Nature & Nurture
.
De ‘Sense Of Place’ die Oerol sinds vorig jaar aan het festival meegeeft keert dit jaar in alle hoeken en gaten terug. Op weg van voorstelling naar voorstelling met een flinke wind waaiend om je oren, duiken de prachtige decors van andere voorstellingen die je naar nog meer locatietheater doen verlangen en kunstige installaties aan weerszijden in het afwisselende Terschellingse landschap op. Uit eigen ervaring kan niet gesproken worden als gezegd wordt dat Oerol dit jaar meer dan voorheen het landschap betrokken heeft in haar programma, maar de verbinding tussen natuur en cultuur staat als een paal boven water.
© Frank TimmersZaterdag 14 juni
Bij Being Arthur werd aangenaam kennis gemaakt met het Kameroperahuis en zijn locatietheater. Het neemt je mee het bos in, waarbij de stoet mensen die volgt als een heidense processie aandoet. Eenmaal op de open plek werd Arthur onder begeleiding van middeleeuwse klanken de eenentwintigste eeuw in gehaald, waarbij leiderschap van alle tijden blijkt te zijn en de groepsstrubbelingen aan de hand van conflicten in en rondom de tourbus getoond worden. Tot slot kwam het, in deze tijd niet te missen, thema gender aan bod: Arthur is onbewust een vrouw geworden.
De indrukwekkendste voorstelling van Oerol heeft de grootse desolate vlakte van de Noordsvaarder als decor. Spinvis en Saartje van Camp spelen hier samen de perfect passende dansopera Kintsukuroi, een fragmentarische voorstelling met een verhaal dat gaandeweg over de tsunami blijkt te gaan. Het thema verbeelding spreekt minstens net zo aan op een locatie die daar zeer sterk tot spreekt. De originele composities die klinken onder Spinvis’ beeldende stem smelten samen in het verzicht.
Zondag 14 juni
In OPMAAT, een samenwerking tussen Atelier Oerol en Over het IJ Festival, wordt de bezoeker een dag lang al fietsend over het eiland naar de werken van zes nieuwe theatermakers gebracht. De werken van drie makers springen er uit, deze laten je allen het landschap op een nieuwe manier beleven. Johannes Bellinkx toonde zijn publiek het zicht op lucht, land en zee door een kader. De werkelijkheid werd hierdoor tot theater, waarin schepenpatronen tot de mise-en-scène behoren en de boot naar het vasteland een personage wordt. Dan duiken er ineens vreemde objecten op in het landschap en is het echt geënsceneerd.
Laura Groeneveld geeft haar publiek een plekje voor zichzelf in een poëtisch beeld dat gevormd wordt door 50 stoelen in een duinlandschap, waar met een beetje geluk enkele ossen in vertoeven. Met een envelop in de hand wordt plaatsgenomen op een van deze stoelen en is er even niets meer dan het landschap, het andere publiek en jijzelf. Teksten ter bewustwording en opdrachten leiden je ondertussen naar een la vol schatten waarin je de eigen kwijt kunt. Je thuis.
Een door het levende getekende man neemt je met zijn krakende stem mee op pad in Thabi Moois wandeling. Van opstaan naar liefde tot weggaan, verschillende levensfases keren via mooie metaforen terug. Drie spelers geven van begin tot einde dynamiek aan het landschappelijke zicht, waarin de toeschouwer tot slot uitgenodigd wordt voor een slok sterke Terschellingse drank onderwijl de oude man de duinen in verdwijnt en zijn levenspad eindigt.
Maandag 15 juni
Op Terschelling zou in de geografische lijn van Jeruzalem en Mekka een klooster kunnen hebben gestaan. Vanuit dit idee is de samenwerking tussen Swarte Kunst, de PeerGrouP en De Hollanders ontstaan, resulterend in Het Klooster. Van een idyllisch tegen het duin aangelegen weiland hebben zij een archeologisch opgravingterrein gemaakt, waar het klooster Sankt Gallen zou kunnen hebben gestaan. Een mooi idee, maar na een rommelige inleiding komt de rest van de rondleiding niet meer van de grond. Wat niet te wijten is aan het kinderlijke enthousiasme van de spelers, die bevlogen over hun ontdekking vertellen. Maar na de stortvloed van informatie in de eerste rondleiding op het terrein zijn de drie volgende wat veel. Het lied dat tussendoor gezongen wordt en waar eveneens mee wordt afgesloten is het enige element waarmee de sfeer van het klooster voelbaar wordt gemaakt. Het Klooster is een mooie fantasie, maar de werkelijkheid blijkt wat minder te zijn.
