Boeken / Fictie

Het kwaad in een grijze muis

recensie: Rupert Thomson (vert. Nicolette Hoekmeijer) - Dood van een moordenares

.

De naamloze moordenares uit Thomsons roman is gebaseerd op de Britse Myra Hindley. Met haar vriend Ian Brady verkrachtte en vermoordde zij vijf jongeren tussen de tien en zeventien jaar oud. Deze gruweldaden zijn in het collectieve geheugen van Engeland gekerfd. Nadat zij in 2002 in de gevangenis een natuurlijke dood stierf, laaide de oude woede opnieuw op. Haar lichaam werd daarom tot aan de begrafenis toe bewaakt. In Thomsons roman wordt Billy Tyler opgevoerd als een van de agenten die haar lijk moet bewaken.  

Grijze muis

Billy’s leven wordt gekenmerkt door een gebrek aan ambitie. Zijn grootste verlangen is om geruisloos tot aan zijn pensioen door te werken. Thomson schetst een somber, realistisch beeld van de ontoereikendheid van het politiewerk. Daders zijn niet op het rechte pad te krijgen en de bureaucratie maakt het er voor agenten niet makkelijker op. Billy heeft zich erbij neergelegd en werkt onverstoorbaar door. Thuis deelt hij met zijn echtgenote de zorg voor hun mongoloïde dochtertje. De liefde tussen beide echtelieden is in de loop der jaren danig op de proef gesteld door de intensieve zorg voor hun kind.

Zowel thuis als op het werk is Billy de grijze muis wiens betrouwbaarheid buiten kijf staat. Maar in de stilte van het mortuarium speelt zijn geweten op: klopt dat beeld wel? Dat die twijfel juist daar toeslaat, is niet zo vreemd. Niet alleen staat de overleden vrouw symbool voor het kwaad, zij speelt ook een rol in Billy’s loopbaan en privéleven. In gedachten keert hij terug naar vrienden en geliefden die ieder op hun eigen manier het kwaad vertegenwoordigden: als kille dader, als manipulerend slachtoffer of een mix daarvan. Telkens opnieuw dwongen zij Billy een keuze te maken: meedoen, weerstand bieden of weglopen?

Eierdop

Thomson heeft gekozen voor sober taalgebruik en dat werkt uitstekend. De alledaagse dialogen en onopgesmukte beschrijvingen laten je des te meer voelen dat er van alles gist en borrelt onder de oppervlakte. Daarnaast hanteert hij verrassende beeldspraak. Zo beschrijft hij Billy’s gespannen gemoedstoestand als: ‘Zijn hoofd voelde hol, uitgelepeld, glad als een lege eierdop’. Hoewel hij zijn hand af en toe overspeelt, draagt dergelijke beeldspraak bij aan de spanningsboog van de roman. Herkenning en vervreemding spelen een kat-en-muisspelletje, net als Billy’s gespannen reis door zijn eigen verleden.

Politiefoto's van Myra Hindley en haar partner Ian Brady, 1965
Politiefoto’s van Myra Hindley en haar partner Ian Brady, 1965

De grondige research die Thomson verrichtte betaalt zich dubbel en dwars terug. Hij liet zich onder meer informeren door een crematorium, agenten en een ziekenhuis. Heel gedetailleerd roept hij de kille wereld van het mortuarium op, de onpersoonlijke ziekenhuiskantine en het landschap van Manchester. Ook de structuur draagt zijn steentje aan de spanning bij. Cruciale gebeurtenissen die Billy in gedachten herbeleeft, vertonen eenzelfde opbouw. Samen tonen ze de vicieuze cirkel waarbinnen zijn leven zich afspeelt, en waaruit hij zich aan het eind van de roman ontworstelt – voorgoed of slechts voor een moment van spaarzame harmonie.

Deze sterke roman verzwakt alleen wanneer de geest van de dode moordenares wordt opgevoerd. Zij voert gesprekken met Billy die hem met zichzelf moeten confronteren. Zowel het gegeven van een geestverschijning als de wat oppervlakkiger schrijfstijl van die scènes passen niet binnen deze sobere, realistische roman; het verhaal verliest in die episodes aan kracht. Bijvoorbeeld als het over Billy’s broeierige vriendschap met jeugdvriend Raymond Percival gaat. In het begin van de roman zie je door Billy’s ogen hoe die vriendschap voor hem een nauwelijks verhulde verliefdheid is. De draaikolk van zijn tegenstrijdige gevoelens wordt prachtig invoelbaar beschreven. Dat de geest van de moordenares er nogal over doorzeurt is mosterd na de maaltijd. Maar dat zijn gelukkig de enige smetjes in een boeiende roman.