Zemlinsky en Puccini bij De Nationale Opera
Muziek / Concert

Grandioos tweeluik over het menselijk tekort

recensie: Zemlinsky en Puccini bij De Nationale Opera
Zemlinsky en Puccini bij De Nationale Opera

Op het eerste gezicht een wonderlijke combinatie: twee zo verschillende muzikale tradities, de Weense en de Italiaanse, in twee eenakters op dezelfde avond. Maar er zijn goede redenen om Eine Florentinische Tragôdie van Alexander von Zemlinsky en Gianni Schicchi van Giacomo Puccini samen uit te voeren.

Beide opera’s zijn honderd jaar oud en staan aan het begin van de moderniteit.
Beide zijn gesitueerd in het renaissancistische Florence – stad van rijkdom en corruptie.
Beide zijn vrijwel doorgecomponeerd, dus zonder de handeling stil te zetten voor een aria.
Beide hebben als thema de ontmaskering van menselijke tekorten.

Een driehoek op een rechthoek

De opera van Zemlinsky, tijdgenoot van Schoenberg, Strauss en Mahler, opent met een donker, ritmisch thema, de orkestkleur herinnert sterk aan die van Richard Strauss. Nog vaker deze avond zal de associatie met diens opera’s ‘Electra’ – haat – en ‘Salome’ – erotiek – terugkomen.
We zijn direct midden in het verhaal: op een roterende en kantelende witte rechthoek speelt zich een gepassioneerde erotische scène af. Een vrouw en haar minnaar hebben nauwelijks in de gaten dat de echtgenoot thuis komt.
Het bewegende platform, dat afwisselend de drie personages op de voorgrond zet, stelt de kamer van textielhandelaar Simone en zijn vrouw Bianca voor. Zij bedriegt haar man met Guido, een Florentijnse aristocraat.

Zemlinsky weet de bewuste en onbewuste gevoelens van zijn drie protagonisten feilloos muzikaal neer te zetten: de van angst en spanning ingehouden adem, de stijgende erotische opwinding, de stilte voor het geweld losbreekt. Het dikke klankweefsel wordt dan even onderbroken voor de verklanking van een bonkend hart of een diepe zucht. Dit is Jugenstil-muziek: krullerig, vegetatief, chaotische tonen van groei en verrotting. Dirigent Marc Albrecht gebruikt het enorme orkest – het Nederlands Philharmonisch Orkest – als een palet om alle kleuren en grillige vormen van de partituur te schilderen. Wat een prachtige vondst om die minimalistische witte kamervloer te gebruiken als tegenhanger.

De geldbeluste middenstander Simone, een fantastische rol van John Lundgren, verbergt zijn argwaan (wat heeft hij gezien?) en verkoopt zijn echtgenote in de vorm van dure gewaden die ze moet showen voor de ongenode gast. Guido, ongemakkelijk, belooft alles te kopen voor het dubbele bedrag. Bianca, mooi vertolkt door Ausrine Stundyte, is de ontevreden, niet geziene vrouw die haar marktkoopman haat en begeerd wil worden door een echte prins. Guido ziet echter alleen zichzelf en bezingt vol vuur zijn weerspiegeling in haar ogen. Nikolai Schukoff zet een overtuigende, narcistische hedonist neer. Hun liefde is geen liefde en het loopt ook slecht af met dit droevige drietal.

Een tragedie voor de pauze – en vervolgens een komedie. Is het getoonzette oude verhaal van Gianni Schicchi (Dante rekent al af met deze oplichter in zijn Divina Commedia) vrolijker?
Nee, meent regisseur Jan Philipp Gloger. Beide opera’s gaan over dezelfde menselijke tekorten. Hebzucht, hoogmoed, hypocrisie, razernij als men zijn zin niet krijgt. De hoofdzonden, kortom.

Een aantal familieleden wacht op de dood – cq de erfenis – van grootvader. Als blijkt dat hij zijn bezit aan de kerk heeft nagelaten breekt de hel los. Kunnen ze er nog iets aan doen? De door allen verachte nouveau riche Schicchi (Massimo Cavaletti) moet iets frauduleus op touw zetten en hij doet dat meer dan voortreffelijk. Zodat aan het eind iedereen, behalve hijzelf, opnieuw woedend is.

De beroemde aria O mia babbino caro wordt weergaloos gezongen door Mariangela Sicilia, die het verliefde meisje Lauretta vertolkt. Lieve pappie, verzin een list, zingt ze, we hebben geld nodig! Maar Puccini kon veel meer dan schlagers schrijven. Ook hier zijn de eerste aanzetten van moderniteit doorgedrongen in het idioom van het Italiaanse verismo. Onverwachte tempowisselingen en geraffineerde groepsscènes waarin ieder personage een eigen partij krijgt. Marc Albrecht leidt het orkest superieur; zonder effectbejag of vertragingen trekt hij de venijnige komedie in één lange adem naar het dubbelzinnige slot. Waarin de wanden van grootvaders sterfkamer opstijgen en de witte rechthoek achterblijft.

Theater / Voorstelling

Geslaagde vormoefening van Hotel Modern

recensie: Hotel Modern - Banaan en Oestermes

In Banaan en Oestermes blijven de camerá’s weg. De essentie van Hotel Moderns dramaturgie wordt echter des te duidelijker.

