Tag Archief van: Dans

Theater / Reportage
special: Julidans 2018

No Rules

Julidans is het International Festival for Contemporary Dance dat al jaren in de periode na het Holland Festival en voor de zomersluiting een aantal theaters in Amsterdam doet zinderen. Elk jaar is er een speciaal thema, dit jaar is dat ‘No Rules’. Emilia Nova doet voor 8WEEKLY verslag van drie voorstellingen.

21 pornographies – Mette Ingvartsen/Great Investment

Als op ongeveer een derde van de voorstelling Mette Ingvartsen, choreograaf en danser, het publiek uitnodigt onder de stoel te kijken omdat daar een stukje chocola ligt, wacht ik met dat op te eten. We hebben net een aantal versies van poepsex mogen aanhoren en ik ben erg opgelucht dat ik een lege maag heb.

De solovoorstelling 21 pornographies is de laatste voorstelling in een serie waarin Ingvartsen de rol van seksualiteit in onze maatschappij onderzoekt. Een drietal tl-buizen van verschillende lengte vormen, liggend op de grond, een brede trap. Een stem (die van Ingvartsen) vertelt ons dat we ons een groot huis moeten voorstellen met een fraai interieur. Het doet denken aan verhalende pornografie, zoals die van Marquis de Sade. Aanvankelijk ben ik geamuseerd door de manier waarop ze ons geconcentreerd laat kijken naar iets dat er niet is. Maar als ze de in het huis aanwezigen gaat beschrijven, machtige mannen en tieners, is dat geamuseerde gevoel voorbij. Het is haar belangrijkste punt: pornografie gaat vaak gepaard met geweld, wreedheid, pijn en macht. Ook met spanning en plezier overigens, maar vanavond komt dat niet aan bod.

Ze begint haar voorstelling volledig gekleed, maar is al snel naakt en blijft dat de rest van de voorstelling op een volkomen onbevangen manier volhouden. Ook bij het applaus trekt ze niet, zoals de meeste performers, snel iets aan. Het is een mooi contrast, die vrijheid en daarnaast de vaak afstotende porno die ze ons al bewegend en vooral verhalend voorschotelt. Soms is ze heel grappig, bijvoorbeeld wanneer een paar toeschouwers de zaal verlaten en daarbij de deur dichtslaan.

Aanvankelijk is de voorstelling een ver van mijn bed show: kijk nou eens hoe ziek mensen kunnen zijn. Langzamerhand verandert dat als ze laat zien hoe meisjes gedwongen worden zich op een bepaalde manier te bewegen voor een pornofilm of als ze het heeft over seks met dode mensen of militairen in oorlogssituaties die op doodgeschoten vijanden plassen. Dingen die we weliswaar schokkend vinden maar waar niemand verontwaardigde foto’s van op Facebook plaatst zoals bijvoorbeeld wel gebeurt als idioten poseren met door hen doodgeschoten wilde dieren.

Als Ingvartsen tot slot met een zwarte zak over haar hoofd en een tl-buis in haar handen rondspint doet dat me niet alleen denken aan de foto’s van Abu Ghraib, maar ook dat deze voorstelling ons vraagt naar onszelf te kijken. Niet vanuit een moralistisch oogpunt, verre van, maar op een eerlijke onderzoekende manier. Wat windt óns op? En wat staan wij toe dat er gebeurt? Met onszelf en met anderen?

Dark Field Analysis – Jefta van Dinther

Pas helemaal aan het eind van het stuk, als de ene man boven op de schouders van de andere man klimt, vraag ik mij af: wat doen ze eigenlijk in deze ruimte? Zitten ze gevangen? Zijn ze door wat ze net hebben gedaan uit een verlammende depressie geraakt en kijkt de bovenste man of er een ontsnappingsmogelijkheid is? Dan heb ik al bijna een uur naar Dark Field Analysis zitten kijken.

Twee jaar geleden was ik erg onder de indruk van Jefta van Dinthers Protagonist. Dat heb ik niet onmiddellijk bij dit stuk. In Studio 1 van de Stadsschouwburg Amsterdam zitten we op vier tribunes rond twee naakte mannen die op een kleed in het midden van de ruimte zitten. Boven hen hangt een rechthoekig lichtornament, bestaande uit witte tl-buizen, ontworpen door Minna Tiikkainen. Het werk van Tiikainen is op meerdere plekken te zien tijdens Julidans 2018. Niet alleen heeft ze het lichtbeeld van 21 pornographies ontworpen, drie installaties waaraan ze eveneens heeft meegewerkt staan her en der door het gebouw verspreid.

