Boeken / Interview
special: Interview met Bert Wagendorp
Persoon die de krant leest - Uitgelichte afbeelding bij interview met Bert Wagendorp over Masser Brock

‘Als krant zijn we nieuws kwijtgeraakt als raison d’être’

In zijn nieuwste roman Masser Brock blijft Volkskrant-journalist Bert Wagendorp dicht bij zijn eigen vakgebied. Columnist Masser vraagt zich af wat zijn rol is in een wereld waarin zowel het concept journalistiek als de waarheid op losse schroeven staat. ‘Kranten mogen best wat bescheidener worden’, vindt Wagendorp zelf.

Masser begint zijn carrière als een idealistische journalist, maar loopt al snel vast als hij bij zijn zoektocht naar de waarheid op een bodemloze put stuit. Een die ook nog eens een spiegelpaleis blijkt. Qua actualiteit kon het boek niet beter getimed. Of, zoals Wagendorp het zelf zegt:’Ik was bang dat de werkelijkheid mijn boek achterhaald zou maken.’

Wagendorp begon aan zijn roman in de zomer van 2015. Het moest een spannend verhaal worden over een journalist die op een van de grootste scoops uit zijn carrière stuit. Vier Nederlandse soldaten komen onder verdachte omstandigheden om. Masser probeert het tot de bodem uit te zoeken, maar wordt tegengewerkt door de spindoctor van de premier, die tegelijkertijd zijn zus is.  Al snel raken feiten, meningen en verschillende belangen met elkaar in de knoop. Voor Masser genoeg reden om ook de rol van de journalistiek zelf in twijfel te trekken.

foto van Bert Wagendorp bij interview over Masser Brock

Fotograaf: Jelmer de Haas

‘Toen ik begon met schrijven had Trump zich net kandidaat gesteld. Fake news bestond nog niet en ik hield niet voor mogelijk wat er zich in de komende maanden af zou gaan spelen. In november, toen Trump daadwerkelijk tot president werd gekozen, vroeg ik mijn uitgever: moeten we het boek niet naar voren schuiven? Straks is de werkelijkheid veel erger dan wat er in het boek staat.’

Wagendorp had nog net de kans Trump erin te schijven. Masser ziet op een gegeven moment de kop van The New York Times dat hij president is geworden. ‘Dat was voor mij een goed element voor het boek. Het bevestigt wat mijn personage dacht: dat je met onwaarheden jezelf naar de machtigste positie ter wereld kan werken.’

‘In november, toen Trump daadwerkelijk tot president werd gekozen, vroeg ik mijn uitgever: moeten we het boek niet naar voren schuiven? Straks is de werkelijkheid veel erger dan wat er in het boek staat.’

Ook uitgeverij Atlas Contact leek te beseffen dat de roman weleens uitstekend bij de huidige tijdgeest zou kunnen passen. Na het succes van Ventoux haalt de uitgeverij alles uit de kast om de opvolger te promoten. Een investering van een ton, volgens Wagendorp. Lezers van de Volkskrant, waarvoor Wagendorp zelf columnist is, ontvingen zelfs een kopie van de fictieve krant uit het boek als bijlage.  Een gewaagde samenkomst van fictie en werkelijkheid die goed aansluit bij een van de hoofdvragen van het boek: in hoeverre heeft journalistiek met de werkelijkheid te maken?

In het boek ga je zelfs zo ver als het nieuws een ‘bordeel voor meningen’ te noemen. Bas Heijne zag in die toon een voorbode dat je zelf binnenkort stopt bij de krant. Ben je het vertrouwen in de journalistiek kwijt?

‘Bas Heijne trekt het parallel tussen het verhaal en mijzelf te ver door. Maar ik snap Masser wel en zijn twijfel aan de dingen die hij doet. Die twijfel heb ik zelf soms ook. Als columnist ben je een gezicht van de krant. En dat is eigenlijk gek. Neem onze Midden-Oosten correspondent. Als zij een prachtig verhaal over Syrië schrijft en ik maak daar een column over, dan wordt mijn column meestal vaker gelezen dan haar verhaal. Dat is eigenlijk heel oneerlijk, want haar werk is veel belangrijker voor wat een krant moet zijn.’

Hoe moet de krant dan zijn volgens jou?

