Boeken / Fictie

Moriarty wijkt nimmer af van haar receptuur

recensie: Appels vallen niet - Liane Moriarty

De Australische schrijfster Liane Moriarty schreef veel boeken die de basis vormden voor grootse  tv-series. Niet zelden speelde Nicole Kidman daarin de hoofdrol. Met Appels vallen niet, Moriarty’s nieuwste roman, weet ze vast weer de aandacht te trekken van producers in de wijde omtrek.

Een nieuw ingrediënt

Het hoofdpersonage van Appels vallen niet (oorspronkelijke titel: Apples Never Fall) is ditmaal geen jonge vrouw die worstelt met haar leven. Dat is het enige ingrediënt dat Moriarty niet toevoegde aan het receptuur van dit nieuwe boek en dat ze keer op keer wel toevoegde aan haar eerdere romans. Nu is het woord aan de zevenenzestigjarige dame Joy Delaney. De energieke Joy  slijt haar dagen met het luisteren naar The Migraine Guy Podcast, met als doel om haar vier kinderen en haar man Stan te imponeren. Joy heeft weinig omhanden en neemt zonder slag of stoot de rol van huisvrouw op zich. Poetsen en koken behoren nog steeds tot haar taken, zelfs nu al haar kinderen al lang en breed het huis uit zijn gevlogen en zij en haar man genieten van hun pensioen. ‘Genieten’ is een groot woord. Joy zou niets liever dan een roedel kleinkinderen willen, maar van hun inderen Amy, Troy, Logan en Brooke hebben allemaal zo hun redenen waarom een kind er niet inzit. Onderling wedijveren deze twee zonen en twee dochters met elkaar en dat strijdelement lijkt hen met de paplepel ingegoten te zijn. Hun ouders runden namelijk Delaneys Tennis Academy. Hoewel geen van de kinderen de tennisschool heeft overgenomen, blijkt uit het verhaal wel dat de tennisschool het leven van Joy en Stan heeft getekend.

Een mysterieuze verdachte

Gaat het boek dan volledig over tennis? In het begin zéker wel, maar het is niet de spil in dit verhaal. Centraal staat de mysterieuze verdwijning van Joy. Van de ene op de andere dag is ze verdwenen, zonder ook maar één enkele brief na te laten aan Stan. Wel heeft ze een merkwaardig WhatsAppbericht gestuurd naar haar kinderen. De man en kinderen van Joy worden onderworpen aan onderzoeken, maar er is één aparte verdachte de politie niet op het spoor kan komen: Savannah, een meisje met zwartgeverfde haren en een grunge look die enkele maanden voor Joys verdwijning opeens ‘moord en brand schreeuwend’ op de stoep voor hun huis stond en over wie Stan en Joy zich enkele maanden hebben ontfermd. Leiden alle wegen naar deze onschuldig lijkende jonge vrouw?

Roddels en achterklap

Enerzijds laat Moriarty zien wat er tussen Stan, Joy en Savannah is voorgevallen – maanden voor Joys verdwijning – en anderzijds werpt ze telkens een blik in een van de levens van Joys kinderen. Het lijkt alsof zij stuk voor stuk zijn vastgelopen in hun eigen leven. Die struggle met het dagelijkse leven weet Moriarty heel levensecht te beschrijven. Je begint bijna net zo hard te balen als Joy zelf als je leest wat voor zooitje haar kinderen ervan maken, terwijl ze alles mee hebben. Ook is het genieten om weer al die roddels die vorm beginnen te krijgen in de hoofden van buurtbewoners, vrienden en kennissen mee te krijgen. Opvallend is dat de bijfiguren maar héél kort aan bod komen, maar Moriarty geeft ze een eigen stem en gezicht door meteen een hele levensgeschiedenis van een bijfiguur te schetsen. Dat maakt dat de bijfiguren nooit een oppervlakkige toevoeging aan het verhaal vormen, maar écht een waardevolle bijdrage leveren.

Te veel randinformatie?

Zodoende stapelen de karakterschetsen zich in deze roman op. Toegegeven: Moriarty vervalt in dit boek meer dan anders in details en er wordt écht te veel randinformatie gegeven die met gemak weggelaten had kunnen worden. In het begin van het boek moet Moriarty duidelijk nog écht opstarten. Het verhaal gaat in het begin erg traag. Het is alsof ze de boel aan het rekken is. Als een tennisster die aan haar rokje blijft frunniken uit bijgeloof, voordat ze aan haar service begint. Er wordt gewoon buitengewoon véél verteld over de familie Delaney, terwijl je iets meer informatie wil vergaren over de hele zoektocht naar Joy. Tevens zijn de laatste hoofdstukken van het boek méér dan onnodig, aangezien je dan alleen de ontknoping hebt gelezen. In die hoofdstukken gaat Moriarty opeens in op corona en op de nasleep daarvan, zonder dat het nog echt teruggrijpt op het verhaal zelf. Als de helft van het boek geschrapt zou worden, zou dat het verhaal niet tenietdoen (maar wellicht zelfs versterken).

Game, set, match

Máár… en nu komt de ‘maar’ natuurlijk aanzetten: door de manier waarop ze al die overbodigheden op papier heeft gezet, waardeer je het boek uiteindelijk toch. Moriarty is zo’n schrijfster van wie je hoopt dat ze nooit zal stoppen met het schrijven van boeken meto’n hoog entertainmentgehalte. Het is niet zozeer dat het boek boordevol grapjes staat (het gaat meer om de binnenpretjes van menig personage), maar de interacties tussen de personages onderling zijn zo vlot van aard. Ook leiden vele misverstanden tot geestige momenten. Je ziet deze familie al helemaal voor je, al komt de samenstelling van het gezin nog zo bevreemdend op je over. Het is alsof Moriarty ontzettend veel typetjes in haar hoofd heeft, die ze met ieder nieuw boek uit haar hoofd kan ‘schrijven’. Ongetwijfeld bezit deze auteur een grote dosis mensenkennis. Gelukkig maar, want dat sterkt het idee dat deze schrijfster nog veel heeft om over te schrijven.

Dit boek is niet voor mensen met een ontzettende hekel aan tennis. De Delaneys zijn regelrechte fanatici die over niks anders kunnen denken of praten. Wie echter houdt van een boek waarin een mysterie wordt opgelost, maar ook houdt van het spel dat de psyche met de mens kan spelen, zal hier zeker van smullen!

Dexter: New Blood - nieuwe serie
Film / Serie

Dexter is nog net zo onweerstaanbaar als vroeger

recensie: Recensie: Dexter: New Blood
Dexter: New Blood - nieuwe serie

Note: deze recensie bevat géén spoilers van Dexter: New Blood. Wél van Dexter seizoen 8.