Behalve de lichtrechthoek zijn er ook rode en groene lampen die mooie tekeningen op de mannen schilderen. Ze praten met elkaar op een monotone, door de versterking metalig klinkende manier. Iemand zegt iets en de ander antwoordt vijf minuten later. Zij maken bewegingen met hun handen, wat daar mee bedoeld wordt is mij niet duidelijk. Dat is natuurlijk vaak bij dans, je moet je eigen verhaal maken, maar deze mannen interesseren me niet echt, ik vind het zelfs moeilijk om wakker te blijven.

Later wordt alleen het rode licht gebruikt en zitten we in het halfdonker te kijken naar indrukwekkende beelden. Eén van de twee staat lange tijd op zijn handen, de mannen trappen het kleed weg en bewegen op een manier die me aan dieren, aan insecten, doet denken en ook aan het einde van Protagonist. Het bijzondere van zo in het duister zitten kijken is dat het net is alsof je alleen bent. Ik merk dat ik de tekst steeds storender en nietszeggender vind. Zowel beelden als muziek zijn boeiend en ik ben opgelucht als de muziek zo luid wordt dat de tekst onhoorbaar wordt.

Toch is dit stuk te ontoegankelijk om mij echt te boeien. Wel vind ik het grappig dat de dansers in tegenstelling tot Mette Ingvartsen snel een broek aantrekken bij het in ontvangst nemen van het applaus. 1-0 voor de vrouwen.

The Jewish Connection Project – Lisi Estaràs & Ido Batash/les ballets C de la B

Lisi Estaràs is een Argentijnse danseres die al eerder voor Julidans een performance over identiteit heeft gemaakt. Samen met Ido Batash, net als zij Joods, wil ze weten wat een identiteit, en in dit geval speciaal de Joodse, definieert. En of het ook betekent dat je op slag ergens thuis hoort.

Het is de enige voorstelling die ik deze Julidans bezoek waarin ‘gewoon’ gedanst wordt. Twee vrouwen en drie mannen bewegen bijna constant op synchrone wijze. We zien een verhalende dans, waarin aanvankelijk mensen bang lijken te zijn en hun gezicht gedeeltelijk met hun hand verbergen. Dan horen we de zee en wordt er gespannen gekeken naar het beeld voor hen, de grond wordt gekust en meteen daarna klinken er geweerschoten die veranderen in vuurwerk waardoor iedereen blij wordt.

Zien we hier een letterlijk uitgebeeld verhaal van joden die wegvluchten uit Europa en Israël bereiken? Dat valt een beetje tegen eerlijk gezegd, maar de bewegingen, de mimiek en vooral de muziek lijken daar wel op te wijzen. Later wordt er ook gedanst op de geluidsband van een Israëlische film of televisieserie, waar jammer genoeg geen vertaling van komt.

In het programmaboek staat dat Estaràs en Batash met lichaamstaal de echte wortels van een identiteit proberen bloot te leggen, maar een taal die, zoals de dansers laten zien, voor iedereen hetzelfde is, is zeker in het geval van Israël, behoorlijk ongeloofwaardig. In één van zijn mooiste boeken beschrijft de bekende Israëlische schrijver Amos Oz hoe zijn moeder zelfmoord heeft gepleegd omdat zij zich daar juist absoluut niet thuis voelde. Om nog maar te zwijgen over alle binnenlandse politieke controverses.

Halverwege de voorstelling gaan de dansers de zaal in om een paar toeschouwers over te halen de vloer op te gaan, mogelijk zien we hier de ontvangst van Joodse immigranten. Ze worden omhelsd maar moeten om choreografische redenen natuurlijk weer naar hun plaats terug, wat een nogal onhandige indruk maakt.

Eén van de enthousiast ontvangen nieuwe immigranten komt aan het eind van de voorstelling terug en blijkt een prachtige zangeres te zijn. Ze zorgt voor een ontroerend einde, maar kan de avond in haar eentje niet echt redden. Wel wordt het duidelijk dat de Joodse identiteit veel met angst en oorlog te maken heeft, maar daarvan waren we al op de hoogte.

