Overzicht verslag IFFR 2005
In dit artikel:
La nuit de la vérité
|
La fausse suivante
|
La mort du jeune aviateur Anglais
|
Hawaii, Oslo
|
The World
|
Zwarte zwanen
|
Brothers
|
Two Syllables Behind
|
La niña santa
(Fanta Régina Nacro • Frankrijk/Burkina Faso, 2004)
~
Schubben. Net als een python. Dat hebben de Nayak volgens dorpsgek Tomoto op hun armen. Wild gebarend trakteert hij een groepje kokende vrouwen op zijn verhalen over deze slang-mensen. Deze ‘monsters’ zijn echter leden van een rivaliserende clan. En voor deze ‘monsters’ staan de vrouwen te koken. Een feestmaal om de vrede te vieren na een jarenlange burgeroorlog. Feilloos legt de debuterende regisseuse Fanta Nacro met deze scène uit
La nuit de la vérité de vinger op de zere plek. Hij illustreert met welke problemen veel Afrikaanse samenlevingen na genocide en burgeroorlog kampen. Hier moeten de Nayak, na jarenlang als monsters te zijn afgeschilderd, opeens onthaald worden als vrienden. Moet je vergeven of vergeten? En hoe moet dat als je bloedeigen zoon gruwelijk is afgeslacht door de mensen met wie je aan tafel zit? Alles tijdens de maaltijd krijgt daardoor een benauwende extra lading. Een nieuwe explosie van geweld hangt voortdurend in de lucht. Een drum, een dorpsgek: alles kan het wankele evenwicht verbreken. Door
La nuit de la vérité word je meegezogen in een maatschappij waar angst en wantrouwen regeren. Het is daarmee een gruwelijke, maar vooral heel intense kijkervaring. (Floortje Smit)
(Benoit Jaquot • Frankrijk, 1999)
~
Regisseur Jaquot zelf was het niet eens met de vertoning van deze film tijdens zijn oeuvre-overzicht op het IFFR. Hij vond de bewerking van het boek van De Marivaux een te zware kluif voor een niet-Franstalig publiek. En toegegeven, het is een kluif. De Engelse ondertiteling schiet al per definitie tekort voor het oneindig complexe 18e-eeuwse Frans, en houdt bovendien het tempo maar nauwelijks bij. Het verhaal wordt opgevoerd als een toneelstuk – als bij toeval gespeeld door vijf acteurs in een leeg theater – en leunt dus zwaar op de dialogen. Voeg daarbij de traditionele kostuums met strikken en kwikken plus wat intriges rond een graaf, een gravin, een als man vermomde gravin en twee bedienden, en je zou toch gillend weglopen? Ik ben blijven zitten. Het geheel heeft zoveel vaart en raffinement dat je er ademloos van wordt. De acteurs, waaronder Isabelle Huppert, spelen de pannen van het dak. Ondanks de vele filmische elementen die toegevoegd worden aan het toneelstuk, laat Jaquot je geen moment vergeten – wat film meestal wel graag wil – dat je naar een spel zit te kijken. En toch word je gegrepen. Een gelukkig huwelijk tussen film en theater, heel bijzonder. (Ellen op de Weegh)
(Benoit Jaquot • Frankrijk, 1993)
Vlak voor haar dood vroeg Marguerite Duras aan haar vriend en regisseur Jaquot om haar te helpen met het maken van een film. In het kleine dorp Trouville had ze naast de dorpskerk een graf ontdekt van een in de oorlog gesneuvelde Engelse piloot. Nadat de dorpelingen het lichaam van de onbekende 20-jarige jongen uit het vliegtuig hadden bevrijd, werd hij met zorg begraven op een bijzondere plek. Ieder jaar werd er een ceremonie gehouden voor deze verloren zoon, en altijd waren er bloemen op zijn graf. De film is een getuigenis van deze wonderlijke geschiedenis. Duras’ stem leidt het oog van de camera, we zien het graf, de kleine kerk, de bomen en de horizon in de verte. We horen hoe ze het verhaal vertelt, en onderzoekt waarom het haar zo raakt. “Niet echt een verhaal,” zegt ze zelf, “ik heb niets in mijn handen.” Wel een moedig onderzoek, aan het einde van haar eigen leven, naar verlies, sterfelijkheid en mededogen. Soms wat raadselachtig en ontoegankelijk misschien, maar op een bijzondere manier ontroerend. (Ellen op de Weegh)
(Erik Poppe • Noorwegen, 2004)
Lees hier het interview dat we met regisseur Erik Poppe hadden
~
Op een broeierige zomeravond in Oslo wordt een man aangereden door een ambulance. Al snel verzamelt zich om het slachtoffer een groep omstanders; mensen die meer met elkaar te maken blijken te hebben dan je op het eerste gezicht zou denken. Het is alweer een kleine zeven jaar geleden sinds de Noorse regisseur Erik Poppe een flink aantal prijzen in de wacht sleepte met zijn debuutfilm
Schpaa. Maar, al liet zijn tweede film een tijdje op zich wachten, het resultaat is zonder meer de moeite waard. Vijf verhaallijnen zitten er in
Hawaii, Oslo. Verhaallijnen die gaandeweg steeds dichter bij elkaar komen. De symboliek ligt er zo nu en dan wat dik bovenop, maar Poppe heeft precies de grens gevonden van het toelaatbare. Nergens worden de verwijzingen en toevalligheden vermoeiend; ze zetten eerder aan tot nadenken, een beschouwing over iets groters dan het ‘gewone’ leven op aarde. De acteurs krijgen stuk voor stuk de ruimte om te schitteren. Of liever gezegd, om een echt persoon neer te zetten. En zelfs al blijven sommige vragen onbeantwoord (want wat doet Leon eigenlijk in een inrichting? En waarom is Bobbie-Pop suicidaal?), het versterkt alleen de indruk die de film achterlaat van een momentopname.
