Americana blijft boeiend
Hoe vaker hier geschreven wordt over het Americanagenre, hoe duidelijker het wordt hoe breed het genre is en dat het wellicht ook daarom steeds boeiend blijft. Deze keer starten we met een album van eigen bodem: Birdcatcher schotelt de luisteraar een in het oor springend album voor. Vervolgens duiken we in het werk van duo Tom Mank & Sera Smolen die met regelmaat in ons land touren. Little Steve & The Big Beat maken het trio deze keer compleet. Hun album is het stevigste van deze worp.
Oorstrelende klanken van Birdcatcher en een duo dat met cello een bijna klassieke indruk weet te maken. De eerste twee vormen een sterk contrast. En vervolgens afronden met een stevig album dat met wat extra bluesrock het mooie eindstuk vormt voor deze recensie. Wat kan het toch heerlijk zijn om op alle momenten van de dag iets van dit genre te beluisteren.
Birdcatcher maakt belofte meer dan waar
Birdcatcher is het alter ego van toetsenist/zanger Roel Spanjers. Met dit tweede album presenteert hij het vervolg op een redelijk obscuur gebleven album uit 2006. Simpelweg kreeg dit album als titel II. Natuurlijk is dat genoeg, al zou een echte titel meer recht doen aan dit geweldig fraaie tweede werkstuk van deze band.
Of dit tweede album met mooi folk- en americanawerk ook gebukt zal gaan onder de dreiging van de vergetelheid is natuurlijk afwachten. De liefhebbers van dit genre zouden het geweldige werkstuk van Spanjers stevig moeten omarmen en van de daken schreeuwen hoe geweldig het album is, om zo de aandacht te trekken die het verdient.
In het liedje ‘Your Pain is My Pain’ werkt Spanjers samen met Malford Milligan die tijdens de coronajaren noodgedwongen lang in Nederland bleef. Zijn stem is uit duizenden herkenbaar als je eenmaal van zijn muziek hebt genoten. Misschien dat deze samenwerking wat meer aandacht gaat opleveren. Het zou het talent van Roel Spanjers overigens recht doen als hij wat meer uit de schaduw kan treden van zijn begeleidingen door veel artiesten uit hetzelfde genre.
Een duo dat steeds weet te verrassen
De EP van nog geen vijfentwintig minuten speelduur van Tom Mank & Sera Smolen doet natuurlijk hunkeren naar een volledig album. Maar we moeten blij zijn met wat we voorgeschoteld krijgen.
Het openingsnummer ‘Raising a Cheer’ pakt je als luisteraar meteen bij de lurven met de heerlijke celloklanken, de donkere stem van Mank, de achtergrondzang van Kimberly Claeys en naast gitaar- ook banjoklanken. Het luisterpalet is direct heel breed uitgesmeerd en trekt je meteen het liedje in. Het nummer dat het heeft over gejuich opwekken, gaat eigenlijk over het bedrijven van de liefde als we goed luisteren. De warmte daarvan straalt ook door de speakers.
De diepe klanken van de cello van Smolen voeren op veel liedjes naast de basistonen ook de boventoon. Dat blijft zo tot en met het slotnummer ‘Tresholds’. In het titelnummer ‘Skinny Boy’ horen we naast folk tevens wat bluesy invloeden.
De beperkte speelduur blijft altijd het nadeel van een EP. Om dat op te vangen hebben we gelukkig ook de repeatknop op de cd-speler en kunnen we nieuwe details ontdekken bij herhaalde beluistering.
Little Steve doet je bijna aan Springsteen denken
Als je Little Steve leest kan je haast niet anders dan direct denken ‘& The Disciples Of Soul’, maar dan zit je fout. Deze Little Steve is een heel andere artiest.
Ook deze Little Steve doet denken aan een collega-muzikant, namelijk Pokey LaFarge. Dat komt vooral door de opener van het album, ’99 LBS’, waar de blazers meteen de opening verzorgen en het gitaargeluid nog wat verder op de achtergrond staat. De stem van deze zanger zit ook een beetje in de richting van LaFarge, al moeten we wel wat meer moeite doen om dat te willen horen. Toch kun je als luisteraar niet om de vergelijking heen en dat is helemaal niet erg.
De rhythm and blues die Little Steve and The Big Beat produceren, lijkt iets minder op de sound van Little Steven uit de band van Springsteen. Reden genoeg om de muziek van deze band daar dus niet mee te verwarren.
Het titelnummer ‘Circles’ van dit tweede album van de band behoort tot de categorie ballads en gooit hoge ogen. Hier neigt de formatie weer meer richting een bigbandgeluid. Het sleept heerlijk met blazers op de voorgrond en lekker elektrisch gitaarwerk op de achtergrond. De stem van Little Steve weet je hier bij de strot te pakken. Je draait langzaam rondjes mee met de zang op dit terechte titelnummer, totdat de basklanken langzaam maar heel zeker een einde maken aan het liedje.