mensenschuwe dichter zijn vrienden ook schrijven; een belangrijk deel van zijn sociaal leven vond plaats in zijn correspondentie.
Pessoa was bijzonder actief tussen 1921 en 1935, zowel zakelijk als literair; alsof hij zich van de weeromstuit na 1920, het jaar van zijn liaison met Ofélia Queiroz, compleet op zijn werk stortte. Als handelscorrespondent schreef hij talloze brieven als intermediair, en op 44-jarige leeftijd solliciteerde hij voor het eerst op een vacature voor een conservator. Pessoa’s onbeholpen sollicitatiebrief geeft een goed beeld van zijn wereldvreemdheid. Daarnaast was hij in de weer met twee literaire tijdschriften; zijn eigen uitgave Athena, en Presença, een internationaal cultureel podium. Stilaan ontving hij tot zijn verbazing en genoegen meer kritische waardering voor zijn werk. Hij had grootse plannen voor vertalingen van Shakespeare en voor een uitgave van zijn eigen gedichten, genaamd Ficties van het tussenspel, waarin hij uit zou komen voor zijn maskerade.
Censuur
~
Begin vorige eeuw was Portugal het toneel van een opeenvolging van staatsgrepen en machtswisselingen. In 1932 kwam de dictator Salazar aan de macht. Pessoa, een overtuigd antidemocraat, was een aanhanger van het Sebastianisme. Dit geloof in de terugkomst van Dom Sebastião, koning van Portugal (1554-1578), die de Portugese Gouden Eeuw zou terugbrengen door een ‘Vijfde Wereldrijk’ te stichten, was nauw verbonden met de steun aan een autoritair regime. Maar in deze woelige periode kreeg ook Pessoa genoeg van de dictatuur. Een paar keer fulmineerde hij in open brieven tegen de strenge censuur van Salazar waar Pessoa en zijn vrienden het slachtoffer van dreigden te worden. Over andere politieke kwesties is echter maar weinig te bespeuren in zijn brieven.
Legpuzzel
Correspondentie kan zo mooi zijn wanneer het, zoals hier, geschreven is door een taalvirtuoos als Pessoa; spijtig toch dat brieven schrijven zo langzamerhand in onbruik is geraakt. Vooral de brieven waarin Pessoa zijn licht laat schijnen op kunst en zijn dramatisch dichterschap, of waarin hij geweldige sneren uitdeelt zijn groots, en spreken meer tot de verbeelding dan die over zijn zakelijke bezigheden. Toch wreekt het zich dat dit mijn eerste kennismaking is met Pessoa, want als beginpunt is dit boek ontzettend frustrerend. De brieven zijn als stukken van een legpuzzel, maar ik mis een voorbeeld om hem te kunnen leggen. Ook al verhelderen de annotaties en het andere deel van de briefwisseling wat, om de kunstenaar écht te leren kennen moet ik eerst zijn werk lezen, of een biografie.
~
Met alleen het laatste deel van zijn brieven als leidraad ontglipt Pessoa me. Zo rept hij bijvoorbeeld met geen woord over de dood van zijn moeder, wat toch een zeer ingrijpende gebeurtenis was. De enige uitzondering op dit stilzwijgen is een brief die vermoedelijk aan een bevriende psychiater is gericht. Daarin schrijft Pessoa naar aanleiding van haar dood over één van zijn grootste sluimerende angsten: gek worden. In een andere brief aan zijn vriend João Gaspar Simões toont hij zich huiverig voor Freud, mogelijk uit angst voor een heel andere, psychologische, verklaring voor zijn literaire alter ego’s. Voor mensen uit onze moderne tijd, die bekend zijn met de fluïde aard van het internet en de mogelijkheden om je daar te verhullen achter een aangenomen identiteit, zijn die maskers van Fernando Pessoa echter helemaal niet zo vreemd. Misschien is Pessoa gewoon te vroeg geboren. Hij zou zich achter de computer vast thuis hebben gevoeld, want hij zou zijn eigen huis en hoofd nooit hoeven te verlaten. (Hilde Vos)
Boek der rusteloosheid
Vlak na het verschijnen van het sluitstuk van Pessoa’s brieven verschijnt er ook een herziene herdruk van zijn Boek der rusteloosheid. Dit omvangrijke prozawerk wordt doorgaans beschouwd als Pessoa’s magnum opus. Hij werkte er een groot deel van zijn leven aan, maar heeft het nooit kunnen voltooien. Het boek schaart zich daarmee in de groeiende lijst onvoltooide meesterwerken die hun kracht juist ontlenen aan het onvoltooide karakter ervan. Uiteindelijk is het Boek der rusteloosheid niets anders dan een grote verzameling losjes met elkaar verbonden fragmenten. Hoewel niet al die fragmenten van hetzelfde hoge niveau zijn, zitten er zoveel bijkans briljante stukken tussen dat de mindere gedeelten nauwelijks opvallen.