Hoe meer details van Dexter: New Blood hoe meer spoilers. Maar wat in ieder geval zeker is: de flinke dosis sarcasme, droge humor en zelfspot van Dexter Morgan (a.k.a. ’s werelds meest geliefde seriemoordenaar) zijn immer alive and kicking! Om over zijn ‘Dark Passenger’ nog maar te zwijgen…

De tiendelige Showtime serie Dexter: New Blood is een vervolg op Dexter, die van 2006 t/m 2013 te zien was bij diezelfde zender. Het vertelde het verhaal (soms angstaanjagend maar vaak ook bijzonder komisch) van bloedspatpatroononderzoeker bij Miami Metro en tevens seriemoordenaar ‘tegen wil en dank’: Dexter Morgan. En als we er voor het gemak van uitgaan dat we een seriemoordenaar op zijn blauwe ogen kunnen vertrouwen vertelt Dexter aan het begin van deze nieuwe serie dat hij de drang om te doden (zijn “Dark Passenger”) de afgelopen jaren met succes wist te onderdrukken. Hij kreeg daarbij hulp van de geestverschijning van zijn zus Debra. Zij sprak hem regelmatig streng toe en wist hem op het rechte pad te houden. Maar 10 jaar is lang… te lang. En bloed kruipt waar het niet gaan kan. Nieuw bloed zelfs! Krijgen de doorgewinterde Dexter-fans dan nu eindelijk het eind waar ze al sinds 2013 naar smachten?

Oregon vs Argentinië

Laten we wel wezen, de laatste aflevering van seizoen 8 was een bijzonder treurig en teleurstellend einde van een fantastische serie. Dexter bleef moederziel alleen achter in een groot donker bos in Oregon. Met een bizarre baard én een hakbijl (vermoedelijk om hout in stukjes te hakken in plaats van mensen…). Nadat hij op het nippertje kon voorkomen dat hij ontmaskerd zou worden als The Bay Harbour Butcher, vermoordde hij zijn zus Debra (in een poging haar te redden), zette hij zijn eigen dood in scène en vluchtte. Gek genoeg droeg hij zijn toenmalige killer-girlfriend op om, samen met zijn zoon Harrison, naar Argentinië te vluchten. Waarom hij niet met hen meeging? Aan die verontwaardiging zijn vele Facebookgroepen gewijd. Sowieso sprak tout social media jaren na dato nog steeds schande van deze bijzonder slechte serie ‘finale’.

Nieuw begin

Natuurlijk is het nooit makkelijk om een bevredigend einde te vinden voor een serie waar kijkers jaren bij meeleven. Toen Dexter uitkwam was bingen nog niet de norm en moest je braaf iedere week wachten op een nieuwe aflevering. Dus als je acht jaar meeleeft met een bijzonder charmante, maar toch ook gruwelijke seriemoordenaar die steeds dieper in het nauw gedreven wordt, dan verwacht je op zijn minst een spectaculair eind. Dat was de vlucht naar Oregon allesbehalve. Het voelde als een natte wind in het gezicht van de kijkers. En zij ervoeren dat niet alleen zo. Ook Clyde Philips (Dexter-showrunner t/m seizoen 4) en hoofdrolspeler Michael C. Hall konden zich niet verenigen met het lot van de titelheld. Ze wilden zich revancheren. Gelukkig dacht Gary Levin, directeur van Showtime, daar ook zo over en gaf Philips in 2019 de opdracht te gaan schrijven.

Philips benadrukt dat Dexter: New Blood niet gezien moet worden als seizoen 9, maar als een nieuw begin. En om ervoor te zorgen dat het eind dit keer wél spectaculair zou zijn, begon Philips met het schrijven van de laatste scènes, en werkte zo terug naar het begin…

Vincent van Goat

In ‘dat begin’ zien we dat Dexter zich ver weg van Oregon en Miami gevestigd heeft in het koude Iron Lake. Een piepkleine gemeenschap (2700 inwoners) vlakbij een Seneca Nation reservaat. Hij woont in een houthakkershut midden in het bos met een paar geiten (zijn favoriet is “Vincent van Goat”) en werkt in een gun shop. Voor het gemak gaat hij door het leven onder de veelvoorkomende naam Jim Lindsay. Zijn vriendin, Angela Bishop (Julia Jones), is de eerste native American ‘chief of Police’ van de stad. Het korps is overigens maar klein want hoeveel misdadigers kunnen er zijn in zo’n gehucht? Je raadt het al, genoeg. En Dexter is niet de enige… Zijn ‘Dark Passenger’ krijgt dan ook meer en meer de neiging in het licht te treden. Maar op du moment dat hij zijn ‘Dark Passenger’ toe wil laten, dienen zich een paar oude bekenden aan die heel goed weten dat Jim gewoon Dexter heet.

Als vanouds

Toegegeven, de pilotaflevering is even doorbijten. Los van Michael C. Hall (die nog steeds onweerstaanbaar goed is) laat het acteerspel soms te wensen over. Ook de bij vlagen hysterisch schreeuwende Deb wekt wat irritatie op. En sommige voorvallen hebben een vrij hoog “ja hoor” gehalte. Maar gelukkig wordt het naarmate de serie vordert beter. Er zitten genoeg elementen in die nieuwsgierig maken. Het duurt dan ook niet lang of je zit er weer ‘als vanouds’ in. Hopend dat Dexter ermee wegkomt… of toch niet?

Philips levert met Dexter: New Blood een spannende en zeer vermakelijke serie af die menig oud (en nieuw!) fan zal bekoren. Over de grande ‘finale’ zal ongetwijfeld nog lang doorgepraat worden, maar dat die spectaculair is staat buiten kijf!

 

 

Muziek / Album

Een naam om te onthouden

recensie: Joey Roukens
Joey RoukensDonemus Publishing

Wie zijn composities kent, zal zijn werk vanaf dat moment volgen. En voor wie ze nog niet kent, is dit een gouden tip: Joey Roukens is de naam. Een naam om te onthouden. Als het goed is, krijgen we dit jaar genoeg kansen om zijn werk te horen.  

De componist werd in 1982 in Schiedam geboren. Hij studeerde compositie bij Klaas de Vries aan het Rotterdams Conservatorium, en had privélessen piano bij Ton Hartsuiker, een voorman van de moderne (piano)muziek. Toch beweegt hij zich als componist vaak een andere kant op, met tal van verwijzingen naar pop(ulaire) muziek, jazz en techno. Hoewel hij in zijn werk vaak een klassieke, driedelige vorm hanteert: vlug – langzaam – vlug. En er een symfonie voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest op stapel staat, die – al even klassiek – vier delen zal omvatten. Niet voor niets zei Roukens eens in een interview, dat hij de symfonieën van Mahler en Bruckner nauwkeurig bestudeert op ‘hoe deze grootheden omgingen met vorm en harmonie’.

Boundless (Homage to L.B.)

Een paar sprekende voorbeelden. Het eerste is Boundless (Homage to L.B.), het derde stuk dat Roukens in 2016 schreef voor het Koninklijk Concertgebouworkest. L.B. staat voor Leonard Bernstein, een jeugdheld van hem. Duidelijker kan niet: de klassiek geschoolde dirigent en componist die zich tevens op het terrein van jazz en musical (West Side Story!) bewoog. In een kort interview voorafgaand aan een radio-uitzending vijf jaar geleden, waarin een uitvoering van het werk was te horen, vermeldde de componist dat Bernstein als dirigent zijn kijk op Mahler heeft veranderd. En zo werd zijn Homage niet alleen een hommage aan de componist, maar ook aan de dirigent Bernstein.  

