Film / Films

Van popster tot ongewenst wapen

recensie: The US vs. John Lennon

Een immigratiedienst trekt een verblijfsvergunning in op grond van een schijnbaar onbenullige reden, maar wel naar de letter van de wet. Reden om een de regering onwelgevallige persoon het land uit te kunnen zetten. Het proces dat hierop volgt heeft naam gegeven aan de documentaire die in dit stuk wordt besproken. Maar deze recensie gaat niet over Verdonk tegen Hirsi Ali (Magan).

~

De documentaire The U.S. vs. John Lennon uit 2006 ontleent zijn titel aan het proces dat de Verenigde Staten in 1972 aanspande tegen John Lennon. Hij moest het land uit. Officieel omdat hij ooit, in Groot-Brittanië, was veroordeeld vanwege het bezit van wat marihuana en daarom geen recht had op een verblijfsvergunning in de VS, maar eigenlijk omdat hij zich, volgens de regering Nixon, ten onrechte mengde in binnenlandse aangelegenheden.

De sympathieke bebaarde vredesapostel

Het verhaal wordt in twee delen verteld: het eerste deel beschrijft ruwweg de periode tussen 1966–1971. Er wordt uitgebreid de tijd genomen om te verklaren hoe John Lennon, mede onder invloed van fluxuskunstenaar Yoko Ono, transformeerde van een lief tieneridool tot een bebaarde en sympathieke vredesapostel. Zijn in z’n eenvoud naïeve maar oprechte boodschap “Give Peace a Chance” werd de lijfspreuk van de vredesbeweging tegen de oorlog in Vietnam. Ook wordt het ontstaan van die vredesbeweging, en de radicalisering daarvan, uitgelegd.
In het tweede deel (van 1971 tot Lennons dood) komen Lennon en radicale vredesactivisten samen. Dit tot angst van de regering Nixon: zij en de FBI zien Lennon – de popster – als ‘een gevaarlijk wapen’ in de handen van radicale elementen. Een wapen dat onschadelijk gemaakt kan worden door z’n verblijfsvergunning in te trekken. Lennon gaat in bezwaar en weet dit, als de oorlog in Vietnam allang voorbij is en de vredesbeweging uitgedoofd, uiteindelijk te winnen.

Een idylle?

De regisseurs, David Leaf en John Scheinfeld, hebben medewerking van Yoko Ono verkregen. Daardoor hebben ze kunnen putten uit veel niet eerder vertoond archiefmateriaal en originele nummers van Lennon voor de soundtrack kunnen gebruiken. Het heeft een verrijking van de documentaire opgeleverd. Maar het heeft ook zijn prijs gehad: voor de medewerking van Yoko Ono hebben Leaf en Scheinfeld de werkelijkheid onrecht moeten aandoen. Als we de film mogen geloven is het tussen Lennon en Yoko Ono altijd pais en vree geweest. Dat Lennon Ono van 1973 tot 1975 verlaten had voor een maîtresse en in Los Angeles verbleef, is verzwegen.

~

Ook hebben de regisseurs veel andere mensen die destijds een belangrijke rol speelden bereid gevonden om mee te werken aan de documentaire, en dat is knap. Zo zien we onder andere George McGovern (een voor Amerikaanse begrippen uiterst linkse democratische presidentskandidaat uit 1972), een oprichter van de Black Panthers, Ron Kovacs (vietnamveteraan en vredesactivist, op wiens leven Born on the Fourth of July is gebaseerd) en voormalige leden van de FBI en de regering Nixon. Veel nieuwe kennis levert het niet op: we krijgen alleen uit officiële bron bevestigd dat de regering Nixon Lennon inderdaad het land uit wilde zetten vanwege zijn rol als vredesapostel en zijn kritiek op het beleid van VS. De veroordeling vanwege marihuanabezit was niet meer dan een excuus.

Interessant

De documentaire an sich is conservatief: we zien archiefmateriaal afgewisseld met pratende hoofden. Maar vanwege het karakter van het archiefmateriaal, de muziek, de uitgebreide research en de tijd die de makers hebben genomen om het verhaal te vertellen is The U.S. vs. John Lennon een interessante film geworden. De politisering van de jeugdcultuur, en de invloed van een publieke figuur als Lennon lijken nu onvoorstelbaar. Helaas heeft de geschiedenis van de verblijfsvergunning zich wel kunnen herhalen.