Muziek / Reportage
special: Reportage deel 3

Rock Werchter

Dag #3. Op de camping is onze tent een eilandje in een zee van modder. De weergoden hebben Rammsteins gebeden niet verhoord. We nemen een douche en trekken naar de weide, maar bij aankomst zijn we al opnieuw zeiknat door een korte maar krachtige regenvlaag. Werchter 2016: het is een die-hard editie aan het worden.

Eenmaal op het terrein haasten we ons naar The Barn, want daar is het tenminste lekker droog. Ook zal

Courtney Barnett

Courtney Barnett

Courtney Barnett er zodadelijk beginnen klagen over ordinaire first world problems, zoals welke koffie ze lekker of slecht vindt, of het dilemma of ze nu wel of niet moet uitgaan vanavond. De Australische bezingt haar bekommernissen op hilarische wijze en in stevige grungestijl. Een genoegen om naar te luisteren, in haar gezelschap willen we gerust nog een keer schuilen voor de regen.

Barbaars pak slaag

Nog meer straffe madammen zijn een uur later en een tent verder te vinden in Klub C. De leden van de

Savages

Savages

Britse postpunkband Savages stormen als ware Walkuren op ons af en we kunnen al gauw geen kant meer op. Zangeres Jehnny Beth geeft ons in elk nummer een flink pak rammel. Het doet pijn, maar toch zijn we nieuwsgierig hoe de volgende barbaarse afrossing zal aanvoelen. Donker, stevig en aanstekelijk: check them out.

Zachter van aard die middag is Glen Hansard, de Ierse teddybeer die ooit het mooie weer bij The Frames maakte. Met drie strijkers en drie blazers is hij naar Werchter afgezakt om er een groot, groot feest te bouwen. Zijn weapons of choice: country, ballads, stevige soulrock en Bob Dylan-folk. Hansard amuseert zich zo hard dat hij zich samen met het publiek aan een ‘ice haka’ waagt (handklapritueel, wereldbekend geworden op het EK voetbal door revelatie Ijsland).

Maar Hansard, de gelukkigste mens op Rock Werchter 2016, brengt ons met zijn pure intensiteit ook tot tranen, zoals tijdens ‘Winning Streak’, ‘Her Mercy’ en de fantastische Van Morisson cover ‘Astral Weeks’. Een keer krijgt hij het zelf ook even moeilijk, maar een lied later staat hij opnieuw als een uitgelaten gek te dansen. Briljant concert; Glen Hansard mag van de voltallige Barn vanaf nu elke zomer terugkeren.

Zonne-energie

Two Door Cinema Club

Two Door Cinema Club

Tijdens de zoektocht naar makkelijk verteerbare lunch passeren we langs de main stage, waar we Two Door Cinema Club net ‘Undercover Martyn’ horen inzetten. De zon heeft de festivalweide eindelijk bereikt, en het publiek voelt er met deze vrolijke Noord-Ierse deuntjes al meteen een zomer aankomen.

Het is een broodje gezond geworden, dat we iets later naast de Klub C zittend verorbenen. Uit de tent komen flarden jazz van BadBadNotGood naar buiten, en die klinken, wel, niet slecht. Belangrijker nu zijn die zonnestralen, en om er even zo veel mogelijk van te genieten.

Vanop een plekje in de zon horen we vanuit The Barn Beirut aan hun set beginnen. Met ‘Gibraltar’, ‘No No No’ en ‘Perth’ spelen ze meteen een zomerse soundtrack bij elkaar, onder de eerste zon in veel te veel tijd.

De sound van Beirut klinkt nog steeds internationaler dan de VN zelve, maar de band kan intussen al op enkele klassiekers bogen. Ook de jongste festivalgangers gaan uit hun dak als ‘Nantes’ wordt ingezet, en gillen vrolijk mee met ‘Postcards from Italy’ en ‘Santa Fe’.

Goosebumps

Goose

Goose

We verkassen nogmaals naar de main stage om Goose aan het werk te zien. Het Belgische electropunk ensemble heeft na vier jaar een nieuwe plaat uit, en komt deze trots voorstellen aan een wel heel groot publiek. Het is drummen voor de main stage want iedereen heeft zin in feest, maar de nieuwe nummers blijken minder dansbaar dan de fans hadden gehoopt.

Maar Goose is flexibel, en besluit het publiek te geven waarvoor het is gekomen: extreem dansbare hits als ‘Bring It On’, ‘Can’t Stop Me Now’, ‘Black Gloves’ en ‘Words’. Met hun magnum opus ‘Synrise’ sluiten ze een ijzersterke set af, die nochtans aarzelend was begonnen. Een beetje het omgekeerde dus van wat de Rode Duivels gisteravond presteerden. Neenee, die voetbal, die zijn we al helemaal vergeten.

PJ Harvey

PJ Harvey

We zijn nu toch al de hele dag aan het pendelen, dus keren we na Goose terug naar The Barn om er nog een stukje van PJ Harvey op te vangen. Dankbaar aanhoren we ‘Down By the Water’ in een pikzwarte, oceaandiepe tent, en een versie van ‘To Bring You My Love’ om vingers en tenen bij af te likken.

Op de main stage worden Red Hot Chili Peppers aangekondigd, dus we rennen erheen. We hebben ons lief beloofd om te bellen tijdens haar favoriete RHCP-liedje, maar dat komt spijtig genoeg niet meteen aan bod. We horen ‘Can’t Stop’ en ‘Dani California’ de set openen, waarna ‘We Turn Red’ uit het nieuwe album The Getaway wordt uitgeprobeerd. Hierna keren Kiedis & co terug naar lauwe

Red Hot Chili Peppers

Red Hot Chili Peppers

uitvoeringen van ’Scar Tissue’ en ‘Snow’, en met de tijd verdwijnt de fut uit de band en het publiek.

We vonden het aanvankelijk een smerige streek van de organisatie, RHCP horizontaal tegenover Tame Impala programmeren, maar eerlijk: we zijn bijna opgelucht om RHCP na een halfuurtje te mogen verlaten om naar het Australische spektakel te gaan kijken. Oude legendes, weet je wel, daar wil je toch geen medelijden mee gaan krijgen.

Maar Tame Impala dus. Glorieus concert. Een zotte trip die begint met ‘Let It Happen’ en zich doorzet in ‘Mind Mischief’ en ‘The Moment’. Werchter zweet en eet uit hun hand, en ook Kevin Parker moet er even zijn jasje bij uittrekken. Als alle confetti neergedwarreld is, verschijnt op de schermen een meisje dat een pancarte naar de groep ophoudt: “I skipped RHCP for you!”. We zijn dus lang niet de enigen die hebben geworsteld met tweestrijd.