Het stuk bestaat uit een energiek Manically (met een citaat uit Bernsteins Anniversaries), Glacially als middendeel, en Propulsively met ‘flarden rock, techno en jazz’ als derde deel. Juist in dat tweede deel meen je de geest van Mahler te ontwaren. Gekneed door de handen van een Nederlands componist, in herinnering aan de dirigent die zijn symfonieën zo weergaloos over het voetlicht wist te brengen. Tussen die twee energieke hoekdelen vormt het een weldadig rustpunt.  

In Unison

Iets soortgelijks doet zich voor in het tweede voorbeeld: In Unison (2017), een driedelig concert voor twee piano’s en orkest, dat Roukens schreef voor Arthur en Lucas Jussen en het NTR ZaterdagMatinee. Eind vorig jaar werd het nog door de pianotijgers uitgevoerd met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van hun chef-dirigent Karina Canellakis. Er werden toen ook cd-opnamen gemaakt door Universal.

De titel slaat op het feit, dat er veel unisono-passages in voor komen, waarin beide pianisten dezelfde noten spelen. In het eerste deel komen al, net als later in sterkere mate, flarden filmmuziek voorbij. Het tweede deel eindigt met de knokkels bespelen van de piano, wat prachtig wordt ondersteund door de woodblocks uit het orkest. Het zou zomaar kunnen dat dit het ‘etherische’ (vergeestelijkte) element is waar het programmablaadje over repte. In het derde en laatste deel komen ook wat van soortgelijke modernistische elementen terug; beide pianisten eindigen met hun armen op de toetsen rustend, als waren ze uitgeput door hun huzarenstuk. Topsport is het in ieder geval.

Earnest and Game

Het is te kort door de bocht, om op grond van deze driedeligheid meteen te concluderen dat het hier gaat om het concept these – antithese – synthese. Toch zijn er een paar werken van Roukens die in de buurt van dit aan de filosoof Hegel ontleende idee komen. Een voorbeeld tot slot: Earnest and Game voor strijkkwartet (2007). Het bestaat inderdaad (weer) uit drie delen: Prelude (Memory Fragments) – Ecstasy – Longing, maar er is meer.

De titel is ontleend aan het denken van de middeleeuwse Engelse dichter Geoffrey Chauser, die het aan de ene kant had over ernst (these) en aan de andere kant over luim (antithese), over het serieuze en het lichte, en – heel actueel in onze tijd – waarheid en fictie. Hier is het, in tegenstelling tot de werken die eerder de revue passeerden, juist het middendeel dat vrolijk en popachtig klinkt, maar het gaat nu om het laatste deel. Dit vormt in allerlei opzichten het zwaartepunt van het kwartet. Het deel begint langzaam, vol verlangen naar het verleden. Mahler komt er ook weer in voor, net als in Boundless (Homage to L.B.). Op een gegeven moment slaat de sfeer om en komt het karakter van het vrolijke tweede deel terug, maar dan met een wrange bijklank, zoals Sjostakovitsj een wals kon omvormen. Hier vindt de synthese plaats, die tot het slot doorzet, wanneer het stuk in de ijlte eindigt, zeg maar de etherische sfeer van het slot van het tweede deel uit In Unison.   

Zo kun je stellen dat de buitenkant van Roukens’ muziek, met zijn talrijke verwijzingen naar pop(ulaire) muziek, jazz en techno ook een binnenkant heeft. Een driedelig raamwerk dat soms doet denken aan het Hegeliaanse concept these – antithese – synthese. Het is muziek die je keer op keer kunt horen en die doet uitzien naar komende uitvoeringen, zoals tijdens het aanstaande, gerenommeerde festival November Music in ’s-Hertogenbosch, waar zijn Bosch Requiem in première zal gaan.

Boeken / Non-fictie

De kunst van het dagboekschrijven

recensie: Vrouw doet dit, dat – van Sytske Frederika van Koeveringe
Dagboekfotohttps://unsplash.com/photos/I3adKpDNAjM

In Vrouw doet dit, dat – grijpt auteur Sytske van Koeveringe terug op dagboekschrijven wanneer ze de diagnose van borstkanker krijgt. Wat volgt is een waar kunstwerk vol essays, hersenspinsels, een lach en een traan.

Als Sytske van Koeveringe de diagnose borstkanker krijgt, helpt dagboekschrijven haar door die periode heen. Verschillende passages uit die tijd zijn gebundeld in het boek Vrouw doet dit, dat –. Maar het werk is meer dan een verzameling alleen. Het is een kunstwerk dat je door scherpe waarheden laat lachen en aan het denken zet.

Dagboekschrijven

In 2019 krijgt Van Koeveringe de diagnose borstkanker. In die periode pakt ze het dagboekschrijven weer op, iets wat ze in haar kinderjaren ook al veel deed. Denk daarbij niet aan verhalen die beginnen met ‘Lief dagboek’, maar eerder aan essay-achtige gedachtes. Aan de hand van werken van bekende schrijvers als Susan Sontag, Doeschka Meijsing en Mensje van Keulen herontdekt Van Koeveringe de schoonheid van dagboekschrijven.

‘Het is dat kleine. Dat alledaagse. Dat wat er allemaal in je hoofd omgaat maar niet per se boeiend is om te vertellen. Maar óók dat wat zich allemaal om je heen afspeelt, niet per se boeiend is om te benoemen. Of misschien wel boeiend is om te vertellen maar het simpelweg geen ruimte heeft omdat er constant zoveel is om te vertellen terwijl ondertussen alles doordendert.’

In Vrouw doet dit, dat – laat Van Koeveringe haar gedachtes de vrije loop gaan over allerlei onderwerpen die veelal met haar ziekte gepaard gaan. Zo houdt ze een relaas over dat ze veel moet huilen, en zich daar niet voor schaamt. ‘Sowieso dik huilen bij frisse lucht na een slechte nacht slapen (ja toch)’. Ze vertelt uitgebreid over het verliezen van haar haar door de bestralingen en over de angst die ze ervaart, bijvoorbeeld ‘voor verwachtingen, voor het altijd naar meer verlangen, voor teleurstellingen.’

Taal centraal

De essays zitten vol waarheden en rake zinnen die je aan het denken zetten. Die je emoties in korte tijd veranderen van een lach naar bittere ernst. Van Koeveringe heeft het niet alleen over haar ziekte, maar stelt in Vrouw doet dit, dat – ook schrijven en taal centraal. Dat je als schrijver bijvoorbeeld veel teleurstellingen te verwerken krijgt. Indien je een relatie hebt én schrijver bent, betwijfelt Van Koeveringe of het eerste niet ten koste gaat van het tweede. ‘Als ik bij hem zou blijven, zou ik mezelf op de tweede plek zetten. Hij belemmerde me op allerlei vlakken.’