Hawaii, Oslo is ‘slechts’ het verhaal van een paar mensen, van één dag in een grote stad. (Marije Sietsma)
(Jia Zhang-ke • China/Japan/Frankrijk, 2004)
~
“Zie de wereld zonder Beijing te verlaten!” Dat is de jubelende slogan van attractiepark World Park. Werkneemster Tao (Zhao Tao) is de ene dag een stewardess, de volgende een indiase danseres. Ze wandelt in vijf minuten van Egyptische pyramides naar Londen Bridge. Omdat een paspoort in China een statussymbool is, is dit de wereld zoals Tao hem zal zien.
The World van regisseur Jia Zhang-ke volgt de levens van Tao en haar collega’s. Zo levensecht als de inwoners zijn, met hun twijfel, ruzietjes en problemen, zo kitsch is hun omgeving, met de Twin Towers (“wij hebben ze nog wèl”) en de toren van pizza. Een interessant contrast. Het dwingt je de onderlinge verhoudingen ook op die manier te bekijken. Wat is echt en wat is namaak? De spanning ligt in onderlinge relaties en de karakterschets van deze Chinese generatie. Regisseur Jia Zhang-ke lijkt halverwege echter te schrikken van het gebrek aan drama. Naarmate de film vordert maakt het kleine leed steeds vaker plaats voor grote gebeurtenissen, zoals een sterfgeval en een bruiloft. Eeuwig zonde. Het geeft de film geen meerwaarde en hij duurt daardoor zelfs een half uur te lang. (Floortje Smit)
(Collette Bothof • Nederland, 2005)
~
Zonder ondersteunende muziek is een film vaak erg kaal. Minder spannend, minder emotie en vooral: minder af. Regisseuse Collette Bothof heeft dit buitengewoon goed begrepen. In haar film
Zwarte zwanen speelt de soundtrack dan ook een belangrijke rol. Veel dialoog is er niet tussen de hoofdpersonen; de muziek zegt genoeg. De film draait om twee geliefden, Marleen en Vince. Vanaf hun eerste ontmoeting op het Spaanse strand zijn ze onafscheidelijk; hun liefde is allesomvattend en bijna angstaanjagend intens. Toch kost het Marleen moeite om te geloven dat hij net zoveel van haar houdt als zij van hem. Zowel het acteerwerk van Carice van Houten als dat van Dragan Bakema is zonder meer geweldig. Hun liefde, maar ook hun onmacht om los te komen van elkaar, wordt prachtig in beeld gebracht. Een gevoel dat nog eens versterkt wordt door het decor van een desolaat Spaans strand.
Zwarte zwanen is zeker de moeite van het kijken waard. Het ietwat dramatische einde (vooral het moment waarop de zon achter de wolken verdwijnt) is Bothof dan ook ruimschoots vergeven. (Marije Sietsma)
(Susanne Bier • Denemarken, 2004)
~
Zomaar opschrijven wat dit voor film is, is makkelijker gezegd dan gedaan. Indrukwekend, intimiderend bijna. In sommige films zitten momenten waar je liever niet naar kijkt, bijvoorbeeld het afsnijden van een pink in
Zwarte zwanen. Hoe ongemakkelijk je gevoel ook is bij het zien van dit soort scènes, het haalt het niet bij de weerzin die je voelt wanneer de hoofdpersoon Michael uit
Brothers wordt gedwongen zijn medegevangene om het leven te brengen met een metalen staaf. Het is lang geleden dat het zweet me zo dik in mijn handen stond bij het kijken naar een film. Michael, een majoor in het leger, en Sarah hebben hun leven prima op orde. Twee kinderen, een fijn huis en bovenal: ze hebben elkaar. Hun bestaan wordt overhoop gegooid wanneer het vliegtuig waarin Michael zich bevindt, in Afghanistan explodeert. Terwijl thuis iedereen na zijn begrafenis de draad weer probeert op te pakken, blijkt Michael toch nog in leven te zijn; als gevangene. Het gezin wordt uiteindelijk herenigd, maar niets is meer zoals het vroeger was. Met
Brothers heeft Susanne Bier een film gemaakt die inslaat als een bom. (Marije Sietsma)
(Katarina Sulajova • Slowakije/Tsjechië, 2004)
~
Vrijwel iedereen kent wel zo’n moment in zijn of haar leven, zo’n periode waarin je er alles voor over zou hebben om te weten wat je met jezelf aan moet. Dat je eindelijk wéét wat je precies wilt. Een goede studie, of toch maar gaan voor het snelle geld? Een veilig leven met een goedaardige partner, of toch liever een uitdagender leven in een ander land met onbeperkte mogelijkheden? Ook Zuzanna, de twintigjarige hoofdrolspeelster uit
Two Syllables Behind staat op dit punt. Ze studeert kunstgeschiedenis, maar vult haar tijd vooral in de studio om televisieseries na te synchroniseren. Ze is op zoek naar een betere invulling van haar leven, maar wat ze ook doet, haar leven wordt er niet echt beter van. Zuzanna doet niet anders dan heen en weer rennen (zowel letterlijk als figuurlijk) en mensen aan het lijntje houden. Alles draait alleen om Zuzanna. Mede daardoor is het moeilijk sympathie voor haar op te brengen. Hoewel de film best aardige momenten kent, is de overheersende toon vooral nerveus en springerig. Een toon die in principe prima aansluit bij het verhaal, maar tegelijkertijd ook vaak net de grens overschrijdt en ronduit vermoeiend en irritant wordt. (Marije Sietsma)
(Lucrecia Martel • Argentinië/Spanje/Italië, 2004)
~
Langzaam schuifelt hij naar voren. Behoedzaam drukt hij zijn heup tegen haar billen in het rokje van haar schooluniform. De eerste paniek in haar – normaal bijna stuurse – blik maakt plaats voor iets peinzends. Is dit dan de goddelijke passie waar zij op de meisjesschool over leert? En wat is dan haar roeping?