Tame Impala

Tame Impala

Bij ‘The Less I Know The Better’ gaat het dak er voor de tweede keer af, bij ‘New Person, Same Old Mistakes’ nog een derde keer om het af te leren. Met Tame Impala hebben we nu alle vier Aussie bands gezien, en geen enkele landgenoot uit Down Under komt voorlopig nog maar tot de enkels van Parker & co.

In Klub C begint Paul Kalkbrenner van jetje te geven in een Duits voetbaltruitje; hij ziet er bijzonder gelukkig uit (of heeft bijzonder veel drugs genomen). OK, de Mannschaft heeft net gewonnen tegen Italië, maar who really cares?

We laten ook de main stage voor wat ze is, want geef toe: Editors zijn tegenwoordig met geen stokken meer weg te krijgen uit de Benelux. Ongewoon vroeg maar tevreden verlaten we het festivalterrein, nog surfend op de trip die Tame Impala ons net geschonken heeft. Geen Paul of Tom die beter kan doen. Tot morgen, Werchter.

Regen
Muziek / Reportage
special: Reportage deel 2
Regen

Rock Werchter

Dag #2 op een meerdaags festival betekent meestal: laat ontwaken met een enorme kater, en dus de vroege middagacts skippen. Niet voor ons, want wij zijn verantwoordelijk en bovendien op een missie. Wij misten de eerste middagact omdat we ons verkeken op de kleine cijfertjes van het programmaboekje.

Zo komt het dat ons eerste concert op vrijdag dat van Gary Clark Jr. is geworden, want

Gary Clark Jr

Gary Clark Jr

tijdens Blackberry Smoke zaten wij nog gewoon ergens een boterhammetje te eten. De “nieuwe Jimi Hendrix” uit Texas maakt zijn opwachting in een voor dat vroege uur bijzonder goed gevulde Barn. Wat volgt is een intieme set, gevuld met zowel rauwe blues als zinnenprikkelende soul. ‘Our Love’ klinkt zo moorddadig mooi dat het nooit zou mogen stoppen.

Moeders, stuur jullie kinderen naar Werchter

Als we vervolgens The Barn verlaten, moeten we even terug wennen aan het daglicht: de sfeer en innigheid van het concert heeft onze biologische klok al op nachttarief gezet. We trekken naar Klub C voor Jagwar Ma, waar we vaststellen dat de Australische band zanger Gabriel Winterfield heeft thuisgelaten. De overige bandleden proberen ons te verleiden met een dj-set, maar daarvoor vinden we het dan weer net wat te vroeg dag.

Een oerkreet weerklinkt vanop de main stage, dus we hollen er naartoe. Ter plaatse stellen we vast dat we

Bring Me The Horizon

Bring Me The Horizon

niemand de eerste zorgen moeten toedienen, schreeuwen is gewoon Oliver Sykes’ manier om het publiek te begroeten. De zanger van Bring Me The Horizon roept het jonge volkje meermaals op om lekker hard te gaan moshpitten en te crowdsurfen, hoewel dat laatste uitdrukkelijk verboden is op Rock Werchter. De wilde beelden die volgen zijn, in combinatie met de luide, dreigende muziek, niet meteen de meest geruststellende pamfletten voor ouders die zoonlief naar zijn eerste Rock Werchter zien vertrekken.

Daughter

Daughter

Grote festivals als Rock Werchter zijn een beetje als een snoepwinkel. Klinkt Bring Me The Horizon net iets te bitter voor jou? Stap dan gewoon weg, je komt elders vast wel iets zoeter tegen. Zoals bv. Oh Wonder, Londense lo-fi in Klub C, of Daughter, meer Londense lo-fi in The Barn. Vooral laatstgenoemde kan ons bekoren met dromerige songs als ‘Youth’ en ‘Tomorrow’.

Tongen draaien

Dag #2 van Rock Werchter is tot nog toe geen muzikale hoogvlieger geweest, maar rond 18u vertrekken we met goeie moed naar The Barn om er naar Richard Hawley te gaan kijken. De singer-songwriter en ex-gitarist van Pulp wordt al jaren de ‘laatste echte crooner’ genoemd, maar is hij dat wel? Op sommige nummers klinkt hij heel rauw, à la Mark Lanegan. Op andere croont hij wel, maar met veel minder pretentie en vibratie dan pakweg Frank Sinatra aan de dag legt.

Bijzonder weinig mensen zijn op post wanneer Hawley aan zijn set begint, maar wanneer we The Barn verlaten is het duwen en pardonneren om er uit te geraken. Zijn natuurlijke cool en pure muziek doet elke passant overstag gaan om even te komen kijken. ‘Tonight the Streets Are Ours’ geeft ons helemaal een thuisgevoel, en wie bij ‘Open Up Your Door’ geen zin heeft om direct iemand een tong te draaien, die mens heeft geen hart. Of geen tong, in een ander geval.

At The Drive-in

At The Drive-in

Vanop de main stage luiden de bellen om een nieuwe testosteronhoogmis aan te kondigen. At The Drive-In is in reünie, en doet ook Werchter aan. De gek die zanger Cedric Bixler is, probeert om op het podium op zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk schade aan te richten. Maar toch, terwijl hij bv. een statief wegkeilt of een onschuldige versterker onteert, zingt hij nimmer out of key, en draagt zijn explosiviteit bij tot een geweldige show.

Rock Werchter en haar verschrikkelijke voetbaltraditie

En dan is er voetbal. Het viel al een tijdje op, maar vandaag valt er echt niet naast te kijken: ongeveer elke Belg hier aanwezig heeft een rood truitje aangetrokken, want vanavond speelt België tegen Wales op het EK voetbal. Rock Werchter speelt hier handig op in door op elk buitenscherm voetbal te vertonen in plaats van concerten. Maar er is een negatieve traditie wat betreft Werchter en voetbal: iedere keer dat er op het festival een wedstrijd van de Rode Duivels werd uitgezonden, werd er verloren.

We kunnen het niet langer verzwijgen: wij zijn Belgen. Meer nog, wij zijn helemaal mee in #tousensemble enzo, en kicken op de nationale voetbalgekte. Om 21u besluiten we om ons terug te trekken naar de backstage, waar de wedstrijd met commentaar wordt uitgezonden.

#toustristes

Naarmate de 90 minuten vorderen kantelt de sfeer van uitzinnig naar gefrustreerd, naar uiteindelijk diepe ontgoocheling. Iedere aanwezige kijkt verslagen, en verwijt zichzelf deze rampzalige wedstrijd te hebben verkozen boven de optredens van The 1975 of The Offspring. Rock Werchter doet haar reputatie als Belgendoder opnieuw alle eer aan. Moge er nooit meer voetbal op de wei worden uitgezonden.

