Boeken / Fictie

Ieder detail telt

recensie: Charles Burns - Suikerschedel

Charles Burns is één van de grote namen in de wereld van het stripverhaal. Met Black Hole maakte hij duidelijk dat hij iemand is om rekening mee te houden. Zijn nieuwste boek, Suikerschedel, komt duidelijk uit dezelfde pen, hoewel het een héél ander boek is.

Suikerschedel is het sluitstuk van een trilogie, die begon met de X en De korf. Op de eerste pagina van X wordt hoofdpersoon Doug wakker. Hij is gewond en weet in eerste instantie niet waar hij is. Dan volgt hij zijn kat Dropje door een gat in de muur, waarna hij terechtkomt in een vreemde wereld waar vervormde en mismaakte mensen (en andere dieren) de dienst uitmaken. Het verhaal splitst zich in verschillende lijnen – één in de surrealistische wereld, één waarin een oudere en dikkere Doug zijn levensverhaal aan een blondine vertelt, en één waar Doug zich het verloop van zijn relatie met Sarah herinnert.

De drie verhaallijnen kruisen elkaar en worden door elkaar beïnvloedt. Elementen en details die in de ene lijn naar voren worden gebracht komen in de andere twee terug als details, waardoor de drie lijnen met elkaar vervlochten worden. Dat zorgt er ook voor dat het verhaal overkomt als een droom – of eerder als een nachtmerrie.

Samenbrengen
Suikerschedel ontwart de verhalen enigszins. Het derde en afsluitende deel brengt de verschillende verhaallijnen samen, waardoor de eerste twee delen weer een andere betekenis lijken te krijgen. Wat eerst verwarrend was, blijkt na lezing van Suikerschedel een logische oorzaak te hebben. Daardoor wordt het geheel overigens niet minder bevreemdend. Maar als lezer zie je waar de verschillende lijnen vandaan komen. Ook levert het een beetje meer inzicht op in de redenen achter de verschillende stijlen in het boek.

Burns heeft gezegd dat hij geïnspireerd is door Hergé. Met X, De korf en Suikerschedel wilde hij een ode aan Hergé en zijn Kuifje brengen. Daarom is de surrealistische verhaallijn die door de drie delen loopt getekend in een ligne-claire stijl, zoals ook de Kuifje-boeken zijn getekend. De andere verhalenlijnen zijn veel herkenbaarder het werk van Burns. Ook dat is scherp belijnd, maar ronder en realistischer van aard.

Symbolen en metaforen
Net als het andere werk van Burns staat ook Suikerschedel bol van de symboliek. Veel van wat er afgebeeld wordt, krijgt de functie van metafoor – een varkensfoetus, de ochtendjas van Dougs vader, of oude ‘Throbbing Heart’-comics. De betekenis van het geheel wordt gemaakt door alle verschillende onderdelen die in elkaar overlopen en door elkaar heen schuiven. Dat zorgt ook voor een probleem voor Suikerschedel: wie de eerste twee delen niet gelezen heeft, mist achtergrondkennis die nodig is voor het derde deel.

Met die kritiek in acht genomen, blijft Suikerschedel een goed boek. Burns’ neiging om af en toe afbeeldingen te plaatsen die weerzinwekkend zouden kunnen zijn, zal sommige lezers afstoten. Hij tekent graag gruwelijkheden. Maar alle gruwelen die in het boek staan, dienen een doel. Er is geen tekening te veel aanwezig. Ieder detail lijkt van belang om het overkoepelende verhaal van de trilogie goed te begrijpen. Daarom is het ook aan te raden om niet alleen Suikerschedel te lezen, maar ook X en De korf. Burns bewijst met deze drie albums wederom dat hij een meester in zijn veld is.