Film / Films

Afgezaagde formule

recensie: Saw III

In 2004 verraste regisseur James Wan horrorfans met het duistere Saw, een film die door de opgeroepen claustrofobische beklemming en slimme inzet van visuele effecten tot één van de succesvolste horrorhits van de laatste jaren gerekend mag worden. Een vervolg, Saw II (2005), liet niet lang op zich wachten en nu is er dan Saw III. Maar waar de duistere originaliteit van Wans eersteling zorgde voor diepe wonden in de ziel, laten de vervolgdelen nog geen schrammetje achter.

Eén van de sterke troefkaarten van Saw is de eenvoud van de plot: twee mannen ontwaken in een afgesloten kamer, vastgeketend aan leidingen. Opnamen op een in de kamer achtergelaten taperecorder informeren hen over hetgeen er gebeurd is: zij zijn ontvoerd door de zogenaamde Jigsaw Killer (Tobin Bell), een psychopaat die duivelse situaties bedenkt waaraan zijn slachtoffers alleen kunnen ontsnappen door tot het uiterste te gaan. Een eveneens in de kamer achtergelaten zaag (waarmee de titel van de reeks verklaard is) kan niet door de kettingen snijden waarmee het tweetal wordt vastgehouden, maar wel door vlees en bot… De ontsnapping van beide mannen wordt zo een beproeving waarbij hun mentale en fysieke reserves op ondraaglijke wijze worden getest, terwijl het spanningsniveau bij het publiek door de pijngrens heen gejaagd wordt.

Geforceerde schaalvergroting

~

David Finchers Seven (1995), waarin een seriemoordenaar wordt opgevoerd die met een reeks planmatige, op de zeven doodzonden gebaseerde moorden, een moraliserend effect denkt te hebben op zijn omgeving, is van duidelijke invloed geweest op Saw. Jigsaw selecteert zijn slachtoffers namelijk op soortgelijke wijze en ontleent zijn naam aan de spreekwoordelijke puzzel die zij dienen samen te stellen waaruit hun verantwoordelijkheid blijkt. Slechts diegenen die in Jigsaws ogen gestraft dienen te worden vinden zichzelf terug in zijn demonische machinaties.

Waar Saw zich grotendeels afspeelde in één enkele ruimte, verplaats de regisseur van het tweede deel, Darren Lynn Bousman, de handeling naar een met Jigsaws dodelijke vallen gevuld huis. Deze geforceerde schaalvergroting, waarmee aan de groeiende verwachtingen van een horrorpubliek dat een nóg bloedstollender voortzetting van dezelfde formule wil, tegemoet wordt gekomen, wordt verder doorgezet in het eveneens door Bousman geregisseerde derde deel. De overtreffende trap wordt hierin gevormd door een opslagplaats, waarin chirurg Lynn (Bahar Soomekh) bijkomt nadat ze uit het ziekenhuis waar ze werkt werd ontvoerd door Amanda (Shawnee Smith), de assistent van Jigsaw. De moraliserende moordenaar is namelijk aan bed gekluisterd. Hij lijdt aan kanker en wil dat Lynn hem aan een hersentumor opereert. Om zich van haar medewerking te verzekeren krijgt Lynn een bom rond haar nek bevestigd die is verbonden met Jigsaws hartslag. Wanneer deze zou stoppen gaat de bom af. Om zelf te overleven, dient Lynn dus Jigsaw in leven te houden.

Een tweede slachtoffer dat zich in de loods bevindt is Jeff (Angus MacFadyen), een vader die zijn zoontje verloren heeft bij een verkeersongeval en dit trauma nog steeds niet heeft verwerkt. Jigsaw maakt hem tot doelwit van zijn spel omdat de vader wraak wil nemen op diegenen die hij verantwoordelijk acht voor de dood van zijn kind: Tim (Mpho Koaho), de jonge bestuurder van de auto die zijn zoontje doodreed, en rechter Halden (Barry Flatman) die hem een lichte straf oplegde. De scènes waarin Jeff wordt geconfronteerd met deze mensen voorzien ruimschoots in het diabolische martelwerk waarin de Saw-reeks grossiert. Vooral het fragment waarin Jeff Tim uit een ingenieuze pijnbankconstructie probeert te redden is gruwelijk en gaat letterlijk door merg en been. Om nog maar te zwijgen van de operatiescène waarin Jigsaw onder Lynns mes gaat.

Bloedeloos

~

Toch kan al dit misselijkmakende bloedvergieten niet verhullen dat Saw III bloedeloos voortborduurt op dezelfde beproefde formule. Het door Leigh Whannell geschreven scenario wordt ontsierd door een storend gebruik van flashbacks, met name om Amanda’s aandeel in Jigsaws plannen te verduidelijken. Het publiek wordt hierdoor danig in verwarring gebracht en verliest uiteindelijk interesse, terwijl nagelbijtende spanning juist het definiërende kenmerk was van de eerste Saw.

Ondanks verwoede pogingen de toeschouwer bij de les te houden – het dreinerige muzikale equivalent van een fikse migraine-aanval dat voor de soundtrack moet doorgaan, en het té zelfbewuste camerawerk van David A. Armstrong dat het niveau van een rock-videoclip nauwelijks ontstijgt – faalt de film. Ook de keuze van production designer David Hackl om zowel de tweede als deze derde film praktisch in duisternis te hullen, terwijl het gebruik van fel licht in wit betegelde ruimten het origineel juist zo ten goede kwam, is discutabel. Voeg daar het geforceerde einde aan toe, waarbij de deur op een kier wordt gezet voor een vierde film in de reeks, en het afgezaagde karakter van Saw III wordt pijnlijk duidelijk.