Muziek / Album

Paniek in de muziekbranche

recensie: The Sheer - The Keyword is Exitement

Dat de muziekbranche er wel eens beter heeft voorgestaan weet iedere muziekliefhebber zo langzamerhand wel. Acts als Ilse de Lange en Krezip werden nog niet zo heel erg lang geleden zonder pardon door hun platenmaatschappij op straat gezet en van alle kanten kreeg de consument te horen dat het downloaden van muziek via internet debet was aan de tegenvallende cd-verkoop. Sommige ‘artiesten’ durfden zelfs het woord diefstal in de mond te nemen. Belachelijk! Het wordt tijd dat de muziekbranche de hand eens in eigen boezem steekt. Door middel van het downloaden van mp3’s zag de consument eindelijk kans een statement te maken ten opzichte van de extreem hoge cd-prijzen. Het heft in eigen hand nemen heet zoiets.

Dat muzikaal talent echter altijd boven komt drijven en kan rekenen op steun, staat als een paal boven water. Zie het Haarlemse viertal The Sheer, dat naast zanger/gitarist/componist Bart van Liemt bestaat uit Jasper Geluk (toetsen/zang), Jorn van der Putte (basgitaar/zang) en Gertjan Zegel (drums). De voorliefde voor bands als The Beatles, The Small Faces, The Kinks en vertegenwoordigers van de Britpop-invasie zoals Oasis, Blur, Supergrass en The Stereophonics is duidelijk hoorbaar. Vooral die laatste band lijkt, gezien de rauwe zang, een inspiratiebron. Gelukkig blijft de vervelende zeurderige toon achterwege. The Sheer heeft dan ook weinig reden tot zeuren. Na in thuisstad Haarlem te zijn uitgegroeid tot lokale helden, beleefde de band in het seizoen 2001/2002 een doorbraak op de Nederlandse podia. Het viertal wordt opgepikt door Radio 3FM, waar het de finale van de Popslag bereikt, krijgt een uitnodiging voor popseminar Noorderslag, wint in het voorjaar van 2002 een Essent Award en speelt zich in augustus van dat jaar in de kijker op popfestival Lowlands. Waarom hebben we dan eigenlijk zo lang moeten wachten op het debuutalbum? Simpel: omdat de band het op dat moment nog te vroeg vindt voor een platencontract. Het kenmerkt de eigenzinnigheid van de vier jonge knapen.

Heerlijke zomer

Nu is er dan eindelijk het 13 nummers tellende debuutalbum dat werd geproduceerd door de internationaal bekende Amerikaanse producer Daniel Presley (Faith No More, The Breeders) en is opgenomen in de Varispeed Studio in Zweden. Presley heeft uitstekend werk verricht door de band een typisch Britse sound aan te meten, inclusief tweestemmige zang en toetsen. Maar natuurlijk is het de band zelf die de lekkere catchy pop/rock-nummers heeft aangedragen, met Something to Say, She Knows en You Are Mine als hoogtepunten. Verdorie, wat klinken die nummers aanstekelijk. Al na één keer luisteren krijg je ze met geen mogelijkheid meer uit je hoofd.

Puberaal

Laat je oordeel over de cd alsjeblieft niet beïnvloeden door het puberale cd-hoesje, want daarmee doe je The Sheer absoluut tekort. Deze zomer zal de band onder andere te zien zijn op Pinkpop, en als ik me niet vergis wordt het één van de hoogtepunten. Nou maar hopen dat het weer meewerkt!

Muziek / Achtergrond
special: Drie dozen met twintigste-eeuwse muziek

Veel voor weinig

Temidden van het gekrakeel van de Kagels, Berio’s, Boulezzen en Carters zou je bijna gaan vergeten dat de vorige (ja, de twintigste) eeuw zoveel moois heeft opgeleverd. De steeds fellere concurrentieslag op de klassieke markt heeft Decca en EMI ertoe gebracht om delen van hun catalogus voor heel aantrekkelijke prijzen op de markt te smijten en voor de verandering worden daarbij ook eens minder uitgemolken delen van het repertoire aangeboden.

~

Arthur Honegger (1892-1955), een Franstalige Zwitser, begon weliswaar als deel van Les Six, een clubje (van, jawel, zes) componisten rond Erik Satie (bekend van radio, tv en Reinbert de Leeuw), maar hij bleek toch al snel wat te eigengereid om andermans ideetjes te volgen, trok zich terug in Zwitserland en deed sindsdien vooral zijn eigen ding. Honeggers (uitspreken ‘Onn-è-gèr om verwarring met die Oostduitse bril te voorkomen) claim to fame is vooral het symfonische gedicht Pacific 231 (1924), waarin hij probeert het beeld van een stoomlocomotief (2-3-1 slaat op de wielencombinatie) in muziek samen te vatten.

