Strawinsky als bindmiddel tussen hoge en lage cultuur

Le Sacre Du Printemps, gecomponeerd door Igor Strawinsky, wordt beschouwd als een van de meest meeslepende balletten van de twintigste eeuw. Tegelijk heeft het muziekstuk de naam controversieel en ontoegankelijk te zijn. Opmerkelijk dus dat de Berliner Philharmoniker in 2003 uitgerekend Le Sacre kozen als basis voor een educatief dansproject, waarbij niet minder dan tweehondervijftig onervaren jongeren het podium moesten vullen. In de documentaire Rhythm is it! zijn we deelgenoot van de lastige weg naar de première.
~
Eenzaam
Gelukkig is Rhythm is it! meer dan een simpele registratie geworden. Tussen de dansoefeningen en de orkestrepetities door maken we kennis met de sleutelfiguren uit de documentaire. Zowel dirigent Simon Rattle als Royston Maldoom, de ietwat excentrieke choreograaf die verantwoordelijk is voor de dansers, blijken een eenzame jeugd te hebben gehad. Het waren respectievelijk muziek en dans waardoor ze “ontwaakten” en een levensdoel vonden. Dat gevoel proberen ze over te brengen op de jonge dansers, maar die kunnen de benodigde concentratie niet altijd opbrengen. Van tijd tot tijd nemen de filmmakers enkele jongeren terzijde en vragen naar hun ervaringen.
Boeiend contrast
~
Een ramp is deze uitvoering van Le Sacre zeker niet geworden, met dank aan de inspanningen van de charismatische Maldoom. Het is alleen wel jammer dat de filmmakers zo weinig laten zien van de omvang en het eindresultaat van het project. Slechts een fractie van de tweehonderdvijftig dansers verschijnt in beeld. Dat de jongeren uit maar liefst 25 verschillende landen afkomstig zijn, vertaalt zich nauwelijks naar de film. En het uiteindelijke optreden, waar bijna twee maanden naartoe is geleefd, komt aan het einde een beetje kort aan de orde. Toch blijft het steeds duidelijk hoe bijzonder het contact tussen de ‘hoge’ cultuur van het orkest en de ‘lage’ cultuur van de kansarme jongeren is. Dit, aangevuld met de inspirerende muziek van Strawinsky, maakt Rhythm is it! zeker de moeite waard.
Lees ook het interview met Thomas Grube.