Theater / Reportage
special: Julidans 2018

No Rules

Julidans is het International Festival for Contemporary Dance dat al jaren in de periode na het Holland Festival en voor de zomersluiting een aantal theaters in Amsterdam doet zinderen. Elk jaar is er een speciaal thema, dit jaar is dat ‘No Rules’. Emilia Nova doet voor 8WEEKLY verslag van drie voorstellingen.

21 pornographies – Mette Ingvartsen/Great Investment

Als op ongeveer een derde van de voorstelling Mette Ingvartsen, choreograaf en danser, het publiek uitnodigt onder de stoel te kijken omdat daar een stukje chocola ligt, wacht ik met dat op te eten. We hebben net een aantal versies van poepsex mogen aanhoren en ik ben erg opgelucht dat ik een lege maag heb.

De solovoorstelling 21 pornographies is de laatste voorstelling in een serie waarin Ingvartsen de rol van seksualiteit in onze maatschappij onderzoekt. Een drietal tl-buizen van verschillende lengte vormen, liggend op de grond, een brede trap. Een stem (die van Ingvartsen) vertelt ons dat we ons een groot huis moeten voorstellen met een fraai interieur. Het doet denken aan verhalende pornografie, zoals die van Marquis de Sade. Aanvankelijk ben ik geamuseerd door de manier waarop ze ons geconcentreerd laat kijken naar iets dat er niet is. Maar als ze de in het huis aanwezigen gaat beschrijven, machtige mannen en tieners, is dat geamuseerde gevoel voorbij. Het is haar belangrijkste punt: pornografie gaat vaak gepaard met geweld, wreedheid, pijn en macht. Ook met spanning en plezier overigens, maar vanavond komt dat niet aan bod.

Ze begint haar voorstelling volledig gekleed, maar is al snel naakt en blijft dat de rest van de voorstelling op een volkomen onbevangen manier volhouden. Ook bij het applaus trekt ze niet, zoals de meeste performers, snel iets aan. Het is een mooi contrast, die vrijheid en daarnaast de vaak afstotende porno die ze ons al bewegend en vooral verhalend voorschotelt. Soms is ze heel grappig, bijvoorbeeld wanneer een paar toeschouwers de zaal verlaten en daarbij de deur dichtslaan.

Aanvankelijk is de voorstelling een ver van mijn bed show: kijk nou eens hoe ziek mensen kunnen zijn. Langzamerhand verandert dat als ze laat zien hoe meisjes gedwongen worden zich op een bepaalde manier te bewegen voor een pornofilm of als ze het heeft over seks met dode mensen of militairen in oorlogssituaties die op doodgeschoten vijanden plassen. Dingen die we weliswaar schokkend vinden maar waar niemand verontwaardigde foto’s van op Facebook plaatst zoals bijvoorbeeld wel gebeurt als idioten poseren met door hen doodgeschoten wilde dieren.

Als Ingvartsen tot slot met een zwarte zak over haar hoofd en een tl-buis in haar handen rondspint doet dat me niet alleen denken aan de foto’s van Abu Ghraib, maar ook dat deze voorstelling ons vraagt naar onszelf te kijken. Niet vanuit een moralistisch oogpunt, verre van, maar op een eerlijke onderzoekende manier. Wat windt óns op? En wat staan wij toe dat er gebeurt? Met onszelf en met anderen?

Dark Field Analysis – Jefta van Dinther

Pas helemaal aan het eind van het stuk, als de ene man boven op de schouders van de andere man klimt, vraag ik mij af: wat doen ze eigenlijk in deze ruimte? Zitten ze gevangen? Zijn ze door wat ze net hebben gedaan uit een verlammende depressie geraakt en kijkt de bovenste man of er een ontsnappingsmogelijkheid is? Dan heb ik al bijna een uur naar Dark Field Analysis zitten kijken.