Het Boek der rusteloosheid is geen boek dat je in een ruk uitleest, maar waaruit je voortdurend korte fragmenten blijft lezen. Het boek ontvouwt zich als een droom vol indrukken, ideeën, beelden, gedachten en vondsten. Het is een droom die doet dromen, die de aanleiding is tot steeds weer nieuwe gedachten die je zonder dit boek nooit zou hebben gehad. Pessoa schreef het onder het heteroniem Bernardo Soares, hulpboekhouder te Lissabon. Hij schrijft hierover:
Mijn semi-heteroniem Bernardo Soares, dat overigens in veel opzichten lijkt op Álvaro de Campos, verschijnt telkens als ik moe of slaperig ben, zodat mijn denkvermogen en mijn remmingen wat zijn afgenomen: dat proza is een voortdurende mijmering.
Deze ‘voortdurende mijmering’ is een uitputtende, maar verrijkende dwaaltocht door de geest van een van de meest originele schrijvers die Portugal ooit heeft voortgebracht. (Martijn Boven)
Fernando Pessoa (vertaling: August Willemsen) • Brieven (1921-1935) • Uitgever: De Arbeiderspers • Prijs: € 29.95 • 456 bladzijden • ISBN: 90-295-6293-0
Fernando Pessoa (vertaling: Harrie Lemmens) • Boek der rusteloosheid • Uitgever: De Arbeiderspers • Prijs: € 31,50 • 648 bladzijden • ISBN: 90-295-6313-3
Een curieuze mislukking
Voor een debuterend acteur als Justin Timberlake -die nog serieus genomen wil worden ook- was het verstandiger geweest een ander script uit te kiezen. Weinig films zijn zo voorspelbaar als het popster-vehikel Edison. Ook acteerkanonnen Morgan Freeman en Kevin Spacey kunnen dit niet goed maken.
~
Carte blanche
LL Cool J speelt een agent met wroeging. Hij is getuige van de overduidelijke misstanden in de elite politie-eenheid FRAT (First Response & Tactical), waar hij deel van uitmaakt. De eenheid maakt misbruik van haar macht en leidt de fictieve stad Edison op een fascistische manier te gronde. Een fanatieke reporter (Timberlake) komt achter de vieze praktijken van FRAT en probeert samen met zijn superintelligente hoofdredacteur (Freeman) en een overijverige inspecteur (Spacey) de schuldigen te laten boeten. Dat is natuurlijk moeilijk in een staat waar een gevaarlijke politie-eenheid carte blanche heeft.
Zucht
~
Lachspieren
Edison is een curieuze mislukking geworden, waarbij vooral het serieuze geneuzel van Freeman en Spacey de wenkbrauwen doet optrekken, bijna meer nog dan het belabberde acteerwerk van Timberlake. Tijdens de serieus bedoelde scène waarin Spacey aan Freeman in een halve minuut uiteenzet hoe Edison, vanwege verschillende werkelijk al te vergezochte redenen, in een fascistische staat is veranderd, is het moeilijk niet te lachen. Er wordt daarbij door de twee heren zo overtuigend geacteerd dat het niet meer overtuigend is.
Edison
Regie: David J. BurkeJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Soepel schakelen tussen rock en dance
.
Kijk, dat is weer eens wat anders: een dvd als debuutalbum! Toen het Rotterdamse electropopduo Drillem twee jaar geleden de Grote Prijs van
Nederland won, wist ze zich eigenlijk geen raad met het geldbedrag dat bestemd was voor studio-opnamen. Drillem, bestaande uit zangeres/bassiste Arjo Klingens en ‘beatmaker/visual artist’ Jan van der Ban alias Jillem, gebruikt immers de laptop en de keukentafel als studio en heeft geen dure
mengtafel of andere foefjes nodig.
Toen Klingens vervolgens opperde om rockversies van hun electronummers te maken en deze te verfilmen, stond de dvd ineens in de steigers. Als je weet dat het tweetal allebei in de grafische vormgeving werkzaam is en dat visuals vanaf het begin een grote rol hebben gespeeld bij Drillem is een dvd eigenlijk de enige juiste keuze.
Fillem dus. Of eigenlijk twee films, want het duo kwam op het briljante idee de ‘angle’-knop van de dvd-speler te gebruiken. Daarmee kun je als kijker kiezen uit verschillende camerastandpunten; een foefje dat normaliter zelden gebruikt wordt. Maar wel door Drillem, dat met deze mogelijkheid twee verschillende videoclips bij ieder nummer presenteert. Je kunt kiezen uit een groezelige, op Super 8 film gedraaide zwart-wit presentatie van de rocksessies in de Wisseloordstudio’s of gaan
voor de gestileerde en kleurrijke studioanimaties van Jillem, die ook tijdens hun liveconcerten gebruikt worden.
