Film / Achtergrond
special: Interview met regisseur Thomas Grube

Een hekel aan het woord ‘genie’

.

~

Hoe vaak krijg je het als cineast voor elkaar dat scholen hun lesprogramma vanwege jouw film aanpassen? Grube maakte het mee. Op een aantal Berlijnse scholen kunnen jongeren nu ook dans als keuzevak nemen, een beslissing die geïnspireerd is op het succesvolle dansproject uit Rhythm is it!. Daarin volgen Grube en de Spaanse regisseur Enrique Sánchez Lanch 250 schoolkinderen die in korte tijd leren dansen en bewegen op Strawinsky’s ballet Le Sacre du Printemps. De film won in Duitsland verschillende prijzen en trok zo’n half miljoen bezoekers. Grube had een dergelijk succes niet verwacht. “Het is een hype geworden. Opeens wordt dans beschouwd als een oplossing voor de problemen waar Duitse leraren mee te maken krijgen. Royston Maldoom, de choreograaf, geeft momenteel lezingen in hele land en is bijna een soort goeroe aan het worden.”

Onzeker

Samen met Simon Rattle, dirigent van de Berliner Philharmoniker, vormde Maldoom de spil van het ambitieuze dansproject dat in 2002 begon. Het idee dat zoveel onervaren kinderen, het merendeel afkomstig uit lagere milieus, na slechts 45 dagen klaar moesten zijn voor het podium, sprak Grube erg aan. “Ik voelde me alleen erg onzeker over de aanpak. Nog nooit had ik een film over muziek gemaakt, ik was geen Fachmann, geen specialist op dat gebied. Daarnaast was ik erg geïmponeerd door de naam en het imago van Rattle. En omdat hij, Maldoom en ik niet wisten wat er komen zou, was er geen script om op terug te vallen.”

De onzekerheid werd weggenomen door in zee te gaan met Sánchez Lanch, een Spaanse filmmaker en operazanger. Grube kijkt met gemengde gevoelens op de samenwerking terug. “Makkelijk was het niet. Ik ben zelf een heel emotioneel persoon, terwijl Enrique meer een intellectueel, rationeel type is. Toch ben ik achteraf tevreden dat we de film met z’n tweeën gemaakt hebben. Bij zo’n groot project zonder duidelijke richtlijn is het prettig om op elkaar terug te kunnen vallen.”

~

Wat Rhythm is it! voor Grube en zijn collega vooral zo groot maakte was de uiteindelijke productie: zo’n tweehonderd uur filmmateriaal. Het tweetal was een jaar kwijt aan de montage. “We wilden een stuk of drie jongeren wat meer in het verhaal betrekken, jongens of meisjes die er op een of andere manier ‘uitsprongen’. Maar Maldoom, die al zijn pupillen als gelijkwaardig beschouwde, wilde niet dat wij vooraf contact zouden maken met de kinderen. Iedereen – wij, de dansers, de begeleiders – moest vanaf hetzelfde punt beginnen. Een consequentie daarvan was dat wij acht kinderen met de camera zijn gaan volgen, puur voor de zekerheid. We wisten niet hoe goed of hoe slecht het uit zou pakken.” Terugkijkend ziet Grube het werken zonder scenario echter niet als een last. “Integendeel. Je kan juist heel vrij te werk gaan. De charismatische Muldoom bijvoorbeeld, die we pas kort voor aanvang van het project leerden kennen, komt in de film goed tot zijn recht. Iets wat bij een vaststaand script niet vanzelfsprekend was geweest.”

Gewone mensen

De opgewekte en ontspannen indruk die Grube maakt, is terug te leiden naar de afronding van zijn film. Niet alleen de twijfel en onzekerheid over de aanpak van het project zijn verdwenen, maar ook die over zijn eigen levensloop en ontwikkeling. “In mijn werkveld krijg ik veel te maken met academici, maar zelf heb ik mijn opleiding nooit afgemaakt. Ik leer liever door te doen, door het zelf uit te vinden: zo heb ik ook mijn eigen bedrijf opgezet. Toch zat ik daar wel mee, vroeg ik me af of ik me niet meer met ‘intellectuele’ dingen bezig moest houden. In die zin zou je Rhythm kunnen zien als een soort compensatie. Maar tijdens het maken ervan kwam ik er achter dat degenen die ik als dragers van de ‘hoge’ cultuur beschouwde, ook maar gewone mensen zijn. Royston Maldoom, Simon Rattle: ze zijn succesvol omdat ze kennis hebben gemaakt met het echte leven. Het zijn geen genieën – wat haat ik dat woord – die uit een ivoren toren naar beneden zijn komen dwarrelen. Sinds deze film weet ik dat ik in mijn carrière de juiste keuzes heb gemaakt.”

~

Die keuzes – het oprichten van filmmaatschappij BoomtownMedia in 1999, het verfilmen van het Sacre-project – hebben inderdaad goed uitgepakt. De eerste Boomtown-documentaire, Warschau-Express, leverde meteen een tv-prijs op. En de goede ervaringen die Grube had met het Berlijns Filharmonisch Orkest waren een aanjager voor zijn nieuwste project, Trip to Asia. Hierin richt hij zich meer op de orkestleden zelf. “De Berliner Philharmoniker, een van de meest prestigieuze orkesten ter wereld, kent vele ego’s. Logisch, want deze muzikanten zijn er aan gewend de besten te zijn. Maar in een orkest moeten ze opereren als een gemeenschap, en tegelijkertijd hun persoonlijke accent bewaren. Het is interessant te zien hoe dat werkt.”

Hoewel het monteren van Trip to Asia al is begonnen, gaan de promotie-activiteiten rond Rhythm is it! gewoon door. De impact van de film heeft Grube enigszins overvallen. “Rhythm is een missie geworden, een deel van mijn leven. Maar de film moet niet allesoverheersend worden. Ik heb nog veel meer te vertellen.”