Twee jaar geleden was ik erg onder de indruk van Jefta van Dinthers Protagonist. Dat heb ik niet onmiddellijk bij dit stuk. In Studio 1 van de Stadsschouwburg Amsterdam zitten we op vier tribunes rond twee naakte mannen die op een kleed in het midden van de ruimte zitten. Boven hen hangt een rechthoekig lichtornament, bestaande uit witte tl-buizen, ontworpen door Minna Tiikkainen. Het werk van Tiikainen is op meerdere plekken te zien tijdens Julidans 2018. Niet alleen heeft ze het lichtbeeld van 21 pornographies ontworpen, drie installaties waaraan ze eveneens heeft meegewerkt staan her en der door het gebouw verspreid.

Behalve de lichtrechthoek zijn er ook rode en groene lampen die mooie tekeningen op de mannen schilderen. Ze praten met elkaar op een monotone, door de versterking metalig klinkende manier. Iemand zegt iets en de ander antwoordt vijf minuten later. Zij maken bewegingen met hun handen, wat daar mee bedoeld wordt is mij niet duidelijk. Dat is natuurlijk vaak bij dans, je moet je eigen verhaal maken, maar deze mannen interesseren me niet echt, ik vind het zelfs moeilijk om wakker te blijven.

Later wordt alleen het rode licht gebruikt en zitten we in het halfdonker te kijken naar indrukwekkende beelden. Eén van de twee staat lange tijd op zijn handen, de mannen trappen het kleed weg en bewegen op een manier die me aan dieren, aan insecten, doet denken en ook aan het einde van Protagonist. Het bijzondere van zo in het duister zitten kijken is dat het net is alsof je alleen bent. Ik merk dat ik de tekst steeds storender en nietszeggender vind. Zowel beelden als muziek zijn boeiend en ik ben opgelucht als de muziek zo luid wordt dat de tekst onhoorbaar wordt.

Toch is dit stuk te ontoegankelijk om mij echt te boeien. Wel vind ik het grappig dat de dansers in tegenstelling tot Mette Ingvartsen snel een broek aantrekken bij het in ontvangst nemen van het applaus. 1-0 voor de vrouwen.

The Jewish Connection Project – Lisi Estaràs & Ido Batash/les ballets C de la B

Lisi Estaràs is een Argentijnse danseres die al eerder voor Julidans een performance over identiteit heeft gemaakt. Samen met Ido Batash, net als zij Joods, wil ze weten wat een identiteit, en in dit geval speciaal de Joodse, definieert. En of het ook betekent dat je op slag ergens thuis hoort.

Het is de enige voorstelling die ik deze Julidans bezoek waarin ‘gewoon’ gedanst wordt. Twee vrouwen en drie mannen bewegen bijna constant op synchrone wijze. We zien een verhalende dans, waarin aanvankelijk mensen bang lijken te zijn en hun gezicht gedeeltelijk met hun hand verbergen. Dan horen we de zee en wordt er gespannen gekeken naar het beeld voor hen, de grond wordt gekust en meteen daarna klinken er geweerschoten die veranderen in vuurwerk waardoor iedereen blij wordt.

Zien we hier een letterlijk uitgebeeld verhaal van joden die wegvluchten uit Europa en Israël bereiken? Dat valt een beetje tegen eerlijk gezegd, maar de bewegingen, de mimiek en vooral de muziek lijken daar wel op te wijzen. Later wordt er ook gedanst op de geluidsband van een Israëlische film of televisieserie, waar jammer genoeg geen vertaling van komt.

In het programmaboek staat dat Estaràs en Batash met lichaamstaal de echte wortels van een identiteit proberen bloot te leggen, maar een taal die, zoals de dansers laten zien, voor iedereen hetzelfde is, is zeker in het geval van Israël, behoorlijk ongeloofwaardig. In één van zijn mooiste boeken beschrijft de bekende Israëlische schrijver Amos Oz hoe zijn moeder zelfmoord heeft gepleegd omdat zij zich daar juist absoluut niet thuis voelde. Om nog maar te zwijgen over alle binnenlandse politieke controverses.

Halverwege de voorstelling gaan de dansers de zaal in om een paar toeschouwers over te halen de vloer op te gaan, mogelijk zien we hier de ontvangst van Joodse immigranten. Ze worden omhelsd maar moeten om choreografische redenen natuurlijk weer naar hun plaats terug, wat een nogal onhandige indruk maakt.