Kinderspel

Trouwe bezoekers van Hotel Modern weten ongeveer wat ze van het gezelschap kunnen verwachten. Met een camera, geluidseffecten en talloze objecten maken de acteurs illusies die op een projectiescherm tot leven komen. Met die vorm hebben ze inmiddels een rijk oeuvre opgebouwd, variërend van het hilarische Garnalenverhalen tot Kamp, een gruwelijk portret van het leven in een concentratiekamp. In Banaan en Oestermes is echter geen camera te bekennen. Hotel Modern stapt af van hun formule, en experimenteert met objectentheater dat zich enkel en alleen op de vloer afspeelt.

De setting van Banaan en Oestermes oogt eenvoudig. We zien zes blokken met objecten. De acteurs beginnen een spel, door een voor een objecten te plaatsen en met elkaar te combineren. Als schakers overdenken de acteurs hun volgende zet. Een zo hoog mogelijke combinatie van een paar objecten lijkt het doel te zijn. Ik bemerk aan mezelf dat ik de objecten ga zien zoals ik ze als kind kon zien: niet als simpele gebruiksvoorwerpen, maar als dingen waar je van alles en nog wat mee kan maken. Na een aantal zetten is het kunstwerk klaar. De spelers kijken ernaar, applaudisseren, en beginnen met nieuwe combinaties. Zo wordt dit tafereel een commentaar op kunst: over de absurditeit die het kan hebben, de zelfbevlekking van de kunstscene, maar ook over de vergankelijkheid van kunst. Even is het te zien, daarna is het verdwenen.

Leven in levenloze dingen

Vervolgens wordt de opstelling met de objecten losgelaten, en ontstaat er meer vrijheid om beelden met de objecten te maken. Hier krijgt Hotel Modern ons weer zo ver om ons dingen voor te stellen die er niet zijn. Een bloemkool wordt een stel hersenen als het in een schedel wordt gepropt, een pot pindakaas lijkt niet zo lekker meer als er een toiletborstel in wordt gedipt. Als de acteurs opgezette dieren doorprikken, is er een korte schrikreactie te horen. We weten dat het niet echt is, maar trappen er toch in. Uiteindelijk verschuift de focus op de acteurs zelf, en hun pogingen om zichzelf tot objecten te transformeren. Het levert mooie beelden op – met name Arlène Hoornweg en Pauline Kalker die in hun kostuums lijken te verdwijnen – maar het wordt nergens zo interessant als de suggestie van leven in levenloze dingen. Door te kiezen voor een meer fundamentele vorm in deze performance blijkt dat toch – samen met de humor en verwondering die het oplevert – de grote kracht van het gezelschap.

Hotel Modern had gemakkelijk kunnen vertrouwen op hun succesformule. Ze zijn de enigen in Nederland die op deze manier theater maken, en trekken een publiek aan dat goed bekend is met hun eerdere werk. De keuze om nu niet te voldoen aan verwachtingen en een andere weg in te slaan, getuigt van groot lef. Banaan en Oestermes is een vormoefening die veel ervaren gezelschappen niet meer nodig achten of aandurven. Alleen al daarom is deze performance de moeite waard.

Theater / Voorstelling

Individualistisch, geestig en prachtig gedanst

recensie: Nederlands Dans Theater 2 – Schubert

De voorstelling heet Schubert, maar de choreografen van het Nederlands Dans Theater nemen dat begrip ruim. De enige die alleen muziek van Franz Schubert gebruikt is Johan Inger in het tweede stuk. Marco Goecke en Alexander Ekman laten hun dansers ook bewegen op muziek van Placebo, Schnittke, Haydn en Beethoven. De prachtige jonge dansers van het Nederlands Dans Theater 2 doen de rest. Schubert is magnifiek.

De avond begint met Wir sagen uns Dunkles van Marco Goecke. We zien een intense solo die een voorbereiding lijkt op een avond clubben. Dan wordt het toneel donkerder en bewegen de dansers zich op een andere, bijna dierlijke, manier. Er wordt veel getrippeld en snel met korte, stotende bewegingen gedanst. Het doet denken aan beelden uit de tijd van de stomme film of aan watervogels die zich gereed maken om weg te vliegen. Het toneellicht verandert steeds en de dans zet aan tot fantasieën. Zijn de dansers hun eigen lichamen aan het ontdekken zoals kinderen? Of zijn ze bang en opgewonden elkaar te ontmoeten en daarom zo trillerig en schichtig? Ze lijken constant ontdekkingen te doen, gebruiken hun stem, hijgen en lachen soms. De laatste solo is rustiger, heeft langere bewegingen en aan het einde laat de danser een kreet van verrukking horen. Geweldig!

Battle

In het tweede stuk One on One van Johan Inger zien we drie paren en een pianist. Ook hier is de dans onconventioneel en meestal niet synchroon, al zijn de bewegingen langer en gestrekter dan bij Goecke. Maar er wordt niet echt samen gedanst. Het eerste paar lijkt bijna te battlen zoals in de hiphop. De andere twee paren zoeken voorzichtig toenadering tot elkaar, maar verschuilen zich dan weer in eigen bewegingen: gekromde rug, gekromde benen, een draai die maar niet eindigt. In het programma staat dat Schubert niet in staat leek een romantische relatie aan te gaan, al verlangde hij daar hevig naar. Inger heeft dat gegeven prachtig vertaald. Zelfs als de zes dansers gedurende enige tijd samen dansen is er steeds één die niet meedoet. Aan het einde laat een eenzame danseres zich op de vloer zakken. Ze maakt langzame bewegingen met armen en benen, alsof ze zich nog steeds zwak verweert maar langzamerhand bereid lijkt tot overgave.

What does that mean?