La niña santa is een film over seksualiteit en de onlosmakelijk verbonden hypocrisie. Alles in de omgeving van het schoolmeisje Amalia is broeierig. De bijbellessen over passie en devotie, waar tegelijkertijd geroddeld wordt over de amoureuze escapades van de jonge lerares. Het ranzig-foute jaren zeventig hotel waar Amalia woont en waar een invasie van hitsige oudere artsen de kamers bevolkt vanwege een congres. De wulpse en toch ingetogen lippen van dokter Jano die met Amalia’s moeder flirt èn stiekem tegen het meisje aanrijdt. Met een bijzondere kadrering geeft regisseuse Lucrecia Martel normale dingen een seksuele lading. De camera vangt details: een anonieme naakte rug, de verdwaalde haren in een nek. Impliciet, subtiel en daarmee vele malen erotischer dan de expliciete seks die ook op het festival te vinden is. (Floortje Smit)
IFFR 2005 – deel 3
/ 0 Reactiesdoor: Marije Sietsma, Ellen op de Weegh, Floortje Smit0 Sterren.
Overzicht verslag IFFR 2005
In dit artikel:
La nuit de la vérité
|
La fausse suivante
|
La mort du jeune aviateur Anglais
|
Hawaii, Oslo
|
The World
|
Zwarte zwanen
|
Brothers
|
Two Syllables Behind
|
La niña santa
La nuit de la vérité
(Fanta Régina Nacro • Frankrijk/Burkina Faso, 2004)
~
La fausse suivante
(Benoit Jaquot • Frankrijk, 1999)
~
La mort du jeune aviateur Anglais
(Benoit Jaquot • Frankrijk, 1993)
Vlak voor haar dood vroeg Marguerite Duras aan haar vriend en regisseur Jaquot om haar te helpen met het maken van een film. In het kleine dorp Trouville had ze naast de dorpskerk een graf ontdekt van een in de oorlog gesneuvelde Engelse piloot. Nadat de dorpelingen het lichaam van de onbekende 20-jarige jongen uit het vliegtuig hadden bevrijd, werd hij met zorg begraven op een bijzondere plek. Ieder jaar werd er een ceremonie gehouden voor deze verloren zoon, en altijd waren er bloemen op zijn graf. De film is een getuigenis van deze wonderlijke geschiedenis. Duras’ stem leidt het oog van de camera, we zien het graf, de kleine kerk, de bomen en de horizon in de verte. We horen hoe ze het verhaal vertelt, en onderzoekt waarom het haar zo raakt. “Niet echt een verhaal,” zegt ze zelf, “ik heb niets in mijn handen.” Wel een moedig onderzoek, aan het einde van haar eigen leven, naar verlies, sterfelijkheid en mededogen. Soms wat raadselachtig en ontoegankelijk misschien, maar op een bijzondere manier ontroerend. (Ellen op de Weegh)
Hawaii, Oslo
(Erik Poppe • Noorwegen, 2004)
Lees hier het interview dat we met regisseur Erik Poppe hadden
~
The World (Shi jie)
(Jia Zhang-ke • China/Japan/Frankrijk, 2004)
~
Zwarte zwanen
(Collette Bothof • Nederland, 2005)
~
Brothers (Brodre)
(Susanne Bier • Denemarken, 2004)
~
Two Syllables Behind (O dve slabiky pozadu)
(Katarina Sulajova • Slowakije/Tsjechië, 2004)
~
La niña santa
(Lucrecia Martel • Argentinië/Spanje/Italië, 2004)
~
Misschien ook iets voor u
Koller heeft ons beet
Hij doet het met wat stevige muzieknummers, een paar attributen, het licht natuurlijk, en verder niets dan lijf en leden. Ja, zijn hoofd, dat verdient een aparte vermelding. Daar kan Eric Koller ook veel mee. Maar wát een onhandigheid, wát een gestuntel. Het eerste halfuur idioterie denk ik: “Wat moet dit worden?” En denk ik aan wat op zijn website staat: “Het is de Nederlandse Mr. Bean.” Aber hallo, wat moeten we met nog een Mr. Bean? En daarbij, theater is veel confronterender dan een videootje. Ik voel me persoonlijk beledigd als iemand pal voor mijn neus slappe grappen staat te maken. Grrrr, hoe stom kan een kunstenaar zijn? Maar Koller trekt zijn grappen door. Diep beledigend door. Zijn show heet niet voor niets Bekijk ’t. Nou, ik begrijp ’t. Hij gaat zo ver met zijn satire, dat hij intelligent wordt, verbluffend intelligent. En daarmee troost hij. Hij laat me genieten van zijn gezelschap. Al blijft het tot het einde toe een haat-liefde verhouding.