Eén van de enthousiast ontvangen nieuwe immigranten komt aan het eind van de voorstelling terug en blijkt een prachtige zangeres te zijn. Ze zorgt voor een ontroerend einde, maar kan de avond in haar eentje niet echt redden. Wel wordt het duidelijk dat de Joodse identiteit veel met angst en oorlog te maken heeft, maar daarvan waren we al op de hoogte.

Theater / Voorstelling

Een volkse roes

recensie: Maas theater en dans - UNIFORM

Wanneer ik aan UNIFORM terug denk lijkt de ervaring absurd, vier personages veranderen in een mum van tijd in Turkse volksdansers. Terwijl ik erin zat voelde het volkomen logisch. UNIFORM is als een dagdroom, die sluimert en je naar een ver oord brengt. Waarbij je je achteraf afvraagt hoe je daar opeens bent gekomen.

Op Oerol heb je prachtige locaties, bij de branding van de zee, in een duinpan of midden in het bos. De locatie van dansperformance UNIFORM is allesbehalve sfeervol of magisch: de in soberheid gedrenkte Protestantse kerk ET 10 heeft de sfeer van een wachtruimte in de DDR. Nastaran Razawi Khorasani probeert de lelijkheid ervan niet te verbloemen, maar lijkt deze te vieren. Het licht staat fel, rechts op het toneel een grijze tafel met perfect opgestelde flesjes frisdrank. Een conciërge vult een bak chips in een onmogelijke poging wat gezelligheid aan te brengen. Knap is dan ook hoe Khorasani je in de voorstelling uit de kleurloze ruimte weet te tillen, je naar een droomwereld weet te verplaatsen om je even later terug te ketsen in de harde realiteit.

Individuen

UNIFORM is de tweede voorstelling van Khorasani op Oerol en zoals ze zelf beschrijft een ode aan de meeloper. De performers van UNIFORM zouden echter niet meer van elkaar kunnen verschillen: de één is lang en slungelig, de ander klein en gespierd, de één is blond, de ander donker. UNIFORM start volledig individualistisch. De vier performers zijn weliswaar allen gekleed in een uniform, maar wel in totaal verschillende: een conciërge, een kassameisje, een soldaat en een dokter. De performers lijken noch elkaar noch het publiek te zien en gaan volledig op in eigen handelingen en in het geval van de soldaat in eigen spiegelbeeld.

De dans lijkt aanvankelijk ver te zoeken, maar sluipt langzaam in de routinematige handelingen. Op de droge beat zoekt de dame in doktersjas (Milou van Duijnhoven) herhaaldelijk naar sleutels: ze bevoelt staccato haar lege zakken, rommelt in haar tas en pakt het bosje over van de ene in de andere hand. Ze is een groot komisch talent. Zelfs haar verontwaardigde blik lijkt daarbij perfect op de maat te veranderen. Haast onopvallend krabben twee personages tegelijkertijd hun rug. Het publiek grinnikt, al wat we zien is vakkundig gechoreografeerd.

Naarmate de beat opbouwt, worden de bewegingen die de performers maken steeds excessiever. Ze lijken de performers te overkomen: onverwacht maken ze gezamenlijk paardensprongen of schudden hun vuisten. Steeds herstellen ze zich van de onvrijwillige uitspatting alsof ze er niet zijn geweest.

De dansers onthullen onder hun uniform een traditioneel rood gewaad. Door de pompende beat klinken volkse oosterse tonen. Met hun uniforms vallen de sociale rollen van hun lijf. Ze geven zich over aan de beweging en dansen samen synchroon een energieke volksdans: de Turkse Horon. Ze dansen deze met zo’n overtuigingskracht dat deze switch wonderbaarlijk genoeg logisch aanvoelt.

Terwijl de performers dezelfde bewegingen maken en meer op elkaar lijken, word ik juist getrokken door de verschillen. Opgaand in de groep lijkt ieders persoonlijkheid vreemd genoeg meer door te schemeren. De eerder zo stoer kijkende soldaat (Art Srisayam) glundert van oprecht plezier, bij allen spat het plezier van de dans af. Mijn blik wordt echter steeds opnieuw getrokken door Khorasani die ik onbewust tot leider maak. Ze zweept de groep op met enthousiaste kreten en straalt.

