Foam African artists Foundation
Kunst / Expo binnenland

Afrikaans talent verbindt traditie met toekomst

recensie: Foam X African Artists’ Foundation
Foam African artists Foundation

De werken van drie jonge Afrikaanse fotografen zijn samengebracht in één zaal van Foam. Portretten lijken er dankzij dunne stalen draadjes in de lucht te zweven en zuigen je hun wereld in. Hoewel Afrikaanse folklore herkenbaar is, word je tegelijkertijd in verwarring gebracht door de futuristische twist.

Foam belooft met de expositie Foam X African Artists’ Foundation fantasiewerelden, waarin verleden, heden, toekomst, feit en fictie samenkomen. Deze beschrijving gaat inderdaad op voor veel, maar zeker niet voor alle werken in deze bijzondere presentatie van jong Afrikaans talent.

Outsiders

Bij binnenkomst word je direct geconfronteerd met een foto van een oude Afrikaanse man die je somber aanstaart. Naast hem een leeftijdsgenoot die met gesloten ogen zijn gezicht afwendt. Een witgroen licht van bovenaf doet het grijze haar van beide mannen oplichten en geeft het een bijzondere kleur; schouders en sleutelbeenderen krijgen een zachte glans. Fotograaf Osborne Macharia (1986, Kenia) wil door het prachtige grijze haar te benadrukken laten zien dat iedereen mooi kan zijn. Macharia heeft een duidelijke belangstelling voor outsiders, zo getuigen ook zijn foto’s van een zwarte man met albinisme, daklozen en bejaarde hiphoppers uit sloppenwijken. Al deze werken blinken uit door de kracht die de geportretteerden uitstralen, dankzij hun zelfverzekerde houding en de aandachtige stilering. Van een fantasiewereld kan echter nog niet gesproken worden.

Futurisme

Die wereld openbaart zich pas in Macharia’s fictieve vertellingen. Twee foto’s zijn bijzonder futuristisch, zowel door de kleding als door de kunstig gevormde metalen apparaten die zich voor en om de ogen van de figuren bevinden. Het betreft een eigen invulling van de verhalen over vermeende brillen van Keniaanse guerillastrijders waarmee ze ’s nachts de vijanden zouden kunnen zien. Het meest in het oog springend zijn echter de foto’s van modern-folklorisch geklede vrouwen met indrukwekkende slangvormige haarstrengen op hun hoofden; een toespeling op een mythe over wapens die in haardrachten zouden zijn verstopt.

Foam Kadara Enyasi

Wò èyin wò (Watch Your Back), from the series Scenario I: After L’Ouverture, 2016 ©
Kadara Enyeasi

Klucht en aanklacht

De collages van Kadara Enyeasi (1994, Nigeria) doen op het eerste gezicht denken aan filmposters. De titels van de stukken spelen – dikgedrukt in beeld – een centrale rol, net als de steeds gelijke hoofdrolspeler die met een folkloristisch ogende hoofdtooi door het beeld tuimelt. Grafische patronen omlijsten de composities en vormen samen met felle themakleuren een interessant contrast tussen Afrikaanse en Westerse tradities. Het blijkt een klucht over de anti-homowetten in Nigeria en een aanklacht tegen de regering die de bevolking met details om de tuin wil leiden. Enige fantasie is wel nodig om een dergelijke boodschap in de collages te lezen.

Kippengaas

De film van Muchiri Njenga (1985, Kenia) heet Kichwateli, wat Swahili is voor tv-hoofd, en wordt afgespeeld in een hoek achter een scherm van kippengaas met een ronde uitsparing bij wijze van toegangspoort. We zien een klein jongetje dat verdwaald door een moderne Afrikaanse stad loopt, vervolgens in slaap valt en verandert in een robot die, met een tv als hoofd, door sloppenwijken loopt. Het perspectief wisselt steeds tussen beeldopname van wat hij tegenkomt naar beelduitzending die anderen op zijn scherm zien, waaronder flarden van wat belangrijke politieke gebeurtenissen lijken. De referentie naar techniek en robotica in samenspel met de zwart-witte, vlekkerige opnamen maakt het een mysterieus geheel waarin verleden, heden en toekomst moeiteloos door elkaar heen lopen. Daarbovenop heeft de trage, mellow muziek onder de film een hypnotiserend effect, wat niet alleen de beleving van de film maar de gehele sfeer in de expositieruimte beïnvloedt.

De foto’s van Macharia, collages van Enyeasi en film van Njenga nemen ieder een eigen deel van de ruimte in. Hoewel verschillend van locatie én karakter, vormen de kunstwerken van deze jonge talenten toch een complementair geheel. De foto’s zijn een lust voor het oog, de collages zijn aansprekend en zetten aan tot nadenken. Njenga’s film valt met recht onder de noemer kunst en nodigt uit tot een tweede of zelfs derde keer kijken. Deze expositie is een must-see voor iedereen met een interesse in jong fotografietalent en inheemse culturen.