Keuzes
Ook op het muzikale vlak biedt Drillem twee keuzes: Beatem en Rockem. Rockem
is meer Klingen’s kopje thee (‘Her Side’), terwijl Beatem (‘His Side’) uit de doosjes van Jillem komt. Beatem laat de groep horen zoals we ze al van de podia kennen: straffe electro die af en toe aan Peaches doet denken, gemaakt van samples en gelardeerd met drilboor en föhn-geluiden.
Twee attributen waarmee Drillem de afgelopen jaren furore maakte tijdens hun liveconcerten.
Rockem biedt alternatieve versies van die nummers met ronkende basgitaar en (soms) furieuze drums, zonder opsmuk of postproductie. Het lijkt wel alsof je naar een soundcheck van LCD Soundsystem kijkt. De ene keer pakt de rockversie beter uit, de andere keer bevallen de beats beter. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het nummer Whomb, dat in de Rockem-uitvoering wel erg rommelig klinkt. Terwijl Scream in die uitvoering uitpakt als een lief liedje à la Fay Lovsky, maar in de dansversie vooral gejaagd en gemeen is.
Interactie
Beeld en geluid zijn knap gesynchroniseerd op deze dvd. Als je met de ‘angle’-knop schakelt, blijft de muziek gewoon in de pas lopen. Jammer is wel dat je terug moet keren naar het hoofdmenu als je ook muzikaal wil schakelen. Wie nu al moe wordt van al dat interactieve gedoe kan er voor kiezen de gewone cd op te zetten, die ook wordt meegeleverd op dit strak vormgegeven kunstproject. Want dat is het: muzikale kunst zonder pretenties.
Drillem
Album: FillemMisschien ook iets voor u
Perfecte timing
“Wat is het verschil tussen de staat Californië en de Titanic?” Iedereen op de bijeenkomst houdt zijn adem in, denkt misschien even over een antwoord na, maar niemand reageert. “Toen de Titanic verging, waren de lichten in ieder geval aan.” De zaal buldert van het lachen.
~
Kaartenhuis
Enron: The Smartest Guys in the Room is een absolute eyeopener. Het is een dramatisch portret van een kaartenhuis dat genadeloos in elkaar stort en iedereen met zich meesleept in zijn val. Maar de documentaire doet meer – veel meer – dan alleen maar registreren. Tot in detail analyseert maker Alex Gibney tactieken die door het management geïntroduceerd werden om de prijzen van de aandelen zo hoog mogelijk te houden. Enron blijkt uiteindelijk een nauwkeurig gedocumenteerde, woestmakende en zelfs spannende verbeelding te zijn van de tragische Icarus-mythe, waarbij Icarus de top van een bedrijf is dat over lijken gaat.
Het begin
~
Boosaardige stiefmoeder
De filmmaker, die zijn documentaire baseert op het boek The Smartest Guys in the Room: The Amazing Rise and Scandalous Fall of Enron van Bethany McClean en Peter Elkind, had voor een totaal andere aanpak kunnen kiezen. Zo had hij de camera meer kunnen richten op de slachtoffers van Enrons speculaties, de leeggeplunderde pensioenfondsen en de 20.000 werklozen. Gelukkig kiest Gibney (die eerder The Trials of Henry Kissinger schreef en produceerde) voor diepgang en analyse, met als gevolg dat het getoonde onrecht veel harder aankomt. Alles klopt aan deze film: de muziekkeuze is relevant, de bronnen overtuigen en de voice-over bewaart een perfecte balans tussen een neutrale en cynische manier van vertellen. Eén opmerking? Misschien dat de psychologische analyse van Skilling wat simpel is.
~
Enron: The Smartest Guys in the Room
Regie: Alex GibneyJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Een breekbare gangster
Hij laat zich ‘Tsotsi’ noemen, wat gangster betekent. Gekleed in een zwart leren jack, jeans en afgetrapte gympies, zien we hem met zijn vrienden in de stoffige straten van Soweto. Ze dobbelen, drinken bier, roepen vunzigheden naar vrouwen, beroven mensen en als het nodig is vermoorden ze hun slachtoffers. Tsotsi en zijn vrienden zijn stoer, door de wol geverfd en gewelddadig. Tsotsi is de onbetwiste leider van de groep.
~
Breekbaar
De 18-jarige Tsotsi is zo’n kind. Hij leeft al vanaf zijn vroege kindertijd op straat en is uitgegroeid tot een harde en gevoelloze jongen. Zijn echte naam houdt hij zelfs voor zijn vrienden verborgen. De film toont een paar dagen uit zijn leven. Wanneer Tsotsi een auto steelt, blijkt er een baby op de achterbank te liggen. Hij neemt het jongetje mee naar huis en probeert voor hem te zorgen.