Het derde en laatste stuk is Cacti van Alexander Ekman. De sfeer is anders dan bij de eerdere stukken. Er klinkt een stem die hoogdravende dingen zegt over dans als kunstvorm. Overheerste eerst onconventionaliteit en individualiteit, nu zien de zestien dansers er allemaal hetzelfde uit en bewegen ze synchroon. Aanvankelijk hebben ze allemaal een grote vierkante tegel als hun enige bewegingsruimte, later mogen ze daar vanaf. Een strijkkwartet beweegt zich tussen hen in en trekt de aandacht omdat de dans in vergelijking met de eerdere stukken minder karaktervol is en daardoor ook minder boeiend. Maar dat verandert, de dansers nemen houdingen aan die doen denken aan het werk van Keith Haring, er zijn grappen met het decor en de muziek gaat door terwijl de dansers denken dat het is afgelopen. De stem die we eerder hoorden komt terug en praat weer diepzinnig over wat we hebben gezien en hoe iedereen zich afvraagt ‘but what does that mean?’ en hoe het wachten is op de recensies die dat uit de doeken zullen doen. Het is herkenbare taal uit de kunstwereld en ongelooflijk geestig. Dan volgt een prachtig droogkomisch slot waaruit blijkt dat al dat moeilijke gedoe grote onzin is. Cacti is een schitterende finale van een uiterst geslaagde dansavond.

NewFallFestival_2017
Muziek / Achtergrond
special: Vooraankondiging New Fall Festival Düsseldorf 2017
NewFallFestival_2017

Aankomend weekend: New Fall Festival Düsseldorf- de zevende editie

Voor de zevende keer zal op 16 november a.s. het speciale New Fall Festival weer van start gaan. Voor de tweede keer zal het festival tegelijkertijd ook plaatsvinden in Stuttgart. Het festival kenmerkt zich opnieuw door topconcerten op toplocaties, waar de muziekliefhebber echt kan genieten.

In Düsseldorf zijn de mooiste locaties weer de trekpleister voor de muziekliefhebber die echt van de klinkende muziek willen genieten. Alle aandacht is voor de locatie en de vorming van het geluid waar de luisteraar zittend kan genieten van de muziek. Het publiek is stil als de artiesten zich laten horen. Het geluid zal daarom net als eerdere edities weer van hoge standaard zijn.

Meesterlijke line-up

De line-up van New Fall Festival is weer om te watertanden. Het rijtje namen bevat gevestigde namen, maar ook opkomend talent, dat in de gaten gehouden moet worden. De volgende artiesten zullen van zich laten horen: Glen Hansard, Kensington, Anna Ternheim, Destroyer, Sophia, Julien Baker, Little Dragon, Alice Merton, Megaloh & Rhein Brass, Mogli, Die Höchste Eisenbahn, Gurr, Isolation Berlin, Thurston Moore Group, Michael Kiwanuka, Tom Odell, Austra, tUnE-yArDs, Fil Bo Riva, Sudan Archives, Alice Phoebe Lou, Amadou & Mariam, Love A, Lasse Matthiessen, Woman, Love Machine, Xul Zolar en Suzan Köcher. Zelfs al zou je je uiterste best doen, het is onmogelijk om iedere artiest te zien en te horen. De bezoeker zal voor iedere avond slechts één concert en bij uitzondering twee concerten kunnen bezoeken. Soms liggen de locaties ook nog stevig uit elkaar. Het festival gaat er vanuit dat één hoofdschotel per dag de liefhebber voldoende muzikaal zal voeden.

8WEEKLY kiest voor Glen Hansard, Michael Kiwanuka en Tom Odell. Of wordt het toch Destroyer, Anna Ternheim, Amadou & Mariam? Kiezen blijft moeilijk. Misschien lukt ook nog om een enkele nachtelijke show mee te pakken van wat minder bekende acts.

Wintermuziekseizoen Noord-Holland 2017
Muziek / Achtergrond
special: Regio Noord-Holland: Wintermuziekseizoen 2017
Wintermuziekseizoen Noord-Holland 2017

Muziekmedicijn voor de koude wintermaanden

Nu de dagen weer korter worden en de eerste strooiwagens weer de weg op zijn geweest, zijn ook de herinneringen aan de zweterige dagen en nachten op Lowlands alweer vervlogen. Gelukkig hoeven we het in de koude herfst- en wintermaanden niet zonder livemuziek te doen. Integendeel; alleen al in Noord-Holland zijn een heleboel toffe acts te bewonderen deze laatste weken van 2017.

Te beginnen in de hoofdstad van Noord-Holland. Het Patronaat te Haarlem heeft een uitgebreide programmering waar vooral veel gevestigde namen van eigen bodem binnenkort te bewonderen zijn. Zo speelt op 24 november het Amsterdamse Moss in het poppodium, brengt de van De Beste Singer-Songwriter bekende Michael Prins op 30 november zijn gevoelige liedjes ten gehore en komt folkduo Tangarine een dag later hetzelfde doen. Respectievelijk 8 en 9 december doen Sue The Night en Spinvis de stad aan. Op zaterdag 16 december zal Mister and Mississippi nummers komen spelen van hun nieuwe album.

Eveneens in Haarlem staan de Stadsschouwburg en de Philharmonie, met een gezamenlijk programma. Bij deze locaties is naast theatershows van bekende artiesten meer ruimte voor klassieke muziek, bijvoorbeeld in de vorm van gitaarmuziek van het European Guitar Quartet op 19 november, Beethovens cellosonates door Nicolas Altstaedt & Alexander Lonquich op 3 december, of het Nederlands Philharmonisch Orkest dat op 16 december de zaal vast in kerstsfeer brengt met een feestconcert. Theatershows zijn er onder andere van Blaudzun (17 november) en Ellen ten Damme (29 november).