Film / Documentaire

Hollywood in Mongolië

recensie: The Eagle Huntress

Een té sterke Hollywoodmoraal ondermijnt Otto Bells fascinerende documentaire over de dertienjarige adelaarsjaagster Aisholpan.

Aisholpan is een dertienjarig meisje dat met haar vader, moeder, zusje en broertje in het Altajgebergte leeft. Van oudsher jagen de mannen in haar familie met steenarenden. Aangezien Aisholpan een meisje is en tiener bovendien, ligt een toekomst als adelaarsjaagster niet bepaald in de lijn der verwachtingen. Haar vader denkt daar echter anders over en stimuleert zijn dochter om datgene te gaan doen wat tegen de heersende conventies van zijn nomadenstam ingaat: adelaarsjaagster worden en het jaarlijkse adelaarsfestival in Bajan-Ölgi winnen.

Filmische documentaire

Star Wars-ster Daisy Ridley verzorgt de voice-over in deze documentaire, die zo filmisch oogt dat het totaalproduct eerder aan een speelfilm dan aan een documentaire doet denken. Interviews met stamoudsten waarin zij de mening ventileren dat een vrouw zich met het theewater en het melken van koeien bezig moet houden, in plaats van met het jagen met steenarenden, plaveien de weg voor de centrale boodschap. Die luidt dat je toch altijd kunt bereiken wat je wilt bereiken, ondanks alle tegenstand die met een buitenstaanderspositie gepaard gaat.

In de drie bedrijven – het eind van iedere akte wordt iedere keer netjes geaccentueerd door een heuse set piece – zien we Aisholpan een adelaarsjong weghalen uit een nest halverwege een steile berghelling (1), de show stelen tijdens het jaarlijkse adelaarsfestival in Bajan-Ölgi (2), en op vossenjacht in bergketens waar het veertig graden vriest (3). Die vossenjacht is het laatste dat ondernomen moet worden om de kleingeestige dorpsoudsten voor eens en altijd te bewijzen dat ook vrouwen geschikt zijn om met adelaars te jagen. Sterker nog: dat ze daar misschien wel beter in zijn dan mannen.

Hollywoodmoraal

Het is jammer dat de mooi geschoten beelden ondermijnd worden door een moraal en een verhaalstructuur die de gemiddelde kijker al een keer of duizend voorbij heeft zien komen. The Eagle Huntress was een mooier product geweest als regisseur Bell zich had beperkt tot het vastleggen van de culturele traditie, of zich had geconcentreerd op de band tussen Aisholpan en haar vader, zonder deze op een oppervlakkige en kunstmatige manier in een algemeen westerse verhaalconstructie in te bedden en van een Hollywoodmoraal te voorzien. De bijzonderheid schuilt namelijk in het feit dat een dertienjarig meisje zo veel talent voor het jagen met adelaars heeft en niet in het bewezen ongelijk van een stel oude mannen dat niet verder kijkt dan hun misogyne neus lang is.

Daniel-Lohues - Moi
Muziek / Album

Spaarzaam begeleide vertellingen

recensie: Daniël Lohues – Moi
Daniel-Lohues - Moi

Daniël Lohues kiest er op zijn zijn tiende soloplaat voor om zijn herkenbare teksten spaarzaam te begeleiden. Blijkt dat effectief of ietwat saai?

Eerder dit jaar keerde liedjesschrijver Daniël Lohues terug met zijn tiende soloplaat: Moi. Het album is zoals altijd gevuld met beschrijvingen, beschouwingen en levenslessen die alledaags en dus herkenbaar zijn. Dit alles uiteraard in het Drents dialect. Het verschil met zijn voorgaande werken is de spaarzame begeleiding. Regelrecht kaal, kun je wel zeggen.

Van liefde tot gewonde spreeuw

Een akoestische gitaar of piano, Lohues geeft zijn schrijfsels nauwelijks meer aankleding. Dat betekent dat je niet om de teksten heen kunt. Lohuis zingt in het Drents dialect, maar het is voor een niet-Drent geen probleem om zijn teksten te volgen. Vaak met een zweem van weemoed bezingt Lohues zaken als de voorbijrazende tijd (‘Zo Hard as De Tied Giet’) en de liefde (‘Zodat Ok Bij Mij de Wind Goed Stiet’). Net zo gemakkelijk beschrijft hij echter een gewonde spreeuw die in zijn grasveld is neergestreken (‘Vlieg dan toch!’).

Eenvoudig maar scherp

De teksten van Daniël Lohues zijn eenvoudig maar scherp. Ze komen binnen door de oprechtheid ervan. Bovendien kan iedereen zich herkennen in een lied als ‘Mooie Verhalen Later’, waarin Lohues de woorden van zijn opa aanhaalt toen die hem ooit verdrietig aantrof: “Nou lek ’t op het einde / mar ’t begun is net west / ’t Worden mooie verhalen later / Mooie verhalen later / Je hebben ’t nou nog niet in de gaten / Mar t worden mooie, mooie verhalen later”.