Binnen deze set schijnen Plasson en de zijnen zich echter voor Pacific het minst geïnteresseerd te hebben – die heb ik elders (bijvoorbeeld bij Dutoit op Erato) wel manischer gehoord. De symfonieën worden echter voorbeeldig gespeeld, vooral de energieke eerste en de nogal donkere vijfde (geschreven nadat Honegger door een zware hartaanval werd geveld), met gevoel voor Honeggers heel eigen muzikale taal, die nog het meest doet denken aan die van Bartók. De opnamen, allemaal uit de late jaren zeventig, zijn helder en ruimtelijk. En tja, voor tien euro…

Wunderkind

~

Paul Hindemith (1895-1963) was zeker niet minder eigenwijs dan Honegger. Hindemith begon het leven als wonderkind, beheerste vrijwel elk instrument (en anders leerde nam hij een weekje vrijaf om het te leren). Zijn muziek schurkt tegen het atonale aan, zonder dat overigens ooit te worden. Maar het klonk de nazi’s in de jaren dertig bizar genoeg in de oren om het tot Entartete Musik te veroordelen en daarmee Hindemith tot een bestaan in de VS. Hindemith was ook musicoloog en dat hoor je goed terug in zijn muziek: alles zit vol met citaatjes, variaties en stijlvormen uit andere perioden, vooral de barok: Hindemith heeft meer met Bach dan met Schoenberg. Daarbij schreef hij ook veel voor altviool, van oudsher een nogal genegeerd instrument.

Van bekend naar obscuur

Deze doos bevat zeker niet alle orkeststukken van Hindemith, maar wel een heel interessante collectie. Van CD’s 1 tot en met 3 word je van Hindemiths ‘hits’ (de Symfonische Metamorfoses en de Mathis der Maler-symfonie) via het altvioolconcert Der Schwanendreher geleid naar wat minder gehoord werk, zoals de erg mooie Symphonia Serena (typisch genoeg met een citaat uit Beethoven). Het Gewandthausorkest was het beste gezelschap van de DDR en Herbert Blomstedt één van de bekendste dirigenten en geen van beide stellen ze teleur. Daarbij is het interessant dat de eerste cd nog in DDR-tijd werd opgenomen en de laatste twee in de jaren na de Duitse eenwording. Dat betekent ook dat die oudste opname, hoewel digitaal, merkbaar ‘wolliger’ is dan de nieuwere. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat dit wel de beste opname van het altvioolconcert is dat ik ken. Dat, en de overige werken op de tweede en derde cd, maken dit tot een must-have voor iedereen die in het werk van Hindemith geïnteresseerd is. Mocht je alleen de bekende Symfonische Metamorfosen willen horen, dan zijn er betere alternatieven voorhanden, vooral in opnamekwaliteit (zie bijv. de Naxos-opname met Paul Decker en het Nieuwzeelands Symfonieorkest).

Magisch akkoord

~

Je zou Honegger en Hindemith eigengereid kunnen noemen, maar Aleksandr Scriabin (1872-1915) staat te boek als volslagen geschift. Waar de eerste twee vooral in het midden van de twintigste eeuw actief waren, is Skrjabin nadrukkelijk een kind van de eerste, onstuimige jaren van de eeuw. Hij past wat dat betreft heel goed naast Arnold Schoenberg en Igor Stravinsky, vond ook zijn eigen ‘magisch akkoord’ uit dat voor veel van zijn werk de basis werd. Dat, en een zekere vormvastheid, maakt Scriabins muziek heel herkenbaar.

Grootheidswaan

Dat was ook zijn grootheidswaanszin, overigens. Naar het einde van zijn leven werd alles groter, fantastischer en ontoegankelijker. Dat gold ook voor de muziek, zowel zijn talloze pianostukken als zijn werk voor orkest. Je kunt dat nog het beste horen bij zijn werken voor piano en okest. Het eerste, het pianoconcert uit 1897, is nog in relatief traditionele vorm gegoten. Prometheus uit 1915 daarentegen, zet een fragmentarische pianopartij naast een koor, enorm orkest en lichtorgel (dat bepaalde tonen aan kleuren koppelde). Een paar maande later overleed Skrjabin aan een ontsteking op zijn bovenlip, met achterlating van zijn Mysterium, een stuk dat alle kunsten had moeten verenigen – a la Wagner had hij er een tempel aan de Ganges voor willen bouwen.

Skrjabins muziek is niet echt gemakkelijk te vergelijken met iets anders: het is broeierig, megalomaan, opzwepend, gespannen. Soms zijn momenten van mindere inspiratie merkbaar (vooral in de tweede symfonie), maar spannend blijft het altijd. De praktijk heeft bewezen dat het daarom nogal moeilijk te spelen, nog afgezien van praktische zaken (zoals: waar haal ik drie blazerssecties vandaan?).

Droog

Riccardo Muti’s EMI-set is vaak naar voren gehaald als de ‘definitieve’ Scriabin-set, maar wat mij betreft bouwt Muti er iets teveel theater omheen. Ashkenazy pakt de zaken ‘droger’ aan en dat komt het resultaat alleen maar ten goede. Daar komt bij dat voor de helft van de prijs van de Muti-set Decca er een voortreffelijke versie van het pianoconcert bij heeft gedaan. Skrjabins orkestwerk is eigenlijk ook niet goed te snappen als je dat concert er niet bij betrekt. Van de hier besproken sets is het degene die ik met de minste aarzeling zou aanraden.

