Liefdesgeschiedenis in semifictief jasje
De Vlaming Geert Kimpen debuteerde in 2006 met De Kabbalist. Het boek verkocht honderdduizend exemplaren en werd in vijftien landen uitgegeven. Met Het meisje dat aan de oever verscheen maakt Kimpen zijn eerste kwartet aan boeken vol. Opnieuw is de liefde het centrale thema van het boek.
Voor velen in Nederland zal Geert Kimpen nog niet meteen een belletje doen rinkelen. Voor wie van zware literatuur houdt of van diepgravende verhalen, lijkt Kimpen geen aanrader. Maar wie verder zoekt naar achtergronden weet dat schijn bedriegt. Voor de lezer die openstaat voor Indiase wijsheden en wil leren over meditatie en mindfulness, heeft Kimpen een fijn verpakt verhaal.
Gelauwerde schrijver
Geert Kimpen heeft zijn sporen verdiend als schrijver voor toneel, cabaret en televisie. Hij werd voor dat werk bekroond met de prestigieuze Prins Bernardprijs. Het op feiten gebaseerde debuut van Kimpen, vermengd met de verhalende stijl over de liefde, heeft hem veel aandacht en fans opgeleverd. Zijn tweede boek verscheen in 2008: De Geheime Newton, opnieuw op ware verhalen gebaseerd. Ook met Rachel, of mysterie der liefde begaf Kimpen zich op het terrein van semifictie.
Zijn fans bleven hem roemen, maar na dit derde boek, dat in 2011 verscheen, werd het stil. Door eigen liefdesverdriet, veroorzaakt door een scheiding, lukte het Kimpen niet een nieuw verhaal te schrijven. Acht jaar later verbreekt hij de stilte met een boek dat ons meevoert naar India en de wereld van de Dalai Lama met zijn geheime tantratempel, die model stond voor een deel van het verhaal van Het meisje dat aan de oever verscheen. Met name de verzameling kleurrijke tantraschilderingen leverde Kimpen de inspiratie. Hij reisde zelf naar de geheime tempel, die sinds midden jaren tachtig te bezichtigen is.
Een sappige levensles
Het verhaal van Het meisje dat aan de oever verscheen heeft als rode draad de volwassen wordende Kama. Kama, de visserszoon die geen visser zal worden, heeft op zoek naar zijn lotsbestemming een reis te gaan langs geluk en ongeluk in het leven. Ook de zoektocht naar zijn werkzame leven is een beleving. Kama verlaat zijn geboortegrond en reist naar de Tempel van het Oosten. Onderweg beleeft hij avonturen, ontmoet al vroeg een meisje aan wie hij blijft denken maar trekt toch verder, aangetrokken door de tempel. Hij leert verhalen vertellen, trouwt en sticht een gezin om vervolgens weer te scheiden en op zoek te gaan naar zijn werkelijke geluk.
Het levens- en liefdesverhaal sleept de lezer mee naar alle toppen en dalen van het leven. De liefde staat centraal net als in de andere boeken van Kimpen. In dit boek geeft de schrijver Indiase liefdeslessen over de grootste vervoeringen, die de liefde kan schenken als de liefdespartners de kennis en kunde eenmaal geleerd hebben. De taal van de schrijver is helder maar laat ook voldoende ruimte voor de fantasie in een romantische schrijfstijl.
De kronkelpaden van het leven van Kama kennen parallellen met menig levenspad en misschien ook wel van die van de schrijver zelf. Het verhaal heeft parallellen met het leven van Kimpen, bevat elementen van de Dailai Lama maar het verhaal is geromantiseerd en doorspekt van fantasie. De taal van Kimpen is niet hoogdravend maar vooral geschreven voor het vermaak van de lezer. De spanning van de wendingen in het verhaal nodigen de lezer uit om te blijven lezen en pagina’s te verslinden.
Wie houdt van vele uren prettig lezen en een sappig liefdesverhaal zonder platte seksualiteit kan waarderen, gestoken in een spannend semifictief verhaal, zal aan dit boek veel plezier beleven.