Parov troost

Parov Stelar

Parov Stelar

We vluchten de wei op en trekken naar The Barn, om er op Parov Stelar alle frustratie van ons af te shaken. We zijn duidelijk niet de enige, want de tent barst van roodgeverfde gezichten, die dansen en schreeuwen en drinken om te vergeten. Buiten giet het pijpenstelen, maar de sfeer binnen is zwoel en zuiders. Dat halfuurtje electro swing doet deugd, want de enige act die ons vanavond nog rest mag dan wel veel zijn, maar zal nooit swingend of melodieus zijn.

We hebben het uiteraard over Rammstein, die Duitse gimmick die een metal band is geworden – of was het nu omgekeerd? De show op de main stage wordt ingeleid door een tapdansende Till Lindemann. Nadat de twee gitaristen uit de hemel zijn neergedaald, wordt de nieuwe single ‘Ramm 4’ ingezet. Wat volgt is een show van vuurwerk, verkleedpartijen en veel te veel decibels. We zien bommengordels ontploffen, en gitaren staan letterlijk in brand, net als Lindemanns hart.

Rammstein

Rammstein

Ach, we kunnen cynisch zijn over het showgehalte en de twijfelachtige muzikale kunde van de Duitse headliners, maar we geven grif toe dat we de hele tijd geamuseerd staan te kijken. ‘Ich Will’ en ‘Links 2-3-4’ bezorgen de weide collectief kippenvel – misschien enigszins in de hand gewerkt door het natte en koude rotweer. In het laatste nummer spreken Rammstein en publiek dan ook samen de weergoden aan. “Hier kommt die Sonne”, zingen we allen samen, en we hebben het nog nooit zo hard gemeend.

Met een biertje in de hand, een tuut in de oren en water in de schoenen druipen we het terrein af. En die voetbal? Die zijn wij al lang vergeten.

Modder op Werchter
Muziek / Reportage
special: Reportage deel 1
Modder op Werchter

Rock Werchter

Ze werden op de proef gesteld, de muzikale meerwaardezoekers en festivalitislijders die afgelopen weekend afzakten naar Rock Werchter. Het regende oude wijven met klompen, de bekendste weide van België was niets meer en niets minder dan een grote modderpoel. Toch wilde niemand voor geen geld ter wereld elders zijn. Want waar Rammstein je bombardeert, Lianne La Havas je masseert en Tame Impala je bezweert, daar is het eldorado. Wij waren erbij, en hebben het (nipt) overleefd.

Ondertekende bezocht zes jaar lang onafgebroken de heilige weide van Werchter. Dat ene weekend aan de start van de zomervakantie was voor mijn vrienden en mezelf oneindig veel belangrijker dan pakweg Kerstmis of schoolexamens. Mede op Werchterse graszoden voltrok zich het proces van puber tot jongeman. Ik verloor er mijn maagdelijkheid toen ik me op een nacht van tentje vergiste, en mijn twijfelachtige muzieksmaak toen ik me op de wei van stage vergiste. De wei van Werchter staat vol mijlpalen.

Aan die mooie serie van Rock Werchter-bezoeken kwam een eind. Plots kwam het besef dat je met een volledig festivalbudget ruim drie weken kon gaan reizen in pakweg Indonesië of Guatemala. Nu – tien jaar later – keer ik er voor het eerst terug. Wat blijft er over van de tijd van toen? ’t Is wel een beetje raar, 31 jaar, trillend op mijn benen van de nostalgie en voor wat er komen zal.

Werchter Beach

Of er dan zo veel veranderd is? Het festivalpark is groter geworden en er is een stage bijgekomen (Klub C). Her en der vind je smartphone-oplaadpalen, er staan 101 food trucks waar vroeger enkel friet, hamburgers en pizza verkocht werden, en de urinoirs hebben tussenschotjes gekregen. Toch oogt de wei op het eerste gezicht niet classier dan vroeger: aanhoudende regen heeft het festivalterrein in een gigantische moddermassa getransformeerd. Slijk hoort bij festivals zoals Samson bij Gert, maar op de editie van 2016 is alle proportie zoek.

Uitzonderlijke omstandigheden vragen om creatieve oplossingen. Daarom rukte de organisatie last minute honderden containers met boomschors en zeezand aan om de drassige ondergrond enigszins te verharden. Bij momenten kreeg je zowaar een strandvakantiegevoel, maar dan met bomen aan de einder in plaats van een zeetje, en bijzonder weinig bikini’s.

Maar genoeg aangemodderd en uitgeweid over het decor, tenslotte zijn we hier nog steeds voor de muziek. Trek die regenlaarzen aan en plens met ons doorheen vier dolle dagen van muzikale parels, ongewassen zwijnen en absolute bagger.

Dag #1

Ze zijn misschien ergens gestagneerd na ‘Never Miss a Beat’ in 2008, maar Kaiser Chiefs is een band die nog steeds een hele wei aan het zingen krijgt. Op hun zesde (!) passage op Rock Werchter zijn ze de eerste welbekende naam die donderdag het publiek mag opwarmen. In hun voetsporen volgt een andere Britse

Jake Bugg

Jake Bugg

artiest die vandaag wél nog relevant is. Jake Bugg is amper 22, maar trakteert de weide op een cleane en volwassen set. Tieners en grijsaards janken mee met ‘Two Fingers’ en ‘Lightning Bolt’ als waren het stokoude klassiekers, en misschien zijn ze dat nu al een beetje.

Het hoofdpodium krijgt vandaag uitsluitend Britse acts over de vloer (op de Amerikaanse spitsafbijters na, maar die heten The London Souls). Toch laten ze een voor een flauwe Brexitmopjes achterwege. Wij wensen Ellie Goulding nog gauw een goede set toe, maar steken voor het eerst de weide over richting Klub C en The Barn.

Bij aankomst in Klub C begint Walk Off The Earth net ‘Hello’ van Adele te coveren. De Canadese Youtube-sensatie heeft het dankzij miljoenen mouseclicks tot op de grote Europese festivals geschopt. Wereldhits overdoen zijn hun handelskenmerk, maar aangezien wij nooit echt mee zijn met internethypes stappen we ostentatief verder.

Lemmy is back

In The Barn staat Gutterdämmerung geprogrammeerd. Een Zweeds-Belgisch experiment, een rock opera, een silent movie met live muziek. Moeilijk om er een naam op te plakken, maar wat het ook is, het blaast je omver. Geprojecteerde film met rocklegendes als Iggy Pop, Josh Homme en wijlen Lemmy Kilmister; Henry Rollins die vermomd als priester spoken words brengt; een uitstekende live band die ons van loeiharde rockklassiekers voorziet, en hier en daar een pijltje vuurwerk: je ziet het niet elke dag.

