Gierende hormonen in donkere tijden
Het blijft een raadsel hoe producent Warner Bros. op het idee kwam David Yates aan te trekken voor de regie van de laatste vier Harry Potter-films. Yates had weliswaar indruk gemaakt met sociaal-realistische tv-drama’s als Sex Traffic en State of Play, maar had voor Harry Potter nog nooit een speelfilm geregisseerd. Dat de producenten het bij het juiste eind hadden, bewijst Harry Potter and the Halfblood Prince, tot op heden het beste deel van de reeks.
De ontwikkeling die Harry Potter doormaakt loopt parallel met de ontwikkeling van de uiterst lucratieve filmreeks. De eerste twee films van Chris Columbus waren nog lieve, onschuldige kinderfilms, maar onder respectievelijk Alfonso Cuarón, Mike Newell en David Yates is er een toenemende duisternis over de toverwereld komen te liggen. De makers van het zesde deel gooien de kijker direct in het diepe en de nodige voorkennis is dan ook vereist. In dit nieuwste avontuur is de dreiging van de machtige duistere tovenaar Voldemort voortdurend voelbaar, maar houden de leerlingen op Zweinstein zich inmiddels meer bezig met hun gierende hormonen. Liefdesdrankjes, geheime liefdes en gebroken harten zijn aan de orde van de dag en deze – overwegend zeer humoristische – tienerperikelen vormen het echte hart van deze film, die wat het grote verhaal betreft natuurlijk vooral geldt als het laatste stapje op weg naar de echte climax van de reeks.
Britse acteertop
Perfect is de film zeker niet, maar dat is ook buitengewoon moeilijk bij de verfilming van zo’n lijvig boek. Sommige verhaallijnen komen beter uit de verf dan andere en Kloves slaagt er niet in alle losse lijntjes tot een goed einde te brengen. Toch verveelt de film met een ruime speelduur van 2,5 uur geen enkel moment, ondanks of misschien juist dankzij een relatief laag tempo, dat voldoende ruimte uittrekt voor ontwikkeling van de personages. Tel daar het uitzonderlijke camerawerk van de Fransman Bruno Delbonnel (Amélie), die grossiert in adembenemend mooie shots, bij op en je hebt een prachtige film die bewijst dat ook grote, commerciële films klein en persoonlijk kunnen overkomen.