~
Sexy
Misschien is dat het dat Koller sexy maakt. Dat we het met hem móeten doen. Dat hij zo veel van zijn lichaam aan ons blootgeeft, zijn spieren, zijn reflexen, bij al zijn handelingen en inspanningen. Het begint al wanneer hij opkomt, in zijn lichte singlet en groene trainingsbroek. Die verhullen niets, ook niet dat wat hem duidelijk mannelijk maakt. Is het al op dit moment, dat de vier vrouwen achter mij beginnen met proestend te lachen, en met hun voeten beginnen te wiebelen (tegen mijn stoel)? Natuurlijk gaat Koller nog veel explicieter tekeer. Zo schiet hij per ongeluk een dartpijl weg met zijn (blote) kont en illustreert hij in optima forma hoe de bloemetjes en de bijtjes tot elkaar komen. Bijvoorbeeld door zijn ademgeur, via een lik met zijn tong, de lucht in te blazen.
De menselijke maat grijpt aan
Maar deze sketches zijn haast te shockerend om te ontroeren. De humor ervan is te intelligent, te doordacht. Het is de afwisseling met lichamelijke onhandigheid die Koller zo aangrijpend maakt. Want even na zo’n doordachte sketch botst hij, voor de zoveelste keer, met zijn voet of met zijn rolstoel tegen een paal die op de grond ligt. En zien we hem weer zwoegen, kop schuin omhoog en tong uit de mond. Het is die doorzettingskracht, dat knokken tegen beter weten in, de hardnekkigheid van de menselijke maat die ons voor hem inneemt. Zeg je “ja” tegen Koller dan zeg je “ja” tegen de mens.
Overstijgende potentie
De kunst van Koller is niet zozeer maatschappijkritisch als wel menskritisch. Zijn uitstraling wordt door ons allen herkend. Al was het maar door plaatsvervangende schaamte die we voelen, die hij ons laat voelen. Daar heeft hij ons beet. En dan heb ik het over zijn zwaartekrachtgrappen nog niet eens gehad. Zijn grip op het publiek kan zeker nog vaster, zijn grappen meer ingetogen, zijn triomf subtieler. Maar hij komt er zelf wel achter hoe, dat zie je gewoon. Bekijk ’t.
Je kunt kijken naar Bekijk ’t tot en met 19 maart 2005.
Bekijk 't (Eric Koller)
Artiest: Eric KollerGezien op vrijdag 28 januari 2005 in De Griffioen, Amstelveen
Link: Mojo Theater
Misschien ook iets voor u
Van der Zanden laat dubbel gevoel achter
.
~
Leon van der Zanden werd afgewezen voor de toneelopleiding en studeerde daarom maar filosofie. Via theatersport raakte hij enthousiast voor het toneel en vanaf 1998 was hij regelmatig in het Nijmeegse café Diogenes te zien. Zijn eerste avondvullende show ging in 2002 in première. Deze show, Een coole snelle jongen met een zachte bruine vacht, is onlangs op dvd verschenen, net als zijn tweede programma met de verheffende titel Hoerenjong. Met Zwarte hond wil Van der Zanden definitief doorbreken. Daarvoor heeft hij gekozen voor het blikveld van een hond: “Van onder af ziet hij hoe we ons beter voordoen dan we zijn. Een hond hoort onze leugens en ruikt onze angsten.”
Pubers
~
Rapnummer
Van der Zanden moet het vooral hebben van zijn overtuigende uitstraling. Het is best boeiend om een heel programma naar hem te kijken, maar hij gaat helaas wel regelmatig te lang door op een grap, terwijl de clou al duidelijk is. Zijn programma zou aan sterkte winnen als hij het tempo omhoog zou gooien. Hij onderbreekt zijn show een keer door zelf een rapnummer op te voeren. Dit nummer is een stuk minder interessant, maar het stukje waarin hij ingaat op de teksten van de grootste hits uit de negentiger jaren is daarentegen subliem. Ook de climax van Zwarte hond is fantastisch en sluit het programma perfect af.
Het gevoel dat na het zien van Zwarte hond blijft hangen is dubbel. Aan de ene kant slaagt Leon van der Zanden er in om snel en scherp in te spelen op zijn publiek. Dat heeft hij op deze chaotische avond in Den Haag duidelijk bewezen. Aan de andere kant mist hij wel snelheid, waardoor zijn programma net iets te langzaam is om een topper te worden.
Zwarte hond is nog tot mei 2005 te zien in heel Nederland.
