Film / Films

De apocalyps in schitterend zwartwit

recensie: The Turin Horse (A Torinói ló)

In deze zwanezang van Béla Tarr, de Hongaarse grootmeester van de trage cinema, luiden een wild paard, een storm en jankende cello’s het begin van het einde in. In prachtige takes toont hij het leven van een vader en dochter en de ondergang van Gods schepping.

~

3 januari 1889. De stevig gebouwde, besnorde Friedrich Nietzsche kan het niet langer aanzien dat een paard wordt afgeranseld door zijn meester, springt het dier om de nek en vervalt in waanzin. Twee dagen later uit hij zijn laatste woorden: ‘Mutter, ich bin dumm‘. Hoe het met het paard afgelopen is, hebben we lange tijd niet geweten. The Turin Horse, naar verluidt Tarrs laatste film, vertelt het verhaal van het paard.

In dertig takes wordt deze ondergangsparabel verteld door de Hongaarse grootmeester van de trage cinema. Gewapend met cameratalent Fred Kelemen opent de film met een prachtige take, waarin een wild paard, de storm en jankende cello’s het begin van het einde inluiden. In de van Tarr bekende zwartwitpracht ploetert de film gestaag verder. De film handelt over het einde der tijden, de aanstaande apocalyps en toont ons de laatste zes dagen van vader, een palinkastoker, en dochter Ohlsdorfer die op een afgelegen platteland een vervallen boerderij bewonen. Uiterst minimaal, in tekst, handelingen, personages en gebeurtenissen. Zes dagen had God nodig om de aarde te scheppen. Zes dagen, samengevat in 146 minuten, heeft Béla Tarr nodig om de schepping ongedaan te maken. God is dood zei Nietzsche, maar nu deze gek geworden is, is het de beurt aan de mens. Die ondergang wordt op een prachtige subtiele manier, met bovennatuurlijke verschijnselen weergegeven. Zo stoppen de houtwormen met eten, evenals het paard, wil het vuur niet meer branden en blijft het voor eeuwig nacht.

Ondergang

~

T.S. Elliot zei het al, de mens gaat niet ten onder in een groots cataclysme, maar in eindeloos gedrein. Uiteindelijk verstommen we op een uitgeputte planeet. ‘This is the way the world ends, this is the way the world ends, not with a bang, but a whimper‘. Zo ook Tarrs einde-der-tijdenfilm. We krijgen nauwgezet de dagelijkse beslommeringen van een eenzijdig gehandicapte likeurstoker en zijn dochter te zien. Zij kleed hem aan, haalt water uit de put, kookt de aardappels, helpt mee met het paard en kleedt pa weer uit voor het slapen gaan. En buiten stormt het maar en stormt het maar. Een gast klopt aan, om nog wat palinka te kopen. In een lange monoloog vertelt hij van het dorp dat niet meer bestaat en over de gedegenereerde mens wiens dagen geteld zijn. Niet God, maar de mens is schuldig aan zijn eigen ondergang. En buiten stormt het, en ook deze vernietigt.

Met zijn film Damnation (Karhozát) uit 1988 brak Tarr met de sociaal-realistische filmstijl die hij daarvoor hanteerde. De daarop volgende films lijken allemaal hetzelfde thema van de menselijke conditie als uitgangspunt te hebben, waarbij de mens meer en meer afglijdt tot onverschilligheid. Een overlevingskunstenaar die, zoals Tarr in vele interviews noemt, ondanks alles recht heeft op een menswaardig bestaan. Dat dit niet altijd dramatisch hoeft te zijn, bewijst de subtiele humor in zijn films. In The Turin Horse komt dit in de vorm van de enige lange monoloog die voorzien wordt van kort wedercommentaar en de af en toe gortdroge voice-over, die ons vertelt over onder andere kapotvallende dakpannen.

Uitdovend hoogtepunt

Met The Turin Horse nemen we afscheid van een eigenzinnig en visionair cineast. Zijn ‘handtekening’ van lange shots in statig zwartwit met een minimalistische soundtrack en universeel thema als de menselijke conditie heeft na vijf films zijn hoogtepunt bereikt in The Turin Horse. De film dooft langzaam uit in zwart en buiten lijkt de storm te gaan liggen. Net als bij Elliot, not with a bang, but a whimper.