Crisis? Welke crisis?

Deze sets brengen relatief minder bekend materiaal voor Naxos-achtige prijzen onder de aandacht. Goede opnamen, prima uitvoeringen, een goede gelegenheid om je muzikale horizon te verbreden. De klassieke platenindustrie is in crisis maar als dit het resultaat is mag die crisis wat mij betreft nog wel even aanhouden.

Arthur Honegger, Pacific 231; Symfonieën 1-5. Orchestre du Capitole de Toulouse o.l.v. Michel Plasson. EMI 7243 5 85516 2 4. 2 CD’s, € 10

Paul Hindemith, Werken voor orkest (en altviool). Geraldine Walter, Altviool. Gewandthausorchester Leipzig o.l.v. Herbert Blomstedt. Decca Trio 475 264-2. 3 CD’s, € 24

Aleksandr Skrjabin, Symfonisch werk / Pianoconcert. Peter Jablonski (piano), Brigitte Balleys (mezzosopraan), Sergei Larin (tenor); Deutsches Symphonie-Orchester Berlin o.l.v. Vladimir Ashkenazy. Decca Trio 473 971-2. 3 CD’s, € 24

Muziek / DVD

Zoeken naar de echte Britney

recensie: Britney Spears - In the Zone

Britney Spears is een knappe vrouw. Daarom is het altijd aangenaam om als recensent ineens een dvd van deze blondine bij je post aan te treffen, zeker als daar de sensuele video van Toxic op staat. En alle vooroordelen van velen ten spijt beschouw ik deze dame toch zeker als een van de beeldbepalende artiesten van de afgelopen jaren. Aan deze twee redenen heb ik voldoende om scherp en fris dit avontuur van anderhalf uur Britney aan te gaan. Laten we zien of ze het succes van haar laatste album In the Zone op deze schijf kan continueren.

~

Britney Jean Spears (1981) is, enkele jaren na Baby One More Time, geen ondeugend schoolmeisje meer: ze weet ook daadwerkelijk wat het woord ‘neuken’ inhoudt. De single Me Against The Music werd direct een hit dankzij de sensuele bijdrage van Madonna. In de video van Toxic is Britney bijna naakt te zien, met als gevolg dat ook deze plaat direct heel erg goed verkocht. Dit recente succes wordt met de dvd In the Zone nog sterker aangezet, al lijkt het me wel wat snel om nu al de vruchten te plukken van haar vergaande seksualisering.

Lauwe special

De dvd is eigenlijk een samenraapsel van items die er rond het nieuwe album op tv verschenen zijn. Zo is er ruimte voor een MTV-optreden en staat er een grote special van de zender ABC op. Deze laatste is een mengsel tussen een optreden en een interview en is op zich niet onaardig om te zien, maar ik had liever gehad dat je de keuze had kunnen maken om enkel de muziek of enkel interviews te zien. Nu ben je eigenlijk een beetje slappe special aan het kijken, regelmatig onderbroken door een live-zingende, maar toch verdacht glad klinkende Britney. Voor elk nummer moet de diva een uitgebreide verkleedsessie ondergaan en daarom komt muzikaal gezien de stemming er niet echt in en blijft de special aan de lauwe kant.

Een eigen wil

~

Een interessanter deel van de dvd is het deel met de erg mooi uitgevoerde video’s van Me Against The Music en Toxic. Ook is het interessant om van beide filmpjes de ‘making of’ te kunnen bekijken. Bij dit onderdeel krijg je echt een beter beeld van de beweegredenen van Spears. Deze dame is namelijk wel degelijk gegroeid van speeltje van haar management tot een dametje met een eigen wil. Dit laatste is overigens ook wel deels te herleiden uit de interviews die verspreid staan over te hele dvd. Als je daar goed tussen de moralistische en voorspelbare regels doorluistert kun je wel een aardig beeld krijgen van de diva. Na dit gezien te hebben, ben ik zeker meer sympathie voor haar gaan koesteren. Het illustreert duidelijk een artiest die steeds meer grip probeert te krijgen op haar eigen carrière en daarmee op haar eigen leven.

Welgevormde navel

De goed vormgegeven dvd is leuk om te zien: anderhalf uur naar een welgevormde navel staren is natuurlijk altijd prettig. Spijtig vind ik wel dat op de dvd nergens duidelijk naar voren komt dat haar album In the Zone echt vol staat met goede muziek. Dit is namelijk wel degelijk een erg goed album. Op de dvd zie je echter alleen een dansende Britney een soort halve live-concerten geven en eigenlijk laten alleen de twee video’s de muziek van Spears in hun waarde. Ook een bonus-cd met vier erg slappe remixen doet eerder afbreuk aan de muziek dan dat het iets toevoegt.