Toch zijn de teksten een enkele keer ook ietwat knullig. Openingsnummer ‘Laot Mij Mar Lekker Dit Doen’, over hoe Lohues niets anders kan en wil zijn dan muzikant, kent een aantal van zulke momenten: “Iederiene kan wat ‘e kan / De iene kan schildern / De ander is brandweerman”. Niet elk nummer is dan ook even indrukwekkend.

Minimale begeleiding

Meestal is de minimale begeleiding effectief. In ‘Widukind’, een verhaal over de Saksische leider die streed tegen Karel de Grote, geeft Lohues zijn vertelling op knappe wijze spanning mee met enkel een akoestische gitaar. Na verloop van tijd worden de nummers echter te veel van hetzelfde. Telkens dat spaarzame piano- of gitaarspel met de kenmerkende stem van Daniël Lohues eroverheen, het begint lang voor de plaat eindigt te vermoeien. De teksten alleen zijn niet genoeg om daarvoor te compenseren. Moi kan zich dan ook niet meten met een album als het veel afwisselendere Hout Moet (2011), maar Daniël Lohues voegt weer een aantal pareltjes toe aan zijn al zo imposante discografie.

Theater
recensie: Theatergroep Carver / Rudolphi Producties: Zwaar Metaal

Rock chicks never die

In Zwaar Metaal zien we vier vrouwelijke rockers op leeftijd die zich voorbereiden op een concert. De voorstelling is tot stand gekomen met improvisaties van de actrices en daarop gebaseerde tekst van Maria Goos. Theatergroep Carver vertoont een geestig stuk dat af en toe inzakt en waarin nauwelijks iets gebeurt, maar dat ons desondanks een amusante en soms weemoedige avond schenkt.

Aan het begin wijst Beppie Melissen, de leider van de groep, per telefoon een medebandlid de weg naar de plek van het optreden. Aanvankelijk, ook door het weinige licht, heb je niet zo goed in de gaten wat er speelt, maar naarmate dat duidelijker wordt nemen het plezier en de herkenning in wat er gezegd wordt toe. Misschien is dat wel de voornaamste reden dat teksten van Maria Goos zo geestig zijn en zo prettig in het gehoor liggen: hun herkenbaarheid.

Bekvechten

De vier vrouwen zijn gekleed als rauwe rockers: veel leer, stevige stappers en bijzondere hoofddeksels. Ze zijn constant op een enigszins vermoeide manier met elkaar aan het bekvechten: over mannen, eten, anarchie, hun geestelijke gesteldheid en de betekenis van hun liedjes. De grappen zijn het leukst als ze over iets concreets gaan, zoals waarom je een man die je in de steek heeft gelaten terug zou nemen.

Alle vier vinden ze het leven tussen vijf uur ’s middags en acht uur ’s avonds het allerzwaarst en absoluut ondraaglijk zonder drank. En soms is dat ook het geval op andere momenten van de dag. Melissen vertelt een zeer hilarisch verhaal over een keer dat er iemand aan de deur kwam waarvoor ze eigenlijk niet had moeten opendoen, maar dat toch deed. Ik geef hier geen spoiler, ga zelf maar kijken.

Terwijl de dames aan het praten zijn, maken ze langzaam het podium klaar voor het optreden. Jammer is wel dat er nauwelijks muziek klinkt. Niemand speelt eens een gitaarriff of gaat al grungend eventjes uit zijn dak. De vrouwen maken af en toe wat danspassen uit vorige gigs, maar die doen eerder aan de Spice Girls denken dan aan Metallica. De titel Zwaar Metaal slaat kennelijk vooral op de instelling van de dames.

Luid en duidelijk

Want al geloof je niet dat je hier een echte rockband voor je hebt, Carver slaagt er wel in een groep vrouwen neer te zetten die hun hele leven met elkaar hebben gewerkt, gestreden en geleden, die elkaar liefhebben en niet kunnen uitstaan en die hun gezamenlijke werk niet kunnen missen. Raymonde de Kuyper, Joke Tjalsma, Leny Breederveld en Beppie Melissen hebben waarschijnlijk nooit samen muziek gemaakt, maar wel heel veel theater. En dat komt over, luid en duidelijk.

 

 

 

Film / Films

Levenslessen vanuit de boksring

recensie: The Bleeder

Het jaar 1975. Uit de autospeakers schalt You Sexy Thing van Hot Chocolate, de raampjes staan open, de zon schroeit het asfalt en de wind waait door de golvende blonde haren van de chauffeur. Chuck Wepner is op weg naar een gevecht en maakt zich geen zorgen over zijn conditie. De bijnaam van de vooral in New Yersey bekende bokser is The Bleeder, oftewel De Bloeder. Bij een gevecht in de ring springen de wenkbrauwen van Wepner regelmatig open. Tijdens zijn wedstrijden is het gezicht niet alleen rood van inspanning, maar vooral gekleurd door het verlies van bloed uit een scheur boven zijn ogen. De bokser wint door zijn grote incasseringsvermogen de meeste van zijn gevechten. De zorgeloze Wepner laat zich slaan, maar blijft in bijna alle gevallen op de been.