Zwarte hond (Leon van der Zanden)
Artiest: Leon van der ZandenGezien op zaterdag 29 januari 2005 in Theater Diligentia, Den Haag
Link: De Bogen Theaterproducties
Misschien ook iets voor u
Moorddadig goed
.
~
Lofi
Dat de plaat opgenomen is door één enkel persoon is duidelijk te horen. De verschillende partijen zijn over elkaar heen gezet en de muziek krijgt hierdoor een vlak, bijna monotoon karakter. Bas, drum en gitaar vormen een stuwend, muzikaal moeras waar de stem van Jessie overheen galmt. De hele plaat klinkt ook over het algemeen heel gruizig, waardoor het een cd is geworden die je als luisteraar een paar keer moet horen voordat je de muziek gaat waarderen. De muziek doet denken aan het lofi-geluid van Pavement, maar stilistisch gezien heeft de band meer overeenkomsten met de blues rock ’n roll van een band als The Drones. Dit is goed te horen in een nummer als Brandnew. De elektrische gitaar dreunt het hele nummer monotoon door en de zang schreeuwt daar overheen. De muziek klinkt rauw, de teksten worden vol overgave uitgeschreeuwd en de teksten handelen over alledaagse beslommeringen.
Om gek van te worden
Door het gekrijs en geschreeuw van Jessie de hele plaat lang en de overstuurde gitaren en barrières van herrie is een plaat om bijna gek van te worden. Deze gekte doet veel lijken aan de muziek van CocoRosie, de band van de gezusters Casady, waarin instrumenten als viool en cello bij tijd en wijle overstemd worden door het lawaai van speelgoed. Ook de opnamekwaliteit doet aan de band van deze muzikale zussen denken. Bekend is dat zij verslaafd raakten aan het geluid van de ruis van hun taperecorder waardoor hun muziek net een extra bijzonder tintje krijgt. Bij Z-list lijkt hetzelfde aan de hand. Jessie lijkt ervoor gekozen te hebben een plaat te maken die niet direct toegankelijk is, maar als je er eenmaal in zit is het een van de beste platen die je ooit gehoord hebt.
The Suicidal Birds
Album: Z-ListLink: Transformed Dreams
Misschien ook iets voor u
Van A naar B
Stanley Brouwn (centrale thema: het overbruggen en opmeten van afstanden) speelde vanaf de jaren zestig een belangrijke rol in de ontwikkeling van de conceptuele kunst in Nederland. Als zodanig wordt zijn naam vaak in één adem genoemd met jaren 60/70-kunstenaars als Joseph Kosuth, Dan Graham, On Kawara, Marcel Broodthaers en Sol LeWitt. Gezamenlijk waren zij eerder vertegenwoordigd op de uitbundig bejubelde tentoonstelling Conceptuele Kunst in Nederland en Belgie 1965-1975 (Stedelijk Museum, 2002) die tegenwoordig wel wordt beschouwd als toonaangevend in zijn soort. Geheel in de geest van Stanley Brouwn deze keer geen afbeeldingen. We rekenen op je begrip.
~
Op weg naar Shanghai
Zelf heeft de kunstenaar verklaard: “Nog nooit zijn afstanden zo betekenisloos geweest als tegenwoordig. Steeds meer mensen maken een of twee keer per jaar verre vliegreizen. De geldigheid van het begrip afstand wordt steeds verder uitgehold. In mijn werk worden afstanden opnieuw opgeladen, ze krijgen weer betekenis.” Een voorbeeld daarvan is het werk waarbij de toeschouwer wordt gevraagd om een aantal meters in de richting van een bepaalde stad te lopen (de plaatsen lijken willekeurig te zijn gekozen). Brouwn heeft daartoe op de vloer van het Van Abbe Museum een aantal witte lijnen geschilderd en bij de beginpunten bordjes geplaatst (bijvoorbeeld “Loop 4 meter in de richting van Havana – afstand 7396584,7166 meter” of “Loop 2 meter in de richting van Shanghai – 8217376,5811 meter”). Je vraagt je af hoe hij die exacte afstanden heeft weten te achterhalen. Op zich al een prestatie, al hadden we graag gezien dat ook hier het universele maatsysteem was vertaald naar de SB-maat.
Meer aan de hand
In het Van Abbe Museum is elke zaal van de tentoonstelling voorzien van een plakkaat met daarop genoteerd het oppervlak van de vloer waarop men zich bevindt (dit onder de titel Portret van een Plaats). Op dat moment is er zeer zeker meer aan de hand dan “het overbruggen en opmeten van afstanden”. De bezoeker wordt namelijk geattendeerd op zijn situatie: hij/zij bevindt zich in een specifieke ruimte, in een bepaalde context. Brouwn tracht ons daarmee inzicht te geven in onze dagelijkse bezigheden, waarbij hij de afstand tussen de kunst en het dagelijks leven geleidelijk aan wil opheffen. Een kritische kanttekening: door slechts de afmetingen van de zalen in de ‘kunstcontext’ van het museum aan te geven, blijft er in zekere zin altijd een scheiding bestaan. Waarom bijvoorbeeld niet de supermarkt om de hoek? Met andere woorden: is die kunst context per definitie noodzakelijk? Zeer zeker niet.