Scheet

De dvd In the Zone is eigenlijk een verzameling van Britney’s promotieoptredens in het najaar van 2003. Een duidelijke filosofie lijkt er niet achter de schijf te zitten. Het dient er vooral toe om de fans de mogelijkheid te geven om elke scheet van hun idool op beeld vastgelegd te hebben. De video’s zijn leuk, maar eigenlijk kan een artiest deze beter na afloop van de carrière op een enkele dvd uitbrengen. Nu staan ze erg op zich en zal ik niet vaak de moeite nemen de dvd ervoor op te zetten. Dit alles overwegende had deze dvd het beste als een bonus bij het album gevoegd kunnen worden. Dan is het duidelijk een soort achtergrondschets bij het album, en meer dan een extra product om de fans weer eens diep in de buidel te laten tasten. Mijn tip is duidelijk: koop gewoon lekker het album en hou het bij de foto’s in de hoes. Zet voor de bewegende beelden gewoon MTV op, ze komt tenslotte vaak genoeg voorbij.

Muziek / Album

Nog even laten rijpen

recensie: Absynthe Minded - Acquired Taste

“Maar denk vooral: Absynthe Minded, een sprankelende nieuwe groep en vioolympisch goud voor 2004.” Dit schreef Tom Barman aan het begin van het jaar in Deng en zo kreeg ik het persbericht van het Belgische label Keremos in mijn mailbox. Keremos (platenmaatschappij met het motto: helping musical talent on its way) bracht eind vorig jaar ook het eerste album van Sioen uit en die band gaat inmiddels best hard. Zal het ook zo hard gaan met Barmans protégees? Absynthe Minded bracht onlangs haar debuut Acquired Taste uit (na de EP History Makes Science Fiction) en draait net als Sioen vooral om één songwriter: Bert Ostyn.

~

Ostyn was degene die vijf jaar geleden in Gent zijn songs begon op te nemen met een 8-sporenrecorder. Hij maakte een aantal demo’s en zocht een band. Nu bestaat Absynthe Minded uit vijf personen die allemaal heel erg aardig kunnen spelen. En dat is een understatement, want na een minuut luisteren begrijp je al wat Barman bedoelt met zijn uitspraak. De zigeunerachtige openingstrack I Am A Fan is het visitekaartje van de band en bevat alles waar Absynthe Minded over gaat: humor, technische hoogstandjes en een aanstekelijke onstuimigheid.

Gas terug

Na twee nummers neemt Absynthe Minded echter iets gas terug om te bewijzen dat de band ook kan uitblinken in dromerige ingetogen liedjes. Eigenlijk moet ik zeggen dat het songwritertalent van Ostyn vooral naar voren komt in de kleine korte puntige liedjes, zoals het springerige Conversation Strike Error en de prachtige popsong It Could Be. Het hoeft niet altijd met veel toeters en bellen gepaard te gaan, en dat blijkt ook wel uit het mooie intermezzo op de piano midden op het album. Het geeft wat rust op deze voornamelijk vrij energieke plaat, die onder andere doet denken aan werk van andere Belgische bands zoals dEUS, DAAU en het voormalige Moondog Jr.

Op weg naar die meesterlijke plaat

Toch ontbreekt het hier en daar nog wel een klein beetje aan spanning, al doet dat Acquired Taste zeker niet de das om. Barman, die zijn oordeel baseerde op de ongetwijfeld overrompelende optredens van de band, is naar mijn mening net iets te voorbarig met het ophemelen van Absynthe Minded. Acquired Taste is een goed debuut, maar laat nog niet de indruk achter die bijvoorbeeld Worst Case Scenario van dEUS indertijd maakte. Het album is, gezien het onmiskenbare talent van deze jongens, ongetwijfeld een goede stap in de richting van een eventuele meesterlijke plaat in de toekomst, maar laten we even wachten met het creëren van een hype om dit gezelschap nog iets te laten rijpen. Ze hebben nog alle tijd van de wereld.

Film / Films

Vederlichte ziel

recensie: 21 Grams

De titel van 21 Grams verwijst naar het gewicht dat een mens zou verliezen op het moment dat de dood intreedt en de ziel het lichaam verlaat. Dit uitgangspunt suggereert dat regisseur Iñárritu (vier jaar geleden in één klap beroemd geworden met Amores perros) een filosofisch georiënteerde film heeft willen maken met bespiegelingen over leven en dood en de diepere vragen des levens. Een gewaagd en pretentieus uitgangspunt, dat hij uiteindelijk niet weet waar te maken met deze film. 21 Grams is namelijk eerst en vooral een film over de gevolgen van een noodlottige gebeurtenis in de levens van drie mensen, bij wie de spiritualiteit hen gedurende de film meer en meer in de steek laat.

~

Sean Penn speelt de rol van Paul, die een relatie in verval onderhoudt. Zijn vriendin heeft een kinderwens maar Paul heeft niet lang meer te leven vanwege een steeds slechter functionerend hart. Benicio del Toro is Jack, een ex-gedetineerde, die zich heeft bekeerd tot God en probeert te leven naar Zijn woord en dit ook tracht over te brengen op zijn vrouw, kinderen en anderen. Naomi Watts heeft de rol van Christina, getrouwd en moeder van twee kinderen en worstelend met een drugsverleden. Aanvankelijk hebben zij niets met elkaar te maken, maar door een tragisch ongeluk worden de levens van Jack, Paul en Christina met elkaar verbonden.