Een spiegelpaleis

Maar dan lost ook Khorasani op in de massa: de dansers rijden spiegels het toneel op en creëren een optische illusie. Er dansen niet langer vier, maar een legioen van kleurrijke volksdansers. De dansers draaien de spiegels om elkaar heen en maken de dans tot een trip die je doet duizelen. In het spiegelpaleis zie je de dansers en hun reflecties zo snel langs elkaar schieten dat ze niet van elkaar te onderscheiden zijn.

Zo plots als de trip begonnen is, is hij ook weer voorbij. Zonder genade gaat het licht aan, de muziek uit en zet Khorasani ons terug op de grond en zijn we terug in de ruimte waar alles beige is. Ik mis de kleur.

Theater / Voorstelling

Unieke The Hole is prachtig

recensie: The Hole – Ohad Naharin / Nederlands Dans Theater

Het Nederlands Dans Theater begint 2018 op geweldige wijze met The Hole van de Israëlische sterchoreograaf Ohad Naharin. De voorstelling is op slechts drie plaatsen te zien – Den Haag, Amsterdam en Heerlen – en is al bijna overal uitverkocht. Terecht: het is een krachtig, spannend en mysterieus stuk, een meesterwerk, schitterend gedanst door de mooie dansers van het NDT.

Bijzonder is dat het NDT het enige gezelschap buiten Israël is dat The Hole op mag voeren. Dat komt niet alleen omdat het NDT zeer door Naharin wordt gewaardeerd, maar ook omdat het Lucent Danstheater middenin een verbouwing zit en daarmee een uitstekende venue vormt voor het ingewikkelde productieproces waarmee The Hole gepaard gaat. Geen prachtige theaterzaal, maar een niet al te grote achthoekige ruimte met een achthoekige dansvloer, waar het publiek omheen zit, en waar de dansers ook de muren, het plafond en de ruimte onder de vloer gebruiken.

Twee versies

Aangekondigd is dat de voorstelling twee vormen kent: één waarin mannelijke dansers het meest prominent zijn en één waarbij vrouwen het middelpunt vormen. Kiezen is niet mogelijk, je moet maar afwachten welke je te zien krijgt. Wel is zeker dat als je twee voorstellingen boekt op één avond je beide versies ziet. Vanwege het grote succes zijn er echter extra voorstellingen ingepland en op sommige avonden, zoals vandaag, zijn er drie versies te zien. De eerste versie die ik vanavond zie, is gemengd: vrouwen en mannen dansen niet apart, maar samen.

Als het licht aangaat zien we acht dansers verdeeld over de ruimte tegen de muren staan. Een andere groep dansers stormt de vloer op en verspreidt zich in een achthoek. Ze liggen op hun zij vlak voor ons, kijken ons aan, rollen op hun rug en verplaatsen zich. Wat er op de vloer gebeurt wordt door de dansers aan de kant becommentarieerd. Als de dansers op de vloer zich klein maken en met gebogen hoofd en rug voortsluipen, staan die aan de kant zich uit te sloven, trekken hun top uit en nemen sexy poses aan. Maar als de dansers op de vloer wild en agressief zijn, zitten de mensen aan de kant op hun hurken met hun hand voor de mond. Er is één moment dat niet de impact heeft die het in Israël ongetwijfeld wel had. Op een gegeven moment wordt er steeds tot vier geteld, eerst in het Engels, vervolgens in het Arabisch. In Israël was dat Hebreeuws versus Arabisch, wat behoorlijk confronterend moet zijn geweest. Hoewel? Wat je als publiek meeneemt van de voorstelling kan erg verschillen. Zijn de dansers aan de kant vijanden? Of bieden ze juist steun? Of beide?

Trots en ontroerend

Het is een prachtige dans die een overweldigende kracht heeft, toch ben ik een beetje teleurgesteld. Ik was erg benieuwd naar de verschillen tussen de mannelijke en de vrouwelijke versie. Dan, bij de tweede voorstelling die ik zie, wordt een tip van de sluier opgetild: de mannen staan tegen de muur en  alleen vrouwen komen het podium opstormen.

Het verschil is gigantisch. Dansers hebben altijd sterke, gespierde lichamen, maar mannen zijn meestal groter en volumineuzer dan vrouwen die daarbij vergeleken bijna altijd kleiner zijn en soms zwakker lijken. Maar dat is niet zo als vrouwen een groep vormen, dan is er alle ruimte voor hun kracht en worden het krijgers, die tot veel in staat zijn en bijvoorbeeld makkelijk op spectaculaire wijze een man heen en weer kunnen werpen. Het einde, wat in de eerste versie teder en spannend was, is nu van een ontroerende en trotse schoonheid.