Sleutelwerk
Als sleutelwerk in zijn oeuvre wordt beschouwd This Way Brouwn, waarbij de kunstenaar toevallige voorbijgangers (daar gaan we gemakshalve dan maar van uit) vroeg om hem op papier uit te leggen hoe hij van punt A naar punt B komt. In de tentoonstelling zien we een aantal van deze uitkomsten. Soms werd de uitleg mondeling gegeven waardoor het papier leeg bleef. Je kunt je afvragen in hoeverre de essentie van de ‘performance’ wordt gemist door slechts de uitkomsten van het experiment weer te geven (het sociale aspect blijft immers onderbelicht). Tegelijkertijd beseffen we ook dat het niet veel anders had gekund, daar Brouwn weigert foto’s van zijn werk te publiceren. Ook stelt hij geen bio- of bibliografische gegevens op. Vandaar dat een videoregistratie vermoedelijk eveneens uit den boze was. Die denkwijze is vanuit een bepaalde invalshoek goed verdedigbaar, maar het maakt het voor een museum des te lastiger, want wat blijft er over om te tonen? Inderdaad, de papiertjes, terwijl het daar eigenlijk niet om gaat.
Onvrijwillige vrijwilligers
Een ander sleutelwerk is 196 voetstappen waarbij Brouwn onder het lopen vellen papier op het trottoir en de straat laat vallen. Later worden de vellen papier met daarop sporen van voetgangers onderweg van A naar B weer verzameld. Op die manier kruist Brouwns weg die van toevallige voorbijgangers, maar wel zonder dat die laatste groep daar notie van neemt. Waar het bij This Way Brouwn vooral draait om het sociale aspect, is de ‘participant’ bij 196 voetstappen min of meer ‘onvrijwillig vrijwilliger’. In die zin wordt het begrip afstand hier niet opnieuw geladen, maar geeft de ‘participant’ invulling aan Brouwns afgelegde afstand. Daarmee hebben we meteen de drie wezenlijke elementen op een rijtje: de kunstenaar, de beschouwer en de afstand tussen beide. Hoe deze zich tot elkaar verhouden verschilt per kunstwerk, waarbij de mate van evenwicht bepalend is voor het succes van een werk.
Stanley Brouwn: Werken 1960-2005
Gezien in: het Van Abbe Museum, EindhovenNog te zien tot: zondag 06 oktober 2024
Misschien ook iets voor u
Toneelgroep Amsterdam maakt drie weken Tamtam
Tam Tam klinkt naar ophef, naar luid en duidelijk optreden. En een festival in Amsterdam dat bijna drie weken duurt, kan flink wat uit de kast halen. En dat doet het: het aanbod van Tamtam is veelzijdig en interessant. Met de première van twee nieuwe theaterstukken, een bijzondere selectie films, rondleidingen en debatten, en persoonlijke gesprekken. Een goede gelegenheid om op je gemak in de Stadsschouwburg, Cinerama en De Balie rond te kijken en na te praten.
~
Met Tamtam houdt Toneelgroep Amsterdam (TGA) jaarlijks open huis in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Dit jaar draait het festival om ‘het huwelijk’. De afgelopen maanden al bracht het gezelschap met De Kruistochten de eerste voorstelling van een vierluik vijf uur huwelijksperikelen onder de aandacht. Tijdens Tamtam zullen de stukken Scènes uit een huwelijk en Bedrog in première gaan. Het is een goede zet van Ivo ten Hove, directeur van TGA, om in deze tijd via kunst het huwelijk aan de orde te stellen. We zijn druk met studies, carrière en een snel veranderende maatschappij, en het levert wellicht een echt enerverende avond op om eens met vrienden van gedachten wisselen over het ‘instituut’ huwelijk anno 2005.
Films in Cinerama
~
Manische mannen en een bordeel
Naast de conventionele presentaties van het toneel en de film is er ook ruimte voor eigen invulling. De jongere auteurs van Toneelgroep Amsterdam, waaronder Roeland Fernhout (De Kruistochten), treden naar buiten met zelfgeschreven en zelfgeregisseerde monologen. De tekst van Sanne den Hartogh is geschreven door Arnon Grunberg, die zich de laatste tijd flink inzet voor de Nederlandse kunst en cultuur. Behalve met zijn boeken en columns verschijnt hij wekelijks op de buis voor R.A.M., en onze productieve maniak schrijft dus voor deze gelegenheid Sannes monoloog: Brief aan M.
Dan belooft Tamtam ons het ’toneelbordeel’, volgens het programmaboekje “een salon van lichte zeden”. Voor één euro kunnen we een “opwindend” optreden bijwonen van een acteur van TGA. Dit moet wel gepland worden: het toneelbordeel is geopend op vrijdag 11, zaterdag 12 en op de slotavond van zaterdag 19 februari. Moeten we hier sexy optredens verwachten van een stripper, of gaat het vooral om de knipoog?
Hoogstpersoonlijk ideaal
~
Aanverwante kunsten
Behalve de twee theaterstukken van TGA gaan er twee dansvoorstellingen in première. De eerste betreft een dansfilm: Blush. De Vlaamse choreograaf Wim Vandekeybus heeft onderzocht welke emoties aanleiding geven tot blozen. Van de dansvoorstelling die hieruit voortvloeide is nu een film gemaakt op locatie. Dezelfde choreograaf presenteert op 11 en 12 februari Les porteuses de mauviases nouvelles, een snel en opwindend danstheater met zijn jonge dansers uit Vlaanderen en Porto.