~
Ingetogen
Tsotsi is een ontroerende film, die op verschillende filmfestivals prijzen in de wacht sleepte. Tsotsi en zijn vrienden zijn dan wel gehard, maar de ontzetting die zich op hun gezichten aftekent als een van hen in de metro een man neersteekt, is ook voor de toeschouwers voelbaar. Ze doen grote mannendingen, terwijl ze eigenlijk nog jochies zijn. De jonge acteurs spelen met veel overtuiging. Soms branieachtig, maar ook ingetogen en ernstig. De vele close-ups van de vaak zwijgende hoofdpersonen zijn indringend. De muziek geeft de film hierbij pit en snelheid. De spanning wordt naar het einde toe opgevoerd doordat de politie Tsotsi steeds dichter op de hielen zit. Kiest hij voor de veilige weg en brengt hij het kind terug, of houdt hij het en neemt hij de benen?
Tsotsi heeft de Oscar voor beste buitenlandse film gewonnen.
Tsotsi
Regie: Gavin HoodJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Ontroerende laatste film
.
.
~
Mooi acteerwerk
De hoofdpersonen in film en boek hebben dezelfde namen en maken ongeveer hetzelfde mee. Giph, het alter ego van Giphart, debuteert als schrijver en wordt verliefd op Samarinde. Lotti, de moeder van Giph en een prachtige rol van actrice Catherine ten Bruggencate, heeft een spierziekte en pleegt euthanasie. Maar waar Giphart oppervlakkige personages neerzet, die de gebeurtenissen rond de dood van Lotti met een zekere distantie (Giph) en hardheid (Samarinde) tegemoet treden, wekt Van de Sande Bakhuyzen zijn hoofdpersonen op subtiele wijze tot leven. Tijn Docter speelt een vertwijfelde Giph, die het verdriet over de ziekte en het naderende einde van zijn moeder niet kan delen met zijn vriendin. Zijn moeder stelt hoge eisen aan haar kinderen. Ze wil geen vreemden in huis, dus Giph en zijn zusje nemen een groot deel van de zorg op zich. Onder luid godverdomme-geroep van zijn moeder helpt hij haar bij de meest intieme handelingen. Hij wast haar en gooit vieze incontinentieluiers weg. Tegelijkertijd mag over de aangekondigde euthanasie vooral niet dramatisch worden gedaan. Mamma is ziek, dus mamma mag alles bepalen. Giph laat het allemaal gelaten over zich heen komen. Hij deinst terug voor de heftigheid van zijn moeder, maar doet wat van hem wordt gevraagd. En de kleine bewegingen in zijn gezicht, zijn gebaren en lichaamstaal, zeggen veel meer dan de gekunstelde spitsvondigheden die Giphart zijn alter ego in de roman laat uitspreken.
~
Liefde
Van de Sande Bakhuyzen heeft een prachtige film gemaakt over ziekte, dood, verdriet en liefde. De liefde tussen moeder en zoon en de onderhuidse spanningen in deze relatie, maar ook de liefde tussen twee geliefden brengt hij veelvormig in beeld. De verliefdheid, een gelukkige twinkeling in Giphs ogen als hij naar Samarinde kijkt nadat zij voor het eerst met elkaar hebben geslapen, de innige omhelzingen en de uiteindelijke verwijdering die langzaam tussen hen ontstaat. Van de Sande Bakhuyzen laat genadeloos zien hoe verdriet mensen uit elkaar kan drijven. Ik omhels je met duizend armen is een waardige laatste film van een van de beste Nederlandse regisseurs van de afgelopen jaren.
Ik omhels je met duizend armen
Regie: Willem van de Sande BakhuyzenJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Pessoa’s maskerade
In 1930 schrok de wereld op van het bericht dat de beruchte, extravagante Engelse magiër Aleister Crowley op reis in Portugal waarschijnlijk zelfmoord had gepleegd. Het leven moe na één van de vele ruzies met zijn vriendin, had hij zich schijnbaar bij de Boca do Inferno van een klif in zee gestort. Tot hij enkele weken later weer opdook op een tentoonstelling in Duitsland. Met hulp van de Portugese dichter Fernando Pessoa had de excentrieke Crowley zijn zelfmoord in scène gezet om zijn scarlett woman een hak te zetten.
Pessoa, naast schrijver en zakelijk bemiddelaar tevens begenadigd astroloog, had Crowley een jaar eerder geschreven om hem te attenderen op een foutje in diens horoscoop. Gevleid schreef Crowley terug en zocht later contact toen hij even van de aardbodem wilde verdwijnen. Pessoa was zijn leven lang al gefascineerd door het bovennatuurlijke, en was daarbij een groot liefhebber van detectiveverhalen. Geen wonder dat hij zijn hulp toezegde aan de practical joke. Na het incident begon Pessoa zijn occulte interesse ook in de symboliek van zijn gedichten te uiten.