Loodzware ambities

In niet-chronologische volgorde wordt op adembenemende en uiterst serieuze wijze verteld wat hen bindt en hoe zij met elkaar te maken krijgen. Heden, verleden en toekomst worden door elkaar getoond, wat de kijker dwingt zeer geconcentreerd het zich langzaam aandienende drama te ontrafelen. Helaas bevat de film veel te weinig humor, waardoor de loodzware ambities van de regisseur nauwelijks worden gerelativeerd.

~

De kracht van de film bestaat uit de vertelvorm, die aanvankelijk spanningsverhogend werkt. Deze spanningsboog blijft echter niet tot het einde van de film gehandhaafd. Zodra meer en meer bekend wordt wat de hoofdpersonen met elkaar verbindt, valt de subtiel opgebouwde spanning weg. Wat dan overblijft zijn de acteerprestaties van de drie hoofdpersonen die in fraaie dialogen het hele scala aan menselijke emoties tonen en er op voortreffelijke wijze in slagen te laten zien wat lichamelijke aftakeling (Paul), intens verdriet (Christina) en verterende schuldgevoelens (Jack) met een mens kunnen doen.

Vederlicht

Dan blijkt dat 21 Grams vooral gaat over menselijk falen, verlies, wraak, schuld en geweld en zijn de hoogdravende pretenties en de grote vragen des levens al lang uit de hoofden van Jack, Paul en Christina verdwenen. Dan geldt voor hen alleen nog dat zij moeten zien te overleven in een gevecht op leven en dood. Hierbij heeft Iñarritu gemeend zelfs een revolver te moeten opvoeren om de spanning in stand te houden, wat alle spirituele pretenties van de film genadeloos onderuit haalt. Daardoor vervalt 21 Grams in een doorsnee actiefilm, ondanks de serieuze pogingen van Iñarritu om de levensvragen te belichten en ondanks de fascinerende en virtuoze verteltechniek en de sublieme acteerprestaties. En kan concluderend gesproken worden van een gemiste kans, want 21 Grams zal vederlichte houdbaarheid blijken te hebben.

Film / Films

Zweterig en ongepolijst

recensie: Young Adam

.

In Young Adam is de seks zweterig en ligt pijn dicht bij genot. Het is het tegenovergestelde van de keurige Hollywood-seks waarbij vrouwen hun beha aanhouden in bed en hun make-up altijd blijft zitten. De meeste vrouwen in de film zijn geen schoonheden: ze hebben buikjes en hangborsten en de camera registreert dat feilloos.

~

Schrijver/regisseur David Mackenzie baseerde zijn film op het gelijknamige boek uit 1954 van de Schotse beatschrijver Alexander Trocchi. Joe is de nieuwe hulp van binnenvaartschipper Leslie (Peter Mullan). Over zijn verleden praat hij niet en niemand vraagt ernaar. Hij doorbreekt de sleur van het bestaan door de vrouw van de schipper (Tilda Swinton) te verleiden. De film opent met een andere doorbreking van die sleur: Joe vist met zijn baas een dood meisje in een niets verhullende onderjurk uit het water. Als zijn baas niet kijkt, legt hij zijn hand liefdevol op haar natte rug. Wat de relatie is tussen Joe en het meisje, is de vraag die je vanaf de eerste minuten bezig houdt. Als het antwoord halverwege de film wordt gegeven, besef je dat je inmiddels andere, boeiendere vragen hebt: wat drijft de zwijgzame Joe? Schuldgevoel, verveling, uitzichtloosheid of iets anders? Wat moet hij toch met die oudere vrouwen met kinderen? Hoe komt het dat hij vrij is en tegelijkertijd zo vast zit? Elk antwoord roept nieuwe vragen op en daardoor is het niet erg dat de dialogen schaars zijn.

Geen body double

~

Wat ook bijdraagt aan de kwaliteit van de film zijn het camerawerk en de prachtige composities: de dichte Schotse mist waarin het schip plotseling opdoemt; een schip dat van bovenaf gefilmd schuin het beeld uitvaart, terwijl Joe tegen de vaarrichting in loopt en dus stil lijkt te staan in het beeld; de troosteloze duisternis waarmee de hoofdpersonen het grootste deel van de tijd omringd zijn. Bovendien kun je in deze film zien hoe vooral Ewan McGregor (die overigens geen body double gebruikt) maar ook de andere acteurs, het beste uit zichzelf weten te halen.

Ongepolijst

Weinig dialoog, veel seks, fletse kleuren, een onbegrijpelijke titel (in de hele film komt geen Adam voor) en een kadrering die net zo belangrijk is als het verhaal. Ik geef toe dat deze typische filmhuisfilm voor sommigen misschien te traag of te ongepolijst is. Voor anderen – en ook voor mij – is het juist een herademing na al het plastic Hollywood-geweld van de afgelopen tijd.