Debatten en gesprekken
~
Dit alles en nog meer
Alsof dit nog niet alles was, zijn er muzikale intermezzo’s, wordt er een jeugdtheaterstuk opgevoerd, is er een studentenseminar, een tocht door de stadsschouwburg, en worden we nog eens in de gelegenheid gesteld de theaterhit van vorig jaar te bekijken: De gesluierde monologen. En we kunnen elkaar als bezoekers ontmoeten op de dansvloer, en daar onze ledenmaten lekker losschudden: het festival zal feestelijk worden afgesloten met een groot dansevenement.
Festival Tamtam vindt van 1 tot en met 19 februari plaats in Amsterdam. Kijk op toneelgroepamsterdam.nl voor alle tijdschema’s.
IFFR 2005 – deel 2
/ 0 Reactiesdoor: Marije Sietsma, Ellen op de Weegh, Paul Caspers0 SterrenHet Internationaal Filmfestival Rotterdam is weer losgebarsten, en dat zullen we weten ook. 8WEEKLY brengt vrijwel dagelijks verslag vanaf het festival met reportages, interviews en natuurlijk heel erg veel filmrecensies. Lees verder voor de zes nieuwe pareltjes die we gisteren zagen in Rotterdam.
Overzicht verslag IFFR 2005
In dit artikel:
Late Bloomer | La chiavi di casa | Ecrire | A Blue Automobile | Survive Style 5+ | Dalecarlians | Le pont des arts
Late Bloomer (Osoi-hito)
(Shibata Go • Japan, 2004)
~
La chiavi di casa
(Gianni Amelio • Italië, 2004)
~
Ecrire (Writing)
(Benoit Jaquot • Frankrijk, 1993)
~
A Blue Automobile (Aoi kuruma)
(Hiroshi Okuhara • Japan, 2004)
~
Survive Style 5+
(Gen Sekiguchi • Japan, 2004)
~
Dalecarlians (Masjävlar)
(Maria Blom • Zweden/Denemarken, 2004)
~
Le pont des arts
(Eugene Green • Frankrijk, 2004)
Le pont des arts is als een formalistisch stilleven. De acteurs praten strak geregisseerd recht in de camera, die geen millimeter beweegt. Het verhaal gaat over twee koppels. Als een van de vier zelfmoord pleegt vanwege een slechte zangrepetitie, gaan de levens van de overige personages elkaar kruisen. De film is een aanklacht tegen het Parijse culturele establishment, een pleidooi voor ervaring in plaats van academische kennis, en een wegwijzer naar de brug van echte kunst en ware liefde. Maar dan moet je wel met de barokke ogen van Green kunnen kijken en van zijn humor houden, en dat is nog een kunst op zich. Lichtpunten: Natacha Reignier als de getromenteerde zangeres en de muziek van Monteverdi. (Ellen op de Weegh)
Misschien ook iets voor u
Schokken om het schokken
Het debuut van de jonge Engelse schrijfster Helen Walsh is overal goed ontvangen. Het verhaal over de mooie Millie is naar eigen zeggen deels autobiografisch en aangezien het bij tijd en wijlen een, vooral seksueel, erg schokkend verhaal is, is dat voor de soms wel wat ingedutte literaire wereld reden voor veel media-aandacht. Maar of dat helemaal gerechtvaardigd is, is de vraag.
Millie is een 19-jarige studente, die na de scheiding van haar ouders bij haar vader, een populaire hoogleraar, woont. Ze stort zich met haar zeven jaar oudere beste vriend Jamie, diens broer en vrienden – jongens uit de arbeidersklasse – regelmatig in het nachtleven van Liverpool. Omdat ze haar lesbische verlangens niet goed kwijt kan, gaat ze naar hoeren om haar geilheid te blussen. Als Jamie vertelt dat hij gaat trouwen verslechtert zeer gestaag zijn goede relatie met Millie. Tijdens een enorm destructieve nacht stappen raakt Millie het spoor compleet bijster. Ze verkracht een 14-jarig meisje, neukt met de drugsdealer Sean en komt er als klap op de vuurpijl achter dat haar moeder weg is gegaan omdat haar vader met tientallen studentes – en zelfs haar tante – vreemd is gegaan. Dit laatste verwart Millie zodanig dat ze aan het zwerven slaat, maar ‘alles’ komt uiteindelijk toch nog goed.
Overschreeuwende thema’s
Bovenstaande weergave van Millies verhaal is misschien complex, maar nog altijd helderder dan het werkelijke boek, dat eigenlijk nogal verwarrend is. Millie probeert een groot aantal thema’s bij de kop te nemen die dwars door elkaar heen lopen. Terwijl ze lang niet allemaal even belangrijk zijn voor het plot van Millie, schreeuwen sommige minder belangrijke thema’s enorm om aandacht.
Het belangrijkste thema is de vriendschap tussen Jamie en Millie, die door Jamie’s huwelijksplannen wordt verstoord. Walsh vertelt de spanningen tussen de twee vrienden door gedurende het boek steeds van perspectief te wisselen. Om en om lees je mee vanuit het oogpunt van Millie danwel Jamie.