Regisseur Philippe Falardeau maakte eerder Monsieur Lazhar en The Good Lie. De Canadees regisseerde in The Bleeder Chuck Wepner, een amateurbokser die tegen alles en iedereen in bokst. Een rondje sparren met een beer levert geld op, dus stapt hij de ring in. Naast de sportcarrière zijn er de relatieperikelen met zijn tweede vrouw Phyllis. Wepner gaat namelijk bij de geringste aandacht van andere vrouwen vreemd. Phyllis sleept haar man uit de kroeg, waarbij ze niet vergeet het blondje aan de andere kant van de tafel de waarheid te vertellen. Haar man is een “lapzwans en een vreemdganger”, maar van haar! Desalniettemin stapt ze definitief op na het zoveelste avontuurtje en neemt hun dochter mee. En dat juist op het moment dat Wepner de kans krijgt om Muhammad Ali uit te dagen in een gevecht om de wereldtitel. Het is een droom. Ook voor dit belangrijke gevecht traint Wepner nagenoeg niet. Met zijn manager reist hij naar het gevecht terwijl zijn vrouw thuis haar spullen pakt.

Rocky

Elke boksfilm in de bioscoop wordt vergeleken met Raging Bull van Martin Scorsese. In deze klassieker uit 1980, geschoten in zwart-wit, werd bokser Jake LaMotta geportretteerd door Robert de Niro. De gevechten werden van dichtbij gefilmd. Elke losgeslagen tand vloog in een wolk van bloedspetters over het witte doek. De Niro speelde een bokser die aan lager wal raakte. Regisseur Falardeau is het niet te evenaren voorbeeld handig uit de weg gegaan. Het idool van Wepner is Sylvester Stallone oftewel Rocky Balbao. Stallone zou voor zijn films het levensverhaal van Wepner hebben gebruikt. Op aanraden van zijn manager gaat de amateurbokser Wepner na zijn carrière op bezoek bij Stallone. De filmster biedt hem een rolletje aan in Rocky II, maar Wepner verpest de auditie door een teveel aan alcohol en cocaïne. De amateursporter is ook in drugsgebruik grenzeloos. Zoals LaMotta zijn lichaam kapot vrat aan grote hoeveelheden dikmakend voedsel, snoof en zoop Wepner zijn loopbaan naar een roemloos einde.

Blondje

The Bleeder is een knappe film. De gebeurtenissen binnen en buiten de ring worden met rauwe eerlijkheid in beeld gebracht. Liev Schreiber speelt een vriendelijke, verslavingsgevoelige amateurbokser, die voor vrouwelijke aandacht valt. Elizabeth Moss is de burgerlijke thuisbasis, die het natuurlijk verliest van het avontuurlijke blondje in de bar. Het gevecht tegen wereldkampioen Muhammad Ali is het hart van de film. De persconferenties en de trainingen zijn met grote liefde voor de sport gefilmd. De vraag is niet of Wepner zal winnen, de vraag is in welke ronde hij zal neergaan. Uiteindelijk is de uitslag  voor een kansloze sportman, die eenmalig een titelgevecht mag boksen niet erg relevant. Belangrijk is wie er na het gevecht thuis wacht. Met schade en schande leert Chuck Wepner deze belangrijke les.

etnomanie
Kunst / Expo binnenland

Menselijkheid met een kleurtje

recensie: ETNOMANIE / Ellie Uyttenbroek
etnomanie

Sinds 2012 is het Nederlands Fotomuseum in bezit van de zogenaamde Wereldcollectie. Meer dan honderdduizend foto’s uit de meest exotische oorden waarop mens en omgeving centraal staan. Hoe breng je zo’n verzameling onder de aandacht van het grote publiek?

De uitvinding van de fotografie, halverwege de 19e eeuw, was het startpunt voor veel wereldreizigers, kooplieden en missionarissen om afbeeldingen van hun reisdoelen te verzamelen. Ze maakten de foto’s zelf of kochten deze van lokale fotografen. Door middel van schenkingen uit particuliere verzamelingen kreeg het toenmalige Museum voor Land- en Volkenkunde een enorme collectie ‘ethnohistorica’ in bezit. Het Nederlands Fotomuseum heeft zich ten doel gesteld deze Wereldcollectie publiek te maken door de Rotterdamse ‘style profiler’ Ellie Uyttenbroek naar eigen inzicht een tentoonstelling te laten samenstellen.