Summier

De dvd van Young Adam bevat een paar summiere extra’s, die zijn samengesteld uit de EPK (electronic press kit) voor de film. Zo zijn er losse interviews met de acteurs en regisseur te zien, een paar minuten ongemonteerde beelden van de opnamen (B-roll) en twee versies (een langere en een kortere) van de making-of die hetzelfde materiaal gebruiken. Er is geen enkele aandacht voor de literaire oorsprong van het verhaal, voor de muziek van ex-Talking Head David Byrne of voor de diepere thematiek van Young Adam (hoewel er wel een tipje van de sluier wordt opgelicht over de titel). Voor een verdere analyse ben je dus aangewezen op de film zelf, en misschien is dat in het geval van Young Adam wel het beste.

Film / Films

Drie uur ‘candy’ is te veel

recensie: Dinotopia: New Horizons en The Election

.

~

Het verhaal van Dinotopia heeft een lange geschiedenis. Het verhaal begon als een serie geïllustreerde boeken van James Gurney over een verloren eiland dat gedeeld wordt door mensen en dinosaurussen. Het boek Dinotopia: A Land Apart From Time verscheen in 30 landen en 18 talen. Er werden 2 miljoen stuks van verkocht. Gurney schreef na dit succes nog twee boeken. In 2002 besloot Hallmark Entertainment 86 miljoen dollar te steken in een serie over Dinotopia. Dit leverde Hallmark een Emmy Award op voor beste special effects.

Goed tegen kwaad

~

Nu is het tijd voor Nederland om kennis te maken met het vervolg op de miniserie. Deze dubbel-dvd bevat twee films van elke ongeveer anderhalf uur over “vooruitgang en wedergeboorte” en over “goed tegen kwaad en jong tegen oud”. Dat klinkt op zich best diepgaand, maar de serie wil maar niet robuust worden. Er zit telkens onomwonden een goedkope moraal achter het verhaal. Dat doet het ongetwijfeld bij het Amerikaanse publiek erg goed, bij ons zorgt dit toch echt voor niet dan irritatie.

The neverending story

Ondanks dat Dinotopia voor de visuele effecten een Emmy kreeg, ben ik hier toch iets minder over te spreken. Ook een televisieserie moet geloofwaardig overkomen om de kijker daadwerkelijk in het verhaal te betrekken, al begrijp ik dat een budget veel minder groot is dan bij een speelfilm. Als ik naar de serie kijk zie ik duidelijk dat de acteurs anders zijn belicht dan hun digitale achtergrond. Dat is slordig. Het doet me regelmatig denken aan een klassieke film als The Neverending Story. En deze film komt toch echt uit 1984 en ik zou verwachten dat in de tussentijd vooruitgang is geboekt. Bij Dinotopia is dit zeker niet het geval en je wordt dus regelmatig wreed uit het verhaal gescheurd.

Nooit echt boeiend

De serie doet mij niet echt veel. Sprekende dinosauriërs maken op mij sowieso geen overtreffende indruk, maar als ik dan ook duidelijk kan zien dat ze door een computer gegenereerd zijn kan ik er al helemaal niets meer mee. Het op zich al moralistische verhaal verliest dan helemaal zijn kracht. De goede muziek van Trevor Jones, die onder andere de score voor League of Extraordinary Gentlemen schreef, kan hier helaas ook geen verbetering in aanbrengen. Ik heb mijn best gedaan om me in het verhaal te laten trekken, maar helaas is de serie nooit echt boeiend.

Conclusie

De omschrijving “visual candy” is nog steeds van toepassing op Dinotopia. De twee nieuwe afleveringen zijn in essentie niet slecht, maar de beperkte visuele effecten en de brave moraal slaan het verhaal stuk. De serie kijkt daardoor niet lekker en sleept je zelden mee. Dinotopia is lekker zoet, maar drie uur lang “candy” is echt te veel.

8WEEKLY

Grote vraagtekens

Artikel: Final Fantasy X-2

.

~

FF is de koning onder de RPG’s, en dat onderstreepte FFX nog maar eens. Deze nieuwe game is niet zozeer een opvolger in de cyclus als meer een zijspoor van de FFX-game. Vandaar dat men deze game dan ook geen FFXI heeft genoemd, maar FFX-2. De overeenkomsten met FFX zijn dan ook duidelijk aan te wijzen. Wie echter denkt exact dezelfde game voorgeschoteld te krijgen, zal er al snel achter komen dat hij het niet geheel bij het rechte eind heeft.

Japanse werkelijkheid

Beeld en geluid zijn, zoals we immers van deze serie mogen verwachten, werkelijk prachtig. Het intro is echter weer typisch Japans en enigszins vervreemdend. Ben je geen fan van het Japanse gevoel voor dramatiek en hun soms wat vreemde manier van een verhaal vertellen, dan kunnen de tussenfilmpjes je al snel op je zenuwen gaan werken. Het spel begint met een tamelijk futuristisch popconcert. Samen met je medestrijder probeer je zodanig te infiltreren dat je de zangeres van het concert kan benaderen. Voor je het weet zit je verwikkeld in je eerste gevecht.