De gescheiden ouders en het van zijn voetstuk vallen van de vader van Millie vormen samen een tweede belangrijk thema en het slot van het boek is hier ook op gestoeld. Dit thema komt echter maar matig uit de verf. Wat alles vooral overschaduwt is de tomeloze seksuele drift van Millie: De schrijfster gaat zich te buiten aan gedetailleerde beschrijvingen van de seksuele ervaringen die lang niet altijd even lekker te pruimen zijn. Het nut van deze beschrijvingen is niet echt duidelijk en lijken er alleen maar te zijn om de lezer te schokken en sensatie te veroorzaken.
Sensationeel, of zo…
~
De stijl van Millie is wel grijpend. Het lezen van het boek, met name de uitgebreide beschrijving van de beruchte ‘stapavond’, is als het zien van de clip van Smack Your Bitch Up van The Prodigy. Het lijkt zelfs bijna dat dit het script is geweest voor dit deel van het boek. Veel critici vinden Millie op Trainspotting van Irvine Welsh lijken, maar er zijn twee grote verschillen. Ten eerste is het boek van Welsh voor de meeste personages zelfs in het eind erg uitzichtloos, terwijl Millie verschillende min of meer happy endings suggereert.
Verder hoop je bij Irvine Welsh steeds weer dat er een beter boek dan Trainspotting komt, maar je weet dat na drie matige werken de kans hierop vrij klein is. Bij de met Millie debuterende Helen Walsh is de toekomst nog onzeker en zou er best een echt geniaal werk in kunnen zitten.
Prijs: 14,95
Bladzijden: 275
Misschien ook iets voor u
Rocken in de bush
Wat hebben Paul Hogan, koala’s en AC/DC als gemeenschappelijke eigenschap? Inkoppertje inderdaad: allen komen oorspronkelijk uit Australië. Paul Hogan veroverde de wereld als Crocodile Dundee, koala’s staan over het algemeen bekend als grijs knuffeldier en AC/DC is zelfs bij het grote publiek bekend als toonaangevende hardrockband uit de tachtiger jaren. Nu heeft Australië al meerdere metal- en hardcorebands voortgebracht als Sadistik Execution, Rose Tattoo en Destroyer666. Een volgende band die nu poogt de grote oversteek te maken is The Blacklist.
~
Roadtrain
Wat opvalt aan de cd is dat het geluid aan alle kanten dichtgesmeerd lijkt te zijn met een flinke lik motorolie. De muziek loopt soepel en klinkt over het algemeen behoorlijk vet, een enkele passage daargelaten. De nummers staan bol van het dubbele gitaarwerk met snerpende solo’s zoals een goede rock ’n rollband betaamt en de bas en drum blijven de gehele cd voortstuwen als ware het een echte Australische roadtrain. En die stopt nergens voor. Een vette productie qua muziek dus. Als we daar dan ook nog de vocalen bij optellen van zanger Goodtime Gemmil, die overigens klinkt als een koala op een bandschuurmachine, dan kan slechts geconcludeerd worden dat The Blacklist goed is in wat ze doen. Dit neemt niet weg dat het eigenlijk niks nieuws is.
Humor
Wat The Blacklist echt onderscheidt van een hoop andere bands in dit genre is dat ze over een flinke dosis humor beschikken. Waar het bij dit soort muziek toch vaak draait om seks, drugs en rock ’n roll blijven deze jongens daar juist niet continu in hangen. Titels als Live Like An Angel, My Hammer Your Skull en Release The Gay Boy Beserker Attack spreken voor zich en in het nummer Free Che What’s His Name (You Know The Guy On The T-Shirts) horen we juist weer politiek met een knipoog terug. Ik ben echter benieuwd hoeveel ruige motormuizen er echter op de teksten gaan letten zodra deze band het podium betreedt.
The Blacklist
Album: Electric and EvilLink: Undertow Recordings
Misschien ook iets voor u
IFFR 2005 – deel 1
/ 0 Reactiesdoor: Ellen op de Weegh, Marije Sietsma0 SterrenHet Internationaal Filmfestival Rotterdam is weer losgebarsten, en dat zullen we weten ook. Vanaf vandaag brengt 8WEEKLY vrijwel dagelijks verslag vanaf het festival met reportages, interviews en natuurlijk heel erg veel filmrecensies. Lees verder voor de oogst van de eerste twee festivaldagen.
Overzicht verslag IFFR 2005
In dit artikel:
The Family That Eats Soil
|
My Summer Of Love
|
Pusher II
|
Clean
|
Demi-Tarif
|
The Hunter
|
El abrazo partido
The Family That Eats Soil
(Khavn • Filippijnen, 2005)
~
My Summer Of Love
(Pawel Pawlikowski • Engeland, 2004)
~
Pusher II
(Nicolas Winding Refn • Denemarken, 2004)
~
Clean
(Olivier Assayas • Frankrijk/Engeland/Canada, 2004)
~
Demi-Tarif
(Isild Le Besco • Frankrijk, 2004)
~
The Hunter
(Serik Aprymov • Kazachstan, 2004)
~
El abrazo partido
(Daniel Burman • Argentinië/Spanje, 2004)
~
Misschien ook iets voor u