Het meest komische van het hele boek is de quiz die je antwoord geeft op de vraag wat voor een kankerpatiënt jij zou zijn. Op het eerste gezicht niet iets waar je om zou moeten lachen, wel als je de mogelijke meerkeuze antwoorden van Van Koeveringe leest. Zo luidt een van de vragen: ‘Wanneer je goede dagen hebt, loop je een rondje, of lopen? Het is eerder schuiven. Je schuift een blok om. Altijd hetzelfde kleine rondje.’ Of ‘Het viel je eergister op dat er een stokbrood op de hoek van de straat lag, gisteren lag er nog een stokbrood bij, vandaag ligt er óók een bakje hummus naast. Wat doe je?’

Ernst

Is Vrouw doet dit, dat – een komisch boek? Ja. Gaat het ten koste van de ernst van het onderwerp? Zeker niet. Uit dialogen met onder meer haar ouders en scharrels maak je op hoe bekrompen, kort door de bocht en egoïstisch je omgeving kan zijn als je kanker hebt. Zoals deze sms van een ex-scharrel:

Hey, ik ben in het land, zin in bier?

Hey, lijkt me leuk, maar ben ziek dus dat wordt hem niet –

Oh jammer, beterschap!

Haha beterschap, goeie!

Huh? Zeg ik iets verkeerds?

Door het spel met taal, haar openhartige essays en kwetsbare dialogen heeft Van Koeveringe met Vrouw doet dit, dat – een kunstwerk in elkaar gezet, met vele facetten verpakt in een mooie compositie. Het boek zet je aan het denken, is filosofisch en kun je gerust nog eens oppakken en herlezen. Omdat je op zoek bent naar een rake wijsheid, omdat je behoefte hebt aan een lach of een traan, omdat je verrijkt wilt worden. Dan is Vrouw doet dit, dat – het kunstwerk waar je keer op keer rustig voor kunt gaan zitten.

Boeken / Fictie

Koffiedik kijken: de teleurstellende voortzetting van een trilogie

recensie: Sarahs vertrouwen – Paula Stern

Deel een van de Koffietrilogie, Corinnes toekomst, van Paula Stern was al niet bijster goed geschreven en het verhaal beklijfde niet zozeer, maar het vervolg Sarahs vertrouwen laat écht te wensen over.

In Corinnes toekomst maakten we kennis met protagonist Corinne Ahrensberg, telg van de door koffie steenrijk geworden familie Ahrensberg. Ze runt het familiebedrijf dat al sinds de Tweede Wereldoorlog bestaat, samen met haar broer. In deel twee, Sarahs vertrouwen, zet Corinne de handel in haar eentje voort, volledig in de voetsporen van haar opa Eberhard. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Ook duikt Sarah op. Maar wie was dat ook alweer?

Sarah wie?

Er gebeurt veel in deze roman. Auteur Paula Stern strooit rijkelijk met verhaallijnen en switcht continu van heden (anno 2021) naar verleden (anno 1945). In 2021 lezen we over Corinne Ahrensberg en Sarah Rosenbaum. In 1945 lezen we over hun families. Sarah Rosenbaum is het enige personage dat een rol speelt in beide tijdsperiodes: in 1945 is ze een jong meisje en in 2021 is ze een oude vrouw. Nu vraag je je waarschijnlijk af: wie is Sarah Rosenbaum? Nou, dat is een weinig opmerkelijke bijfiguur uit deel een dat opeens een iets grotere rol in deel twee krijgt. De vraag die onmiddellijk rijst – gezien de titel – is de volgende: ‘In wie of wat heeft Sarah eigenlijk vertrouwen?’. Dat antwoord krijgt de lezer pas veel te laat aangereikt in dit verhaal. Het lijkt erop dat de schrijfster geen trilogie wilde schrijven met telkens de naam van Corinne in de titel (zoals bij Corina Bomanns trilogie Sophia’s hoop, Sophia’s wens en Sophia’s triomf) en daarom maar voor de titel een van de andere vrouwen koos uit het verhaal. Hetzelfde geldt voor deel drie, dat de titel Magdalena’s droom toegewezen heeft gekregen. Een verwijzing naar Corinne’s oma. Of de titel daar op zijn plaats is, zal moeten blijken. In Sarahs vertrouwen is dit helaas niet het geval. Ondanks dat de titel anders doet voorkomen, blijft Sarah ook in dit deel een beetje op de achtergrond hangen. Voor Corinne is Sarah een ogenschijnlijk belangrijke steun en toeverlaat, maar pas op het einde van het verhaal komt Sarah Corinne fysiek opzoeken.

Onmenselijk

Het draaiend houden van het familiebedrijf gaat niet zonder slag of stoot, maar Corinne Ahrensberg krijgt het voor elkaar. Tenminste: voor heel even. Net op het moment dat ze gelooft dat het leven haar toelacht, krijgt ze te maken met heftige tegenslagen. Ondanks alles houdt ze het hoofd koel en probeert ze een uitweg te zoeken. Dat zorgt ervoor dat je haar een stuk sympathieker gaat vinden dan in deel een. Of ja, ietsje meer dan, want Corinne is zó goedhartig tegen alles en iedereen dat ze redelijk onmenselijk oogt en dat is op zijn zachtst gezegd nogal irritant. Daarnaast kan er geen grapje vanaf bij Corinne. Ze is vreselijk serieus. Haar handelingen zijn weer net zo voorspelbaar als in het eerste deel van de Koffietrilogie, maar soms popt er een diepzinnige overpeinzing op in haar hoofd:

‘Ze kon het niet helpen, maar sinds to trump niet langer alleen een woord uit het    woordenboek was en narcisten de toppen van de macht bereikt hadden en de wereld elke dag deden beseffen hoe ver je kon komen met slecht gedrag en meedogenloosheid – en vooral dat je ermee weg kon komen – had ze de indruk dat zelfs in het dagelijks leven, buiten de wereldpolitiek, slechte manieren en vogue waren.’

Deze sterk geëngageerde gedachte is zeker niet exemplarisch voor het boek. Je hoopt op meer van dit soort bedenkingen die Corinne meer laten lijken dan een oppervlakkig redenerend persoon. Helaas blijft het bij deze ene keer.

Resumerend: er gebeurt voldoende in dit tweede deel van de Koffietrilogie. Het boek heeft een simpele schrijfstijl en je vliegt erdoorheen. Toch mist er een zekere diepgang. Het blijft een oppervlakkig verhaal. Net als deel een heeft ook Sarahs vertrouwen een te voorspelbaar plot, is er weinig tot geen humor in verwerkt en de karakters houden de interesse, maar ternauwernood vast. Hopelijk volgt er een laatste deel dat meer beklijft, zodat deze serie op een waardige wijze kan worden afgesloten.

 

Boeken / Muziek / Album / Boeken / Non-fictie

De zangeres dicht

recensie: Eva van Manen - Hoe zijn we hier gekomen? (boek) & De diepte in (album)
Joost Festen

We kennen Eva van Manen al van haar album Politiek & Liefde. Nu verschijnt de opvolger De diepte in, maar tevens een dichtbundel van haar hand. Een mooi moment om de veelzijdige artiest extra aandacht te geven voor beide uitingen. Op spreekwoordelijke weegschaal twee kunstuitingen van dezelfde artiest.