Verder naar het noorden vinden we Podium de Victorie in Alkmaar, met een programmering die ook zeer de moeite waard is. Enkele highlights zijn bijvoorbeeld Kim Wilde (17 november) die bijna veertig jaar na Kids in America weer op tour is. Daarnaast Nederlands talent: Lucas Hamming heeft net zijn tweede album met rocksongs uit en zal op 18 november een stevig optreden neer zetten. Nog meer Nederlandse (indie)rock op 23 december, met de ambitieuze jongemannen van Orange Skyline, die eerder al schopten tot voorprogramma van Kensington in de Ziggodome.

Verder presenteert De Duycker in Hoofddorp Nederlandstalige reggae met Kenny B op 25 november, hardcore hiphop met Dope D.O.D. op 1 december of prog met Thurisaz op 9 december, alles is er te vinden. In De Vorstin te Hilversum is ook een breed scala aan optredens te zien, met bijvoorbeeld bluesrock uit New York door Popa Chubby op 10 november, indiepop van Celine Cairo op 30 november en hiphopformatie Broederliefde op 15 december.

Net geen Noord-Holland, maar zeker de moeite: Gebr. De Nobel in Leiden biedt ook genoeg moois en is daarnaast goed bereikbaar. Zo komt De Kift hier op 7 december nummers van hun nieuwe plaat spelen. Op 21 december wordt het dansen geblazen met New Cool Collective. En aan al het moois komt een eind, zo ook aan de carrière van Bong-Ra, die hier op 22 december zijn afscheidsshow draait.

Het moge duidelijk zijn dat het concertseizoen op volle sterkte bezig is, en dan is dit is nog maar een heel klein deel van de totale programmering. Genoeg muziek dus om ons door de kou heen te slepen!

Theater / Voorstelling

Weergaloos mooi en uiterst relevant

recensie: Het Nationale Theater - The Nation

Tijdens het Holland Festival 2017 gebeurde er iets ongelooflijk spannends: de eerste drie delen van een toneelmarathon, geschreven en bij Het Nationale Theater geregisseerd door Eric de Vroedt, werden vertoond. The Nation sloeg in als een bom en was een groot succes. Nu komt het vervolg, we gaan de hele marathon bestaande uit zes delen zien! De verwachtingen zijn hoog gespannen. Worden ze waargemaakt? Nee, niet helemaal. Toch is deze toneelmarathon weergaloos mooi en in veel opzichten het belangrijkste wat er op dit moment in Nederland op theatergebied te zien is.

Afgelopen zomer hadden de eerste drie delen zo’n impact (zie de special over het Holland Festival) dat ik me erop verheug ze weer te kunnen zien. Omdat de inhoud al bekend is, is de eerste verrassing weg en is er meer ruimte voor kritiek en vergelijken. Er zijn een paar veranderingen in de cast, het eerste deel is wat trager, het tweede juist nog beter dan het al was en het derde roept de vraag op waarom alles hier steeds vanuit hetzelfde perspectief wordt getoond.

 

Verdwenen

Het elfjarige jongetje Ismaël is verdwenen. Nadat hij is opgepakt door een hardhandige politieagent uit de Haagse Schilderswijk is hij niet meer gezien. Heeft die agent iets met zijn verdwijning te maken? Dat wordt in het algemeen, vooral op de sociale media, aangenomen.

Allerlei soorten mensen uit de huidige Nederlandse maatschappij zijn vertegenwoordigd in The Nation.  We zien immigranten die zich hier tweederangs burgers voelen en hun thuisland missen. Er is een salafist die als knuffelmoslim wordt gezien. Gutmenschen voelen zich niet begrepen en een afvallige moslima probeert zich met veel moeite vrij te maken. Diep gefrustreerde politieagenten worden al dan niet terecht gekenmerkt als racist. Een rijke projectontwikkelaar maakt van alle onrust gebruik om nog machtiger te worden. Een politiecommandant probeert tegen eigen principes in wanhopig de vrede in zijn wijk te bewaren en wordt daarbij van alle kanten tegengewerkt, niet in het minst door zijn directe meerdere. Iedereen is overtuigd van het eigen gelijk en het ongelijk van de ander.

Qua vorm en tekst zijn met name de eerste twee delen (het politiebureau en de flitsende talkshow) het meest inventief en geestig. De Vroedt is fantastisch in het bedenken van foute grappen. Dat is een zegen want wat hij laat zien aan gefrustreerde wanhopige mensen die niet weten waar ze het zoeken moeten, is zo herkenbaar dat je als publiek gek zou worden zonder de humor die hij er in stopt.

De bedoeling is om van The Nation een voorstelling te maken die lijkt op een spannende Netflixserie. Daarnaast heeft elke aflevering een ander format, bijvoorbeeld politieserie, talkshow, soap of documentaire.

 

Mensen

Het vierde deel van de serie is een verslag van een politieke enquête in de Tweede Kamer en de gevolgen daarvan voor een bepaalde fractie. Het is een uitstekend geschreven en gespeelde aflevering, maar als onderdeel van deze marathon werkt het minder. We zien politici die weliswaar ooit idealen hadden, maar nu toch vooral bezig zijn met politiek en ander eigenbelang. Er is een trieste en tegelijkertijd hilarische ontmaskering, die volkomen in deze tijd past, maar de lichtheid die de meeste andere delen kenmerkt ontbreekt.