Toegankelijkheid

~

Hier kom ik mijn inziens het eerste probleem van de game tegen. Het is altijd erg moeilijk om zomaar ineens een langlopende serie zoals Final Fantasy binnen te vallen, en gewoon maar te gaan spelen. Heel erg bekend was ik nog niet met de reeks, maar als recensent ken ik de serie, en heb ik het voordeel dat ik er in het verleden wel eens mee in aanraking ben geweest, en dat je door de jaren heen genoeg dezelfde games voor je kiezen krijgt. De beginnende gamer zal dit eerste gevecht echter bekijken met een groot vraagteken boven het hoofd.

Nieuw vechtsysteem

De gevechten in FFX-2 zijn niet langer meer turn-based, dus rustig je zetten overwegen is er niet meer bij. Als je de tijd neemt om je strategie te overwegen gaat de vijand rustig door tot je het loodje legt. Voor de hardcore FF-fan is dat even wennen, maar het geeft een leuke twist aan de gameplay. Voor de newbie is het echter weer een extra horde die men moet zien te overwinnen om in het spel te komen. En aangezien een franchise altijd nieuwe leden voor zich moet zien te winnen lijkt me dat een (klein) nadeel.

Conclusie

De gebieden uit FFX zijn in deze game weer terug te vinden, met hier en daar wat extra’s. Wat dat betreft zal het enkelen die het eerste deel hebben gespeeld het allemaal wel heel erg bekend voorkomen. Toch valt er meer dan genoeg nieuws voor hen te beleven in FFX-2. Een grote sprong voorwaarts in de serie is dit deel zeker niet, maar wel weer een lekker koekje voor de fans. De minder ervaren RPG-er of iemand die weinig bekend is met FF kan zich beter eerst even bedenken voor hij aan dit avontuur begint, en zich eerst even wat inlezen in de materie die Final Fantasy heet.

Muziek / Album

Een andere kijk op het andere

recensie: Flip Kowlier - In de fik

.

~

Het is altijd een behoorlijke opgave als er een opvolger moet komen van een onverwacht positief ontvangen eerste plaat. Want de kenners waren het er redelijk over eens: Ocharme ik was één van de mooiste platen van het jaar 2001. Om na een schitterend debuut de mensen nog te kunnen raken of origineel voor de dag te komen, is een hele opgaaf. Waarschijnlijk heeft Kowlier nachtenlang niet geslapen, meerdere keren een writer’s block gehad of zijn gitaar vervloekt. Op de plaat is er in ieder geval niets van te horen.

Reggae

In de fik begint meteen sterk met het nummer Vannacht. Een gitaartje dat geleend is uit Blondie’s Atomic sleept de luisteraar meteen dichter bij de speakers. Diezelfde luisteraar zal merken dat het geluid ietwat voller is dan dat van de voorganger. Zo is aan het geluid iets extra’s gegeven door Geike Aernaert, van Hooverphonic, te vragen om de backing vocals op bepaalde nummers te verzorgen. Er wordt zelfs in een soort van protestsong Bom Bin een uitstapje gemaakt naar de reggae.

Vrolijk versus triest

Kowlier lijkt een impasse bij de rockmuziek aan te kondigen. Het neerslachtige, wat kenmerkend was voor de jaren negentig, wordt op In de fik weggewuifd. Zo zingt de jonge Belg in Over mie (te geroaken) over het gunnen van geluk aan vroegere liefdes. In Smetvrjis is de zelfspot groot als Kowlier toegeeft dat hij te weinig rock ’n roll in zijn donder heeft en in Bjistje in min uoft wordt aangegeven dat het de kleine dingetjes zijn die hem vergenoegd maken. Gelukkig staat de verandering nog in de kinderschoenen, want Tristig feit is een pijnlijke herinnering voor het feit dat de wereld te star is om afwijkende mensen te accepteren. Ook Miss België is ietwat tragisch te noemen. Kowlier veracht de missverkiezingen, maar kan niet verhelpen dat hij valt voor de inzending van zijn eigen land.

Verre van vervelend

Kowlier bewandelt muzikaal gezien reeds platgewalste paden, maar is tekstueel de originaliteit zelve. Zijn kijk op verschillende dingen, waaronder oorlog, is om van te genieten. Anders dan de gangbare muziek straalt die van Flip Kowlier veelal plezier uit, zonder dat het ook maar één moment verveelt. Nu is het voor Flip de tijd om tevreden op zijn lauweren te gaan rusten, want hij verdient het. Ocharme ik was sterk, maar met In de fik overklast hij zichzelf, opnieuw.

Muziek / Concert

Vijftigers, studenten en kleine meisjes

recensie: Belle & Sebastian

Ooit speelden ze op Motel Mozaïque. Buiten stond een lange rij mensen, want binnen was geen plaats meer. Huilende mensen voor de deur, een drama. Met dit in mijn achterhoofd ging ik onlangs naar het concert van Belle & Sebastian in Vredenburg. Ergens hoopte de sadist in mij nog dat er drommen mensen stonden te wachten, om hun hele hebben en houden te ruilen tegen een geldig kaartje. En dat ik dan achteloos mijn kaartje zou inleveren, lachend om de verwensingen die me werden toegeworpen, terwijl ik de massa toeroep dat ik niet één plaat van ze heb. De teleurstelling was groot toen er geen rij was.