Welbeschouwd zijn liedteksten feitelijk poëzie op een melodie en in een voordracht vastgelegd. Gedichten afgedrukt op papier moeten het puur van de kale woorden hebben. Wat dat betreft steekt de muzikant Eva van Manen haar nek uit om te debuteren als dichter. 

Hoe zijn we hier gekomen? 

De dichtbundel Hoe zijn we hier gekomen? is van groot formaat richting A5. Een boek dat opvalt in de boekenkast. De teksten hebben allen min-of-meer dezelfde titel. Alle titels zijn drumbeat met een cijfer erachter van 1 t/m 70. Niet alle cijfers van de reeks zijn aanwezig wat de suggestie wekt dat we niet het complete beeld hebben gekregen. De titel drumbeat heeft natuurlijk een directe link naar de muzikant Van Manen. 

Inhoudelijk is de bundel een relaas van iemand die getroffen wordt door covid-19. Sommige gedichten zijn feitelijk een stijlbreuk, want ze zijn in verhaalvorm. Zoals drumbeat 45 en het daarop volgende drumbeat 47 hebben een heel bijzondere vrije vorm. Een mengeling tussen gedicht en proza met woorden die geheel onleesbaar gemaakt zijn door een zwarte balk. De teksten zijn ingedeeld in de secties zinken, eb en vloed. 

Wie de bundel leest voelt de ziekte die de schrijfster ondergaat en leeft mee. De kwaliteit van de geboden teksten zijn van een wisselend karakter. Vaak zijn ze heel verhalend en ontbreekt de beeldspraak die poëzie zo boeiend kan maken. De gedichten en teksten lezen als het verhaal van een zware periode. 

Van Manen lijkt het mooiste voor het allerlaatst te hebben bewaard. drumbeat 70 is het afsluitende gedicht en bevat de werkelijk prachtige regel: ‘mijn lijf mijn zendtijd’. In het algemeen kunnen we de bundel Hoe zijn we hier gekomen? typeren als een product van de tijd waarin we leven en lezen als het relaas van ziek worden tot de bijna genezing. Makkelijk te lezen maar op de barometer van de dichtkunst scoort Van Manen hier geen hoge punten mee. 

De diepte in 

Het tweede album van Evan van Manen duurt iets meer dan een half uur en telt een tiental composities van eigen hand. Haar debuut album Politiek & Liefde verscheen aan het begin van 2020 en werd te doop gehouden tijdens EuroSonic. We zagen haar destijds live bij Coffee Company. Dat was een tijd dat concerten nog konden plaatsvinden. De hoop dat ze haar debuut daarna op het podium kon vertolken is verdampt in de pandemie die ons nog steeds teistert.
Haar debuutalbum keek vooral naar de buitenwereld zoals Van Manen die waarnam. Met De diepte in maken we kennis met de binnenwereld, het gevoelsleven van Van Manen. Thematisch lijkt er een verbinding te bestaan tussen het album en de dichtbundel Hoe zijn we hier gekomen?  

Muzikaal kunnen we Van Manen een zusje van Spinvis noemen. Ze is multi-instrumentalist, de teksten worden soms op een vergelijkbare manier als Spinvis vertolkt. Teksten hebben een belangrijkere waarde in de muziek dan de melodie, die vaak op De diepte in van een achteloze ondersteuning van de woorden lijkt te zijn. Helaas lijdt dit laatste ertoe dat de liedjes maar moeilijk beklijven. Een positieve uitzondering moeten we hier maken voor het een na laatste liedje van het album. ‘Regenpak’ lijkt met kop en schouders boven de rest van de liedjes uit te steken. Toch kan één liedje het algemene beeld van het album niet redden. De jazzy klanken gelardeerd met elektronische klanken geeft minder voldoening dan we op basis van haar debuut hadden verwacht.  

 

Boeken / Fictie

De serie is compleet

recensie: Jackie van Laren – Herfstrood & Winterzon
rode besjes in de sneeuwhttps://unsplash.com/photos/xuaw6T_iKOk

Enige tijd geleden schreven we hier over Lentegroen, het eerste deel van de Onder de bomen-serie van Jackie van Laren. Inmiddels verschenen de andere drie delen van de serie en is deze compleet. Na het lezen van het eerste en tweede deel gaan we hier dieper in op de twee laatste delen: Herfstrood en Winterzon.

De kunst van een serie-schrijver is om de lezer aan zich te binden. Jackie van Laren weet hoe ze honger naar het volgende deel opwekt en de lezer blijft boeien! Reikhalzend uitzien naar een volgend boek is onderdeel van de leespret. Alle boeken zijn afzonderlijk leesbaar omdat ze steeds een korte weergave geven van wat vooraf is gegaan, maar als kwartet het heerlijkst te verorberen.

Herfstrood

Daar waar Zomerloof zenuwslopend afsloot met een meltdown door overprikkeling van de aan Aspergerlijdende graaf Freek, opent Herfstrood natuurlijk enigszins in verwarring. De prille liefde tussen Sylvie en Freek heeft een moeilijke periode opgelopen. Ties, de dochter van Sylvie, heeft een vriendje die het thuis moeilijk heeft en daarom vaak bij hen in huis is. Jan Willem is een puberende jongen die stevig in de groei is en bij Sylvie en Ties een goed kosthuis heeft gevonden. Een veilige omgeving waar hij de liefde voelt ontluiken tussen hem en Ties. Twee tieners die langzaam maar zeker ontdekken dat twee geslachten elkaar gaan vinden.

Sylvie worstelt met de liefde tussen haar en Freek. Freek die last heeft van zijn Asperger-aandoening is onhandig in relaties en vooral heel onzeker in de liefde die hij absoluut en onvoorwaardelijk voelt voor Sylvie. Vermakelijke verwikkelingen tussen volwassenen op een niveau dat je niet verwacht. Leerzaam voor iedereen die geen besef heeft van autisme en Asperger. Vermakelijk leesvoer waarbij de spanning oploopt in de relatie en de misdaad in de nabije omgeving de kop op steekt. Een oude liefde van Sylvie die tevens roet in het eten dreigt te gooien, terwijl de tortelduifjes om elkaar heen draaien. Deze atypische wending voor een kasteelroman maakt het juist spannend. Een tienerdochter die ad rem genoeg is om uit te spreken dat ze niet kan wachten tot ze weer gaan seksen. Dat is volgens Ties dé sleutel tot een normale situatie in huis.

Ondanks dat Herfstrood net als de twee eerdere delen vooral een feelgoodroman is, blijft Van Laren voldoende spanning in het verhaal stoppen zodat je alsmaar wilt doorlezen. Het is zo erg dat je bijna niet kan wachten tot het volgende deel in de schappen ligt. Een cliffhanger biedt deel drie niet, en toch wil je het verhaal verder lezen. Fraai ontspannen leeswerk dat geschreven is in een taal die je doet hongeren naar de volgende bladzijde.