Meervoudig genie
~
Pessoa was bijzonder actief tussen 1921 en 1935, zowel zakelijk als literair; alsof hij zich van de weeromstuit na 1920, het jaar van zijn liaison met Ofélia Queiroz, compleet op zijn werk stortte. Als handelscorrespondent schreef hij talloze brieven als intermediair, en op 44-jarige leeftijd solliciteerde hij voor het eerst op een vacature voor een conservator. Pessoa’s onbeholpen sollicitatiebrief geeft een goed beeld van zijn wereldvreemdheid. Daarnaast was hij in de weer met twee literaire tijdschriften; zijn eigen uitgave Athena, en Presença, een internationaal cultureel podium. Stilaan ontving hij tot zijn verbazing en genoegen meer kritische waardering voor zijn werk. Hij had grootse plannen voor vertalingen van Shakespeare en voor een uitgave van zijn eigen gedichten, genaamd Ficties van het tussenspel, waarin hij uit zou komen voor zijn maskerade.
Censuur
~
Legpuzzel
Correspondentie kan zo mooi zijn wanneer het, zoals hier, geschreven is door een taalvirtuoos als Pessoa; spijtig toch dat brieven schrijven zo langzamerhand in onbruik is geraakt. Vooral de brieven waarin Pessoa zijn licht laat schijnen op kunst en zijn dramatisch dichterschap, of waarin hij geweldige sneren uitdeelt zijn groots, en spreken meer tot de verbeelding dan die over zijn zakelijke bezigheden. Toch wreekt het zich dat dit mijn eerste kennismaking is met Pessoa, want als beginpunt is dit boek ontzettend frustrerend. De brieven zijn als stukken van een legpuzzel, maar ik mis een voorbeeld om hem te kunnen leggen. Ook al verhelderen de annotaties en het andere deel van de briefwisseling wat, om de kunstenaar écht te leren kennen moet ik eerst zijn werk lezen, of een biografie.
~
Boek der rusteloosheid
Vlak na het verschijnen van het sluitstuk van Pessoa’s brieven verschijnt er ook een herziene herdruk van zijn Boek der rusteloosheid. Dit omvangrijke prozawerk wordt doorgaans beschouwd als Pessoa’s magnum opus. Hij werkte er een groot deel van zijn leven aan, maar heeft het nooit kunnen voltooien. Het boek schaart zich daarmee in de groeiende lijst onvoltooide meesterwerken die hun kracht juist ontlenen aan het onvoltooide karakter ervan. Uiteindelijk is het Boek der rusteloosheid niets anders dan een grote verzameling losjes met elkaar verbonden fragmenten. Hoewel niet al die fragmenten van hetzelfde hoge niveau zijn, zitten er zoveel bijkans briljante stukken tussen dat de mindere gedeelten nauwelijks opvallen.
Het Boek der rusteloosheid is geen boek dat je in een ruk uitleest, maar waaruit je voortdurend korte fragmenten blijft lezen. Het boek ontvouwt zich als een droom vol indrukken, ideeën, beelden, gedachten en vondsten. Het is een droom die doet dromen, die de aanleiding is tot steeds weer nieuwe gedachten die je zonder dit boek nooit zou hebben gehad. Pessoa schreef het onder het heteroniem Bernardo Soares, hulpboekhouder te Lissabon. Hij schrijft hierover:
Deze ‘voortdurende mijmering’ is een uitputtende, maar verrijkende dwaaltocht door de geest van een van de meest originele schrijvers die Portugal ooit heeft voortgebracht. (Martijn Boven)
Fernando Pessoa (vertaling: August Willemsen) • Brieven (1921-1935) • Uitgever: De Arbeiderspers • Prijs: € 29.95 • 456 bladzijden • ISBN: 90-295-6293-0
Fernando Pessoa (vertaling: Harrie Lemmens) • Boek der rusteloosheid • Uitgever: De Arbeiderspers • Prijs: € 31,50 • 648 bladzijden • ISBN: 90-295-6313-3
Link: Fernando Pessoa
Misschien ook iets voor u
Het geloof in de mannen
Bij Thomas Rap verscheen het debuut van Tatjana van Zanten; het autobiografische relaas van de zoektocht naar een man voor haar onalledaagse moeder. Tussen het opvoeden van haar kinderen en haar werk door duikt ze onder in de wereld van de oudere vrijgezellen en probeert het kaf van het koren te scheiden.