Ik weet jammer genoeg nog steeds niet hoe de mannelijke versie is, maar de vrouwelijke heeft het vanavond in ieder geval met glans gewonnen.

Theater / Voorstelling

Individualistisch, geestig en prachtig gedanst

recensie: Nederlands Dans Theater 2 – Schubert

De voorstelling heet Schubert, maar de choreografen van het Nederlands Dans Theater nemen dat begrip ruim. De enige die alleen muziek van Franz Schubert gebruikt is Johan Inger in het tweede stuk. Marco Goecke en Alexander Ekman laten hun dansers ook bewegen op muziek van Placebo, Schnittke, Haydn en Beethoven. De prachtige jonge dansers van het Nederlands Dans Theater 2 doen de rest. Schubert is magnifiek.

De avond begint met Wir sagen uns Dunkles van Marco Goecke. We zien een intense solo die een voorbereiding lijkt op een avond clubben. Dan wordt het toneel donkerder en bewegen de dansers zich op een andere, bijna dierlijke, manier. Er wordt veel getrippeld en snel met korte, stotende bewegingen gedanst. Het doet denken aan beelden uit de tijd van de stomme film of aan watervogels die zich gereed maken om weg te vliegen. Het toneellicht verandert steeds en de dans zet aan tot fantasieën. Zijn de dansers hun eigen lichamen aan het ontdekken zoals kinderen? Of zijn ze bang en opgewonden elkaar te ontmoeten en daarom zo trillerig en schichtig? Ze lijken constant ontdekkingen te doen, gebruiken hun stem, hijgen en lachen soms. De laatste solo is rustiger, heeft langere bewegingen en aan het einde laat de danser een kreet van verrukking horen. Geweldig!

Battle

In het tweede stuk One on One van Johan Inger zien we drie paren en een pianist. Ook hier is de dans onconventioneel en meestal niet synchroon, al zijn de bewegingen langer en gestrekter dan bij Goecke. Maar er wordt niet echt samen gedanst. Het eerste paar lijkt bijna te battlen zoals in de hiphop. De andere twee paren zoeken voorzichtig toenadering tot elkaar, maar verschuilen zich dan weer in eigen bewegingen: gekromde rug, gekromde benen, een draai die maar niet eindigt. In het programma staat dat Schubert niet in staat leek een romantische relatie aan te gaan, al verlangde hij daar hevig naar. Inger heeft dat gegeven prachtig vertaald. Zelfs als de zes dansers gedurende enige tijd samen dansen is er steeds één die niet meedoet. Aan het einde laat een eenzame danseres zich op de vloer zakken. Ze maakt langzame bewegingen met armen en benen, alsof ze zich nog steeds zwak verweert maar langzamerhand bereid lijkt tot overgave.

What does that mean?

Het derde en laatste stuk is Cacti van Alexander Ekman. De sfeer is anders dan bij de eerdere stukken. Er klinkt een stem die hoogdravende dingen zegt over dans als kunstvorm. Overheerste eerst onconventionaliteit en individualiteit, nu zien de zestien dansers er allemaal hetzelfde uit en bewegen ze synchroon. Aanvankelijk hebben ze allemaal een grote vierkante tegel als hun enige bewegingsruimte, later mogen ze daar vanaf. Een strijkkwartet beweegt zich tussen hen in en trekt de aandacht omdat de dans in vergelijking met de eerdere stukken minder karaktervol is en daardoor ook minder boeiend. Maar dat verandert, de dansers nemen houdingen aan die doen denken aan het werk van Keith Haring, er zijn grappen met het decor en de muziek gaat door terwijl de dansers denken dat het is afgelopen. De stem die we eerder hoorden komt terug en praat weer diepzinnig over wat we hebben gezien en hoe iedereen zich afvraagt ‘but what does that mean?’ en hoe het wachten is op de recensies die dat uit de doeken zullen doen. Het is herkenbare taal uit de kunstwereld en ongelooflijk geestig. Dan volgt een prachtig droogkomisch slot waaruit blijkt dat al dat moeilijke gedoe grote onzin is. Cacti is een schitterende finale van een uiterst geslaagde dansavond.

