Film / Films

Meesterlijke bedrieger

recensie: The Imposter

.

Het jaar 1994 staat in het geheugen gegrift van Nicholas Barclays familie. Dat jaar verdween de 13-jarige jongen, en de familie zette tevergeefs een zoekactie op touw. Geëmotioneerd vertellen de familieleden over de fasen die ze doormaakten. Verwarring, hoop, verdriet. En er niet meer in geloven. Want hun blonde Nicholas, hoewel bepaald geen engeltje, kwam niet terug.

Tot het gezin in 1997 een telefoontje krijgt uit Spanje: Nicholas is gevonden. Hij is in verwarde toestand en heeft jaren van ellende achter de rug. Ontvoerd door hoge militairen, van plek naar plek gevlogen, op brute wijze seksueel misbruikt, dat soort horrorverhalen. De zus vliegt naar Spanje om haar broer op te halen. Hoewel hij er heel anders uitziet, is ze ervan overtuigd dat hij het is. En niet alleen zij, ook de autoriteiten. Samen met Nicholas vliegt ze terug naar Texas, alwaar de familie zich over de verloren gewaande zoon ontfermt.

De kunsten van een kameleon

~

De film laat geen twijfel bestaan over of Nicholas is wie hij zegt te zijn. De jongen die zich voor Nicholas uitgeeft, is eigenlijk de Frans-Algerijnse meesterbedrieger Frédéric Bourdin. Waarom hij dit doet? Omdat hij, volgens zijn eigen verklaring, kampt met identiteitsproblemen en het feit dat hij nooit liefde heeft gekend.

Een kameleon dus. Een die op uitermate slinkse wijze iedereen om zijn vinger weet te winden en zelfs een hele familie ervan weet te overtuigen dat hij Nicholas Barclay is. Iets waarvoor de familie zich anno nu wel voor het hoofd kan slaan. Maar wat doe je, als je alle hoop hebt opgegeven en je ineens het nieuws krijgt dat je zoon nog leeft? Je neemt niet aan, dat hij het NIET is.

Hoog thrillergehalte
Teveel verraden van The Imposter zou zonde zijn. Want de film is meer dan een documentaire over een vermiste jongen wiens plek wordt ingenomen door een bedrieger. Layton bouwt zijn film zorgvuldig op, waarbij interviews met de familieleden en archiefmateriaal (zoals nieuwsbeelden en home video’s) worden afgewisseld met reconstructies. De regisseur weet hierbij een broeierige en uitermate effectieve spanning te hanteren.

Nadat Bourdin zich de Verenigde Staten binnen heeft weten te liegen, ontstaat de ene na de andere bizarre wending. Alsof je als kijker langzaamaan in een film noir wordt meegezogen. De FBI en een private investigator, die zo uit een film van de Coen broers had kunnen komen, vormen de spil in het vaststellen van de identiteit van Bourdin, maar graven ook verder in het mysterie van de verdwenen Nicholas.

Zien is geloven

~

Dat er is gekozen voor het ontbreken van een voice-over geeft de film een meerwaarde. Betrokkenen spreken zichzelf soms tegen, wat een vertekenend beeld geeft van de werkelijkheid. Een subjectieve werkelijkheid, waarmee het geheel een puzzel is waarvan de stukjes dan weer op hun plaats vallen, om vervolgens, wanneer een nieuwe theorie of werkelijkheid zich aandient, weer uiteen te vallen.

Een film dus die verwarring schept en geen pasklare antwoorden biedt. De stijl – deels fictie, deels non-fictie, laverend tussen documentaire en thriller – is goed gekozen. Het donkere, strakke beeld en de beklemmende, begeleidende muziek van Anne Nikitin maken The Imposter af. Zeer waarschijnlijk loop je de zaal uit met de vraag of het allemaal wel echt gebeurd is. Want een bizar verhaal is het. Zien is geloven.