Verlies van vertrouwen
Het verhaal van Een man voor mijn moeder zou in alle opzichten slecht kunnen uitpakken, al was het maar omdat het autobiografisch is, niet heel origineel en oninteressant voor iemand die helemaal niet op zoek is naar een man (al dan niet voor een moeder). Echter, Van Zanten schrijft er bijzonder leuk en vlot over, waardoor het verhaal onmiddellijk boeit en makkelijk ‘wegleest’. We lezen over de ‘Zwarte Zaterdag’ van Tatjana’s moeder, de dag dat alles veranderde: het moment dat haar grote liefde Thomas doodleuk aankondigt verliefd te zijn geworden op een ander. We leven mee als blijkt dat het hem menens is, dat het om een Thaise gaat die hij heeft leren kennen ‘op locatie’. We delen de argwaan omtrent zijn keuze – ik bedoel: kan dat ooit iets worden? – en verliezen samen met Tatjana’s moeder (even) het vertrouwen in alle mannen.
~
De schreden op het vrijgezellenpad beginnen met een buurvrouw die aan komt zetten met een contactadvertentie uit de Volkskrant. Na deze introductie neemt Tatjana de pen ter hand voor haar moeder. Ze reageert op advertenties van veelal ongeschikte mannen, formuleert pakkende zinnen en leeft mee met haar moeder terwijl ze het hele repertoire afwerkt van single mogelijkheden. Van contactadvertenties (“mn (73) zkt lieve vr. tot 35”), tot parenclubs (waar zich veel vrouwen bevinden, al dan niet lesbisch, maar weinig mannen). Van datingbureau’s (“dat is dan 1600 euro alstublieft”) tot vriendelijke voorstellen van mensen in de omgeving (“ik weet misschien nog wel iemand…”).
Al snel blijkt de single wereld voor de 60+ vrouw er een te zijn van grenzenloze teleurstellingen: mannen die alleen maar seks willen, mannen die al jaren geen seks meer kúnnen hebben, mannen die als eerste vragen naar gewicht en lengte (om een indruk te krijgen van het postuur) terwijl ze zelf ‘erg dik en erg kaal’ zijn en mannen die wel leuk zijn maar tientallen reacties krijgen van vrouwen die de helft in leeftijd schelen waarna ze, voorspelbaar genoeg, kiezen voor de weg van de minste weerstand.
Gedachte van een generatie
Tot zo ver is het nog leuk, interessant en grappig: al die rare snuiters, al die gekke dates. De vraag die zich echter langzaam maar zeker gaat opdringen aan de lezer is: “Waarom laat ze zich dit welgevallen? Waarom staakt ze haar zotte zoektocht niet en probeert ze te genieten van haar -volle- , gezonde leven met vriendinnen, hobby’s, kleinkinderen?” Op de helft van het boek, na gek nummer zoveel, begint het danig te kriebelen. De dochter die haar moeder elke dag een paar keer spreekt, het werkelijk niet-aflatende verdriet om die Thomas, de obsessieve zoektocht naar een man (“Ik móet een man, anders hoeft het voor mij niet meer..”). Je zou Tatjana’s moeder eens door elkaar willen schudden en zeggen: “Nu is het genoeg geweest! Accepteer dat het voorbij is! Wees blij dat je het hebt meegemaakt 24 jaar lang! Tijd voor een andere fase! Een man is ook niet het ideaal.” Het doet in ieder geval bar weinig voor de geëmancipeerde geest van de zelfbewuste vrouw: zo’n hoopje mens dat zich niet compleet kan voelen zonder man.
Tatjana zelf lijkt er in ieder geval alleen maar gestrester van te worden: haar huilende moeder, haar eigen verdriet om het verlies van een vaderfiguur, haar kinderen, haar werk. “Have a break, have a Kit-Kat” zou je haar willen aanraden, goed ze houdt van haar moeder, maar haar betrokkenheid gaat wel erg ver. Tatjana lijkt deze gedachte te delen, maar om de een of andere reden praat ze er niet over met haar moeder. Of misschien wil haar moeder het niet horen. Wat haar zo mogelijk nog eigenwijzer maakt.
Moeders sores verergert als ook nog eens haar beste vriendin overlijdt aan kanker en Tatjana nu werkelijk de enige uitlaatklep is. Meer nog dan een verslag van een zoektocht naar een man is dit het verhaal van Tatjana’s moeder die een moeilijke fase in haar leven meemaakt. In die zin staat zij voor alle 60+ vrouwen die worstelen met ouderdom, betekenis en persoonlijk geluk. Zij toont de schrijnende gevolgen van de gedachte van een hele generatie dat een man simpelweg bij het leven hoort. Hopelijk is er inmiddels iets verandert en zoekt deze generatie het geluk meer bij zichzelf in plaats van bij de ander.
Uiteindelijk ontstaat er een voorzichtige tevredenheid in moeders leven als er zich een man aandient waar objectief gezien niet zoveel mis mee is en die het liefste meteen in het huwelijksbootje zou stappen. Hier krijgt Tatjana’s moeder het weer benauwd van. Haar leven alleen blijkt zo gek nog niet. Het is ook nooit goed. Afijn, wie nog een man weet voor Tatjana’s inmiddels door de wol geverfde moeder kan zich op haar website melden. En mocht het niets worden: mijn moeder zoekt ook nog een man (60+), maar heeft de zotte singlewereld al een tijdje geleden de rug toegekeerd na welgeteld twee rare snuiters. “Als het voor me is weggelegd, dan komt het wel.” aldus míjn moeder. Dat lijkt me een veel gezondere instelling.