Achteraf gaan we even zitten om bij te komen. Iemand steekt een mexicano in onze mond, en gaandeweg beseffen we dat die tuut in ons oor geen tinnitus is, maar gewoon Flume die ondertussen Klub C heeft ingepalmd. Hij is de eerste van de maar liefst vier Australische acts die dit weekend Werchter zullen aandoen.

New Order

New Order

Wat later passeren we even bij New Order, om op goed geluk één van hun hitjes mee te pikken. Die hadden ze ons immers beloofd bij de aankondiging van hun nieuwe tournee. We prijzen ons gelukkig met ‘Crystal’ en ‘Bizarre Love Triangle’, maar eigenlijk voelt de hele set nogal anachronistisch aan. Voor die gedateerde eighties sound en lichtshow voelen wij ons toch wat te jong. Te jong, nota bene, op een festival waar we kamperen tussen wel tienduizend tieners.

Macca Dag

We haasten ons terug naar de main stage, want van Paul McCartney willen we uiteraard geen noot missen. Want laat ons eerlijk zijn: vandaag is toch vooral De Dag Dat Macca Komt. Niemand gaat naar Hooters voor de buffalo wings, en niemand is speciaal naar Werchter afgezakt om Sigma of Kaiser Chiefs aan het werk te zien.

Iedereen begint spontaan te glimlachen wanneer McCartney & band ‘A Hard Day’s Night’ inzetten. Dit gevoel is precies waarop we aan het wachten waren. ‘Can’t Buy Me Love’, ‘Eleanor Rigby’ en nog veel meer Beatles-hits passeren de revue, maar McCartney scoort even goed met Wings-nummers als ‘Band on the Run’, ‘Live & Let Die’ en het fenomenale ‘Let Me Roll It’. Ook ‘FourFiveSeconds’, zijn recente samenwerking met Rihanna, brengt hij verrassend goed zonder de diva uit Barbados.

Naa nana nanananaa!

73 is Paul McCartney, en hij swingt en hij zingt en entertaint met succes ruim twee uur lang een publiek bestaande uit verschillende generaties. Hij geniet wanneer hij lachend ‘Lady Madonna’ op piano brengt, en ontroert een hele wei wanneer het akoestische ‘Blackbird’ wordt ingezet. Oude legendes aan het werk zien is altijd een dubbeltje op z’n kant, maar Paul McCartney speelt een weergaloos concert en ontgoochelt geen seconde. De naa nana nanananaa- climax uit ‘Hey Jude’ zal nog vier dagen lang nagezongen worden op bus, camping en festivalweide. Machtig. Een mijlpaal erbij.

Disclosure

Disclosure

Met hits als ‘Omen’ en ‘Latch’ proberen de mannen van Disclosure wat later de aandacht naar zich toe te trekken. Iedereen is immers nog volop aan het napraten over Paul McCartney. Niet zonder succes: met ‘Magnets’ trekken de Britse jongemannen ook de laatste talking heads over de streep, en sluiten dag #1 af met een strakke dj-set.

Boeken / Non-fictie

Samen komen we verder

recensie: Andrea Wulf - De uitvinder van de natuur. Het avontuurlijke leven van Alexander von Humboldt

Alexander von Humboldt was een homo universale, die met Goethe en Thomas Jefferson filosofeerde en eind 18e eeuw zich al kritisch uitte over het westers kapitalisme. Zijn ideeën leven voort, zijn leven is vergeten, blijkt uit Andrea Wulfs nieuwe biografie.

In De uitvinder van de natuur, geschreven door Andrea Wulf en onderscheiden  met de Costa Biography Award, volgen we Duitse Alexander von Humboldt vanaf zijn geboorte in 1769 tot aan zijn dood in 1859. Andrea Wulf, auteur van een aantal boeken over Engelse tuinen en de natuur, beschrijft zowel de feiten van Humboldts leven, als ook de invloed die Humboldts ideeën hebben gehad de afgelopen tweehonderd jaar. Centraal staat haar verbazing dat de man naar wie honderden planten- en dierensoorten, asteroïden en straten zijn vernoemd in de vergetelheid is geraakt.

En dat terwijl Humboldt tot op de dag van vandaag bepaalt hoe wij – westerlingen – ons tot de natuur verhouden. De aarde noemde hij ‘een natuurlijk geheel dat door inwendige krachten wordt aangestuurd en bezield’, en zie daar de kern van ons huidige idee van ecosystemen. Humboldt had een hekel aan grenzen (tussen vakgebieden, of tussen kunst en wetenschap) en zag verbanden tussen ecologie en politiek. Die houding is, volgens Wulf, ‘van meer betekenis dan ooit’: alleen door verbanden te leggen kunnen we de klimaatverandering aanpakken. Tijd voor een herwaardering.

Beroemde wetenschapper

Hoewel Humboldt en zijn oudere broer Wilhelm in een adellijk Pruisisch geslacht werden geboren (vandaar het ‘von’ in hun achternaam), stond het bij Alexanders geboorte niet vast dat hij een bekende geleerde zou worden. Zijn jeugd was ongelukkig: hij las veel, maar daar kon hij weinig mee. Met tegenzin werd hij mijninspecteur: werk waar hij goed in was, maar dat hem geen voldoening opleverde. Zijn broer, intussen, werkte zich op binnen het ambtenaren- en diplomatenapparaat.

Via Wilhelm ontmoette Alexander Goethe en Schiller, met wie hij intense gesprekken voerde. Zelfs de grote Goethe, die zelf van vele markten thuis was, kon de jonge Humboldt soms maar amper (of net niet) volgen: hij sprak ontzettend snel, en zijn ideeën gingen alle kanten op. Die observatie keert een aantal keer terug in De uitvinder van de natuur. Het houdt Humboldt niet tegen: wanneer hij, terug uit een jarenlange reis door Zuid-Amerika, in Parijs openbare colleges houdt, zitten de zalen voller vol om naar zijn pijlsnel afgevuurde betogen te luisteren.

Vanaf dat punt in de biografie – zo ongeveer halverwege Humboldts leven – duiken steeds meer grote namen op. Simón Bolívar bijvoorbeeld, de Venezolaanse vrijheidsstrijder, en Charles Darwin en Henry David Thoreau. Iedereen wil Humboldt ontmoeten en zich laven aan zijn verhalen over verre oorden, aan zijn betogen over planten en bergen, over lucht en aarde, politiek en wetenschap. Over dat laatste onderwerp had hij nog wel eens een aanvaring. Humboldt zag in slavernij de menselijke overheersing en uitputting van de aarde weerspiegeld en was om die reden tegen. Maar zijn vriend Thomas Jefferson was voor: zijn rijkdom was voor een groot deel gebaseerd op plantages.