Het vijfde deel is een fijn acteergevecht tussen Hein van der Heijden als glibberige politicus en Mark Rietman als de projectontwikkelaar, die zich hier een stuk gevoeliger en minder zelfverzekerd toont. Boeiend en prachtig gespeeld en in een verrassende hedendaagse vorm gezet, maar met een einde dat enigszins uit de lucht komt vallen en meer Netflix is dan The Nation.

Het laatste en zesde deel begint aarzelend maar eindigt buitengewoon ontroerend. Ieder van ons is met het leven aan het worstelen en of je nou een geïmmigreerde moslim bent of een autochtone Nederlander, links of rechts, extreem of gematigd, het maakt niet uit. We zijn allemaal mensen. Dit klinkt zoet en obligaat maar dat De Vroedt die oprechte conclusie mogelijk maakt met een dergelijk verhaal waarin alles tot op het laatst spannend blijft is briljant.

Wat heerlijk dat een toneelvoorstelling zoveel geestiger, relevanter, boeiender, spannender en ontroerender kan zijn dan welke Netflix serie dan ook.

Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Boeken / Fictie

Dement naar Mekka

recensie: Kader Abdolah - Het Gordijn
Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Als Kader Abdolah zijn moeder al vijftien jaar niet meer heeft gezien, krijgt hij een telefoontje van zijn zus uit Iran: hun moeder dementeert. Het is tijd voor een weerzien. Bij de ontmoeting is Abdolah schaamtevol gefascineerd door haar fictieve werkelijkheid. Hij móét erover schrijven – het resultaat is een intieme en soms pijnlijke vertelling.

Abdolah heeft al vaker zijn familiegeschiedenis in romanvorm gegoten. Zo schreef hij onder andere in Spijkerschrift over zijn doofstomme vader, zijn afstandelijke moeder, zijn geëxecuteerde neef en zijn zus in gevangenschap. In Het Gordijn gaat hij dieper in op de relatie met zijn moeder en zus, die hij na vijftien en dertig jaar weer ontmoet.

Voor de dementerende moeder is de reis naar Amsterdam te zwaar en als politieke vluchteling kan Kader Abdolah niet terugkeren naar Iran. Daarom vindt het weerzien plaats in een hotel in de ‘cultuurloze zandbak’ Dubai. Met zijn vrouw vliegt Abdolah naar het emiraat, terwijl een reisbureau de reis van zijn moeder en zus volledig verzorgt.

Zweven in lagen

Moeder Abdolah leeft door haar dementie in verschillende werelden. Soms heeft ze door dat ze in de suite van het hotel in Dubai is, op andere momenten waant ze zich in het huis van haar zoon in Amsterdam, waar ze hem voor het laatst zag. Tegelijkertijd meent ze ook nog eens dat ze eindelijk op bedevaart is naar het heilige Mekka.

Voor Abdolah wordt het een reis met drie lagen van verzinsels. Hij besluit Dubai als een verzonnen stad te zien, om zich niet te storen aan de cultuurloosheid; hij heeft te maken met zijn moeder, die zweeft tussen de realiteit en haar hersenschimmen; en in zijn hoofd ontwikkelt zich een novelle over de ontmoeting, omdat schrijven helpt.

Vragen in schrift

Die novelle bestaat uit meer dan dertig hoofdstukjes van elk ongeveer vijf pagina’s. Abdolah beschrijft het verblijf in Dubai chronologisch en maakt zo nu en dan een uitstapje om de lezer van context te voorzien – bijvoorbeeld over de relatie tussen Iraniërs en Arabieren of over de handlangers van de Iraanse geheime dienst.

Vele herinneringen en oude verhalen komen bovendrijven en allerlei handelingen en gesprekken in het nu worden beschreven. Ook geeft Abdolah de vragen bloot die hij aan zijn moeder en zus niet durft te stellen – die kan hij enkel toevertrouwen aan het papier. Dat alles resulteert in een hoogstpersoonlijk en hartverscheurend familieverhaal.

Het Gordijn is een afscheid van een moeder. Het is ook een interessante en niet al te zwaarmoedige verkenning van het verschijnsel dementie. De auteur vermijdt de verschrikking en benadert het als een mysterieuze werkelijkheid in de laatste levensfase. Zoals Abdolah het zelf zegt: ‘je komt uit de aarde en keert terug naar de aarde’.

 

Kunst / Achtergrond
special: NIEUWE MEESTERS – OUTSIDER ART MUSEUM IN HERMITAGE AMSTERDAM

Kunst die het normale ontstijgt

Kunst gemaakt door mensen die buiten het normale circuit van kunstenaars en musea vallen. Outsiders, dus. De tentoonstelling Nieuwe Meesters van het Outsider Art Museum in de Hermitage Amsterdam toont ruim 70 van zulke werken die ondanks of misschien wel dankzij de verstandelijke beperking of psychiatrische achtergrond van de maker, van bijzondere kwaliteit zijn en met recht een eigen plek hebben veroverd in de kunstwereld.

