Film / Films

Een menselijke Elizabeth

recensie: The Queen

Films over vorsten die op het moment van uitbreng nog regeren worden zelden gemaakt. Je valt immers snel in de valkuil van de hagiografie, dan wel van de ongefundeerde kritiek. In Nederland bijvoorbeeld is koningin Beatrix alleen geportretteerd in satirische tv-programma’s en enkele toneelstukken.

Het is dan ook een loffelijk streven van de Engelse regisseur Stephen Frears dat hij een film durft te maken over de huidige Britse koningin Elizabeth, The Queen getiteld. En nog wel over de meest omstreden episode uit haar regeerperiode tot nu toe: haar verkrampte reactie na de plotse dood van prinses Diana, de door haar gehate voormalige schoondochter.

~

Toen Lady Di, de ex-vrouw van kroonprins Charles, op 31 augustus 1997 verongelukte in Parijs, ging er een golf van emotie door het Verenigd Koninkrijk en de rest van de wereld. De mooie jonge vrouw, die de ramen van het koningshuis had geprobeerd te openen maar er vervolgens was uitgegooid, kon op veel sympathie rekenen. Het verdriet sloeg geleidelijk om in woede, toen de koninklijke familie in hun vakantieverblijf in het Schotse Balmoral bleef en geen enkel teken van rouw liet zien. De uiteindelijk door Elizabeth live uitgesproken tv-rede werd door velen beschouwd als te laat, te weinig en te kil. Het kwaad was al geschied. De kersverse premier Tony Blair daarentegen werd dankzij precies de juiste toon populairder dan ooit, hoewel sommigen twijfelden aan zijn oprechtheid.

Mededogen

Het ligt dan ook het meest voor de hand om Elizabeth in de film af te schilderen als een ongevoelige conservatieve bitch en Blair als een gladde opportunist die emoties voorwendt voor zijn eigen populariteit. Zo niet Stephen Frears, een regisseur die bekend staat om het mededogen dat hij heeft voor zijn (meestal fictieve) karakters. Hij wordt gedreven door nieuwsgierigheid over wat zich in die bewuste week nu precies achter de schermen heeft afgespeeld. Elizabeth moet tussen twee vuren hebben gestaan: dat van haar behoudzuchtige familie enerzijds en dat van het volk en zijn woordvoerder Blair anderzijds. Hoe de innerlijke strijd van Elizabeth en de gesprekken werkelijk verliepen zullen we nooit weten, maar Frears doet op basis van uitgebreid onderzoek een geloofwaardige gok.

~

Wat als eerste opvalt aan The Queen is de treffende gelijkenis van Helen Mirren, die in Venetië volkomen terecht de acteerprijs won, met Elizabeth. Hulde aan de grimeurs en de pruikenmakers. Ook Tony Blair wordt bijzonder knap neergezet door Michael Sheen, die de premier al eerder speelde in Frears’ tv-film The Deal. Prins Charles daarentegen komt in de versie van Alex Jennings, zelfs als hij een kilt draagt, veel minder sullig over dan het origineel. Maar om de imitatiewaarde gaat het natuurlijk niet.

De menselijke koningin

De film begint in mei 1997, als de net verkozen jonge premier Blair zijn eerste onhandige bezoek aan het paleis brengt, met een mengeling van ontzag en afkeer. Elizabeth is dan duidelijk de stijve vrouw die op politici neerkijkt, maar ze komt ook al redelijk menselijk en soms zelfs humoristisch over. Het nieuws een paar maanden later van de dood van prinses Diana komt hard aan. Elizabeth had weliswaar een hekel aan de vrouw die de familie door het slijk had gehaald, maar het gaat hier wel om de moeder van haar kleinzoons, en dus ook van de toekomstige koning.

~

Wat voor de buitenwereld volkomen onmenselijk overkwam – de prinsen William en Harry moesten die zondagochtend gewoon mee naar de kerk waar hun moeder nauwelijks ter sprake kwam; het koninklijk vaandel boven Buckingham Palace ging niet halfstok – wordt in The Queen geloofwaardig beargumenteerd. Elizabeth wilde haar kleinzoons juist beschermen, en volgens de traditie zou dat vaandel zelfs niet halfstok hangen bij haar eigen dood. Ze krijgt het steeds benauwder in de spanning tussen de massale haat van het volk die via de pers tot haar komt, en de ijzige hang naar protocol van vooral haar moeder (Sylvia Syms) en echtgenoot Philip (James Cromwell).

Wanhopige premier

Het is aan de kijker in hoeverre hij met deze lijn mee gaat en sympathie krijgt voor de koningin; Frears dringt niemand iets op. Want ook de kant van het volk komt uitgebreid aan bod (middels archiefbeelden; het lijkt soms wel een aflevering van Andere Tijden). Wanhopig probeert Tony Blair de koningin met een bewonderenswaardige mix van onderdanigheid en doortastendheid te bewegen tot meer toeschietelijkheid. Gaandeweg voelt hij met haar innerlijke worstelingen mee, tot ongenoegen van zijn republikeinse vrouw Cherie. De complimenten van spindoctor Alastair Campbell over zijn snel groeiende populariteit wuift hij ongemakkelijk weg; daar gaat het hem niet om. The Queen is hiermee een uiterst genuanceerde en tegelijk meeslepende film geworden, een prestatie van formaat.