Eenzaam hoog

Wulf legt nogal veel nadruk op de fysieke ontberingen die Humboldt heeft moeten doorstaan op zijn grote reis door Zuid-Amerika – en, later, door Rusland. Dat ontzag komt niet verder dan het particuliere. Het meest inspirerende en vernieuwende aan haar portret van Humboldt is echter de manier waarop hij verbanden legt tussen domeinen die tot dan toe (en nog steeds) als gescheiden werden gezien. In de tijd dat het Westerse kapitalisme goed op stoom begon te komen, waarschuwde Humboldt dat dat economische systeem op de uitputting van zowel mens als aarde beruste. Die observatie is nog lang niet overal ingedaald.

Met het kapitalisme had Humboldt sowieso weinig op: hij was uiterst gul met het delen van kennis, ideeën en spullen. Copyright was hem vreemd: samen komen we verder. Ook dat is in onze tijd een inspirerende en lovenswaardige houding. Ironisch genoeg staat deze praktijk ook haaks op het door zijn broer Wilhelm ontwikkelde universiteitsmodel, waar de wetenschap opgedeeld wordt in disciplines en departementen. Dat maakt Wulfs observatie dat we Humboldt uit het oog zijn verloren extra pijnlijk.

De invloed die Alexander von Humboldt door zijn openheid heeft uitgeoefend is groot. Wulf heeft er voor gekozen dat duidelijk te maken door hoofdstukken te wijden aan ontmoetingen met andere grote geesten en hoe zij Humboldts ideeën verder brachten. Deze roepen de vraag op of De uitvinder van de natuur een biografie van Humboldts leven of van zijn ideeën is: als symbiose van die twee is het niet geheel geslaagd. Daarvoor steken deze hoofdstukken te veel uit. Dat bewijst nog maar eens hoe eenzaam hoog Alexander von Humboldt staat.

Husbands and wives
Theater / Voorstelling

Husbands and wives blijft trouw aan de filmversie, maar overtuigt zondermeer

recensie: Toneelgroep Amsterdam - Husbands and wives
Husbands and wives

Regisseur Simon Stone is wat het plot betreft erg trouw gebleven aan het origineel van Woody Allen, maar door het sterke acteerwerk en de enscenering is Husbands and wives meer dan een simpele rechtoe-rechtaan-bewerking.

Zoals wel vaker in de films van Woody Allen gebeurt, wordt er in Husbands and wives gespeeld met de mogelijkheden van het filmmedium. Vaak onderbreken de personages het verhaal door zich af te zonderen en in gesprek te gaan met een interviewer, of richten zij zich direct tot de kijker, waardoor je je afvraagt: is dit een film, of een documentaire?

Dit komt ook terug in de toneelbewerking. Ook nu richten de acteurs zich regelmatig tot het publiek. Maar regisseur Simon Stone en scenograaf Bob Cousin gaan nog een stap verder. Dat wordt al duidelijk in de openingsscène. Het toneel is aanvankelijk leeg, de decorstukken zijn solide op elkaar gestapeld en er is een tribune gereserveerd voor een deel van het publiek. Terwijl Gabe (Ramsey Nasr) in gesprek is met zijn vrouw Judy (Halina Reijn), zet hij de decorstukken op de juiste plek en construeert zo hun wereld. Maar dit wordt onderbroken wanneer Jack en Sally (respectievelijk Aus Greidanus jr. en Marieke Heebink) op visite komen en vertellen dat ze gaan scheiden. Ze staan er beiden achter, zeggen ze. Kort na de scheiding krijgt Jack een relatie met de veel jongere Sam (Hélène Devos), terwijl Sally zich als vrijgezel erg ongelukkig voelt. Om haar te troosten wil Judy haar charmante collega Michael (Robert de Hoog) aan Sally koppelen. Ironisch, want eigenlijk heeft Judy al een tijd een oogje op Michael. Gelukkig voor haar wordt het niets tussen Michael en Sally. Sterker nog: Jack en Sally komen uiteindelijk weer bij elkaar, terwijl Gabe en Judy steeds meer uit elkaar groeien.

Overtuigend acteerwerk

Stone is dus erg trouw geweest aan de originele filmversie, soms te trouw. Hierdoor komt niet elke scène even goed uit de verf, vooral niet wanneer de acteurs, net als in de film, zich tot het publiek richten en nogmaals vertellen wat er allemaal gaande is. Dan wordt het te expliciet. Maar dit gebeurt zelden. Bovendien wordt dit grotendeels gecompenseerd door het sterke en humoristische acteerwerk. Stuk voor stuk schakelen de acteurs moeiteloos over van uiteenlopende gevoelens. Ze zijn humoristisch, woedend, kwetsbaar, en dat allemaal even natuurlijk. Vooral Ramsey Nasr en Halina Reijn spelen overtuigend, met name in de scène waarop Gabe en Judy beseffen dat hun relatie voorbij is. Door hun kwetsbare en verslagen acteerwerk maken ze deze scène tot een van de hoogtepunten van de avond.

Kwetsbaarheid in een sterke enscenering

Ook het decor en de enscenering zijn een ware troef. Door de tribune op het toneel worden de acteurs van alle kanten bekeken. Bovendien raken acteurs en publiek met elkaar verweven doordat de personages gespeeld door De Hoog en Devos regelmatig in het publiek zitten. Vanuit die positie bekritiseren en bevragen ze de overige acteurs. Dat de overige acteurs zo gemakkelijk geconfronteerd kunnen worden met de buitenwereld, maakt temeer duidelijk hoe kwetsbaar de twee huwelijken zijn. Dit wordt subtiel benadrukt door de gestapelde decorstukken uit de openingsscène. Gabe en Sally praten over het leven, hun huwelijk, maar zijn ondertussen druk bezig met een bank of een stoel. Echt contact maken ze niet. Het is dan ook extra treurig dat het moment waarop hun huis volledig lijkt ingericht en het decor werkelijk verbluffend is, bijna filmisch, tevens het moment is waarop ze beseffen dat hun relatie voorbij is.

Zodoende speelt Stone net als Allen met de genreconventies, maar weet hij er, mede dankzij de acteurs, een sterke en hilarische toneelversie van te maken.

De Passiefisten
Theater / Voorstelling

Jongensachtig kattenkwaad

recensie: De Jongens - De Passiefisten
De Passiefisten

Kruidenthee, yoga en geen wolkje aan de lucht: op het eerste gezicht lijken De Jongens het publiek in een vredig hippieparadijs te verwelkomen. Niets is echter wat het lijkt: we bevinden ons in de nachtmerrie van iedere paranoïde hippie.