Sander Troelstra: portret van Ben Augustus

Mensen zoals ze zijn

Aan de muren hangt van elk van de 30 outsider-kunstenaars een grote zwart-witte portretfoto, geschoten door fotograaf Sander Troelstra. Troelstra won in 2015 de Nationale Portretprijs met een foto van succesvol beeldend kunstenaar Ben Augustus. Ben heeft het syndroom van Down. Troelstra heeft een bijzondere interesse in het onalledaagse en wil mensen laten zien ‘zoals ze zijn, ongepolijst. Gewoon als mens dus. Ook al zijn ze anders’. In de tentoonstelling worden naast fotoportretten van de kunstenaars ook videobeelden afgespeeld waarin te zien is hoe Troelstra de outsider-kunstenaars laat poseren en ze vastlegt met zijn camera. De kwetsbaarheid van deze mensen komt hierin goed naar voren en ontroert.

Uiting aan obsessies

In Nieuwe Meesters zijn zeer uiteenlopende werken te zien, die allemaal één ding gemeen hebben: ze geven uiting aan een obsessie van de maker. Elke maker heeft zijn of haar eigen specifieke en vaak eigenaardige belevingswereld die voor buitenstaanders lastig te doorgronden is. Deze mensen vinden ieder om verschillende reden moeilijk aansluiting bij de maatschappij, en veelal is het maken van kunst voor hen een noodzakelijk middel om zich tot die buitenwereld te verhouden en uiting te geven aan hun emoties. Het is kunst zonder pretenties, die geheel spontaan tot stand komt. Alleen al die wetenschap maakt de werken bijzonder. Hoewel alle tentoongestelde werken de moeite van het bekijken waard zijn, springen de stukken van een aantal kunstenaars eruit.

Sander Troelstra: portret van Lionel Plak

Lionel Plak

Kunstenaar Lionel Plak is een rijzige, donkere man die prijkt op de tentoonstellingsposter. Hij tekent op minutieuze wijze dienstregelingen van trams, treinen en metro’s met een handschrift zo priegelig dat je als kijker geneigd bent met je neus het doek aan te raken. Hoewel het onderwerp van zijn kunst in eerste instantie simpel lijkt, zorgt de compositie van tekst, lijnen, kleuren en detail in tweede instantie voor een bewonderenswaardig geheel. Plak heeft een autistische stoornis en zijn werk representeert een bepaalde obsessie met controle en macht. Zijn angst voor de buitenwereld beteugelt hij door zich de netwerken en systemen in die buitenwereld eigen te maken en op te tekenen. Hiermee wordt die wereld een stuk minder griezelig. Overigens heeft Plak zelf nog nooit met openbaar vervoer gereisd.

Werk van Ben Augustus

Ben Augustus

Augustus maakt onderdeel uit van Galerie Atelier Herenplaats in Rotterdam, die plek biedt aan diverse getalenteerde kunstenaars met een beperking. Zijn werk is de afgelopen jaren ontdekt door kunstliefhebbers en wordt in de kunstwereld alom geprezen. Zijn werk is al op meerdere exposities en beurzen tentoongesteld. In de Hermitage hangt een lang, wit papier dat vanaf een paar meter hoogte is uitgerold naar beneden en deels op de grond ligt. Het doet denken aan een rol behang. Het papier is compleet gevuld met een stripverhaal, getekend met zwarte stift. De kwaliteit van de tekeningen valt direct op, hoewel het verhaal niet meteen te volgen is. Van Augustus is bekend dat hij een obsessie heeft voor intimiteit. Hij is hierin niet uniek. Onderzoek door de Universiteit van Twente wees uit dat seks een belangrijk onderwerp is voor mensen met een verstandelijke beperking. Augustus kreeg op een bepaald moment in zijn leven een pornoblad in handen, waarna het onderwerp seks hem niet meer losliet. Intimiteit maakt dan ook vaak onderdeel uit van zijn kunst.

Werk van Coen Ringeling

Coen Ringeling

Het tentoongestelde werk van Coen Ringeling bevat onder andere een bijzonder drieluik waarop hij in kleurpotlood een fantasiewereld laat zien met sierlijke, kleurrijke tekeningen van werelden en oceanen waarin fantastische wezens leven. Ringelings idool is M.C. Escher, zijn tekeningen bevatten dan ook hier en daar optische grapjes. Zijn inspiratie haalt hij voornamelijk uit de verschillende levels van computerspellen die hij van jongs af aan speelt. Fantasie is een thema dat bij veel outsider-kunstenaars terugkomt, iets wat niet erg verwonderlijk is gezien hun unieke brein dat garant staat voor een gigantische verbeelding. Ringelings tentoongestelde werk is van hoge kwaliteit en straalt frivoliteit uit. De tekeningen zouden uitstekend passen in kinderboeken van niveau. Ringeling werkt net als Augustus vijf dagen per week in Galerie Atelier Herenplaats.

Werk van Lionel Plak

Belangstelling voor Outsider Art – iets nieuws?

Is de belangstelling voor kunst gemaakt door wat lang geleden ‘art of the insane’ werd genoemd iets nieuws? Nee, volstrekt niet. Al in 1907 publiceerde Franse psychiater Marcel Rajé een boek genaamd L’art chez les Fous. Rajé was zeer geïnteresseerd in deze kunst en een gepassioneerd verdediger van controversiële kunstenaars uit zijn tijd zoals Edvard Munch. Terwijl Rajé relatief onbekend is bij het grote publiek, is de Heidelbergse psychiater Hans Prinzhorn dat niet. Hij schreef het bekende Bildnerei der Geisteskranken (1922) en markeerde een turning point in de waardering van kunst gemaakt door geesteszieken. Prinzhorn beschouwde deze kunstwerken als ‘meticuleus getekende zielsverkenningen’. Kunstenaar Jean Dubuffet introduceerde de term art brut, wat letterlijk vertaald ‘ruwe, ongepolijste kunst’ betekent. Het is kunst door ongeletterden of ongeschoolden – autodidacten dus. Dubuffet, die zelf geen beperking had, was zodanig geïnteresseerd in art brut dat hij zich op dit genre stortte. In feite sloeg hij de plank hiermee mis – doelbewuste art brut, is eigenlijk geen art brut.