etnomanie - souvenir

SOUVENIR – Porcelain doll wrapped up like a present, 2017 ETNOMANIE ©Nederlands Fotomuseum/Wereldmuseum

Iconische portretreeksen

Uyttenbroek heeft naam gemaakt met het doorlopende fotoproject Exactitudes dat ze, samen met fotograaf Ari Versluis, sinds jaar en dag in de lucht houdt. Met een scherp oog voor verschillende stijlvormen in mode en straatcultuur brengt ze series archetypen bijeen die, vooral door de kracht van de herhaling, een verbondenheid vertonen. De haast iconische portretreeksen laten vooral zien hoe de stylist het kijken tot kunst heeft verheven, een bijzonder talent dat ook de tentoonstelling ETNOMANIE tot een visueel spektakel maakt.

De grote zaal van het Fotomuseum is gevuld met lange rijen bedrukt textiel, hangend vanaf het plafond tot aan de vloer. Grote geplooide doeken die lichtjes bewegen in de aanwezige luchtstromen. De historische portretten van frontaal gefotografeerde types uit alle windstreken rijzen boven de bezoeker uit en wekken de indruk alsof men zich als dwerg in het land der reuzen begeeft. Met vrijwel alle ogen is direct contact: je wordt aangestaard, bekeken en beoordeeld vanuit een verleden tijd en een onbekende wereld. De sepiakleurige afbeeldingen zijn met grote kleurvlakken ingevuld, waarmee een kledingstuk, haardracht of hoofdtooi wordt benadrukt. Een bevreemdend effect op foto’s uit een fotografietijdperk waar kleur nog geen optie was.

etnomanie - rainbow

RAINBOW – The normality of wearing a dress as a boy, 2017 ETNOMANIE ©Nederlands Fotomuseum/Wereldcollectie

Carnavaleske optocht

Uit de omvangrijke Wereldcollectie heeft Uyttenbroek 380 fotoportretten geselecteerd, allen in origineel te zien in een kleine, lichtarme ruimte naast de tentoonstelling. Zo’n honderd exemplaren heeft ze, samen met grafisch ontwerper Mary Pelders Vos, bewerkt en op doeken gedrukt. De eigenzinnige identiteiten zijn door die ingreep naar het heden getrokken en inzichtelijk gemaakt door middel van eenvoudige accenten. Door haar observerende visie brengt Ellie Uyttenbroek de beelden in direct verband met het hedendaagse straatbeeld. De stijlprofielen die ze daar tegenkomt zijn vergelijkbaar met de bijzondere figuren in de etnohistorische foto’s uit de collectie. Kapsels, baarden, bijzondere kledingstukken en curieuze prints tonen een grote diversiteit, maar laten tegelijkertijd een overeenkomstige hang naar traditie en eenvormigheid zien. Stijl en mode herhalen zich altijd weer, ongeacht de beperking van tijd en afstand, en laten mensen zien in hun meest unieke verschijningsvormen. De portretten in de tentoonstelling stralen, naast een vanzelfsprekende behoedzaamheid, een enorme trots uit. ‘Dit ben ik, dit is mijn wereld’ lijken ze te zeggen, alsof de toeschouwer zowel overrompeld als gerustgesteld dient te worden.

In de bijgaande catalogus zijn alle beelden afgedrukt en voorzien van Uyttenbroeks ironische bijschriften (‘Madam Butterfly/Kenzo Kimono & Pyjama Party’). Mede daardoor krijgt deze tentoonstelling een licht humoristisch tintje. Het geheel oogt als een carnavaleske optocht vol wonderlijke schepsels, tegelijkertijd voelt het als een rondgang door een kathedraal van menselijkheid. Een prettig samenzijn, vooral in deze haast inhumane tijden.

Theater / Voorstelling

Hartelijk en breed toegankelijk regiotheater

recensie: PS|Theater - Droomland

De makers van het Leidse stadsgezelschap PS|Theater verbleven een maand lang in Leiden Zuidwest om samen met de bewoners een voorstelling te maken. Het resultaat is een hartverwarmende, speelse wandeling waarbij een constante glimlach gegarandeerd is.

PS|theater plantte hun keet aan de Kennedylaan om vanuit daar de buurtbewoners te ontmoeten. Ze stonden direct voor een uitdaging, want de wijk bestaat voornamelijk uit blokken laagbouw flats met garageboxen op de begane grond. Om ‘toegang’ te krijgen tot de mensen die daarboven leven, moet je je eerst richten op een enorm bellenbord. Kortom, contact maken is niet eenvoud. Komen deze mensen elkaar eigenlijk weleens spontaan tegen?