Prijs: 14,50
Bladzijden: 253
ISBN: 906005606X
Misschien ook iets voor u
Sneeuwwit: alles behalve een zoete smaak in je mond
Kinderen zouden er een trauma aan over kunnen houden; bloed dat vloeit, verraad, seks, dwergen die vervangen zijn door ambtenaren. Bij de titel Sneeuwwit denk je al snel aan het welbekende sprookje, maar deze toneelvoorstelling is gebaseerd op het boek Zwart als inkt van Wim Hofman. Vandaar ook de ondertitel Een inktzwarte opera. Het mag duidelijk zijn dat deze verknipte versie van Sneeuwwitje niet valt onder het kopje zoete familievoorstelling.
~
Rotwijf
Met een naam als Loes Luca in een productie is het makkelijk scoren. Maar kan ze de verwachtingen die het publiek daardoor krijgt ook waarmaken? Het antwoord is ‘ja’. Ze zet een gefrustreerd, egoïstisch rotwijf neer. Een moeder die het niet kan verkroppen dat haar dochter mooier is dan zij. Als een soort Cruella de Vill (uit Disney’s 101 Dalmatiërs) gaat ze tekeer op het podium en weet ze te overtuigen en te verrassen. Haar rol is groot en al na het eerste sterke half uur is duidelijk dat zij bijna in haar eentje zo’n hele voorstelling had kunnen dragen.
~
Grote ogen
Sneeuwwit zelf valt eigenlijk in het niet bij Luca en Kooij.
~
Wat betreft humor is de voorstelling prima in balans. Regelmatig worden er vette knipogen uitgedeeld naar het sprookje Sneeuwwitje (en soms ook naar andere sprookjes), maar nooit wordt het vervelend of vermoeiend. Over het verhaal zijn zo hier en daar wel wat opmerkingen. Zo wordt de actualiteit er misschien wat te veel met de haren bijgesleept. Sneeuwwit belandt namelijk niet in een huisje bij de zeven dwergen, maar komt terecht bij ambtenaren die Sneeuwwit hulp moeten verlenen, maar niet zo goed weten wat ze met haar aanmoeten; niet-functionerende jeugdzorg.
~
Sneeuwwit is nog tot en met 11 mei 2006 in de theaters te zien. Klik hier voor een actuele speellijst.
Sneeuwwit, een inktzwarte opera (Hummelinck Stuurman Theaterproducties)
Artiest: Hummelinck Stuurman TheaterproductiesGezien op zaterdag 04 maart 2006 in Theater de Veste, Delft
Misschien ook iets voor u
Komedie spelen in een kuuroord
In de jacuzzi zijn witte rozenblaadjes gesprenkeld, steriel witte handdoeken liggen klaar op de rand. Tegen de achtergrond staan drie witte wc-hokjes waar de bewoners van dit smetteloze huis beurtelings naar binnen snellen voor hun grote en kleine boodschap. Maar waar in een echt kuuroord rust, regelmaat én reinheid regeren, is hier de chaos altijd nabij. De dienst wordt hier uitgemaakt door een manipulatieve familie van hypochonders en hysterici.
~
Gedoseerde gekheid
Wanneer de tirannieke Argan zijn dochter wil dwingen met de zoon van zijn dokter te trouwen, terwijl ze net hevig verliefd is geraakt op een andere jongeman, is de maat vol voor Toinette. Ze zal haar baas verslaan met zijn eigen middelen; doen alsof. Maar waar de hele familie een ziekte voorwendt, doet Toinette alsof ze dokter is. Kwakzalver of niet, ze laat iedereen de waarheid zien: geluk zit niet in een pil of poedertje. Ze opent de aan aandacht verslaafde Argan de ogen door hem te dwingen de mensen te zien zoals ze werkelijk zijn; zij die hem naar de mond praten om er zelf beter van te worden en zij die handelen uit goedheid.
Door alle aandacht die deze uitvergrote types naar zich toe trekken, zou je haast vergeten hoe dun de verhaallijn is van deze vederlichte zedenschets van Molière uit 1672. En waar zijn poep- en pieshumor in de zeventiende eeuw vast aandeed als ‘scabreus’ wordt het anno nu soms een tikje flauw.