Een vredige campingplaats wordt bruut bedreigd door een man in het zwart, camera’s zijn overal en daarmee is niemand veilig. Tijd voor actie: met een kruiwagen vol geïmproviseerde wapens is het spel begonnen. De Groningse theatergroep De Jongens staat bekend om haar eigenzinnige fysieke en slapstickachtige voorstellingen. Hun nieuwe voorstelling De Passiefisten voldoet met een flinke dosis kattenkwaad, clowneske trics en jabbertalk ook aan die omschrijving.

Aandoenlijk ongeschikt

In deze fysieke theatervoorstelling gaat een groep vreedzame burgers de strijd met de gevestigde orde aan. Een clownsneus, een hoogwaterbroek en een bloemetjesfiets doen vermoeden dat dit niet de meest geschikte strijders zijn. Zij maken toch zeker geen kans tegen de zwaarbewapende en op geweld geilende vijand? Met de vijand in gesprek gaan is hoe dan ook geen optie: de gepantserde politieagenten hebben een zeer beperkte woordenschat. Onze onnozele helden zijn echter geen opgevers en trekken op geheel eigen wijze ten strijde. Met vindingrijke boobytraps wordt de gevestigde orde creatief om de tuin geleid. Stap voor stap wordt iedere val uitgezet, de bananenschil ligt klaar en het publiek verheugt zich alvast op de onvermijdelijke uitglijder.

Charmant gekunsteld

De creativiteit van de makers toont zich ook in het decor, want wat op het eerste gezicht een rommelig festivalterrein lijkt, wordt binnen de kortste keren omgevormd tot een ‘zwaarbewaakte’ gevangenis. Het decor oogt net zo kunstmatig als de ballontieten van de bewaakster, maar dit vormt juist een deel van de charme. De soms overduidelijke trucage is niet storend, maar hoort bij het spel: de absurditeit wordt bepaald niet geschuwd… Iedere grap wordt zo ver uitgebouwd dat het steeds belachelijker wordt, soms op het randje van flauw, maar alles blijft toch vooral heerlijk lachwekkend.

De slapstickachtige setting nodigt niet bepaald uit tot een zoektocht naar diepere bedoelingen; daar moet je misschien ook helemaal niet naar willen zoeken. De Passiefisten is niet meer en niet minder dan een heerlijke luchtige voorstelling voor jong en oud. Uitermate geschikt voor een festival: dus ga lekker in je lotushouding zitten en enjoy the show.

Theater / Voorstelling

Een experimentele smeerboel

recensie: Le Mouton Noir - De Bacchanten

De Bacchanten is het verhaal van Dionysos en zijn Bacchanten, de waanzinnige Nimfen die zich iedere avond in een grof feestgeweld storten. Dit verhaal wordt door Le Mouton Noir verteld in beweging, in schaduw en zelfs in het Russisch. Het is een experimentele performance én een traditioneel toneelstuk in een.

 

De Bacchanten is alles en dat is bij elkaar simpelweg te veel. Het ene moment speelt zich een vreemde performance af, met halfnaakte glibberende lijven onder fruit. Dan verandert het weer in een traditioneel stuk, waarin met perfecte dictie lange monologen worden uitgesproken. Vervolgens breken de spelers weer met die illusie, stappen uit hun rol en proberen ter plekke uit wat wel en wat niet werkt. Ze regisseren elkaar en ook de lichtman. De eerste keer werkt zo’n onverwachte switch komisch, maar gaandeweg ligt het er te dik boven op. Het overduidelijke meta-theater wordt dan wat irritant.

Traditie of experiment?

In de ’traditionele scènes’ blijft er niets van de eerdere bizarre performance staan; dan is de regie niet spannend, maar eerder braaf. Klassieke monologen en dialogen worden tot het publiek gespeeld, zoals we dat uit vele tragedies kennen. Ook hier schippert het spel tussen groots en meeslepend, dan weer klein en realistisch. Juist in de meer abstracte scènes waarin slechts het beeld de overhand heeft, krijgt De Bacchanten iets magisch. In een beweging, in een schaduw of in een dans raakt het publiek betoverd.

Vervreemding

De spelers springen vol overgave van de ene in de andere theatervorm. Het spelplezier straalt er vanaf en soms lijken ze daarin zelfs het publiek mee te krijgen. Hun energie, enthousiasme en creativiteit is onvermoeibaar. Toch maakt het inconsistent verspringen van vorm naar vorm, de grote lijn onbegrijpelijk. De vervreemding blijft… Waar kijken we in hemelsnaam naar?

Ed van der Elsken - parademuseum
Kunst / Expo binnenland

Lust for life

recensie: Parademuseum: Eye Love You - Ed van der Elsken
Ed van der Elsken - parademuseum

Theaterfestival De Parade is een nieuwe attractie rijker. De na vele jaren nog altijd betoverende sfeer op het Paradeterrein is aangevuld met een heus Parademuseum. Geen statische tentoonstelling van beelden uit de oude doos, maar een korte, hevige ervaring die de zintuigen prettig overrompelt.

Eye Love You - van der Elsken

Eye Love You, heruitgave Uitgeverij Lecturis (2016)

Het nieuwe museum zal jaarlijks ‘ingevuld’ worden door een grote broer uit het Nederlandse museumlandschap. In 2016 zorgt het Nederlands Fotomuseum Rotterdam voor de aftrap, met een dynamische presentatie van het werk van fotograaf en filmer Ed van der Elsken (1925-1990). De archieven van Van der Elsken zijn in beheer van het Fotomuseum – de door schimmel aangetaste kleurenbeelden worden op dit moment gerestaureerd om ze te behouden voor de toekomst. Met deze herstelde dia’s is het eerste kleurenboek Eye Love You (1977) van Van der Elsken heruitgegeven én wordt het nieuwe Parademuseum opgetuigd.

Flirterig

Vanaf comfortabele oude banken – de kringloopwinkel heeft hier goede zaken gedaan – kijken we naar vier verschillende projectieschermen. Een hoofdtelefoon brengt muziek en gaat langzaam over in het stemgeluid van de fotograaf. We lopen midden in Amsterdam in de vroege jaren zeventig en volgen het oog van de fotograaf, gericht op excentrieke voorbijgangers. “Zo, zo, gewoon hand in hand?” roept hij naar een stuurs kijkend vrouwenkoppel dat haastig wegdraait. Een paar Duitse punkers proberen uitdagend de filmcamera te tongen, terwijl Van der Elsken lacherig reageert: “Jawohl, en nog brutaal auch?”