Inspiratie voor Dalí en Picasso

Na de Eerste Wereldoorlog verlangde men naar zuivere kunst, en art brut sloot daar goed bij aan. Pablo Picasso, surrealisten als Salvador Dalí en CoBrA schilders als Karel Appel waren groot fan van art brut, en lieten zich daardoor zichtbaar inspireren. Onderdeel van de Prinzhorn collectie, een verzameling van de werken van zijn patiënten, is de kunst van een patiënt die veel kubistische figuren tekende. Dat dit van invloed is geweest op de stijl die Picasso ontwikkelde leidt geen twijfel. Kortom, de interesse in outsider art, een term die in de jaren 70 werd bedacht door een Britse kunsthistoricus, is eigenlijk van alle tijden.

Doorbraak van Outsider Art

Lange tijd was men huiverig om deze artiesten een plek in het officiële kunstcircuit toe te kennen. Langzaam maar zeker groeit echter de bereidheid binnen musea, galeries en beurzen om zich open te stellen voor deze kunstwerken die buiten het normale kunstcircuit tot stand komen. Een expositie van een zwaar autistische Japanse kunstenaar op de Biënnale van Venetië betekende een doorbraak voor dit kunstgenre. Inmiddels is er een speciale Outsider Art Biënnale in Wuhan, China.

Kunst die ontstijgt

Inmiddels zou je kunnen bepleiten: outsider art is hot. De oprichting in 2016 van het Outsider Art Museum door museum Het Dolhuys in Haarlem en de samenwerking met de Hermitage Amsterdam levert in Nederland een belangrijke bijdrage aan de belangstelling voor en waardering van de rijkdom aan kunstwerken die achter de schermen vervaardigd worden. De tentoonstelling Nieuwe Meesters is al met al zeer de moeite waard en toont meesterlijke werken van een bijzonder genre: kunst van mensen met ongeziene talenten die, juist door hun beperking, werk maken dat door hun unieke verbeelding en buitengewone creativiteit veel ‘normale’ kunst ontstijgt.

De tentoonstelling Nieuwe Meesters is te zien tot en met 28 mei 2018 in het Outsider Art Museum in de Hermitage Amsterdam.

 

 

Theater / Voorstelling

Fiddler on the Roof bespeelt je hart en zet je aan het denken

recensie: Theateralliantie en Stage Entertainment - Fiddler on the Roof

Hoe komt het dat de nieuwe Fiddler on the Roof nog zoveel zeggingskracht heeft? De musical is immers een halve eeuw oud en gemaakt in een land en cultuur die niet de onze is. Toch voelt de nieuwe versie van de Theateralliantie en Stage Entertainment nergens gedateerd aan. De groep alledaags geklede spelers die we bij aanvang zien maakt een helder statement: dit verhaal gaat ook over ons.

Traditie

Buiten de grenzen dreigt een revolutie, maar daar hebben de bewoners van Anatevka geen boodschap aan. Traditie, daar draait alles om. Vaders, moeders, zoons en dochters: ze weten precies wat hun plek in de gemeenschap is. Melkboer Tevye (Thomas Acda) is belast met het vinden van goede partijen voor zijn dochters Tzeitel (Eva van Gessel), Hodel (Hannah van Vliet) en Chava (Sarah Janneh). Zij hebben echter een andere toekomst voor ogen. Tzeitel verkiest haar jeugdliefde boven een rijke slager, Hodel valt voor een revolutionaire intellectueel en Chava verlaat haar familie voor een christen. Het lied Traditie, eerst nog een trotse ode aan het leven in de stetl, wordt uiteindelijk Tevyes wanhoopskreet. Het keert terug bij elke dochter die met zijn tradities breekt om een eigen leven te kunnen leiden, en onderstreept zijn machteloosheid.

Tragikomisch figuur

Bovendien draagt Tevye de zorg voor de Joodse gemeenschap op zijn schouders. De politie vertelt hem over een geplande pogrom, die uiteindelijk plaatsvindt op Tzeitels bruiloft. Na de verwoesting vraagt hij licht ironisch aan God of dat nou allemaal nodig was. ‘Jullie joden maken overal een grap van’ wordt hem verweten, en inderdaad: met humor wapent hij zich tegen alle ellende. Daarom past Thomas Acda zo goed bij deze rol. De relativering die hem zo makkelijk afgaat maakt van Tevye een tragikomische overlever. Het afscheid van Hodel en de verbanning van Chava zouden zelfs de meest geharde vaders doen breken, maar hier gebeurt het niet. Tevye houdt zich stug staande, waardoor deze scènes nog pijnlijker worden.

Vernieuwing

Fiddler on the Roof opent met een grote tafel waar de gehele cast omheen zit. Spelers van verschillende leeftijden en etniciteiten praten en lachen met elkaar. Ze zijn de fictieve nakomelingen van Anatevka, en benadrukken daarmee dat het verhaal van Tevye en zijn dochters ook een deel is van onze geschiedenis. Daarnaast is het vastklampen aan eigen tradities en de eigen gemeenschap, tegenover het omhelzen van vernieuwing vandaag nog steeds een actueel thema. De kleurblinde casting in deze voorstelling – een verademing in een theaterveld dat nog steeds worstelt met diversiteit – geeft daar een extra dimensie aan. We zien een gesloten gemeenschap uit 1905, gespeeld door een multiculturele cast in 2017. De onhoudbaarheid van een dorp als Anatevka, waar elke generatie een herhaling is van de vorige en elke invloed van buiten wordt geweerd, is al evident.