~

Zo’n groot fan ben ik ook niet, ik ontdekte de band pas een jaar of wat terug via een vriend. Die dus wel alle platen en EP’s had. En daar zo over kon doorzeiken dat ik direct een antipathie tegen de Glasgowse formatie kreeg. Dit was dus duidelijk muziek voor mietjes of vrouwen, hield ik vol. Alle verwijzingen werden afgedaan als een treurige poging mij tegen beter weten in te bekeren. Eigenlijk klonk het allemaal zo slecht niet, maar je kent het: als je eenmaal die stelling ingenomen hebt, is het vaak verrekte moeilijk hem weer te verlaten.

Terwijl ik zelfs al aan een enkele vriend had toegegeven dat ik Get me away from here I’m dying toch echt wel een briljant nummer vond, bleef ik dit in discussies glashard ontkennen. Eind november las ik voor het eerst een aankondiging dat de band naar Nederland zou komen voor een eenmalig concert in Utrecht. Meteen gemaild naar de fans in mijn vriendenkring, en men was wildenthousiast. Enkelen hadden de band al zien concerteren op Haldern, en over dat concert waren de meningen onverdeeld positief. Het moest ook een goede liveband zijn. Toen iedereen al lang en breed kaarten had aangeschaft, kwam ik aan de praat met iemand die nog een kaartje extra had. Impulsief gaf ik aan wel mee te willen. De dagen daarna nog wel even over getwijfeld, 32 euro is een weekbudget, en hoe goed vond ik de band nu eigenlijk? De smalende reacties van de fans waren echter genoeg het plan door te zetten. In mijn hoofd zag ik namelijk de huilende fans alweer voor de deur staan, en met sardonisch genoegen dacht ik aan de dag van het concert. Dat zou ze leren, de doetjes.

Daarna toch maar even een kleine kennis opgebouwd van het oeuvre van de band, met behulp van enkele p2p-sites, en een beetje luisteren bij mensen thuis. Een dag voor de show kocht ik de Legal Man-EP bij de lokale platenzaak. De grootste fan die ik ken ging zelf uiteindelijk niet, en verkocht zijn kaartje door aan een dolblije gelijkgestemde. Weer iemand die niet meer voor de deur zou gaan liggen.

De grote dag was gekomen. Goed geluimd vertrokken we richting het Utrechtse. In de enorme zaal hingen drie vreemdsoortige Belgische wafels boven het podium. Ook werd duidelijk dat een concert van Belle & Sebastian niet een standaard publiek trekt, maar een gemêleerd geheel van vijftigers, studenten en kleine meisjes. Laatstgenoemden hadden zich, waarschijnlijk al uren voor de show, recht voor het podium verschanst, zodat ze niet gehinderd zouden worden door hun lengte. Ondertussen werd ikzelf wel gehinderd door mijn lengte. Recht voor me stond namelijk een enorm lange fotograaf. Na wat krampachtig gemanoeuvreer liet de reus mij voor zich staan en had ik een redelijk beeld op de gang van zaken op het podium.

Zoals bij bijna elk concert staan ook hier weer wat proleten die door de nummers heen kwekken. Wanneer ik me eenmaal aan gepraat erger tijdens een show kan ik me er niet meer aan onttrekken, dus al snel volgen wat woedende blikken in hun richting. Men schijnt er echter plezier in te hebben en begint nu na elke nummer op hoogst irritante wijze te zeuren om nummers waar ze niet eens de tekst van kennen, slechts een zinnetje, en zelfs dat klopte niet. Dan maar onvriendelijk worden. Met instemming van enkele omstanders leg ik de stoorzenders op dringende toon het zwijgen op. De rest van de avond horen we slechts nog wat gemurmel.

En halverwege het concert komt het moment dat er iemand consumpties moet gaan halen. Zodra je erover begint, blijkt iedereen dorstig te zijn en kan je zelf gaan halen. Eerst weer naar boven om muntjes te halen, even lachen naar de Bauer-merchandise dames, die zich vervelen en een praatje starten. Daarna naar de bar rennen en bestellen. Plotseling hoor ik een liedje uit de zaal komen. Het klinkt bekend. Zodra de tekst inzet begint het me te dagen.

I, I love the colourful clothes she wears. And the way the sunlight plays upon her hair…

Aaargh!! Ze spelen Good Vibrations, en ik sta hier weer te wachten op het bier. Gewapend met kartonnen draagding snel ik mezelf de trappen af en storm ik net op tijd de zaal binnen. Het nummer wordt gebruikt om de crew te bedanken, dus mis ik slechts de helft. De band speelt een lange en sterke set, gevolgd door een korte toegift. In ieder geval één van de betere shows van 2004, tot nu toe. Tijd voor verdere verdieping in de wereld van Belle & Sebastian.