Van der Elsken

Eye Love You (1977) © Ed van der Elsken / Collectie Nederlands Fotomuseum

Het korte filmpje werpt een snelle blik op de ontwapenende werkwijze van de fotograaf. In tegenstelling tot menig straat- en snapshotfotograaf probeert Van der Elsken niet onzichtbaar te blijven en doet hij niet aan hit-and-run. Hij zoekt zijn onderwerpen in de menigte, maakt oogcontact en spreekt ze aan alsof hij oude vrienden ontmoet. Het is een uitdagende vorm van communicatie, soms komisch of flirterig, die hem op gelijke voet brengt met de te fotograferen passanten. Ze kijken naar hem, reageren met een verraste blik en maken een snelle pose voor het oog van de lens. Soms krijgt hij een boze middelvinger opgestoken, maar zelfs dat gaat gepaard met een zweem van een glimlach. De fotograaf is in zijn element, de mensen zien hem zoals hij hen ook ziet en doen vervolgens wat hij wil.

Levenslustig

De doorlopende projectie van de beelden uit Eye Love You gaat gepaard met een fraaie muziekkeuze. Het ingetogen ‘I love you’ van Lou Reed zet de toon, waardoor het tijdsgewricht ten diepste voelbaar wordt. De afwisseling met het machtige ‘Lust for life’ van Iggy Pop geeft de voorstelling een bijzondere lading. Dít is Ed van der Elsken ten voeten uit: levendig, levenslustig en lichtelijk neurotisch. Zijn foto’s zweven over de schermen en tonen de mens in al zijn kracht en zwakheid, in Amsterdam, in Nederland, in Afrika en in Azië. Of het nu gaat om de verering van het lichaam, de consumering van de liefde, het oude en het nieuwe leven, de fotograaf is erbij en kijkt ernaar. En plaatst zichzelf nadrukkelijk tussen camera en onderwerp.

Ed van der Elsken

Eye Love You (1977) © Ed van der Elsken / Collectie Nederlands Fotomuseum

De Hollandse hippie- en naaktstrandcultuur wordt aangevuld met foto’s gemaakt tijdens de vele reizen van Van der Elsken. Altijd zijn het de mensen die hem fascineren en waar hij zijn camera op richt. Militairen in Chili, boeren in Birma, een homostel in Japan: de machtigen, de verdrukten en de verliefden krijgen een podium in het universum van de fotograaf. In het boek Eye Love You geeft hij veel beelden ook een opgewonden moralistisch commentaar mee, zoals het portret van een gesluierde moslimvrouw in Bangladesh: ‘Zodra ze getrouwd is krijgt ze een zak over d’r kop (…) Zij is immers het bezit van een bepaalde man. Achterlijke klootzakken!’

Het volgens Van der Elsken ‘mensenboek, vrouwen- en mannenboek, libido-,
sex-, liefdes- en vriendschapsboek’ is een eigenzinnig tijdsdocument in de fraai geproduceerde heruitgave. De gelijknamige, maar korte voorstelling in het Parademuseum vormt een mooie opmaat naar een kennismaking met zijn dynamische, maar ook wisselvallige oeuvre. Uitdagende en confronterende foto’s die naar meer smaken, maar helaas in de paar minuten Paradetijd wat te snel voorbijschieten. Zij het met mooie muziek.

Kunst / Expo binnenland

GESPREK OVER VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST

recensie: Sonsbeek ’16

Op het eerste gezicht lijkt het erop dat bij de kunstmanifestatie Sonsbeek ’16: transACTION de environment art uit de jaren zestig nieuw leven wordt ingeblazen. Maar bij nadere beschouwing is er meer aan de hand.

Sonsbeek16

Bakehouse van Alphons ter Avest. Foto: Maurice Boyer

Natuurlijk, de installaties in de twee centrale plekken, het park, dat is omgetoverd tot een heuse stad met dito gebouwen, en de kunstwerken in Museum Arnhem, reageren op de omgeving en de geschiedenis van de stad. Natuurlijk, er is gebruik gemaakt van bijvoorbeeld bomen uit de omgeving die toch gekapt hadden moeten worden. Zeker: bij zowat elk kunstwerk in park Sonsbeek staat iemand van de organisatie waarmee je in gesprek kunt gaan. En tenslotte: de tijdelijkheid van bijvoorbeeld Bakehouse van Alphons ter Avest gaat zover, dat het zichzelf in de loop van de expositie opstookt omdat het plataanhout ervan als stookhout wordt gebruikt wanneer er brood wordt gebakken en gedeeld.

Park Sonsbeek: transACTION

Het schepje dat er echter bovenop wordt gedaan, is de thematiek die het Indonesische curatorencollectief ruangrupa inbracht. Zij stellen gevoelig liggende thema’s aan de orde waarover in Nederland het gesprek nog niet echt wil vlotten. Wie weet dat één van de eerste reservaten van de Aboriginals in Australië ‘Arnhemland’ heet? Richard Bell refereert eraan met zijn Aboriginal embassy en White elephant. ‘Het zijn geen politieke statements, maar met deze kunstwerken wordt wel het gesprek op gang gebracht’, zegt één van de mensen bij de werken in het park.

Sonsbeek 16

Tiffany Chung: Lightboxes

Museum Arhem: transHISTORY

Het gaat ook verder dan wat Indonesiërs ‘nongkrong’ noemen, een woord dat terugkomt in een overdruk uit de Jakarta Post die in Museum Arnhem voor het grijpen ligt. Een woord dat oorspronkelijk louter ‘babbelen, kletsen’ betekent. In het museum vallen enerzijds werken op die onder meer het westerse kapitalisme bekritiseren, en anderzijds bijvoorbeeld de multimedia-installatie van Tiffany Chung, die zonder oordeel te geven foto’s toont van onder andere het verwoeste Homs.

Sonsbeek 16

Zbigniew Libera: Sensitive Police Officer

Heel dicht bij komen ook de indrukwekkende foto’s van de Poolse kunstenaar Zbigniew Libera. Hierin schuiven de beleving van heden, verleden en toekomst als het ware over elkaar heen, zoals op de foto waarop een politieman knielt op een stuk doodlopende rails. Het voert de beschouwer terug naar de Tweede Wereldoorlog, toen treinrails doodliepen in een concentratie- of vernietigingskamp. Maar het is duidelijk in het hier en nu gesitueerd, en Libera wil er volgens het SBTR-Actionbook bij Sonsbeek ’16 ook een apocalyptisch toekomstbeeld mee verbeelden. Behalve dat de foto’s je niet onberoerd laten, heb je het gevoel dat je er ook iets mee moet. Méér dan er alleen over in gesprek gaan. Juist: ACTION.