Winterzon

Het vierde en laatste deel van de Onder de bomen-serie diende zich netjes op tijd aan voor de winter van 2021. Dat het gepaard gaat met het gevoel dat dit het laatste deel is en dat daarna de koek dus op zal zijn, geeft een dubbel gevoel. De lezer die reikhalzend uitkeek naar het afsluitende deel wordt door Van Laren ruimschoots beloond. Winterzon heeft alle elementen in zich die het lezen aangenaam maakt. Een flinke scheut spanning, zelfs een vleugje angst en dat allemaal gelardeerd met voldoende ontluikende liefde. Dat naast een vondst van een som geld, ook een erfenis van de adellijke familietak spanningen meebrengt, is een welkome afwisseling.

De familieontwikkelingen van een jong gezin worden vermengd met moeilijke omstandigheden tussen mensen in het dorp. Dorpelingen worden soms met een klein gemikt zetje in de goede richting geduwd, waardoor complexe situaties kunnen uitmonden in eenvoudige positieve veranderingen in hun liefdesrelaties. Van Laren weet een fraaie dwarsdoorsnede van de dorpsgemeenschap te betrekken in het verhaal. Hierdoor verbinden Sylvie en Freek zich aan velen en sturen aan op een groots einde waar de nodige spanning vanaf spettert. De lezer wil niets liever dan geboeid blijven doorlezen terwijl de pagina’s als seconden van een jaar voorbij tikken. Het verhaal eindigt op een dusdanige manier dat het een open einde lijkt, terwijl het toch ook een slot kan zijn. Sylvie en Freek hebben elkaar gevonden in een evenwicht dat een verbintenis logisch maakt, maar hoe zal dat gaan in zo’n huwelijk?

De Onder de bomen-serie als geheel

Jackie van Laren sluit haar Onder de bomen-serie af met een kleine inkijk in hoe de vier boeken tot stand kwamen. Ze bedankt een aantal mensen die een rol speelden bij het schrijven en verrichtte onderzoek naar autisme en Asperger.

Wie op zoek is naar makkelijk leesbare boeken met een hoog feelgoodgehalte en daarnaast houdt van (romantische) spanning heeft aan deze serie een flink aantal uren leesplezier. De schrijfstijl van Van Laren is prettig en het taalgebruik eigentijds. De situaties zijn alle zeer realistisch en de personages treffend getypeerd.

Voor iedereen die genoten heeft van het verhaal, zou na de laatste bladzijde wel het gevoel van leegte kunnen ontstaan. Een gevoel van: welke serie kan dit gat nu gaan opvullen? Of misschien het gevoel van: doe nu maar iets voedzamers!

Boeken / Fictie

Het ouderschap afgedwongen

recensie: De Mitsukoshi Troostbaby Company - Auke Hulst

Auteurs omschrijven hun romans wel vaker als ‘hun kindjes’, maar De Mitsukoshi Troostbaby Company moet wel dé roman zijn waarvoor dit het meeste opgaat. Auke Hulst heeft hiermee een meesterlijke sci-fi roman afgeleverd over het verlies van een ongeborene.

Alleen al de naam van de hoofdpersoon (Auke van der Hulst), zijn beroep (schrijver) en zijn afkomst (Groningen) doen de ruimte tussen roman en echte wereld verkleinen. In een nabije toekomst wordt roman-Auke getormenteerd door het verlies van zijn ongeboren kind; zijn ex-vriendin Mila laat het na weken van twijfel weghalen. Wanneer hij er dan ook nog achterkomt dat Mila niet veel later opnieuw zwanger raakt en ditmaal het kind wél besluit te houden, gaat Auke over tot een onorthodoxe oplossing. Hij reist af naar Japan om daar uit genetisch materiaal een niet van echt te onderscheiden robotkind te laten vervaardigen.

Droste-effect

Het meisje, door Auke tot Scottie Valentine gedoopt, doet hem weer wat opleven. Het vergt weinig moeite om te vergeten wat Scottie werkelijk is. Ontroerend en overtuigend is hun dynamiek. Hij kookt graag ‘ratjetoe’ met haar, hun eigen variant op ‘ratatouille’. In de ogen van Auke groeit ze veel te snel op, ook al verandert haar verschijning niet. Eindelijk komt Auke ook weer aan schrijven toe. Zijn uitgever verwacht van hem zowel zijn nieuwe sciencefictionroman De lasso van de tijd als een ‘Privé-domein-achtige uitgave’ (de echte Privédomeinreeks is uiteraard al lang gestaakt), waarin hij verslag doet van zijn dagelijks leven om de ietwat aan relevantie inboetende schrijver opnieuw in de kijker te zetten.

De Mitshikosu Troostbaby company bestaat uit de manuscripten van beide werken en deze wisselen elkaar in flinke delen af. De Privé-domein-achtige uitgave handelt vooral over Aukes geschiedenis met Mila en zijn leven als vader van Scottie. De lasso van de tijd is een vervormde verwerking van dezelfde tragedie. Niet Auke en Mila maar Kaj en Sam zien hun liefde bekoelen in het broeierige Myanmar. Ook Sam raakt op de valreep zwanger, om deze zwangerschap vervolgens in de kiem te smoren.

Gestileerde sci-fi

Hulsts omgang met het sci-fi genre is verfrissend. Geen ellenlange beschrijvingen van futuristische werelden. Slechts mondjesmaat komen we meer te weten over Nederland anno 2032: zoals dat een deel van Groningen – de zogeheten ‘Zone’–  door alle gasboringen bijvoorbeeld geëvacueerd is en tot verboden terrein is verklaard. De FvD-achtige ‘Partij’ is aan de macht, maar toch is De Mitshikosu Troostbaby company geen dystopische roman. Op de voorgrond staat Auke, die dermate gepreoccupeerd is met zijn verleden dat al het andere bijzaak is.

De manuscripten worden op ingenieuze wijze met elkaar verstrengeld, twee variaties op exact hetzelfde thema. Maar in De lasso van de tijd pakt Auke zijn misgelopen vaderschap anders aan. Vergevorderde technische ontwikkelingen staan hem toe tijdreizen te maken en in te grijpen op cruciale momenten in zijn relatie. Wat volgt, is een schijnbaar eindeloze ontketening van verhaallijnen die vagelijk doen denken aan een film van Christopher Nolan. Auke raakt verstrikt in een web dat hijzelf én de Aukes uit alle andere tijdlijnen zelf creëren. Met De Mitshikosu Troostbaby company heeft Hulst vooralsnog zijn magnum opus te pakken.

Boeken / Non-fictie

Eigen universum

recensie: Waarheidszoekers - Cees Zweistra

In Waarheidszoekers analyseert filosoof Cees Zweistra minutieus het hedendaagse complotdenken. Hij betoogt dat er een breuk is met het ‘klassieke complotdenken’, dat deze sterk samenhangt met de opkomst van digitale technologieën én dat dit ons zorgen zou moeten baren.

