Theater / Voorstelling

Choreografes die hun mannetje staan

recensie: Ann Van den Broek, Conny Janssen en Krisztina de Châtel - DANScombinatie

Drie choreografieën, gemaakt door drie vrouwen met elk hun eigen stijl en carrière, komen bijeen in de voorstelling DANScombinatie.

Krisztina de Châtel heeft meer dan vijftig choreografieën gemaakt en in DANScombinatie brengt ze met haar dansgroep het werk PULSE. PULSE is krachtig, mannelijk en ritmisch. Conny Janssen, die al reeds op de Rotterdamse Dansacademie een groot choreografisch talent bleek te zijn heeft een hele reeks van originele en fysiek zware werken op haar naam staan. IN TWO MINDS laat ze nog maar eens zien hoe leuk een origineel en goed uitgewerkte choreografie kan zijn. Ann Van den Broek is de jongste choreografe van de drie. Ze heeft zelf jarenlang als danseres gewerkt bij Châtel maar als choreografe heeft ze een eigen bewegingsstijl ontwikkelt. In haar werk E19 (Richting San José) weet ze haar publiek duidelijk mee te nemen in haar hectische zoektocht naar de stilte.

Adem happen

~


Met de woorden van het lied Do you know the way to San José van Dionne Warwick wordt de choreografie van Van den Broek geopend. Daarna heerst er een grote stilte. Deze wordt doorbroken door radiogeluiden. Er wordt gezocht naar een geschikte zender. Geknars, hoge tonen, geruis met hier en daar een melodie of een stem, galmen door de zaal heen. Een van de dansers gaat plots hoesten. Ze haalt met een flinke teug adem en laat hierbij de mond krachtig openvallen. Tegelijkertijd wordt het hoofd met een impuls naar achter getrokken, het lichaam valt uit zijn balans, naar achteren. Daarna wordt er afzonderlijk met handen en benen gewapperd en met voeten gespeeld. Van den Broek heeft duidelijk het lichaam in partjes willen delen.

Het verhaal gaat over een meisje dat naar San José wil, via de E19. Ze is druk met haar voorbereidingen bezig. Nerveus praat ze in zichzelf. “Paspoort, GPS”, alles moet kloppen om de grote reis te kunnen maken. De stress is waarneembaar. Dit komt in de choreografie naar voren door het naar adem happen van de dansers maar ook door de bewegingen die men maakt als men aan het overgeven is. Het meisje is gedreven want ze zal en moet haar bestemming bereiken. Ze walst over de tekens van het lichaam heen en uiteindelijk bereikt ze haar bestemming nooit want haar lichaam bezwijkt.

Terecht herhaalt Van den Broek, tot in overvloed, bewegingen en hutselt ze frases door elkaar. Ze gebruikt zeer veel materiaal. Soms zoveel dat het chaotisch lijkt te worden. Aan de ene kant is het voor de kijker soms te druk en verslapt de interesse. Aan de andere kant past die chaos bij het verhaal.

Druppelen van water in een grot

~


Janssen heeft oog voor detail in haar choreografie IN TWO MINDS. Ze liet zich inspireren door het thema ‘Kluizenaars en Kloosterlingen’. De muziek is hedendaags en klinkt door het gebruik van belletjes soms Oosters. Het druppelen van water in een grot, het sissen van een slang, neuriënde mannenstemmen en onverwachte stiltes geven de sfeer van een omgeving waar rust heerst. Vrouwelijke dansers zijn gekleed in zwarte kostuums met een wit randje. De mannen gaan gehuld in zwarte outfits, lijkend op kledij afkomstig uit het kloosterleven. De dansers zitten voor een smerige spiegel en voeren simpele bewegingen uit die herhaald en herhaald worden. Het bovenlichaam gaat naar voren, schouders worden opgetild, gevolgd door een beweging met de hand (alsof die zachtjes door water heen gaat). Daarna draaien de dansers zich rustig om hun as heen door voet voor voet een stapje opzij te zetten. Later in de choreografie worden de zwarte kostuums vervangen door witte en ontpopt het stuk zich tot een vrijere en pittigere dansexpressie. Aardse materialen worden onderdeel van de choreografie. Stenen worden over elkaar heen en weer geschoven en zorgen voor een extra geluidsdimensie. Janssen gebruikt veel beenwerk en de lijnen in de ruimte worden niet vergeten. Danstechnisch gezien is het werk van Janssen het beste van de avond. Door de rust en de eenvoud in deze choreografie heerst er fijne energie van ontspanning in de zaal.

Machinekamers

~


De Châtel neemt het laatste deel van de voorstelling voor haar rekening. In PULSE staat de muziek van componist György Ligeti centraal. De pianomuziek van deze Hongaar neemt je in gedachten mee naar machinekamers en plaatsen waar mannen zo hard werken dat ze baden in het zweet. Verspreid over het toneel hangen vier verroeste ijzeren kunstwerken, een soort van torens. Zes dansers betreden met stevige stappen de dansvloer. Ze dragen werkschoenen en op hun hoofd hebben ze zwarte mutsjes. Als een draaikolk komen de dansers bij elkaar. Na enkele seconden van contact en samenzijn verlaten ze elkaar weer via draaiende bewegingen. Châtel gebruikt graag verschillende choreografische gereedschappen. De canon is zo’n gereedschap. Bewegingen worden om de beurt door dansers uitgevoerd en steeds herhaalt. Châtel gebruikt onder andere kantelende lichamen en omdat de dansers in een goed tempo blijven tellen is de canon niet verkeerd gekozen. Het had natuurlijk ook anders kunnen zijn want een fractie van een seconde te laat met een beweging en de canon klopt niet meer. Het ritme in de choreografie werkt stimulerend. Zesachtste maten benadrukken het idee van werkende machines in eentonige ritmes. Châtel staat bekend om haar onvoorspelbare werken. Dat PULSE ruig, expressief en mannelijk is, daar is geen twijfel over mogelijk. Toch is dit werk niet extreem vernieuwend of verbazingwekkend te noemen. Vergeleken met de andere choreografieën is deze creatie eenvoudig en veel minder creatief.

DANScombinatie is een uitermate geschikte voorstelling voor een ieder die kennis wil maken met drie bekende experimentele moderne choreografen. Drie generaties vrouwen vertellen via hun eigen bewegingsmateriaal wat hun beweegt.

DANScombinatie is nog tot en met 9 maart 2007 te zien in diverse theaters. Klik hier voor meer informatie.