Sonsbeek 16

Eko Prawoto: Bamburst, Foto: Maurice Boyer

Ietsje meer dan dat

Tijdens Sonsbeek ’16 gaan lokalisering en gemeenschapsopbouw hand in had met de context van een geglobaliseerde wereld. De curatoren en de kunstenaars willen de problemen die daarmee gepaard gaan onder ogen zien en op z’n minst bespreekbaar maken.
En zoals in OXT van Kevin van Braak schoolklassen worden ontvangen, en in Eko Prawoto’s Bomburst kan worden getrouwd (het is immers een heuse stad, die in het park is opgebouwd), straalt deze editie van Sonsbeek, die behalve in het park en het museum ook plaatsvindt in de stad zelf en in Museum Bronbeek (het museum over de koloniale vaderlandse geschiedenis), ondanks alle zware thematiek toch ook iets optimistisch uit. En nu maar hopen dat dit, in tegenstelling tot de vele vergankelijke kunstwerken zelf, niet tijdelijk is!

Boeken / Non-fictie

Zonder deugd meer geluk

recensie: Julien Offray de Lamettrie - Het geluk

De Wereldbibliotheek is een uitgever die grossiert in literaire pareltjes waar je als lezer eerder toevallig tegen aanloopt, dan dat je er daadwerkelijk naar op zoek was. Het kan goed zijn dat Het geluk van  de Franse arts en filosoof Julien Offray de Lamettrie (1709-1751) daar ook onder valt.

De 18e -eeuwse Franse filosofen hebben een onmiskenbare stempel gedrukt op de wijze waarop wij tegenwoordig naar de wereld kijken. Denkers als Diderot, d’Alembert en Voltaire hebben de Westerse weg geplaveid tot de mogelijkheid van het vrije denken over een staat zonder kerk, leven zonder onsterfelijke ziel en zin zonder God. Julien Offray de Lamettrie (feitelijk De la Metrie) past uitstekend binnen dit progressieve denken, waarbij hij het mechanische materialistische wereldbeeld dat door Thomas Hobbes reeds was voorbereid radicaliseert.

In zijn beroemdste filosofische werk uit 1747, L’Homme machine (vert. De mens een machine (Boom, 1994)), verdedigt hij dan ook de stelling dat er een naturalistische grond moet zijn voor zowel fysieke als psychische processen.  De Lamettrie keert zich daarmee af van de traditie van het metafysisch dualisme van Descartes, Malebranche en Leibniz. De mens is niets anders dan een enkelvoudig zelfvoorzienend systeem, bestaande uit dynamisch met elkaar verbonden organische delen. De mens is een levende machine.

Het veel minder invloedrijke en bekende, en nu door Jabik Veenbaas in het Nederlands vertaalde Discours sur le Bonheur (1748/1751) kan worden beschouwd als De Lamettries praktische filosofie volgend uit zijn deterministisch, ethisch-relativistisch, materialistische wereldbeeld.

Gelukkig zonder schuld

De Lamettries atheïsme en bijkomend zijn satirische sneren naar de in zijn ogen fröbelende collega-artsen hadden hem niet bepaald geliefd gemaakt. Vrij publiceren was dus geen sinecure. Het geluk verscheen daarom aanvankelijk als een inleiding op Seneca’s De beata vita, maar was feitelijk een op zichzelf staande verhandeling tegen dat stoïcisme, die De Lamettrie meerdere keren intensief heeft bewerkt. De centrale gedachte in Het geluk rust op het idee dat geluk is voorbestemd door de natuur aan eenieder die zich er naar richt. Met andere woorden, geluk is niet afhankelijk van zaken als deugd en ondeugd, religieuze opvatting, sociale status en verantwoordelijkheid, terwijl die wel de kans op schuldgevoelens maximaliseren. Schuldgevoelens, en daarin acht De Lamettrie zich uiterst origineel, vormen de kern van ieder ongeluk; het is in alles een vruchteloze remedie. Gelukkig hij die in staat is door middel van reflectie zijn schuldgevoelens te onderdrukken!

Een gevolg is dat ook bijvoorbeeld de misdadiger volmaakt gelukkig kan zijn. Ook al bestaat volgens De Lamettrie de misdaad op zichzelf niet (p.86), een booswicht zonder schuldgevoelens zal gelukkiger zijn dan wie na een goede daad spijt krijgt dat hij die heeft verricht (p. 119). Het is niet vreemd dat De Lamettrie hierin vaak verkeerd is geciteerd of begrepen. Het feit dat een misdadiger naar zijn aard gelukkig kan zijn, is echter nog geen uitnodiging tot misdaad. De Lamettrie wil als filosoof begrepen worden, waarin hij een feitelijk systeem presenteert hoe ‘de geluksmachine’ werkt, zonder er een ethisch of moreel oordeel aan te hangen. Geluk is een vrucht die iedereen kan plukken. Arm, rijk, misdadiger, losbol, geleerde of onwetende; de natuur biedt de mogelijkheid gelukkig te zijn, zolang sociale structuren er geen roet in gooien.

Tijdsdocument

Jabik Veenbaas -filosoof, poëet en publicist- heeft zijn vertaling voorzien van een vlotte inleiding en verklarende noten, waarop (op wat schoonheidsfoutjes na) weinig is aan te merken. De Lamettries persoonlijke stijl is toegankelijk, maar is toch niet echt geestig te noemen zoals wordt gesuggereerd. Het is ook de vraag in hoeverre De Lamettries gedachten de hedendaagse lezer nog voldoende aan zullen spreken. Het boek is zeker een interessant tijdsdocument dat, vanuit de gedachte dat De Lamettries teksten zelfs de Nederlandse liberalen van die tijd schokten, lezenswaardig is. Maar filosofisch kraakt het inmiddels (logischerwijs) in de voegen. Hedendaagse denkers als Derk Peereboom of Daniel Dennett, hebben thematiek omtrent bewustzijn, determinisme en straf veel verder uitgewerkt en zelfs radicaler dan De Lamettrie zich kon voorstellen. De Lamettries organische verklaringen voor het geluk lijden onder achterhaald medisch gebabbel van aderlating tot modificatie van zenuwen. Het is ook geen verhaal om vrolijk van te worden, iets wat sowieso niet is toevertrouwd aan deterministische psychologie, en relativisme waarbij minachting geen kwaad heet of een lofprijzing iets goeds zou zijn.

Dat neemt niet weg dat dit geschrift een uitstekend inkijkje geeft in een vrije geest van weleer, die zonder angst schreef en bovendien de geneugten van het leven proefde met alle zintuigen die hij rijk was. Dat De Lamettrie niet lang na dit geschrift stierf aan een overdadige maaltijd, waarschijnlijk door een bedorven taart, is het vleugje ironie wat het leven dan weer heeft, maar dit boek wat meer had kunnen gebruiken.