Pasquier Bormann, Fragmenten van het Mariaretabel uit de kerk van Boussu lez Mons, circa 1520, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Schenking: voormalige collectie Schoufour-Martin / Creditline fotograaf: Erik en Petra Hesmerg, Amsterdam
Kunst / Expo binnenland

Beelden vol empathie

recensie: Gehouwen, gesneden, geschonken. Middeleeuwse beelden uit de collectie Schoufour-Martin
Pasquier Bormann, Fragmenten van het Mariaretabel uit de kerk van Boussu lez Mons, circa 1520, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Schenking: voormalige collectie Schoufour-Martin / Creditline fotograaf: Erik en Petra Hesmerg, Amsterdam

Een grote zaal, met zo’n honderd voornamelijk eikenhouten, laatmiddeleeuwse beelden afkomstig van retabels of altaarstukken. De meeste staan niet achter glas. Een walhalla voor de liefhebber omdat je zo optimaal de details kunt zien als je likkebaardend dicht om die werken van uitzonderlijke klasse loopt. Museum Boijmans Van Beuningen weet met de tentoonstelling Gehouwen, gesneden, geschonken – Middeleeuwse beelden uit de collectie Schoufour-Martin de emotie uit te lichten.

De beelden zijn allemaal afkomstig uit de verzameling van het echtpaar Schoufour-Martin. Hij, een havenbaron, overleed in 2014, zij was al eerder gestorven. Hun verzameling schonken ze aan Museum Boijmans Van Beuningen dat zo in één klap de collectie heiligenbeeldjes verdubbeld zag.

Schoufour Boijmans

Anoniem, Joris en de draak, circa 1490, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Schenking: voormalige collectie Schoufour-Martin / Foto: Erik en Petra Hesmerg, Amsterdam

Het begin

Het begon met een Duits beeldje van de Heilige Martinus op paard uit ca. 1600, dat Schoufours vrouw hem in 1977 cadeau deed, omdat hij zo van hout en van paarden hield. Het staat aan het begin van de tentoonstelling. Met Joris en de draak of de Heilige Hubertus of Eustachius (Frankrijk, ca. 1535), op het eind van de expositie, moet iets soortgelijks aan de hand zijn: de man op het paard trok de aandacht.
Het had voor Jacques Schoufour allemaal niets met geloof te maken. Zeker: je kunt ook van de beeldjes genieten zonder kennis hiervan, maar dan zal de betekenis van de mand met druiven in de handen van Jozef op het beeldje van Pasquier Bormann (ca. 1520) je wellicht ontgaan. Iets meer zaaltekst zou dit kunnen verhelpen.

Emoties

Misschien spraken de uitgebeelde emoties – die de verhalen van de heiligen overstijgen – het echtpaar aan, naast de hoge kwaliteit van de kunstwerkjes.
Zo toont De ontmoeting van Joachim en Anna (Antwerpen etc.) een aandoenlijk tafereeltje van beide echtelieden; de vader en moeder van Maria. Joachim wordt volgens de iconologische traditie afgebeeld als een welvarende herder uit Jeruzalem, met de Gouden Poort van Jeruzalem op de achtergrond. Hij is een wat oudere man met een baard, in een lange mantel, met beenkleding en een turban op zijn hoofd. Hij omhelst Anna, nadat ze hebben gehoord dat ze op hoge leeftijd toch nog een kind krijgen. De emotie is zichtbaar en nog steeds ontroerend.

Schoufour Boijmans

Meester van de Passiediptieken, Diptiek met de Passie van Christus, circa 1370 – 1390, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Schenking: voormalige collectie Schoufour-Martin / Foto: Erik en Petra Hesmerg, Amsterdam

Op het rechter paneeltje van het ivoren tweeluikje van de Meester van de Passiediptieken – ditmaal wel achter glas – zien we in de hoek rechtsonder Maria die haar hoofd neigt naar Jezus aan het kruis, en omgekeerd. De knieën van Jezus vallen in de uitgespaarde hoek van haar opgeheven arm en heupen. Door die zichtruimte ontstaat een empathische beweging die des te meer opvalt en de toeschouwer ook nu nog raakt.
Ook het emaille uit Limoges, een uitzondering op het hout in de tentoonstelling, dat Schoufour kocht na de dood van zijn vrouw, ontroert.

Het eind

Aan het eind van de tentoonstelling wordt erop gewezen, dat na de reformatie het gebruik van beelden in de kerk verdwijnt. Alleen al daarom is het een opmerkelijke tentoonstelling, in het jaar waarin ook de reformatie uitbundig wordt ‘gevierd.’
De beelden zijn niet allemaal ongeschonden uit de strijd gekomen. Zo is er het verhaal dat zes beeldengroepjes, afkomstig van een Maria-retabel in de Sint Goriskerk in het Belgische Boussu-lez-Mons, in de Eerste Wereldoorlog zijn gestolen of door de kapelaan verkocht. Het altaar staat er nu verweesd bij. Wij mogen vooralsnog, voordat een eventuele teruggave plaatsvindt, van de beeldjes genieten.