In Like 4 Real van het dansgezelschap ISH en de kunstenaar Dadara wordt de werkelijkheid flink op de hak genomen. Na een mooie boswandeling, leidend langs kunstige illustraties waarin op vindingrijke wijze de Facebook-duim is verwerkt, is het publiek bij de eerste stop getuige van een jongen die in de hyperrealiteit van het bos verdwaald is en enkel nog in digitermen denken kan. Bij de tweede stop voegen de dansers zich bij hem en verbeelden ze door middel van poppin’ en lockin’ de digitale muren waartussen hij vastzit. Uiteindelijk wordt in het decor van de zandafgraving het gehele verhaal van de aan social media verslaafde manspersoon uitgedanst en gespeeld. Hierbij worden koekjes als slimme symboliek gebruikt. Op het moment dat je wil stoppen met eten, dwingt je omgeving je om door te gaan is de gedachte. Van het landschap wordt goed gebruik gemaakt in de dans, opstuivend zand en steile hellingen maken deze tot een waar spektakel. Door de invallende duisternis doet de omgeving magisch aan en worden de verschillende decordelen uitgelicht. De uitbundigheid van de hoog gelegen tempel maakt samen met het happy end van het verhaal Like 4 Real tot een modern sprookje.
Woensdag 16 juni
Van begin tot eind is Samoerai van het Ro Theater slapstick, met tussendoor mooie monologen door Jack Wouterse als aandoenlijke portier. In deze voorstelling belandt het publiek in een nachtmerrie van wasdraden afkomstig van de Action, die al een dilemma op zich vormen. Totdat je veel te vroeg opgeschrikt wordt door de wekker, de voorstelling af en de verschrikking van het verslapen slechts een droom bleek te zijn. Op Oerol speelt Samoerai in een boerenschuur, het is weer eens wat anders om via een erf als foyer de zaal te betreden. Helaas voegt de locatie aan de voorstelling zelf niets toe, er vindt geen interactie plaats tussen beiden. Samoerai is daarmee theater op locatie, maar zeker geen locatietheater.
Donderdag 17 juni
De bemanningsleden van de Rooftoptigerrr, een knap gefabriceerde installatie van gerecycled materiaal die als een UFO aandoet, nemen het publiek mee naar de Seinpaalduin: een van de hoogste duinen van Terschelling. Na het beklimmen van de duin is het uitzicht op West-Terschelling, de Waddenzee, de Noordsvaarder en het Groene Strand al betoverend. Een sterke start, die samen met veelal onbekende medepassagiers beleefd wordt. Eenmaal in het ruimteschip leer je elkaar steeds beter kennen, door het bakken van een pizza tot het tekenen van jouw eigen utopische plek. Door de dik aangezette, maar geloofwaardig blije bemanning die bepalend is voor de sfeer aan boord komt de utopische wereld even heel dichtbij. Een blik van de kapitein van het schip, intens gespeeld door een Terschellings meisje, zorgt ervoor dat je persoonlijk naar Utopia gehaald wordt. Zelfs Dystopia kan de pret niet drukken; Monsanto wordt een Zuid-Amerikaans dorpje en Shell zorgt voor het onderhoud op zee.
Na middernacht een voorstelling bezoeken is al speciaal, al helemaal als deze vlak naast uitgestrekte duinen plaatsvindt en de weg er naar toe onverlicht is. Het openingsbeeld van Flyland van David Middendorp, waarbij twee in donkere pijen gehulde dansers zich over het toneel bewegen, past bij de mystieke duisternis. Hun beweegredenen blijven echter ook na de eerste minuten onduidelijk, waardoor de onafgemaakte bewegingen gaan storen. De opvolgende luchtbeelden van Terschelling waarover de dansers zich rollend voortbewegen maken de rest van de voorstelling goed. De ingeving om het landschap vanuit de lucht de voorstelling in te halen creëert een nieuwe ‘Sense Of Place’. Helaas voegde de dans zelf hier weinig aan toe door een onheldere timing en krachteloze energie die voor mij weinig te maken heeft met het gevoel te vliegen. Door de drijvende muziek en de prachtige beelden is Flyland echter een onvergetelijke ervaring en een noemenswaardige Oerol-afsluiter.