Zweistra promoveerde in 2019 op een proefschrift over de invloed van digitale technologie op het menselijke leven. In 2021 bracht hij maar liefst twee boeken uit. Zijn debuut, Verkeerd verbonden, beschrijft hoe sociale media ons niet méér, maar juist mínder verbonden maken. Waarheidszoekers kan gelezen worden als een vervolg op Zweistra’s eerdere werk. In dit boek laat hij zien op welke manier complotdenken een gevolg kan zijn van een wereld waarin de mens steeds meer online en individueel en steeds minder offline en gezamenlijk leeft.

Complotten

Waarheidszoekers begint onderzoekend. Zweistra beschrijft bijeenkomsten die hij bijwoont van hedendaagse complotdenkers. Daar ontmoet hij mensen die er uiteenlopende visies op de werkelijkheid op na houden. De meesten zijn het erover eens dat de MSM (Main Stream Media) geen nieuwsgaarders zijn, maar bedrijven die worden aangestuurd door de Illuminati om ons mak en volgzaam te houden.

Hoofdrollen in veel van de theorieën over de werkelijkheid die Zweistra krijgt te horen zijn weggelegd voor De Rothschilds, George Soros en Bill Gates. Zij hebben iets te maken met the New World Order en Agenda 21. Verder gaat het over babybloed drinkende pedofiele wereldleiders, een platte aarde én over drankjes om je immuunsysteem te boosten.

Het precieze verhaal verschilt van persoon tot persoon, maar dat lijkt niet het allerbelangrijkste. Zo is het complotdenken van nu verworden tot: ‘een anarchistische smeltkroes waar commercie, spiritualiteit en kritisch vragen zonder probleem kunnen samenkomen. De enige test die moet worden doorstaan is van het individu en diens particuliere logica.’

Begrijpen

Zweistra neemt je mee door de geschiedenis van het wetenschappelijke onderzoek naar complotdenken. Doel van Waarheidszoekers is het hedendaagse complotdenken te begrijpen en niet te debunken door diep op de inhoud in te gaan. Zweistra onderzoekt het complotdenken als een fenomeen dat ons iets vertelt over onze tijd en de manier waarop we leven. Zo trekt hij het complotdenken in een filosofische discussie.

Klassiek- en hedendaags complotdenken

Volgens Zweistra verschilt het hedendaagse complotdenken van het klassieke complotdenken zoals dat steeds door wetenschappers is onderzocht en gedefinieerd. In de klassieke visie wordt de complotdenker gezien als een ontspoord individu dat met feiten en logische redeneringen weer op het rechte pad gezet kan worden. Deze visie is niet voldoende om het hedendaagse complotdenken te begrijpen.

Een voorbeeld van het klassieke complotdenken is de theorie dat de aanslagen op de Twin Towers op 9/11 een inside job was. De aanhangers van deze theorie, truthers geheten, geloven in een alternatief verhaal rondom deze gebeurtenis. Op basis van alternatieve feiten bevestigen ze de waarheid van dat verhaal.

Het hedendaagse complotdenken verschilt hier radicaal van. Meestal is het juist géén theorie, is er geen verhaal en zijn er geen alternatieve feiten. Het ‘verhaal’ dat wordt verteld biedt geen uitleg over een gebeurtenis, het verklaart niets. Het is een monologisch zenden en vragen stellen, maar er wordt geen theorie opgesteld. Denk aan topmodel en influencer Doutzen Kroes die ‘zo veel vragen’ had. Dit just asking questions heeft ook tot gevolg dat mensen zich niet meer verantwoordelijk voelen voor wat ze insinueren. Je stelt namelijk niks, je stelt je alleen kritisch op, dat is toch voldoende? Ook in die neiging om ‘slechts vragen te stellen’ zie je hoe het hedendaagse complotdenken weggaat van de inhoud. Met iemand die slechts vragen opgooit en geen antwoord geeft kun je niet in discussie.

De link met onze technologische omgeving is hierbij van belang, stelt Zweistra. We kunnen op internet van alles roepen, zonder écht in gesprek te gaan en zelfs zonder achter ons standpunt te gaan staan. Je hoeft niet te gaan staan voor wat je naar voren brengt, je bent slechts een vraagsteller die een balletje opgooit.

Inhoudsloos

Bij het hedendaagse complotdenken gaat het dus niet zozeer om de inhoud. Er is geen theorie en er zijn geen alternatieve feiten die deze theorie bewijzen. Dat maakt ook dat debunken geen enkele zin heeft, of zelfs onmogelijk is.

Hoe kunnen we het hedendaagse complotdenken dan wel zien? Volgens Zweistra als een ‘gemeenschap waar individuen samenkomen met eigen waarheden.’ Binnen deze ruimte, die door de moderne technologieën enorm is vergroot, wordt het niet alleen mogelijk om je eigen waarheid te hebben, maar belangrijker nog, om je eigen (online) wereld te creëren. In die wereld hoef je niet langer in gesprek met je medemensen die een andere visie hebben om zo samen tot een consensus te komen, omdat er nou eenmaal maar één werkelijkheid is waarin je moet samenleven.

De hedendaagse complotdenker snijdt zich los uit die gemeenschappelijke werkelijkheid, waar hij niet langer onderdeel van wil zijn. Vervolgens vormt hij zijn eigen werkelijkheid om zich zo weer thuis te voelen in de (zijn eigen) wereld. ‘Het complotdenken van vandaag heeft niets of bijna niets te maken met het onthullen van complotten en reële problemen. De complotdenker spreekt niemand tegen, want hij relateert tot niemand.’

Zonder verbinding

Wat kunnen we leren van de constatering van het hedendaagse complotdenken? Dat het mogelijk is om in onze huidige samenleving zonder verbinding in onze eigen werkelijkheid te leven. Dat zegt iets over onze samenleving. Zweistra vergelijkt de hedendaagse complotdenker met de Romeinse keizer Caligula uit het toneelstuk van Albert Camus uit 1938. Caligula wil de werkelijkheid niet omarmen, maar veranderen. Precies dat wil de hedendaagse complotdenker ook, en kán hij ook, in de onbegrensde ruimte van de moderne technologie.

‘Onlife’ leven

Zweistra’s nadruk op de rol die moderne technologieën spelen in het steeds verder verindividualiseren van de samenleving doet soms wat conservatief aan. Toch is dat niet hoe hij het lijkt te bedoelen, blijkt aan het eind van zijn boek. Daar geeft Zweistra een betoog voor meer regulering van onze technologie zodat ze ons juist meer verbonden en minder losgezongen kan maken. Technologie is niet de reden van het hedendaagse complotdenken, maar de manier waarop technologie vandaag de dag tot onze beschikking staat (en slechts wordt gereguleerd door de techbedrijven die er geld aan verdienen) maakt het wel mogelijk.

Door een andere, meer gereguleerde vorm van technologie kunnen we zowel online als ‘in de wereld’ leven, waarbij de relatie daartussen juist wordt vergroot. ‘We zouden onlife moeten leven, in de zin dat we met technologie een wereld bouwen die op aarde is.’