Op een transparante, lichtvoetige manier nemen de makers van PS|Theater hun bezoekers mee op een wandeling door de wijk. Als stralend enthousiaste gidsen vertellen ze hoe ze zich oriënteerden op de buurt en hoe de eerste mensen bij hun keet aanklopten. Om het aspect van verbinding zoeken te benadrukken, krijgt elke bezoeker een simpel bord met daarop ‘HALLO’. Bezoekers behoren door dit gemeenschappelijke kenmerk in één klap tot dezelfde groep. Buurtbewoners reageren over het algemeen vrolijk op de voorbijtrekkende stoet. Er wordt druk over en weer “geHALLO’t”. Een paar buurtkinderen rennen mee en geven zo het geheel een extra speels accent.

Tijdens een zelfgemaakt bordspel stellen bezoekers onder leiding van de buurtkinderen elkaar ongecompliceerde, persoonlijke vragen. Hierdoor wordt de drempel tot contact leggen met elkaar en met de buurt verder verlaagd. De bezoekers krijgen koptelefoons op en worden naar een groepje bomen geleid. Een voice-over geeft opdrachten, variërend van ‘als je ergens in de laatste maand hebt gehuild, kijk dan een medespeler aan’ tot ‘zwaai eens naar de vrouw met dat hondje’. Vervolgens blijkt de vrouw met het hondje een buurtbewoonster te zijn die in de voorstelling figureert.

De bezoekers worden zelfs even op visite gebracht bij de bewoners van een aantal flatwoningen. Dichterbij dan dit kun je niet komen. Dit is contact maken met de werkelijkheid van een wijk. Je zou kunnen zeggen dat er geen duidelijke verhaallijn te vinden is in Droomland, maar de vraag is of dat ook echt nodig is. De voorstelling geeft eerder vensters dan dat het sluitende conclusies trekt.

Door steeds op een laagdrempelige, recht-door-zee manier op zoek te gaan naar verbinding met mensen uit een afgebakende regio, onderscheiden de makers van PS|Theater zich. Het maakproces van de voorstelling heeft zo ook duidelijk maatschappelijke accenten. PS|Theater creëert voorstellingen die geschikt zijn voor een breed publiek – het gemengde publiek van een wijk. Je kunt eens écht je tante of je buurman meenemen naar het theater, want ook zij zullen dingen herkennen en genieten van de warme menselijkheid die een voorstelling als Droomland brengt.

Boeken / Fictie

De weerslag van een faillissement op een migrantenfamilie

recensie: Jade Chang - De Wangs vs. de wereld

Tegenslag of verdriet drijft veel mensen weer terug naar hun geboortegrond, om hun leven te overzien en hun wonden te likken. In het geval van Charles Wang is dit het faillissement van zijn zorgvuldig opgebouwde miljoenenimperium.

Als jongeman stapt hij alleen op het vliegtuig vanuit Taiwan, om er vervolgens nooit meer naar terug te keren. In Amerika trouwt hij met een Chinees fotomodel, met wie hij drie kinderen krijgt. Door een tragisch ongeluk komt zijn vrouw echter om het leven, en worden de kinderen overdag opgevoed door Ama, de nanny van Charles en later door zijn tweede vrouw Barbra, eveneens een Taiwanese. Wat volgt is een intrigerend inkijkje in een Chinees-Amerikaans gezin dat uiteen dreigt te vallen.

Nooit meer zes nullen op je bankrekening

Als lezer verkeer je voornamelijk in de belevingswereld van de kinderen. Hoe gaan zij verder met hun leven, wanneer blijkt dat de ooit beloofde miljoenen nooit op hun bankrekening zullen verschijnen? De jongste twee kinderen worden direct van school en college gehaald en Charles, Barbra, Andrew en Grace leggen met z’n vieren per auto de enorme afstand van Los Angeles naar New York af, met als eindbestemming het huis van de oudste dochter Saina. We lezen mee met de zestienjarige puberende Grace, haar oudere broer Andrew die nog maar een paar maanden heeft kunnen studeren en de oudste dochter Saina, die haar leven weer op de rails probeert te krijgen na een verbroken verloving en een mislukte carrière als kunstenares in New York.

Nieuw land, nieuwe kansen

Het hoofd van het gezin, Charles, besluit terug te keren naar het land van zijn voorouders, China, waar de familie Wang ooit grootgrondbezitters waren. Is er nog iets over van deze voormalige weelde, en zou Charles daarmee zijn faillissement kunnen vergeten en zichzelf en zijn gezin weer een toekomst kunnen bieden? Is zijn huwelijk met Barbra nog te redden, nu hij haar niets meer te bieden heeft? En hoe moeten de twee schoolgaande kinderen verder, nu er geen geld meer is om te studeren?

De botsing tussen westerse en oosterse normen en waarden

De totaal verwesterde kinderen botsen regelmatig met de traditionele Aziatische normen en waarden waarmee Charles en Barbra zijn opgevoed. Zo moet Charles niets hebben van de gevoeligheid van zijn zoon; een man moet volgens hem trots zijn en de broek aan hebben, en dan niet zo’n strak geval waar hij de vrienden van zijn zoon in ziet lopen. Toch is hij gek op zijn kinderen, en op alle drie even trots. Deze botsing tussen twee generaties wordt op grappige en soms ontroerende manier verteld. Veel kinderen van migrantenouders, maar ook kinderen wiens ouders in hetzelfde land zijn opgegroeid, zullen zich herkennen in de generatie- en/ of cultuurkloof die wordt omschreven.