Theater / Voorstelling

Prachtige dansers, matige voorstelling

recensie: Bitter Sweet Dance – Titanic

Titanic  is een remake van The Sinking of the Titanic, de eerste grote dansvoorstelling van de beroemde Israëlische choreograaf Ohad Naharin. De eveneens Israëlische, al lang in Nederland wonende, Liat Waysbort werd in haar tienertijd zeer door deze voorstelling geraakt, het was een inspiratie voor haar eigen leven. Bijzonder dat Waysbort nu deze voorstelling kiest voor haar eigen eerste grotezaalproductie. Of het een goede keus is valt te betwijfelen. Titanic bevat een paar mooie momenten, maar is over het algemeen te afstandelijk en statisch om echt indruk te maken.

Vermoedelijk is de voornaamste reden daarvoor de muziek die een grote rol speelt en ons lange tijd meedogenloos bombardeert met elektronische knallen.  Misschien ook moet Waysbort nog wennen aan de grootte van het podium. En wellicht levert het hernemen van een voorstelling van een belangrijke leraar en dansicoon veel druk en remmingen op. Eén ding is zeker, aan de dansers ligt het niet, die zijn fantastisch.

Symbolisch

Gedurende de eerste helft van de voorstelling zien we een aantal mooie solo’s: veel hoekige bewegingen, maar ook curves en veel naar de grond gaan, terwijl de overige dansers stil staan toe te kijken. Titanic gaat evenals zijn voorganger over de musici die tijdens het zinken van de Titanic door bleven spelen en met schip, muziek en al ten onder gingen. Een dergelijk gegeven, samen met de vaak ontoegankelijke muziek, maakt dat je een beetje in je hoofd komt te zitten. Wat wordt er bedoeld met deze beweging? En die? Is dit zwemmen in het water? Maar trachten te duiden wat je ziet is zelden een goed uitgangspunt voor dans, wat immers in je lichaam hoort te resoneren om echt impact te hebben.

Die impact ontstaat wel halverwege, wanneer de dansers meer verbinding met elkaar zoeken, een man en een vrouw elkaar zoenen en daarbij beginnen te grommen. Plotseling word je wakker, hier gebeurt iets. Het is de start van een boeiende fase met nauwelijks muziek en als hoogtepunt twee dansers die wild en rauw bewegen. Ondertussen staan de anderen zich aan de zijkant van het toneel uit te kleden – iedereen is topless gedurende het tweede gedeelte. Het gewone aardse daar staan, water drinken, bezwete lichamen afdrogen is, ook vanwege het contrast met wat er op de vloer gebeurt, uitermate boeiend.

Maar dan komen we helaas weer terug in de kalme bespiegelingen. Alle dansers hebben prachtige lichamen, tijdens de nu volgende synchroon gedanste duetten ben ik meer bezig die te bewonderen dan geraakt te worden door wat ze aan het doen zijn.

Ontreddering

Aan het eind raakt mijn geduld op. Terwijl de meeste dansers weer statisch gepositioneerd zijn en een danseres, enkel in lange broek gekleed, achter op het toneel een prachtige solo danst met lange strekbewegingen, liggen op de voorgrond twee vrouwen in elkaar verstrengeld. Eén van de twee zegt onophoudelijk ‘generation upon generation upon generation’, iets wat op den duur zeer irriteert. Later wordt het interessanter als ze haar hele lichaam mee laat trillen en de woorden bijna uitkotst. De voorstelling heeft een prachtig eindbeeld: één van de dansers eindigt, na alweer een mooie solo in het tegenlicht, in een houding van ontreddering.

Waysbort kan choreograferen, dat is duidelijk. In het nagesprek horen we dat ze eigenlijk achtentwintig dansers had willen hebben in plaats van acht, dat lukte niet. Jammer want dan zou er in ieder geval geen groot leeg podium zijn geweest. Ze toont talent, visie en drive. Deze eerste grotezaalvoorstelling is naar mijn mening niet goed gelukt, maar laten we hopen dat ze zich zo eigenwijs mogelijk verder ontwikkelt, dat deed haar grote leermeester immers ook.