‘Als krant zijn we nieuws kwijtgeraakt als raison d’être en daar zijn meningen en infotainment voor in de plaats gekomen. Maar, zoals ik ook in mijn boek zeg, maak een krant met alleen maar feiten en niemand wil het lezen. Toch is de hoofdtaak van de krant om waarheden te onderzoeken. En juist daar mag de krant best wat bescheidener in worden. We hebben heel lang de arrogantie gehad van: lees onze krant, dan weet je hoe het zit. Dat is bizarre onzin.’

‘Journalisten werken heel hard om flarden van de werkelijkheid duidelijker te krijgen. Maar je moet niet de pretentie hebben dat je de waarheid presenteert aan de ontbijttafel. Die hele aanval op het instituut van de media die nu aan de gang is heeft met die arrogantie te maken. We worden afgerekend op de pretentie dat wij het allemaal wel weten.’

Masser hanteert als beginnend journalist zijn Theorie van Gelaagde Waarheden. Weet in een verhaal drie lagen te achterhalen en je hebt een goed stuk, bij vijf val je in de prijzen. Maar, zo ontdekt hij, onder elke laag verschijnt een nieuwe laag, zonder dat je tot een essentie komt. Waar houdt dit op?

‘Hij komt erachter dat, hoe dieper je graaft, hoe complexer het wordt. En dat dit oneindig is. Neem Syrië. Dat is misschien op dit moment wel de meest ingewikkelde werkelijkheid om ons heen. Wie is daar met elkaar in conflict en waarom? Achter die vraag zitten 256 waarheden. Daar probeert een journalist dan een beetje brood van te bakken.’

‘Journalisten werken heel hard om flarden van de werkelijkheid duidelijker te krijgen. Maar je moet niet de pretentie hebben dat je de waarheid presenteert aan de ontbijttafel.’

Het is voor een journalist onmogelijk al die 256 lagen te doorgronden. Wat is dan de taak? Zo veel mogelijk te achterhalen?

‘Dat is die bescheidenheid. En dat zijn we als kranten ook aan het leren.  We doen ons best, maar wij weten het ook niet allemaal. Twijfel is de enige juiste houding, voor zowel de krant als de lezer. Als je durft te twijfelen kan er een gesprek ontstaan. Zonder twijfel is dialoog niet mogelijk.’

‘De grote scoop van de vorige eeuw is de Watergate-affaire. Zo’n onthulling, dat gebeurt niet elke week. Het feit dat een dergelijke scoop maar eens in de dertig, veertig jaar naar boven komt laat zien hoe ingewikkeld het is om grip te krijgen op die werkelijkheid. Om er een vinger achter te krijgen.’

De premier uit het boek, die duidelijke overeenkomsten met Mark Rutte heeft, is een extreem behendige pragmatist. Half in het Engels pratend weet hij zich uit elke situatie te redden. Is de Nederlandse politiek zo pragmatisch als jij haar schetst?

‘Ja. De politiek is extreem pragmatisch. Er zal wel een visie of wereldbeeld achter zitten. Ik denk dat Rutte echt een liberaal is die het goed voor heeft met de wereld. Op zijn manier dan. Hij manipuleert wel, maar ik zou hem geen niet-integere man willen noemen. Ook Wilders denkt, in zijn bubbel, in zijn deeltje van de werkelijkheid, dat hij de wereld helpt door wat hij doet.’

En Trump?

‘Daar zie je bijna een soort slechtheid. Echt slechtheid. Bij hem gaat het puur om macht. Trump wil een Trumpland maken.’

De verkoopcijfers van boeken als 1984 van George Orwell en Het complot tegen Amerika van Philip Roth schieten de lucht in sinds Trump aan de macht is. Probeer je met jouw boek mensen op een zelfde manier aan het denken te zetten over onze samenleving?

‘Literatuur is een commentaar op de werkelijkheid. Ook mijn boek is een poging het allemaal een beetje te duiden. Dat is altijd de functie geweest van verhalenvertellers. Maar het is niet mijn eerste doel. Ik probeer vooral een leuk boek te schrijven waar mensen in beginnen en het dan niet meer weg kunnen leggen. Dat is de betoverende kant van de literatuur. En mijn kans als journalist om de werkelijkheid juist even los te laten.’