Veel psychologie, weinig historie

Het is mooi om te lezen hoe het karakter van de personages meegroeit met hun levenslessen en ervaringen. De auteur schiet echter af en toe door in het spuien van kennis, wat ervoor zorgt dat het verhaal soms stottert. Zo zal niet iedere lezer geïnteresseerd zijn in de achterliggende theorieën over de internetbubbel waar Charles het slachtoffer van is, en zal het ook niet iedereen iets kunnen schelen hoe de kunstwereld in New York precies in elkaar zit. Een gedetailleerdere beschrijving van de vroegere relatie tussen China, Japan en Amerika was daarentegen op zijn plek geweest, maar juist daar kiest de auteur ervoor het bij een zijsprong te laten. Voor de lezer die ervan houdt meer over de rijke belevingswereld van en de dynamiek tussen de personages te weten te komen, is dit boek echter een aanrader.

Theater / Voorstelling

Een cadeautje van de beschermheilige der huisvrouwen

recensie: The Bridges of Madison County

Hun affaire is nog geen drie dagen oud als Francesca haar liefde verklaart aan Robert, de gevoelige fotograaf die haar saaie leven in Iowa wakker schudt. En dan zeggen ze dat wij twintigers snel zijn met onze Tindermatches! The Bridges of Madison County moet het hebben van grootse gebaren, lyrische muziek en hunkering naar een vurig leven. Daarmee gaat veel nuance verloren, maar wie zich overgeeft aan deze fantasie, kan zich op een mooi liefdesverhaal verheugen.

In The Bridges of Madison County leren we de Italiaanse Francesca kennen, die na de oorlog trouwde met een Amerikaanse soldaat en een nieuw leven opbouwde op een boerderij in Iowa. Als manlief en de kinderen een paar dagen vertrekken, ontmoet ze Robert. Robert fotografeert de historische bruggen in de omgeving, maar richt uiteindelijk zijn lens op Francesca. Hij heeft de wereld gezien en begrijpt haar zoals haar man dat niet kan. In een paar dagen ontstaat er een affaire tussen de twee, en moet Francesca kiezen: of de veiligheid van haar gezin, of het avontuur tegemoet met Robert.

De Ideale Man in een provinciaal dorp 

Robert is de belichaming van de Ideale Man: hij is bereisd, stoer en begripvol, geniet van het leven en zet heerlijke koffie. Francesca is een temperamentvolle Italiaanse, maar wordt kleingehouden door de provinciale mentaliteit van haar man en buren. Alleen Robert kan zien wie ze echt is. Robert en Francesca zijn zielsverwanten die voor elkaar gemaakt lijken te zijn. In dit opzicht is The Bridges of Madison County te makkelijk. De vurige persoonlijkheden van Robert en Francesca worden zo tegenover de bekrompenheid van haar man Dick gezet dat het bijna vanzelfsprekend en gerechtvaardigd is dat de twee een affaire aangaan. Zo staat er uiteindelijk minder op het spel als ze een keuze moet maken. Dick en haar twee kinderen Michael en Carolyn blijven vrij karikaturale personages die weinig ontwikkeling doormaken. Het gewicht dat zij brengen in het conflict van een affaire – voor Robert moet Francesca breken met een gezin waar zij achttien jaar lief en leed mee heeft gedeeld – komt niet uit de verf.

Beleefdheid en verlangen

Toegegeven, ik schrijf hier over een eenzijdigheid in het originele script. Daar heeft OpusOne weinig invloed op. Met de enscenering van Koen van Dijk en de kwaliteiten van zijn acteurs is weinig mis. De open, minimale stijl waar het Zonnehuis zich goed voor leent – midden in het publiek, met enkele rekwisieten en decorstukken om een scène vorm te geven – geeft adem aan een musical die in verkeerde handen bombastisch kan worden. Lone van Roosendaal begrijpt een rol als Francesca. Ze suggereert een continu gevecht tussen beleefdheid en een dieper verlangen naar meer, waardoor haar personage intrigerend blijft. Als de viriele en sensitieve Robert is René van Kooten de fantasieman van menig Francesca/o in de zaal, al werkt het verhaal hem zo nu en dan tegen. Je zou willen dat er iets is dat Robert niet kan, een deukje in zijn perfecte imago om hem iets meer van vlees en bloed te maken en minder het levende verlangen van Francesca. De spelkwaliteiten van en chemie tussen Roosendaal en Van Kooten doen dit gelukkig snel vergeten.