Waarheidszoekers is een gedegen en echt filosofisch onderzoek naar het fenomeen complotdenken én naar onze huidige tijd, waarin een nieuwe vorm van complotdenken mogelijk wordt. Zweistra is goed ingelezen, legt helder uit én komt met een interessante nieuwe invalshoek. Het boek is rijk aan informatie maar wordt nergens saai. Waarheidszoekers is een mooie toevoeging aan het denken over complotdenken en een goed startpunt voor een meer filosofische kijk op dit fenomeen.

Kunst / Expo binnenland / Expo buitenland

Mocking the system

recensie: VPRO Wintergasten aflevering 4: Grayson Perry

VPRO Wintergasten is terug. In plaats van de gasten te ontvangen, reist presentator Janine Abbring de hele wereld over om bij hen op bezoek te gaan. In de vierde en laatste aflevering is ze te gast bij de Britse kunstenaar Grayson Perry, met wie ze in gesprek gaat over zijn leven en werk.

De tijden waarin we met zijn allen om acht uur voor de tv ploften omdat we anders de volgende dag op het werk niet mee konden praten bij de koffieautomaat zijn voorbij. Sommigen van ons hebben die tijden überhaupt niet gekend. We streamen en kijken televisieprogramma’s terug. En dat is maar goed ook, want VPRO Wintergasten trok tussen kerst en oud en nieuw in galop aan de tv-kijker voorbij. In aflevering vier zit de Britse kunstenaar Grayson Perry goed opgemaakt en in een roze jurk aan tafel in zijn studio in Noord-Londen. Perry, die naast beeldende kunst ook documentaires maakt, is inmiddels Engelands nationale trots. Dat is niet altijd zo geweest. Zo is keramiek zijn favoriete medium. In de tijd dat hij daarmee begon, werd er neergekeken op “crafty arts”. Zelfs tot vlak voor het winnen van de prestigieuze Turner Prijs in 2003 omschreven critici zijn werk als “just pottery”. Het maakte hem alleen maar fanatieker in zijn missie om, ondanks de tegenwind, vazen en wandtapijten te gebruiken om een plek in de kunstwereld te veroveren. “You can take a pickled shark as art, but you struggle to take a vase as art? That’s interesting to me,” zegt hij grijnzend in VPRO Wintergasten.

Man in a dress


Grayson Perry is goed van de tongriem gesneden. Hij heeft veel te zeggen. Dat doet hij met zijn bulderende lach, welbekende flair en ironie. Zijn  uitspraken volgen elkaar snel op en wisselen af tussen provocatieve opmerkingen, humor en bittere ernst. Het lijkt zo nu en dan alsof presentator Janine Abbring hem niet goed bij weet te houden. Met name aan het begin van de aflevering is geregeld ongemak van haar gezicht af te lezen. Zoals wanneer ze zich hardop afvraagt of de koning zijn gezicht wel in plooi kan houden als Perry in een jurk verschijnt tijdens het besloten felicitatiegesprek dat hij via Zoom zal voeren met koning Willem Alexander ter gelegenheid van het winnen van de Erasmusprijs 2021. Perry liet voor de gelegenheid een oranje jurk maken.
“You mean that guys in dresses are funny?”, barst Grayson Perry uit naar Abbring. Ongemakkelijk kijkt ze hem aan. “No, no, I’m saying that the KING might find this funny”, zegt ze beteuterd. Perry is in zijn nopjes. Het uitdagen van mainstream gedachtegoed is waar hij inmiddels bekend om staat.

Grayson Perry © Richard Ansett

Mocking the system whilst being part of it

Het eerste fragment waar we naar kijken komt uit de documentaire The Mona Lisa Curse uit 2008. Het laat ons zien hoe kunst voor extreem hoge bedragen verkocht wordt. The Picasso Napkin Syndrome noemt Grayson Perry  het, refererend naar het verhaal over Picasso, die een schets op een servet getekend zou hebben en er een exorbitant hoog bedrag voor vroeg. Hieruit blijkt dat de handtekening van een kunstenaar minstens zoveel waard is als het werk zelf. Perry is weleens gevraagd om wat op een menukaart te tekenen. Het werd voor 1000 pond geveild op de liefdadigheidsveiling waar de kunstenaar aan het diner zat. Abbring vraagt hem terecht wat hij daarvan vindt. “It’s nice to do it for charity”, zegt hij. “But when I make my own work, I make it because I want to make it.”

Janine Abbring heeft een dinerbord meegenomen dat gebaseerd is op Perry’s werk uit de late jaren ‘80 dat Sales Pitch heette. Er staan zinnen op als “My success is guaranteed. It’s just a matter of time. True, pottery is not the most glamorous medium through which to become a superstar but that’s the beautiful irony of it and so British.”  In het midden staat 100% art.
“So you’re mocking the system and on the other hand you’re part of it”, stelt Abbring, die eindelijk grip op het gesprek begint te krijgen.
“Yeah. That’s exactly where I want to be”, zegt Perry.
“Are you calling yourself a hypocrite?”
“ Yeah totally. On Twitter it’s now the worst crime you can possibly commit. To be a hypocrite. On the meanwhile, there’s genocide going on. Everybody is a hypocrite. Get over it.” Een bulderende lach.

Won’t you be my neighbour?

Op naar het volgende fragment, uit de documentaire Won’t You Be My Neighbour?, over Fred Rogers, een bekende televisiepresentator uit de jaren zestig. Rogers bedacht en presenteerde het kinderprogramma Mister Rogers’ Neighborhood. Om onbekende redenen is de “disclaimer” van Janine Abbring, waarin ze waarschuwt dat het vooral NIET over een christelijke kindermisbruiker gaat, in de aflevering gebleven. Het is nogal ongepast. Perry’s ironische toon heeft plaats gemaakt voor iets anders.
“I’ve never watched a program that made me cry more”, zegt hij over de documentaire, die hij recentelijk zag. Perry is niet opgegroeid met Mister Rogers’ Neighborhood.  Fred Rogers is  de kindervriend die hij in zijn jeugd gemist heeft. Zelf groeide Grayson op naast een “sleeping dragon” van een stiefvader, die al dan niet door aanmoediging van Graysons moeder flink agressief kon worden. “When I was a child I was numb. And now that I’m old and had a lot of therapy they [my emotions] are all pretty high. So yeah I laugh very easy and I also cry very easy.” Hier is Janine Abbring volledig terug. “Heeft een artiest het niet nodig om getergd te zijn en zonder therapie door het leven te gaan?”, vraagt ze.
“No”,  zegt de kunstenaar.  “I always describe therapy as someone cleaning up your tool shed. They leave the tools behind.”

VPRO Wintergasten

Als de bokkige kijker zich al gestoord had aan de wat ongemakkelijke houding of de paar ongepaste opmerkingen van Janine Abbring aan het begin van deze aflevering, is zij dat sowieso halverwege de uitzending vergeten. Abbring geeft Perry de ruimte om zich kwetsbaar uit te drukken en stelt hier en daar een kritische vraag. Ze zorgt voor een interessant en gebalanceerd gesprek waarin de vele kanten van multitalent Grayson Perry belicht worden. Het goede oude VPRO Wintergasten-schip is vorig jaar onder kundig presentatiewerk de thuishaven binnengevaren. Hopelijk dit jaar weer.