~
Doen alsof
De ster van het stuk is dienstmeid Toinette. Actrice Ria Marks is geestig door er alleen al te staan. De grote vanzelfsprekendheid waarmee ze het gegil van de andere dames in huis langs zich heen laat glijden om vervolgens iedereen met haar doorzichtige trukendoos erin te laten tuinen werkt. Of de nep-snor van haar dokterspersonage die Argan van zijn hypochondrie geneest nu wel of niet blijft plakken; hij gelooft toch in haar omdat hij het graag wil. Misschien is dat wel het geheim van goed komedie spelen; doen alsof in alle openheid.
Ziek is nog te zien t/m 30 april. Zie de site van Huis aan de Amstel voor een volledige speellijst.
Ziek, naar De Ingebeelde Zieke van Molière (Huis aan de Amstel)
Artiest: Huis aan de AmstelGezien op donderdag 02 maart 2006 in Bellevue, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
“Zijn Nederlands is goed”
Het was het nummer Meesterrapper dat mij het eerst deed kennismaken met Grootmeester Jan (GMJ). Het track verscheen op het D.A.C.-album Didactici en werd gekenmerkt door het rauwe stemgeluid van GMJ dat op originele wijze een staaltje braggin’ ’n boastin’ ten gehore bracht: “de meeste rappers zijn gewoon geen meesterrappers”. Nu brengt hij zijn solodebuut uit onder de naam Collaboratorium. Een album dat werkelijk bol staat van de gastartiesten. Zowel op muzikaal gebied als op vocaal gebied wordt Grootmeester Jan (GMJ) bijgestaan door verschillende andere grootheden uit de Nederlandse scene. Volgens sommigen een misgeslagen plank, maar smaken verschillen. Is het overdaad die schaadt, luidt dus de vraag die wij ons stellen.
Aleer een antwoord op die vraag te geven een korte introductie; GMJ is als rapper al sinds ’97 actief en stond samen met de rest van de crew van D.A.C. (De Amersfoortse Coöperatie) aan de wieg van twee fantastische hiphop albums, Didactici (2002) en Professioneel Chillen (2005), nadat hij als lid van Vlieg al twee demo’s op zijn naam had staan. Nu dus tijd voor een soloplaat met een keur aan Nederlandse artiesten.
Losgeslagen Industrie
Vanaf het moment dat Ome Henk de CD inleidt hoor je een evengrote diversiteit aan stijlen voorbijkomen als er gastartiesten meedoen. Toch klinkt het overgrote deel van het album als één geheel. Het zijn eigenlijk alleen de door break-core meester Bong-Ra geproduceerde nummers Bitchness Remix en Ghetto.nl die er wat dat betreft uitspringen. Stevige industriële beats vormen hier de ondertoon, waarover vooral op Bitchness Remix zowel door GMJ als door D.A.C. collega Wudstick lekker stevig heen wordt gerapt. Op Ghetto.nl is het rapper Tim die meedoet – hier domineert echter een schijnbaar op hol geslagen Bong-Ra halverwege de track, waardoor inderdaad de plank lijkt te worden misgeslagen. De overige nummers sluiten ondanks het spectrum van funk tot electro-beats goed op elkaar aan en bieden een goede basis voor de teksten van de Grootmeester.
Op eigen benen
Tekstueel is het album evenzeer variabel, niet alleen door de medewerking van al deze artiesten (er doen onder andere leden van zowel D.A.C. als het Haagse De Derde Kamer mee). Nee, de Grootmeester zelf laat ook behoorlijk wat variatie horen. Zo zijn er de, onderhand bijna obligate, raps tegen de posers binnen de hiphopscene en de platenmaatschappijen. Was ik maar een rapper is hierbij eigenlijk het interessantste nummer, dankzij het in de tracktitel al genoemde perspectief. De remix van het al eerder op Professioneel Chillen verschenen Ik meen het echt is van een heel ander kaliber. Hierin richt GMJ het woord tot zijn door zelfmoord om het leven gekomen broertje. Een ijzersterke en tekstueel erg emotioneel beladen track.
Waar de Grootmeester zijn naam echter nog meer mee waarmaakt zijn tracks als bijvoorbeeld het eveneens eerder op Professioneel Chillen uitgebrachte Denksport, maar ook Muziek Maestro en Werk aan de winkel: korte, vaak zeer kunstig aan elkaar gerapte onderwerpjes. Zo worden in deze tracks respectievelijk sporten, muziekstijlen & beroepen op een sterke manier aan elkaar gekoppeld; “Als ik De Cock was, was ik rechercheur, had ik een baantje als Baantjers fokkin’ regisseur” is een voorbeeld uit het laatste nummer.
Concluderend zou ik dus zeggen dat deze cd absoluut de moeite waard is en GMJ met gemak laat horen op eigen benen te kunnen staan, maar waarom zou je ook niet je vrienden laten meedoen als je de kans hebt. Het zijn tenslotte ook niet de minsten!
En waar vindt je deze in eigen beheer uitgebrachtte CD dan? Je www toch!
Grootmeester Jan
Album: CollaboratoriumMisschien ook iets voor u