En dan is er Annick Boer, die als de bemoeizuchtige buurvrouw Marsha niet onvermeld mag blijven. Met onderkoelde humor staat zij voor de rest van het dorp, die met een mengeling van nieuwsgierigheid, jaloezie en lust de affaire op de voet volgt en vervolgens de nietsvermoedende echtgenoot de schuld geeft van alles. De beste oneliner komt echter van Francesca zelf, als zij opmerkt dat Robert persoonlijk door de “beschermheilige der huisvrouwen” naar haar adres gezonden lijkt te zijn. Daar heeft ze een punt.

Kunst / Expo binnenland

Meer zielen, meer kunst

recensie: Collectivism: collectives and their quest for value

Zoals de titel luidt, biedt deze tentoonstelling ruimte voor (kunstenaars)collectieven. Zelfgezegd onafhankelijke organisaties, afkomstig uit heel de wereld. Alle zeven deelnemende, interdisciplinaire organisaties zijn ontstaan onder de mom van ‘cut the middle man’, ofwel: wij regelen alles zelf. Geen opdrachtgever, geen uitgever. Deze manier van aanpak zou de zoektocht naar de waarde van het beeld bevorderen, mede door het gebrek aan (financiële) hulp om de projecten tot stand te brengen.

Installation Collectivism. Collectives and their quest for value, 2017 © Foam. Photo: Christian van der Kooy

Digitalisering en fotografie

Elk collectief biedt een ander perspectief, heeft een andere manier van aanpak om de vraagtekens achter het begrip ‘waarde’ te beantwoorden. Wat hen bindt is echter het fenomeen van digitalisering; in deze tijd is er een onstilbare hoeveelheid beeld. Zowel de vastlegger als de aanschouwer van het beeld kennen wellicht geen betekenis meer toe aan fotografie als kunstvorm, maar houden zich vooral bezig met vluchtige indrukken (als voorbeeld wordt genoemd: gedigitaliseerde beelden op Instagram).Deze tentoonstelling staat in het teken van het herwinnen van de betekenis van het beeld, wat voor sommige collectieven, in alle tegenstrijdigheid, juist gebeurt via digitalisering.

Installation Collectivism. Collectives and their quest for value, 2017 © Foam. Photo: Christian van der Kooy

De collectieven

Dus, wat is er te zien? De tentoonstelling op zichzelf is vrij compact, wat fijn is voor de vluchtige toeschouwer. Vier kleine kamers bieden een route door de verschillende denkbeelden van de collectieven, een route die overigens niet vastligt. In de hal nog vóór de tentoonstellingszalen hangen zeven schermpjes, waarop van elk collectief een introductiefilmpje te bekijken is. Sommige zijn duidelijk, andere niet erg concreet. Een introductiefilmpje dat er wat mij betreft direct uitsprong, was dat van het Franse collectief #Dysturb. Dit collectief legt uit bezig te zijn met grote politieke kwesties van deze tijd, door middel van fotojournalistiek. Verspreid door het museum vinden we grote canvasdoeken met rake beelden en teksten. Niet alleen in het museum, maar ook in de stad Amsterdam hangt hun werk als onderdeel van de tentoonstelling Collectivism: collectives and their quest for value. Op deze manier bereiken zij hun eigen betekenis van ‘waarde’: ze confronteren in alle eerlijkheid.

Een ander bijzonder opvallend collectief is het Nederlandse Dead Darlings. Deze organisatie toont een wand met vele foto’s van verschillende kunstenaars, naast en door elkaar. Een onderdeel van hun project was het organiseren van een anonieme veiling, waarbij iedere kunstenaar anoniem was gemaakt alvorens de bieder zijn gang kon gaan. Hiermee proberen zij niet alleen de heersende waarde van bepaalde namen in de kunstwereld te ondermijnen, maar ook een kunstwerk voor zichzelf te laten spreken. Volgens dit collectief wordt de waarde van een kunstwerk dan ook mede bepaald door de persoonlijke band die de koper opbouwt met zijn aanwinst.

Installation Collectivism. Collectives and their quest for value, 2017 © Foam. Photo: Christian van der Kooy

Er is meer

Naast deze twee in het oog springende collectieven zijn er nog vijf andere. Op uiteenlopende manieren probeert elk ander collectief een verhaal te vertellen, echter niet altijd met goede onderbouwingen. Sommige uitwerkingen van de projecten zijn minder scherp dan andere, wat bijvoorbeeld al kan blijken uit bijgevoegde tekst die niet altijd even verhelderend is. Het werk van 8-Ball Community is wellicht het meest spraakmakende van de tentoonstelling (om welke redenen zal je toch echt zelf moeten ontdekken!), maar conceptueel niet erg samenhangend. Om deze reden had er een aantal collectieven wellicht geschrapt kunnen worden uit de tentoonstelling, om de aandacht te vestigen op enkele, groots sprekende projecten (zoals #Dysturb, Dead Darlings, maar ook De Fotokopie).